- Instantie Hof van Justitie
- Zaaknummer GR-13953
- Uitspraakdatum 05 februari 1999
- Publicatiedatum 12 april 2019
- Rechtsgebied Civiel recht
-
Inhoudsindicatie
Burgerlijkprocesrecht. Niet voldaan aan bewijsopdracht. Het Hof bevestigt derhalve het vonnis van de Kantonrechter.
Uitspraak
M.H.
GENERALE ROL No.13953
l. [appellant 1], wonende te [district 1];
2. [appellant 2], wonende te [district 1];
3. [appellant 3], wonende te [district 1];
4. [appellant 4], wonende in [land];
5. [appellant 5], wonende in [land];
6. [appellant 6], wonende in [land];
7. [appellant 7], wonende in [land];
8. [appellant 8], wonende in [land];
9. [appellant 9], wonende te [district 1];
10. [appellant 10], wonende te [district 1];
11. [appellant 11], wonende in [land];
12. [appellant 12], wonende in [land];
13. [appellant 13], wonende in [land];
14. [appellant 14], wonende in [land];
15. [appellant 15], wonende in [land];
16. [appellant 16], wonende in [land];
17. [appellant 17], wonende in [land];
allen ten deze domicilie kiezende te [district 1], door wie tot hun aller gemachtigde is gesteld, Mr.F.F.P.TRUIDEMAN, advokaat,
appellanten,
tegen
A. [geintimeerde 1],wonende te [district 1] aan de [adres 1];
B. [geintimeerde 2],wonende in [woonplaats],[land] aan [adres 2],
C. [geintimeerde 3],wonende te [district 1] aan [adres 3],
D. [geintimeerde 4], wonende te [district 1] aan [adres 4];
E. [geintimeerde 5], wonende in [district 2] aan de [adres 5], door wie tot hun aller gemachtigde is gesteld, Mr.B.A.HALFHIDE, advocaat,
geintimeerden,
De Fungerend-President spreekt in deze zaak in naam van de Republiek, het navolgende vonnis uit:
Het Hof van Justitie van Suriname;
Gezien s’Hofs interlocutoir vonnis van 8 mei 1998 tussen partijen gewezen en uitgesproken;
TEN AANZIEN VAN DE FEITEN:
Verwijzende naar en overnemende hetgeen bereids in voormeld vonnis is overwogen en beslist en voorts;
Overwegende, dat appellanten in de enquete één getuige hebben doen horen, die verklaard heeft gelijk in het daarvan opgemaakte hier als ingelast te beschouwen – proces-verbaal staat gerelateerd;
Overwegende, dat ten dage voor conclusie na gehouden enquete zijdens appellanten bepaald, advokaat Mr.Glunder namens advokaat Mr.F.F.P.Truideman en de gemachtigde van geintimeerden advokaat Mr.B.A.Halfhide, hebben gepersisteerd en vonnis hebben gevraagd;
Overwegende, dat het Hof vervolgens uitspraak heeft bepaald op 7 augustus 1998, doch na enige malen te hebben aangehouden, nader op heden.
TEN AANZIEN VAN HET RECHT:
Overwegende, dat het Hof hier overneemt en volhard bij hetgeen in zijn tussenvonnis van 8 mei 1998 is overwogen;
Overwegende, dat het Hof appellanten op hun uitdrukkelijk verzoek heeft toegelaten tot het horen van twee met name genoemde getuigen;
Overwegende, dat appellanten ter voldoening aan dit tussenvonnis één getuige hebben doen horen wiens verklaring is gerelateerd in het proces-verbaal van 12 juni 1998 waarvan de inhoud als hier herhaald en geinsereerd wordt beschouwd;
Overwegende, dat nu – naar de mening van het Hof – appellanten niet geslaagd zijn in het leveren van het verlangde bewijs, het Hof alsvolgt zal beslissen;
RECHTDOENDE IN HOGER BEROEP:
Bevestigt het vonnis van de Kantonrechter van 15 april 1997 met veroordeling van appellanten in de proceskosten welke aan de zijde van geintimeerden zijn gevallen en begroot op nihil;
Aldus gewezen door de heren: Mr.A.I.RAMNEWASH, Fungerend-President, Mr.P.G.WOLFF en Mr.K.PULTOO, Leden en door de Fungerend-President uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Hof van Justitie van VRIJDAG, 5 februari 1999, in tegenwoordigheid van Mr.M.E.VAN GENDEREN-RELYVELD, Substituut-Griffier.
Partijen, appellanten vertegenwoordigd door advokaat, Mr.S.MARICA namens hun gemachtigde advokaat, Mr.F.F.P.TRUIDEMAN en geintimeerden vertegenwoordigd door advokaat, Mr.H.E.STRUIKEN namens hun gemachtigde advokaat, Mr.B.A.HALFHIDE, zijn bij de uitspraak ter terechtzitting verschenen.