Uitspraak kortgedingzaak NPS vs OKB van 20 januari 2025

Op 20 januari 2025 is uitspraak gedaan in de kortgedingzaak tussen de Nationale Partij Suriname (NPS) en het Onafhankelijk Kiesbureau (OKB ) door de kantonrechter. De zaak ging over de registratie van de NPS in het openbaar register, een vereiste voor deelname aan de verkiezingen van mei 2025. Het OKB had de NPS, na een verzoek daartoe, niet ingeschreven in het openbaar register.

Het verzoek van de NPS aan de kantonrechter was om het OKB te veroordelen om binnen een week na het gewezen vonnis de NPS te registreren in het openbaar register en de NPS daarvan in kennis te stellen. De NPS vroeg om hieraan een dwangsom te verbinden.

De kantonrechter heeft het verzoek van de NPS niet toegewezen. De kantonrechter oordeelde dat, indien de NPS het niet eens is met een besluit van het OKB, de NPS de procedure van de wet moet volgen, namelijk, de procedure dat een politieke partij tegen een besluit van het OKB in beroep moet gaan bij de President van het land.

Het OKB voerde als verweer dat de kantonrechter zich onbevoegd dient te verklaren om van deze vordering kennis te nemen, dan wel, NPS niet ontvankelijk te verklaren in de vordering.

Het OKB voerde aan dat zij geen bestuursorgaan is van de Staat. Zij stelde dat zij een onafhankelijk constitutioneel orgaan is dat als orgaan in rechte zou moeten worden opgeroepen en niet als onderdeel van de Staat. Het OKB voerde voorts aan dat NPS de procedure had moeten volgen die de wet voorschrijft, namelijk, de procedure dat een politieke partij beroep kan aantekenen tegen een besluit van het OKB bij de President van het land. Ook voerde het OKB aan dat in artikel 2 sub b van de Wet Politieke Organisaties dwingend is voorgeschreven dat een politieke partij in de statuten een bepaling moet hebben die het bestuur van de politieke partij verplicht om een beginselprogramma en een verkiezingsprogramma aan de samenleving bekend te maken. De statuten van de NPS bevatten zo een bepaling niet. Nu de statuten van de NPS die bepaling niet bevatten stelt het OKB dat zij de NPS niet kan inschrijven in het register. Het OKB is van mening dat zij op grond van haar toezichthoudende taken genoemd in artikel 60 van de Grondwet en artikel 1 van de Kiesregeling bevoegd is om te beoordelen of de statuten van politieke organisaties aan artikel 2 sub b van de Wet Politieke Organisaties voldoen.

De NPS heeft in het geding aangevoerd dat het OKB niet de bevoegdheid heeft om te toetsen of de statuten van een politieke partij voldoen aan de vereisten van de wet. De NPS stelde dat de President van het land die bevoegdheid heeft.

De kantonrechter heeft niet geoordeeld over de vraag of het OKB de bevoegdheid heeft om te toetsen of de statuten van een politieke partij voldoen aan de vereisten van de wet omdat de NPS niet ontvankelijk is verklaard. Daardoor kwam de rechter niet meer toe aan de beoordeling van die vraag.

 

Paramaribo, 3 februari 2025

Communicatie Unit Hof van Justitie