- Instantie Hof van Justitie
- Zaaknummer A-181
- Uitspraakdatum 11 november 1988
- Publicatiedatum 03 mei 2019
- Rechtsgebied Ambtenarenrecht
-
Inhoudsindicatie
Stilzwijgende benoeming in functie.
Uitspraak
HvJ 11 NOVEMBER 1988
[verzoeker], wonende aan [adres] te [district], advokaat Mr.H.E.STRUIKEN,
verzoeker,
tegen
DE STAAT SURINAME, in rechte vertegenwoordigd wordende door de Procureur-Generaal bij het Hof van Justitie van Suriname te zijne kantore te Paramaribo aan de gravenstraat no.3 en ter terchtzitting vertegenwoordigd door advokaat mr.H.MUNGRA,
verweerder,
De waarnemend-President spreekt in deze zaak in naam van de republiek, het navolgend vonnis uit;
Het Hof van Justitie van Suriname;
Gezien ‘s Hofs interlocutoire vonnissen van 24 april 1987, 30 oktober 1987 en 5 februari 1988 tussen partijen gewezen;
TEN AANZIEN VAN DE FEITEN:
Verwijzend naar en overnemend hetgeen bereids in ‘s Hofs laatstvermeld vonnis is overwogen en beslist en voorts:
Overwegende, dat de gemachtigden van partijen hierna las geïnsereerd aan te merken schriftelijke conclusies hebben genomen, onder overlegging van produkties;
Overwegende, dat nadat de gemachtigden van partijen hier als geïnsereerd aan te merken schriftelijke conclusies tot uitlating produkties hadden genomen, vonnis in de zaak werd bepaald aanvankelijk op 28 oktober 1988, doch nader op heden;
TEN AANZIEN VAN HET RECHT:
Overwegende, dat het Hof ook hier verwijst naar en overneemt hetgeen in zijn praeparatoir vonnis van 5 februari 1988 werd overwogen en voorts:
– dat verweerder op de exacte vragen gesteld in voormeld prae-paratoir vonnis van het Hof, alsvolgt heeft gereageerd:
I. De organisatorische struktuur van het Bureau voor Waterkracht Werken ziet er alsvolgt uit:
- Hoofd van het Bureau, die qua funktiegehalte ingevolge het Ambtenarenbezoldigingsbesluit 1980 (S.R.S.no.153) in schaal 18 dient. Deze functionaris is belast met de totale leiding van dit Bureau.
- Onderhoofd, dat qua funktiegehalte in schaal 16 dient.
- Hoofd van de Afdeling Technische Dienst, waaronder ressorteren de Onderafdeling Topografie, Hydrologie, Infrasruktuur, Tekenkamer en Micro-centrale. Deze funktionaris dient qua funktiegehalte van deze funktie in schaal 16.
- Hoofd van de Onderafdeling(Topografie, Hydrologie, infrasrtuktuur,ect.) dient qua funktiegehalte van deze funktie in funktiecategorie E (schalen 13,14,15)
Naar bekomen inlichtingen was de heer [naam 1] belast met de leiding van de OnderafdelingTopografie, waarvan de waardering volgens het voorgaande moet plaatsvinden in funktiecategorie E.
II. Uit voorgaande beschrijving van de strukturele organisatie van het Bureau voor Waterkracht Werken, blijkt duidelijk dat het Diensthoofd van het Overheidsonderdeel belast is met de totale leiding en in eerste aanleg verantwoording schuldig is aan de Direktie van het Departement.
III. Hoewel de beschikking, die betrekking heeft op overplaatsing van de heer [naam 1] van het Bureau voor Waterkracht Werken naar de Dienst voor Hogere Geodesie NIET is achterhaald, blijkt dit wel het geval te zijn. Mede in verband met de overplaatsing van de heer [naam 1] voornoemd van de Dienst voor Hogere Geodesie; naar het Bureau voor Waterkracht Werken te rekenen van 1 oktober 1981, waarvan de overplaatsingsbeschikking wel is achterhaald (vide beschikking de dato 30 juni 1982 [nummer 1] van de Minister van Natuurlijke Hulpbronnen en Energie).
IV. Het voorgaande in aanmerking genomen, kan worden gesteld, dat bij overplaatsing van de heer [naam 1] van het Bureau voor Waterkrach Werken naar de Dienst voor Hogere Geodesie, diens funktie als Hoofd van de Onderafdeling Topografie, werd overgenomen(waargenomen) door de heer [verzoeker], welke funktie, zoals eerder gesteld in funktiecategorie E (schaal 13,14,15) wordt gewaardeerd;
– dat vervolgens uit de door verzoeker in het geding gebrachte resoluties in fotocopy van respektievelijk 6 maart 1970 Ministerie van Opbouw Bureau [nummer 2] [nummer 3] en 1 februari 1980 Ministerie van Opbouw Bureau [nummer 4] [nummer 5], welke verweerder niet heeft betwist blijkt, en mitsdien tussen partijen rechtens vaststaat, dat:
1. de heer [naam 1] te rekenen van 1 februari 1970 werd bevorderd tot Hoofd-technische Ambtenaar B en gelijktijdig tewerk gesteld bij het Bureau voor Waterkracht Werken teneinde te worden belast met de leidinggevende werkzaamheden (Afdeling Topografie) onder toekenning van een salaris van f.826,– (Resolutie van 6 maart 1970);
2. de heer [naam 1], Hoofd technisch Ambtenaar A in vaste dienst bij het Bureau voor Waterkracht Werken van het Departement van Opbouw, werd bevorderd tot Afdelingshoofd van het Brokopondo Bureau (Bureau voor Waterkracht Werken) schaal 18 (Resolutie van 1 februari 1980);
3. Verzoeker heeft bij conclusie de dato 22 april 1988 gesteld, dat de taken van [naam 1] voornamelijk van administratieve aard waren en voornamelijk bestonden uit;
- het vaststellen van het werkprogramma in overleg met de direkteur en de technisch adviseur;
- het opmaken van de begroting voor de volgens dit werk programma uit te voeren meetprojekten;
- periodieke controle – 1 x per maand – op de veldwerkzaamheden te velde;
- controle op de verzamelde meetgegevens, zoals:
-
- d1 het veldwerk, berekeningen,tekeningen en kaarten;
-
- d2 het verzorgen van de voortgangsraportage betreffende de werkzaamheden (informatie aan de direkteur);
-
- d3 de direkteur adviseren in zaken de afdeling Topografie rakende;
-
- d4 zorg voor de personeelsregistratie en de magazijnadministratie van de afdeling Topografie
-
- d5 het opmaken en doorgeleiden – aan de direkteur – van bevorderingsvoordrachten van zowel het veld – als kantoorpersoneel van de afdeling Topografie die gedurende het arbeidsjaar zich door ijver en goede plichtvervulling hebben onderscheiden (1 x per jaar) hebbende verzoeker voorts gesteld, dat alle taken van de heer [naam 1] na zijn overplaatsing op hem – verzoeker – zijn overgegaan;
Overwegende, dat verweerder deze stellingen van verzoeker niet althans niet gemotiveerd heeft weersproken, zodat deze in confesso zijn, hebbende verweerder zich verzet tegen bevordering van verzoeker naar schaal 18, aangezien deze verstoring zal teweeg brengen in de hierarchische verhouding binnen het bureau in het bijzonder en binnen het N.H.E.-apparaat in het algemeen;
Overwegende, dat verweerder tenslotte heeft voorgesteld de heren [naam 2] en [naam 3] in deze te horen, aangezien zij destijds de leiding van het Bureau voor Waterkracht Werken hebben uitgemaakt;
Overwegende, dat het Hof op het laatste verzoek van verweerder niet zal ingaan, nu de aan verweerder gestelde exacte vragen ook op exacte wijze beantwoord konden worden;
Overwegende, dat de in de rechtoverwegingen vaststaand geachte feiten, gevoegd bij de, zoals bereids aangenomen in ’s Hofs praeparatoir vonnis van 5 februari 1988, tot gevolg hebben, dat verzoekers vordering aan hem dient te worden toegewezen in voege als na te melden;
RECHTDOENDE:
Verklaart voor recht, dat verzoeker te rekenen van 1 januari 1979 stilzwijgend is benoemd in de funktie van Hoofd van de Afdeling Topografie van het Bureau voor Waterkracht Werken, ressorterende onder het Ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen en Energie;
Beveelt verweerder die handelingen te verrichten, welke vereist zijn voor het in overeenstemming brengen van het door verzoeker te genieten salaris, – volgens schaal 18 der Salarisregelingen -, bij de funktie van Hoofd van de afdeling TOPOGRAFIE als voorgeschreven en wel te rekenen vanaf 1 januari 1979;
Beveelt verweerder voorts die handelingen te verrichten welke vereist zijn voor het doen vaststellen van de bij voorschreven funktie behorende waarnemingstoelagen (1 januari 1978 – 1 januari 1979) en deze ook daadwerkelijke aan verzoeker te betalen.
Veroordeelt verweerder tenslotte tot betaling van een dwangsom van f.50,–(VIJFTIG GULDEN) per dag, aan verzoeker voor elke dag dat verweerder in gebreke blijft aan voormelde bevelen te voldoen, na 1 januari 1989.
Wijst af het meer of anders gevorderde.
Aldus gewezen door de heren:Mr.R.E.TH.OOSTERLING, waarnemend-president,MrJ.R.VON NIESEWAND en Mr. E.S.OMBRE, Leden en door de waarnemend-President uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Hof van Justitie van VRIJDAG, 11 NOVEMBER 1988 in tegenwoordigheid van K.PULTOO, Substituut-Griffier.
Partijen vertegenwoordigd door hun respektieve gemachtigden Mr.H.E.STRUIKEN en Mr.H. MUNGRA zijn bij de uitspraak ter terechtzitting verschenen.-