In bepaalde gevallen kan de kantonrechter een vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaren. Dat wil zegen dat het vonnis geëxecuteerd mag worden, ook al zou er hoger beroep tegen dat vonnis zijn aangetekend. Uit artikel 56 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, blijkt in welke gevallen een vonnis bij voorraad uitvoerbaar mag worden verklaard door de rechter.
Indien de belanghebbende van mening mocht zijn dat de kantonrechter bij het bij voorraad uitvoerbaar verklaren van een vonnis, voorbij is gegaan aan de wettelijke voorschriften, dan kan die belanghebbende ingevolge artikel 272 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, een verzoekschrift indienen bij het Hof van Justitie waarin gevraagd wordt om de executie van dat vonnis te staken.
Indien het Hof van Justitie gunstig beslist op het verzoek, dan kan het vonnis pas ten uitvoer worden gelegd als het in hoger beroep mocht worden bevestigd. Het vonnis is dan dus niet langer bij voorraad uitvoerbaar.