Kanton straf

Strafbare feiten zijn onder te verdelen in misdrijven en overtredingen. Bij misdrijven gaat het om zware vergrijpen waar doorgaans gevangenisstraf op is gesteld. Enkele voorbeelden van misdrijven zijn: diefstal, mishandeling en moord. Overtredingen betreffen relatief minder zware vergrijpen zoals openbare dronkenschap of het verstoren van de orde. Overtredingen kunnen vaak door betaling van een boete buiten proces worden afgehandeld; de overtreders hoeven in die gevallen dus niet voor de strafrechter te verschijnen.

HOE WORDT EEN STRAFZAAK AANHANGIG GEMAAKT?

Indien het Openbaar Ministerie besluit om de zaak voor te leggen aan de strafrechter, ontvangt de verdachte een dagvaarding om op de zitting te verschijnen. Een dagvaarding is een document waarin o.a. staat aangegeven op welke datum en voor welk gerecht de zaak zal worden behandeld. De dagvaarding bevat verder de tenlastelegging, dat is een gedetailleerde omschrijving van het strafbare feit waar de verdachte van wordt verdacht. Op de dagvaarding kan ook worden vermeld welke getuigen het Openbaar Ministerie zal oproepen voor de zitting.

WIE MOGEN AANWEZIG ZIJN BIJ DE BEHANDELING VAN EEN STRAFZAAK?

Rechtszittingen zijn in beginsel openbaar, dat wil zeggen dat een ieder die 16 jaar of ouder is, strafzittingen mag bijwonen, ook al heeft die persoon daar zelf geen rechtstreeks belang bij. Doorgaans gaat het bij degenen die een strafzitting bijwonen, wel om een specifieke zaak. De wet schrijft voor in welke gevallen de behandeling achter gesloten deuren zal plaatsvinden, dus zonder publiek. Ook de rechter is bevoegd om te beslissen dat een zitting geheel of gedeeltelijk zonder publiek plaatsvindt. In zulke gevallen kan de rechter wel bijzondere toelating bieden aan bijvoorbeeld de pers.

IS DE VERDACHTE DIE GEDAGVAARD IS, VERPLICHT OP DE ZITTING TE VERSCHIJNEN?

Verdachten die in voorlopige hechtenis verkeren, worden vanuit het cellenhuis naar de zitting vervoerd door de politie. Verdachten die op vrije voeten zijn, zullen op eigen gelegenheid naar de zitting moeten komen. Als een verdachte niet op de zitting verschijnt, zal de zaak tegen hem toch in behandeling worden genomen en zal de rechter aan het einde daarvan ook een vonnis uitspreken. Dit wordt “veroordeling bij verstek” genoemd.

KAN EEN VERDACHTE TIJDENS DE BEHANDELING VAN DE ZAAK, IN VRIJHEID WORDEN GESTELD?

De rechter kan gedurende de zitting ambtshalve of op verzoek van de verdachte, de voorlopige hechtenis opheffen of schorsen. De verdachte komt dan op vrije voeten. Aan de andere kant is het ook mogelijk dat de rechter tijdens de behandeling van de rechtszaak beslist dat een verdachte die eerder op vrije voeten was, alsnog gevangen genomen wordt.

WELKE RECHTEN HEEFT DE VERDACHTE?

De verdachte heeft vanaf zijn aanhouding tot aan het einde van de behandeling van zijn zaak door de rechter, het recht om te zwijgen. Hij hoeft dus geen verklaring af te leggen en ook niet te antwoorden op vragen die aan hem gesteld worden. Ook heeft de verdachte recht op bijstand van een advocaat. Indien de verdachte zelf niet in staat is om een advocaat te betalen, kan hij de rechter vragen een advocaat aan hem toe te voegen. De rechter zal dan een advocaat aanwijzen die de verdachte kosteloos juridische bijstand zal verlenen.

WIE KUNNEN OP DE ZITTING VERKLARINGEN AFLEGGEN?

Personen die bepaalde feiten of omstandigheden die betrekking hebben op het gepleegde strafbare feit hebben gezien of zelf hebben ondervonden, kunnen daar op de zitting een verklaring over afleggen. Zulke personen worden “getuigen” genoemd. Ook deskundigen kunnen op de zitting een verklaring afleggen. Zij hebben ten aanzien van het strafbare feit, zelf niets gezien of ondervonden, maar kunnen wel een deskundig oordeel vellen ten aanzien van bepaalde aspecten van dat strafbare feit. Zulke personen worden “getuige-deskundige” genoemd. Als getuige-deskundige kunnen o.a. optreden een patholoog-anatoom die kan verklaren wat de doodsoorzaak is geweest van een slachtoffer, of een psychiater die kan verklaren wat de geestelijke gesteldheid van de verdachte was toen hij het strafbare feit beging.

WIE KAN GETUIGEN DOEN OPROEPEN?

Zowel de verdachte als het Openbaar Ministerie en de rechter kunnen getuigen doen oproepen om op de zitting te verschijnen en daar een verklaring af te leggen. De verdachte of zijn advocaat kunnen tijdens de zitting aan de rechter aangeven welke personen de verdachte als getuige zou willen doen horen.

WAT ZIJN DE PLICHTEN VAN DE GETUIGE?

Een getuige die gedagvaard is, is verplicht om op de zitting te verschijnen. Indien hij dat niet doet, kan hij in opdracht van de rechter door de politie worden opgehaald en worden medegebracht naar de zitting. Wanneer de getuige op de zitting is verschenen, is hij verplicht om een verklaring af te leggen en te antwoorden op de vragen die hem door de rechter, de Officier van Justitie, de advocaat van de verdachte of de verdachte worden gesteld. Weigert hij dat te doen, dan kan hij in opdracht van de rechter gegijzeld worden voor maximaal 30 dagen. Dat wil zeggen dat hij in verzekering wordt gesteld. De getuige legt, voordat hij wordt gehoord op de zitting, de belofte of eed af dat hij de waarheid zal spreken. Indien hij niet de waarheid spreekt, pleegt hij een strafbaar feit en kan hij vervolgd en veroordeeld worden wegens meineed (het liegen onder ede of belofte).

WELKE PERSONEN KUNNEN ZICH VERSCHONEN VAN HET AFLEGGEN VAN EEN GETUIGENIS?

Bepaalde personen kunnen zich verschonen van het afleggen van een getuigenis, dat wil zeggen dat zij het recht hebben af te zien van het afleggen van een getuigenis

Dat kan in de volgende gevallen:

  • wanneer de getuige een bloed- of aanverwant in de rechte lijn is van de verdachte (bijv. vader, zoon, kleinzoon, schoonmoeder);
  • wanneer de getuige een bloed- of aanverwant in de zijlijn tot de derde graad is van de verdachte (bijv. broer, zus, neef, nicht, tante, oom);
  • wanneer de getuige de echtgenoot of vroegere echtgenoot is van de verdachte, of wanneer de getuige duurzaam samenwoont of heeft samengewoond met de verdachte.

Ook wanneer de getuige door het beantwoorden van een bepaalde vraag, zichzelf of een van zijn bloed- of aanverwanten in de rechte lijn of in de zijlijn tot de 3e graad of zijn (ex)echtgenoot of (ex)concubaan zou blootstellen aan strafrechtelijke vervolging, mag hij afzien van het beantwoorden van die specifieke vraag. Verder kunnen personen die vanwege hun beroep tot geheimhouding verplicht zijn, zich verschonen van het afleggen van een getuigenis of het beantwoorden van bepaalde vragen, wanneer die vragen betrekking hebben op datgene dat hun als zodanig is toevertrouwd. Hierbij kan gedacht worden aan artsen, advocaten of geestelijken.

WIE KOMEN VERDER AAN HET WOORD TIJDENS DE ZITTING?

Nadat de zaak inhoudelijk is behandeld en de getuigen en de verdachte zijn gehoord, komt de Officier van Justitie aan het woord. Indien hij van mening is dat er voldoende bewijs is dat de verdachte het strafbare feit heeft gepleegd, dan geeft hij dat onderbouwd aan. In dat geval geeft de Officier van Justitie tevens aan welke straf hij gepast acht voor de verdachte. Die spreekbeurt wordt het “requisitoir” genoemd. De verdachte en zijn advocaat mogen reageren op hetgeen de Officier van Justitie tijdens het requisitoir naar voren heeft gebracht. Die reactie heet “pleidooi”. Na het pleidooi mag de Officier van Justitie nogmaals het woord voeren, en dat wordt aangeduid met “repliek”. Ook de verdachte krijgt een tweede spreekbeurt, en dat wordt aangeduid met “dupliek”. Tot slot wordt de verdachte in de gelegenheid gesteld tot het voeren van het laatste woord, waarbij hij mag zeggen wat hem nog op het hart ligt.

BERAADSLAGING EN UITSPRAAK

Nadat de zaak is behandeld op de zitting en de verdachte het laatste woord heeft gehad, moet de rechter het onderzoek ter terechtzitting sluiten. Dit kan hij doen op dezelfde zitting waarop de verdachte zijn recht op het laatste woord heeft benut, maar ook op een andere zitting daarna. De rechter zal zich na de sluiting van het onderzoek gaan beraden omtrent alles dat op de zitting naar voren is gebracht door zowel de vervolging (de Officier van Justitie) als de verdediging (de verdachte en zijn advocaat). De rechter zal nagaan of aan alle formele vereisten van het proces is voldaan. Ten aanzien van de inhoudelijke kant van de zaak, zal de rechter overwegen of het strafbare feit bewezen is, als bewezen is dat de verdachte daar schuldig aan is, en zo ja, welke straf aan die verdachte opgelegd zou moeten worden. Die uitspraak wordt “vonnis” genoemd. Indien de verdachte aanwezig is geweest tijdens het onderzoek ter terechtzitting, dan is er sprake van een vonnis op tegenspraak. De rechter deelt de verdachte na het uitspreken van het vonnis mede dat hij veertien dagen de tijd heeft om hoger beroep aan te tekenen tegen het vonnis, indien hij het er niet mee eens is.

WAT GEBEURT ER ALS EEN JEUGDIGE VERDACHT WORDT VAN EEN STRAFBAAR FEIT?

Jeugdigen in de leeftijd van 12 tot 18 jaar die verdacht worden van een strafbaar feit, kunnen evenals volwassenen, vervolgd worden door het Openbaar Ministerie. Zij worden echter in een aantal opzichten anders behandeld dan een verdachte die 18 jaar en ouder is. Alle regels van het Wetboek van Strafvordering zijn ook op de jeugdige verdachten van toepassing. Hoewel er dus ook dwangmiddelen kunnen worden toegepast op een jeugdige verdachte zijn er bijzondere voorzieningen voor hen getroffen binnen het strafproces. In het Wetboek van Strafrecht zijn er speciale straffen en maatregelen opgenomen die kunnen worden opgelegd aan jeugdigen. De wet geeft ook aan in welke gevallen aan jeugdigen – evenals een volwassene – een gevangenisstraf kan worden opgelegd.

WAT GEBEURT ER ALS EEN JEUGDIGE IN VERZEKERING WORDT GESTELD?

Als het Openbaar Ministerie de inverzekeringstelling van een jeugdige verdachte heeft gelast, wordt hij ondergebracht in het cellenhuis te Opa Doelie dat gelegen is aan de Limesgracht. In Opa Doelie worden slechts jeugdige verdachten ingesloten; zij komen dus niet in contact met volwassen arrestanten. Een jeugdige krijgt bij zijn inverzekeringstelling een advocaat toegewezen door de Staat die hem gedurende het gehele proces kosteloos bij moet staan. Hiervoor is er een speciale regeling onder de advocaten. Uiteraard staat het de ouders, voogd of verzorgers van de jeugdige vrij om zelf een advocaat naar eigen keuze aan te trekken, maar deze zullen zij dan zelf moeten betalen.

WAT GEBEURT ER NA DE INVERZEKERINGSTELLING?

Binnen 7 dagen na zijn inverzekeringstelling, wordt de jeugdige arrestant voorgeleid bij de Rechter-Commissaris, die de rechtmatigheid van de inverzekeringstelling toetst. De ouders of verzorgers van de jeugdige worden opgeroepen om daarbij aanwezig te zijn. Indien de Rechter-Commissaris van oordeel is dat de inverzekeringstelling onrechtmatig is, beveelt hij de onmiddellijke invrijheidstelling van de verdachte. Is de Rechter-Commissaris echter van oordeel dat de inverzekeringstelling wel rechtmatig is, dan kan deze met 30 dagen worden verlengd. De periode van inverzekeringstelling kan dus maximaal 37 dagen duren.

WAT GEBEURT ER ALS DE DUUR VAN DE INVERZEKERINGSTELLING IS VERSTREKEN?

Als het Openbaar Ministerie het na het verstrijken van de periode van inverzekeringstelling meer tijd nodig heeft voor het onderzoek, kan de vervolgingsambtenaar bij de Rechter-Commissaris vorderen dat de jeugdige in bewaring wordt genomen. Ook in dit geval zal de Rechter-Commissaris de jeugdige horen alvorens te oordelen over de gevorderde bewaring. De ouders of verzorgers mogen hierbij ook aanwezig zijn. Indien de Rechter-Commissaris van oordeel is dat er geen gronden aanwezig zijn om de bewaring van de jeugdige te gelasten, dan zal hij de bewaring weigeren. Dat betekent dat de jeugdige in vrijheid gesteld moet worden door het Openbaar Ministerie. Indien de Rechter-Commissaris de bewaring gelast, blijft de verdachte ingesloten. Vanaf dat moment verkeert de jeugdige in voorlopige hechtenis.

HOE VINDT DE BEHANDELING VAN EEN STRAFZAAK TEGEN EEN JEUGDIGE VERDACHTE PLAATS?

Indien het Openbaar Ministerie besluit om de jeugdige verder te vervolgen, wordt deze gedagvaard om op de zitting te verschijnen. De behandeling van een strafzaak waarin jeugdigen terechtstaan, vindt plaats in de zittingszaal te Opa Doelie. Als er in de zaak volwassen medeverdachten zijn, dan wordt de zaak van die volwassenen afzonderlijk in een ander gerecht behandeld. De ouders of verzorgers van de jeugdige worden voor de behandeling van de rechtszaak, opgeroepen. Hoewel zittingen in beginsel openbaar zijn, geschiedt de behandeling van zaken waarin jeugdigen terechtstaan, achter gesloten deuren; er mag dus geen publiek en geen pers aanwezig zijn. De rechter kan echter wel bijzondere toegang verlenen tot de zitting, bijvoorbeeld aan o.a. bepaalde studenten en advocaat-stagiaires en de pers. Gedurende de behandeling van de strafzaak, doet de afdeling Justitiële Kinderbescherming (JKB) van het ministerie van Justitie en Politie in opdracht van de rechter, een onderzoek naar de achtergrond en de leefsituatie van de jeugdige.

WAT GEBEURT ER ALS EEN JEUGDIGE VEROORDEELD WORDT TOT EEN JEUGDDETENTIE OF EEN GEVANGENISSTRAF?

In het Wetboek van Strafrecht zijn er straffen en maatregelen op genomen die speciaal voor jeugdige verdachten gelden. Jeugdigen die door de rechter veroordeeld worden tot een onvoorwaardelijke jeugddetentie worden gedetineerd in het Jeugd Opvoedings Gesticht (JOG) dat gevestigd is op hetzelfde terrein als de Penitentiaire Inrichting te Santo Boma, maar afgezonderd staat. Jeugdigen die een gevangenisstraf opgelegd hebben gekregen vanwege de ernst van het gepleegde strafbaar feit, worden gedetineerd in een van de gevangenisinrichtingen voor volwassenen.

WAT ZIJN VERKEERSMISDRIJVEN EN OVERTREDINGEN?

Op grond van de Rijwet 1971 kunnen bepaalde handelingen en gedragingen in het verkeer worden geclassificeerd als een misdrijf of een overtreding. Overtredingen en misdrijven zijn allebei strafbare feiten, met dien verstaande dat relatief minder zware feiten als overtreding worden aangemerkt en zwaardere feiten als misdrijven. Enkele voorbeelden van verkeersovertredingen zijn: het rijden zonder in het bezit te zijn van een geldig rijbewijs, rijden zonder veiligheidsgordel of het overschrijden van de maximumsnelheid. Tot een verkeersmisdrijf worden o.a. gerekend het rijden onder invloed van alcohol of het veroorzaken van een aanrijding met als gevolg dat een ander zwaar lichamelijk letsel wordt toegebracht.

HOE KUNNEN VERKEERSOVERTREDINGEN WORDEN AFGEHANDELD?

Indien de politie constateert dat er sprake is van een verkeersovertreding, is zij bevoegd om de verdachte van de overtreding ter plekke een oproeping te geven om op een bepaalde datum voor de rechter te verschijnen. Daarmee wordt aangegeven dat de overtreder vervolgd zal worden. De persoon die verdacht wordt van de overtreding, kan er echter voor kiezen om ter plekke de boete te betalen, of de boete op een later tijdstip te voldoen bij de afdeling Parketwacht van het Korps Politie Suriname aan de Lim A Postraat. Als de boete betaald wordt vóór de datum waarop de zaak voor de rechter zou moeten verschijnen, dan is de zaak daarmee afgedaan en vindt er geen vervolging plaats. Men is uiteraard niet verplicht de boete te betalen. In dat geval zal de zaak wel op de zitting worden behandeld door de rechter.

HOE VINDT DE BEHANDELING VAN EEN VERKEERSOVERTREDING PLAATS OP DE ZITTING?

Indien de boete niet betaald is en de verdachte niet verschijnt op de zitting, dan wordt hij automatisch bij verstek veroordeeld tot het betalen van de boete. Indien betrokkene wel verschijnt, wordt de zaak op de zitting behandeld, waarbij de overtreder alsnog door de rechter kan worden veroordeeld tot het betalen van de boete. Uiteraard is het ook heel goed mogelijk dat hij wordt vrijgesproken of wordt ontslagen van rechtsvervolging. Indien men zich niet wenst neer te leggen bij een veroordeling, dan kan daar verzet of hoger beroep tegen worden ingesteld.

HOE WORDEN VERKEERSMISDRIJVEN AFGEHANDELD?

Indien iemand verdacht wordt van een verkeersmisdrijf, dan krijgt hij niet de gelegenheid om de zaak af te doen met de betaling van een boete. Er wordt in dat geval door de politie een dossier opgemaakt aan de hand waarvan het Openbaar Ministerie beslist als de persoon al dan niet zal worden vervolgd. Afhankelijk van het misdrijf waarvan de persoon in kwestie wordt verdacht, kan hij ook worden aangehouden en in verzekering worden gesteld. Mocht het Openbaar Ministerie besluiten te vervolgen, dan ontvangt de verdachte een dagvaarding om op de zitting te verschijnen. Indien de verdachte door de rechter schuldig wordt bevonden, kan hem een voorwaardelijke of onvoorwaardelijke gevangenisstraf worden opgelegd. Uiteraard is het ook mogelijk dat hij vrijgesproken wordt of wordt ontslagen van rechtsvervolging.