Op vrijdag 26 juli 2019 is in de vergaderzaal van het gerechtsgebouw aan de Wulfinghstraat, de jaarvergadering van het Hof van Justitie gehouden. Op de jaarvergadering die – zoals het woord al zegt – eenmaal per jaar wordt gehouden, zijn alle rechters en de procureur-generaal aanwezig, evenals de griffier van het Hof en de griffier der Kantongerechten. Op deze jaarvergadering is het afgelopen zittingsjaar geëvalueerd en de werkverdeling en zittingsroosters voor het nieuwe zittingsjaar vastgesteld. De beleidsvoornemens voor het nieuwe zittingsjaar hebben zich tijdens de vergadering vooral geconcentreerd rond het beleidsspeerpunt: “snellere rechtspraak” en capaciteitsuitbreiding, waarvan een heikel punt is het wegwerken van de achterstanden in civiele vonnissen. Het nieuwe zittingsjaar vangt aan op 1 oktober.
Gedurende de periode 15 augustus t/m 30 september gaat de Rechterlijke Macht met reces. Dat betekent echter niet dat de rechtspraak in die periode stil ligt; spoedeisende kortgedingen, raadkamerverzoeken, beslagen en beschermingsbevelen, worden normaal behandeld. Ook de toetsing van de rechtmatigheid van de inverzekeringstelling van verdachten door de rechter-commissaris, vindt normaal voortgang. Het werkschema voor het reces wordt ook op de jaarvergadering vastgesteld.
Evaluatie zittingsjaar 2018-2019
De evaluatie van het afgelopen zittingsjaar, stond hoog op de agenda van de jaarvergadering. Een van de zaken die daarbij aan de orde is gekomen, is de sectorale aansturing van de rechtspraak, welke in 2018 is geïntroduceerd en waarmee een begin is gemaakt in januari 2019. Als uitvloeisel van deze sectorale aanpak is de rechtspraak ingedeeld in een civiele sector en een strafsector, beiden aangestuurd door een coördinator. De civiele sector wordt gecoördineerd door rechter Dinesh Sewratan, en de strafsector door rechter Anand Charan. Beide sectoren zijn op hun beurt weer ingedeeld in units, die ook worden aangestuurd door coördinatoren, allen rechters.
De civiele sector
De civiele sector is ingedeeld in 4 units, te weten de unit hof civiel, de unit kort geding, de unit handel en de unit familie. De unit hof civiel, waarbinnen 7 rechters werkzaam zijn, behandelt o.a. civiele zaken in hoger beroep, ambtenarenzaken, verzoeken om staking van executie en wrakingen. In de unit kort geding, waarbinnen 5 rechters werkzaam zijn, worden spoedeisende civiele zaken behandeld. De unit handel, waarbinnen 8 rechters functioneren, behandelt o.a. geldvorderingen, (grond)huurzaken, ontbinding van arbeidsovereenkomsten en openbare verkopen. In de unit familie, gaan 7 rechters over o.a. beschermingsbevelen, versnelde – en gewone echtscheidingsprocedures, scheiding en deling van boedels, voogdij, en alimentatie.
De strafsector
De straf sector is ingedeeld in 3 units. Ten eerste de unit hof straf, waarbinnen misdrijven en uitleveringszaken in hoger beroep worden behandeld, alsook verkeersmisdrijven en alle overtredingen in hoger beroep. Binnen de unit hof straf is een vaste kamer belast met de behandeling van verzoekschriften voor de opheffing van de voorlopige hechtenis en een vaste kamer voor behandeling van o.a. verzoekschriften betreffende beklag van niet verdere vervolging van strafbare feiten, opheffing van de beperking van het vrije verkeer tussen de verdachte en diens raadsman, en schorsing en opschorting van de voorlopige hechtenis. In de strafsector zijn er in eerste aanleg 2 units, te weten de unit misdrijven en overtredingen, en de unit kabinet rechter-commissaris in strafzaken.
Doel sectorale aansturing
Met deze sectorale benadering is een aanzet gegeven tot scheiding van de rechtspleging bij de Kantongerechten en de rechtspleging bij het Hof van Justitie, in die zin dat bepaalde rechters uitsluitend zullen worden belast met de rechtspleging bij de Kantongerechten óf met de rechtspleging bij het Hof van Justitie. Daarnaast is de sectorale aanpak bedoeld als een aanzet tot specialisme. Het inzetten van rechters óf op het gebied van het civiele recht óf op het gebied van het strafrecht, leidt tot verdieping van kennis van en kunde in het betreffende rechtsgebied. Hoewel het aantal rechters – 26 op dit moment – onvoldoende is voor een volstrekte scheiding binnen de rechtsgebieden, heeft deze aanpak in het afgelopen zittingsjaar reeds voor een efficiëntere werkwijze gezorgd. Deze aanpak zal in het komend zittingsjaar dus worden voortgezet.
Beleidsvoornemens voor het zittingsjaar 2019-2020
Naast de evaluatie van het afgelopen zittingsjaar, is ook vooruit gekeken naar het komend zittingsjaar. Onder andere zijn aan de orde gekomen de initiatieven die zullen worden ondernomen om de grote achterstanden in civiele vonnissen weg te werken. Deze achterstand is onaanvaardbaar voor de rechtzoekenden, vandaar dat nog eens de nadruk is gelegd om de achterstanden op een structurele wijze aan te pakken middels het inzetten van nieuwe rechters en schrijfjuristen. Voor de korte termijn – vanaf januari 2020 – zal het projectvoorstel: “wegschrijven achterstanden” ter goedkeuring worden aangeboden aan de minister van Justitie en Politie.
Aangezien het voor de uitoefening van de werkzaamheden van de rechters en het juridisch ondersteunend personeel onontbeerlijk is dat zij toegang hebben tot juridische handboeken, wetten- en jurisprudentiebundels, zal elk van de drie gerechtsgebouwen worden voorzien van een goed toegankelijke juridische bibliotheek. De collectie boeken, wetten- en jurisprudentiebundels zullen met behulp van reeds aanwezige software digitaal worden ontsloten en vervolgens worden verdeeld tussen de drie gerechtsgebouwen.
Voorts zullen in het komend zittingsjaar voor zowel de rechters als de schrijfjuristen en de griffiers, verschillende onderwijsactiviteiten worden georganiseerd. Ook in de vergroting van de deskundigheid van het management – en administratief personeel zal worden geïnvesteerd door middel van trainingen in o.a. het gebruik van bestaande en nieuwe ICT-toepassingen, leiding geven, organiseren en human resource management.
Teneinde de bedrijfsvoering van de rechterlijke organisatie te verbeteren en de verzelfstandiging daarvan in gang te zetten, is eind 2018, een interim directeur bedrijfsvoering aangetrokken. In 2020 zullen ook een human resource manager en een facilitair manager worden aangetrokken. Daarnaast zal een ICT deskundige worden aangetrokken ten behoeve van het beschrijven en ontwikkelen van het ICT beleid voor de rechterlijke organisatie en zaaks registratiesystemen. Met het oog op de continuïteit van de werkzaamheden, is vervanging van oude computers en aanschaf van nieuwe computers en de aanschaf van software voor de bedrijfsvoering, op korte termijn noodzakelijk.
In 2018 is een aanvang gemaakt met het opzetten van de communicatie afdeling van het Hof van Justitie; inmiddels is als uitvloeisel hiervan een website met een voor het publiek toegankelijke uitsprakendatabank in werking. In het nieuwe zittingsjaar zal een functionaris worden aangetrokken voor het voorbereiden van voorlichtingsproducten die via de website en andere media zullen worden gepubliceerd.
De geprojecteerde personele uitbreiding binnen de rechterlijke organisatie noopt tot investeringen in huisvesting. De vooruitzichten om het nog te renoveren gebouw aan de Grote Combéweg no. 7 – ook wel bekend als het oud-BUFAZ gebouw – in het tweede kwartaal van 2020 in gebruik te doen nemen door de rechterlijke organisatie, zijn goed te noemen.
De implementatie van deze beleidsvoornemens zal een positieve impact hebben op het functioneren van de rechterlijke organisatie, en daardoor bijdragen aan de rechtszekerheid en rechtsbescherming van de burger. De verschillende programma’s zijn inmiddels uitgewerkt, begroot en doorgeleid naar de departementsleiding van het ministerie van Justitie en Politie, om te worden verwerkt in de overheidsbegroting die bij de opening van het nieuw parlementair jaar door de regering zal worden aangeboden aan De Nationale Assemblee.