- Instantie Hof van Justitie
- Zaaknummer GR-14011
- Uitspraakdatum 01 juni 2001
- Publicatiedatum 16 april 2019
- Rechtsgebied Civiel recht
-
Inhoudsindicatie
Eindvonnis. Bewijsopdracht niet voldaan. Ten aanzien van het bij verzoekschrift gevorderde bedrag heeft appellant zich bereid verklaard ter gelegenheid van de gehouden inlichtingencomparitie. Het Hof veroordeelt appellant tot betaling van dit bedrag.
Uitspraak
H.M.
GENERALE ROL NO.14011.
[appellant], handelende onder de naam ”ARCTOBO” (Aannemingsbedrijf voor Architektonische Bouwwerken en Ontwerpen), wonende te [district] aan [adres], kantoorhoudende aan de Wanicastraat no.48, voor wie als gemachtigde optreedt, Mr.E.C.M.HOOPLOT, advokaat, appellant,
tegen
[geïntimeerde], wonende te [district] aan [adres], voor wie als gemachtigde optreedt, Mr.R.U.F.TRUIDEMAN, advokaat, geintimeerde,
De Vice-President spreekt in deze zaak, in Naam van de Republiek, het navolgende vonnis uit:
Het Hof van Justitie van Suriname;
Gezien ’s Hofs interlocutoire vonnissen respectivelijk van 6 november 1998, 23 juli 1999 en 17 november 2000 tussen partijen gewezen en uitgesproken;
TEN AANZIEN VAN DE FEITEN:
Verwijzende naar en overnemende hetgeen bereids in ’s Hofs voormeld vonnis is overwogen en beslists en voorts;
Overwegende, dat de geintimeerde in de enquete één getuige heeft doen horen, die hebben verklaard gelijk in het daarvan opgemaakte hier als ingelast te beschouwen proces-verbaal staat gerelateerd;
Overwegende, dat advokaat Mr.J.Nibte namens advokaat Mr.E.C.M.Hooplot hierna heeft afgezien van contra-enquete;
Overwegende, dat ten dage voor conclusie na gehouden enquete zijdens geintimeerde bepaald geen conclusie is overgelegd, waarna het Hof vonnis in de zaak aanvankelijk had bepaald op 18 mei 2001, doch nader op heden.
TEN AANZIEN VAN HET RECHT:
Overwegende, dat het Hof volhardt bij het tussenvonnis van 17 november 2000 en hetgeen dienaangaande is overwogen;
Overwegende, dat het Hof de vraag of geintimeerde het van hem verlangde bewijs geleverd heeft ontkennend beantwoordt; uit het zijdens geintimeerde aangedragen bewijsmateriaal, kan dat bewijs immers niet worden geput;
Overwegende, dat het Hof aan het in het 9e ”sustenu” onder b van het verzoekschrift gestelde dan ook als onbewezen voorbijgaat;
Overwegende, dat aan geintimeerde slechts toekomt het bedrag van sf.887.500,–, tot de betaling waarvan appellant zich bereid heeft verklaard ter gelegenheid van de op 27 november 1998 gehouden inlichtingencomparitie;
Overwegende, dat mitsdien het bij verzoekschrift onder B van het petitum gevorderde bedrag van sf.887.500 alsnog behoort te worden toegewezen;
RECHTDOENDE IN HOGER BEROEP:
Veroordeelt appellant om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan geintimeerde te betalen het bedrag van sf.887.500,– met de wettelijke rente daarover ad 6% per jaar vanaf 24 mei 1995 tot aan de voldoening; Veroordeelt appellant in de proceskosten in hoger beroep aan de zijde van geintimeerde gevallen en begroot op sf…….
Met inbegrip van het door het Hof aan zijn advokaat voor het door hem gehouden pleidooi toegekende salaris van sf……
Bepalende het Hof het salaris van de advokaat van appellant op sf…….
Aldus gewezen door de heren Mr.J.R.VON NIESEWAND, Vice-President, Mr.A.I.RAMNEWASH en Mr.K.PULTOO, Leden en door de Vice-President uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Hof van Justitie van VRIJDAG, 1 JUNI 2001, in tegenwoordigheid van Mr.R.R.BRIJBHOKUN, Fungerend-Griffier.
Partijen, appellant vertegenwoordigd door advokaat Mr.J.Nibte namens zijn gemachtigde, advokaat Mr.E.C.M.Hooplot en geintimeerde vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, advokaat Mr.R.U.F.Truideman zijn bij de uitspraak ter terechtzitting verschenen.