- Instantie Hof van Justitie
- Zaaknummer GR-13665
- Uitspraakdatum 22 oktober 1999
- Publicatiedatum 24 april 2019
- Rechtsgebied Civiel recht
-
Inhoudsindicatie
Erfrecht. De eisende partij heeft in eerste aanleg gevorderd dat bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad de tegenpartij zal worden ontzet als executrice testamentair over de in het geding zijnde nalatenschap (art. 1050 jo. 435 lid 2 BW). De Kantonrechter heeft de eisende partij niet ontvankelijk in zijn verzoek verklaard. Het Hof van Justitie bevestigt het vonnis in eerste aanleg.
Uitspraak
M.H
GENERALE ROL NO.13665.
[appellant], wonende te [district 1], voor wie als gemachtigde optreedt, Mr.E.C.M.HOOPLOT, advokaat,
appellant,
tegen
[geïntimeerde], weduwe van [naam], wonende te [district 1] aan [adres], voor wie als gemachtigde optraden, Mr.J.LACHMON en Mr.B.A.HALFHIDE, thans Mr.B.A.HALFHIDE, advokaat,
geintimeerde,
De Vice-President spreekt in deze zaak, in Naam van de Republiek, het navolgende vonnis uit:
Het Hof van Justitie van Suriname;
Gezien de stukken van het geding waaronder:
1. het in afschrift overgelegd vonnis van de Kantonrechter in het Eerste Kanton van 17 januari 1995 tussen partijen gewezen;
2. het proces-verbaal van de Griffier van het Eerste Kanton van 25 januari 1995, waaruit blijkt van het instellen van hoger beroep;
Gehoord partijen bij monde van haar respectieve advokaten;
TEN AANZIEN VAN DE FEITEN:
Overwegende, dat uit de stukken van het geding in eerste aanleg blijkt, dat [appellant] als eisende partij in eerste aanleg zich bij verzoekschrift tot de Kantonrechter in het Eerste Kanton heeft gewend, daarbij stellende:
1. dat rekestrant de navolgende vordering wenst in te stellen tegen: [geïntimeerde], weduwe van [naam], wonende te [district 1] aan [adres];
2. dat [naam] blijkens verklaringen van erfrecht d.d. 22 september 1986 en 18 augustus 1993 opgemaakt te [plaats] in [land 1] door notaris Mr.L.DE LA RAMBELJE op 30 augustus 1986 in [district 2] is overleden na bij testament over zijn nalatenschap te hebben geschikt en te hebben benoemd tot zijn erfgenamen tezamen en voor gelijke delen zijn echtgenote, zijnde gerekestreerde en zijn negen wettige kinderen, w.o. rekestrant. Voorts is gerekestreerde benoemd tot uitvoerster van deze uiterste wilsbeschikking ofwel tot executrice testamentair;
3. dat tot de nalatenschap hebben behoort meerderheids aandelenpakketten in diverse naamloze vennootschappen waarover de erflater zeggenschap had, grote schulden aan bankinstellingen, uitstaande privé en vennootschapsvorderingen etc.;
4. dat gerekestreerde na het overlijden van de erflater de zaken op hun beloop heeft gelaten en nimmer een boedelbeschrijving heeft gemaakt. Rekestrant woonde in Nederland en had geen inzicht in noch overzicht van de boedel, totdat hij naar [land 2] kwam en ontdekte welke chaotische situatie was ontstaan sinds de dood van de erflater. Telkens wanneer rekestrant de poging deed om, ondanks zijn vanwege het testament beperkte mogelijkheden en de zeer nauwe relatie tot gerekestreerde die tot zekere piëteit verplicht, in te grijpen werd zijdens gerekestreerde een gebaar gemaakt dat goede perspectieven scheen te bieden;
5. dat gerekestreerde echter telkens weer de belangen van vooral de vennootschappen verwaarloosde omdat noch haar intellectueel niveau noch haar kennis van en ervaring met zaken doen haar in staat stelde in het bijzonder de vennootschappen te besturen. Op gegeven moment heeft gerekestreerde een broer van rekestrant aangesteld als beheerder van een der belangrijkste vennootschappen, N.V. CULTUURONDERNEMING NICKERIE, die een schuldpositie had van f.8.000.000,–. Deze schuld is opgelopen tot ruim f.20.000.000,–. Door een ingreep van rekestrant, met toestemming van gerekestreerde, is het gelukt de zaak nog te redden, waardoor de schuld volledig is voldaan. Voorts zijn drie tot de boedel behorende bedrijven gesloten en de actieva verkocht, omdat gerekestreerde wanbeheer gevoerd heeft, zijnde, de pelmolen, HANDELMIJ SARAMACCA DOORSTEEK en EURO RICE B.V. Ook is een nieuwe motor dekschuit met een waarde van ruim Nf.1.000.000.– spoorloos;
6. dat gerekestreerde desondanks voormelde broer opnieuw heeft belast met de leiding van die vennootschap met alle nadelige gevolgen van dien;
7. dat het thans noodzakelijk is orde op zaken te stellen, waartoe vereist is dat alsnog een boedelbeschrijving wordt gemaakt en gerekestreerde wordt ontzet als executrice testamentair in gevolge artikel 1050 jo 435 lid 2 BW, nu zij onbekwaamheid aan de dag legt, misbruik blijkt te maken van haar bevoegdheid en in het algemeen haar verplichtingen blijkt te verwaarlozen;
Overwegende, dat de eisende partij op deze gronden heeft gevorderd:
dat bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad gerekestreerde zal worden ontzet als executrice testamentair over de nalatenschap van wijlen [naam], Kosten rechtens;
Overwegende, dat ten dage voor verhoor in Raadkamer bepaald, zijn verschenen partijen in persoon tevens bijgestaan door hun respectieve gemachtigden, advokaten Mr.E.C.M.Hooplot en Mr.J.Lachmon, waarna de gemachtigde van rekestrant voor eis overeenkomstig vermeld verzoekschrift heeft geconcludeerd;
Overwegende, dat de gemachtigde van verweerster hierna een verweerschrift met bijlagen heeft overgelegd, waarvan de inhoud alsmede van de overgelegde produkties hier als ingelast moet worden beschouwd;
Overwegende, dat ten dage voor voortzetting verhoor in Raadkamer bepaald, deze geen voortgang heeft gehad;
Overwegende, dat de Kantonrechter hierna de zaak heeft aangehouden voor het nemen van een conclusie tot uitlating zijdens rekestrant op welke terechtzitting de gemachtigde van rekestrant een schriftelijke conclusie met bijlagen heeft genomen, waarvan de inhoud alsmede die der overgelegde produkties hier als ingelast moet worden beschouwd;
Overwegende, dat ten dage voor uitlating produkties zijdens verweerster bepaald, diens gemachtigde eveneens een schriftelijke conclusie onder overlegging van produkties heeft genomen, waarvan de inhoud alsmede van de overgelegde produkties hier als ingelast moet worden beschouwd;
Overwegende, dat ten dage voor voortzetting verhoor van partijen bepaald, partijen in persoon ter terechtzitting zijn verschenen, en alsvolgt hebben verklaard:
De rekestrant:
” de zaak is zeer ernstig. Het proces van vernietiging
van de nalatenschap is nog steeds gaande. Banktegoeden, behorende tot de onderwerpelijke nalatenschap, zijn nog steeds niet zichtbaar. Verweerster beweert dat zij ongeveer 8 jaar geleden notaris Manichand had verzocht een boedelbeschrijving op te maken, maar notaris Manichand ontkent dat een dergelijk verzoek is gedaan. Verder blijf ik bij hetgeen namens mij door Mr.Hooplot is aangevoerd. Als er een notaris zou moeten worden benoemd om een boedelbeschrijving op te maken, zie ik graag dat een neutrale persoon wordt benoemd, bv. notaris L.Hira Sing. Notaris Manichand is de afgelopen 8 jaar belast geweest met de openbare verkoop van allerlei bezittingen uit de nalatenschap en hij was ook commissaris van de N.V.Cultuur Onderneming Nickerie. Hij stelt zich ook om zichzelf vrij te pleiten, partijdig op ”;
De gerekestreerde:
” Ik verblijf bij hetgeen mijn procesgemachtigde, Mr.J.Lachmon, namens mij naar voren heeft gebracht”.
Overwegende, dat ten dage voor uitlating zijdens partijen peremptoir bepaald de gemachtigden van partijen een schriftelijke conclusie hebben genomen, waarvan de inhoud hier als ingelast moet worden beschouwd;
Overwegende, dat de Kantonrechter bij vonnis van 17 januari 1995 op de daarin opgenomen gronden:
Rekestrant niet ontvankelijk in zijn verzoek heeft verklaard;
Overwegende, dat blijkens hogervermeld proces-verbaal [appellant] in hoger beroep is gekomen van voormeld eindvonnis van 17 januari 1995;
Overwegende, dat bij exploit van deurwaarder R.KAPPEL van 24 januari 1996 aan geintimeerde aanzegging van het ingestelde hoger beroep is gedaan, terwijl uit de ten processe aanwezige stukken blijkt, dat de rechtsdag voor de behandeling der zaak in hoger beroep voor het Hof van Justitie aan partijen is aangezegd;
Overwegende, dat ten dage voor dagbepaling pleidooi bepaald advokaat Mr.B.A.Halfhide zich mede heeft gesteld voor geintimeerde;
Overwegende, dat ten dage voor pleitnota peremptoir bepaald advokaat Mr.H.Lim A Po namens de gemachtigde van geintimeerde advokaat Mr.B.A.Halfhide het Hof heeft medegedeeld dat partijen in termen van schikking zijn;
Overwegende, dat ten dage voor uitlating schikking zijdens partijen peremptoir bepaald de gemachtigde van appellant advokaat Mr.E.C.M.Hooplot het Hof heeft medegedeeld dat er geen schikking is bereikt en een hier als geinsereerd aan te merken schriftelijke conclusie heeft genomen;
Overwegende, dat ter terechtzitting van 23 april advokaat Mr.G.Gangaram Panday namens advokaat Mr.J.Lachmon heeft verklaard dat Mr.J.lachmon zich als gemachtigde van geintimeerde aan de zaak heeft onttrokken;
Overwegende, dat ten dage voor conclusie zijdens geintimeerde peremptoir bepaald advokaat Mr.Tj.Sewdien namens advokaat Mr.B.A.Halfhide recht op stukken heeft gevraagd, terwijl advokaat Mr.H.Essed namens advokaat Mr.E.C.M.Hooplot gepersisteerd heeft;
Overwegende, dat de gemachtigde van geintimeerde een hier als geinsereerd aan te merken schriftelijke conclusie tot uitlating heeft genomen;
Overwegende, dat partijen hierna beschikking in de zaak hebben gevraagd, waarvan de uitspraak bepaald is op heden;
TEN AANZIEN VAN HET RECHT:
Overwegende, dat nu het Hof zich volkomen kan verenigen met de overwegingen aan de beschikking, waarvan beroep, ten grondslag gelegd, dient deze beschikking, bespreking van de hier tegen ontwikkelde grieven als volkomen irrelevant in het midden latend, te worden bevestigd;
Gezien de betrekkelijke wetsartikelen;
BESCHIKKENDE IN HOGER BEROEP:
Bevestigt de beschikking door de Kantonrechter in het Eerste Kanton op 17 januari 1995 tussen partijen gegeven, waarvan beroep;
Aldus gegeven door de heren: Mr.J.R.VON NIESEWAND, Vice-President, Mr.A.I.RAMNEWASH en Mr.P.G.WOLFF, Leden en door de Vice-President uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Hof van Justitie van VRIJDAG, 22 OKTOBER 1999 in tegenwoordigheid van Mr.M.E.VAN GENDEREN-RELYVELD, Substituut-Griffier.
w.g.M.E.VAN GENDEREN-RELYVELD w.g.J.R.VON NIESEWAND
Partijen, appellant vertegenwoordigd door advokaat Mr.H.P.BOLDEWIJN namens zijn gemachtigde, advokaat Mr.E.C.M.HOOPLOT en geintimeerde vertegenwoordigd door advokaat Mr.H.E.STRUIKEN namens haar gemachtigde, advokaat Mr.B.A.HALFHIDE, zijn bij de uitspraak ter terechtzitting verschenen.