SRU-ATC-2020-13

  • Instantie Advocaten Tuchtcollege (ATC)
  • Zaaknummer 19/19
  • Uitspraakdatum 09 oktober 2020
  • Publicatiedatum 30 maart 2021
  • Rechtsgebied Tuchtrecht
  • Inhoudsindicatie

    In casu heeft klager nagelaten om de originele documenten die in zijn bezit waren aan verweerder te doen toekomen. Hierdoor kan dit verweerder niet worden aangerekend, waardoor verweerder ook niet tuchtrechtelijk verwijtbaar is. De klacht wordt derhalve ongegrond verklaard.

Uitspraak

HET ADVOCATEN TUCHTCOLLEGE
no. 19/19

Beslissing van het Advocaten Tuchtcollege

naar aanleiding van de klacht van:

[klager],
klager,
procederend in persoon,

tegen

[verweerder],
verweerder,
de advocaat tegen wie de klacht is ingediend,
procederend in persoon.

De voorzitter spreekt met betrekking tot deze klacht, in naam van de Republiek, de navolgende beslissing uit.

1. Het verloop van de procedure
1.1 Bij schrijven van 24 september 2018 heeft klager bij de Deken van de Surinaamse Orde van Advocaten (hierna de Deken) een klacht ingediend tegen verweerder;

1.2 De Deken heeft de klacht met bijbehorende producties op 07 maart 2019 ter kennis gebracht van het Advocaten Tuchtcollege (hierna: het tuchtcollege).

1.3 De klacht is behandeld op 10 januari 2020 ter zitting van het tuchtcollege, waarvan proces-verbaal is opgemaakt.

1.4 De beslissing is bepaald op heden.

2. De feiten
2.1 Klager had verweerder benaderd om, mede namens hem, een vordering aan te leggen bij de kantonrechter. Deze vordering was bekend onder A.R. nummer [no.1] en beoogde de juridische levering van een drietal percelen c.q. schadevergoeding.

2.2 De kantonrechter heeft voormelde vordering afgewezen bij vonnis d.d.1 november 2011. Uit dit vonnis blijkt onder meer dat de kantonrechter een deel van de vordering heeft afgewezen omdat eisers, waaronder klager, verzuimd hadden om de originele kwitanties over te leggen waaruit de betaling zou moeten blijken van de volledige koopsom van een perceel met [nummer].

2.3 Verweerder heeft mede namens klager hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter.

3. De klacht
De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld, een en ander als bedoeld in artikel 37 van de Advocatenwet. De klager stelt dat verweerder hem nimmer op de hoogte heeft gesteld om met de originele betalingsbewijzen naar [land] Suriname te komen. Hierdoor – zo begrijpt het tuchtcollege – is het vonnis in zijn nadeel uitgevallen. Klager stelt dat hij verweerder heeft voorgehouden dat hij alle voor het proces benodigde documenten bij zich heeft en dat verweerder deze moest opvragen indien die nodig waren voor het proces. Klager concludeert dat hij door toedoen van verweerder in zijn belangen is geschaad.

4. Het verweer
Volgens verweerder heeft hij steeds telefonisch contact gehad met klager die in het buitenland woonde als ook met diens zus, die zelf ook partij was in de genoemde zaak, die hier te lande woont, over de voortgang van de zaak. Zo heeft hij ook klager als diens zus op de hoogte gesteld van het verzoek van de rechter voor inzage van de originele documenten. Verweerder voert aan dat het zelf aan klager heeft gelegen dat hij de originele stukken niet heeft opgestuurd. Voorts voert verweerder aan dat hij hoger beroep had ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter maar op uitdrukkelijk verzoek van klager heeft hij het hoger beroep ingetrokken.

5. De beoordeling
5.1 Ter beoordeling ligt voor de vraag of verweerder verwijtbaar is ter zake enig handelen of nalaten in strijd met de zorg die hij als advocaat behoorde te betrachten jegens klager. Alhoewel klager behoorlijk op de hoogte is gesteld dat de onderhavige tuchtzaak zou worden behandeld heeft hij nagelaten om aanwezig te zijn op de zitting danwel zich behoorlijk te doen vertegenwoordigen. Het tuchtcollege is er daarom toe overgegaan om de zaak af te handelen op grond van de processtukken en het verhoor van verweerder.

5.2 Verweerder heeft blijven volhouden dat hij zowel klager als diens zus, die inmiddels is overleden, steeds op de hoogte heeft gehouden van het verloop van de zaak, alsook het verzoek van de rechter tot inzage in de originele documenten. Het tuchtcollege overweegt voorts dat uit het proces-verbaal van gehouden comparitie van partijen in de zaak bekend onder AR no. [no.1], gedateerd 3 april 2008, is gebleken dat de eisers in die zaak, waaronder ook klager, ter terechtzitting vertegenwoordigd waren door hun vertegenwoordiger in de persoon van [klager] alsook verweerder die toen hun advocaat was. Op die zitting heeft deze [klager] onder andere verklaard “…….Ik ben in gebreke gebleven om de kwitanties mee te nemen…..”. Dit voorgaande impliceert dat klager op de hoogte diende te zijn dat de originele kwitanties vereist waren ter terechtzitting. Het had dus aan klager gelegen om de originele documenten die in zijn bezit waren aan verweerder te doen toekomen. Nu hij dat niet heeft gedaan kan dit verweerder niet worden aangerekend. Verweerder is dus ook niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. De klacht is derhalve ongegrond.

6. De beslissing
Het tuchtcollege:

Verklaart de klacht tegen [verweerder] ongegrond.

Aldus gewezen door mr. I.S. Chhangur-Lachitjaran, plv. voorzitter, mr. G. Ramai-Badal en mr. J.R. Wouter, leden, en door de plv. voorzitter uitgesproken ter openbare terechtzitting van vrijdag 09 oktober 2020 te Paramaribo, in tegenwoordigheid van mr. S. Sheombar en mr. J.R. Wouter, alsmede de secretaris, mr. M.S. Wesenhagen.

De secretaris, De plv. voorzitter,
w.g. w.g.
Mr. M.S. Wesenhagen mr. I.S. Chhangur-Lachitjaran

De leden,
w.g.
mr. G. Ramai-Badal
w.g.
mr. J.R. Wouter

Voor eensluitend afschrift
De secretaris van het ATC,
mr. M. S. Wesenhagen