SRU-HvJ-2001-7

  • Instantie Hof van Justitie
  • Zaaknummer GR-14014
  • Uitspraakdatum 06 juli 2001
  • Publicatiedatum 12 april 2019
  • Rechtsgebied Civiel recht
  • Inhoudsindicatie

    Eindvonnis. Bewijsopdracht niet voldaan. Verschil begrippen koopprijs en waarde van een onroerend goed.

Uitspraak

H.M.
GENERALE ROL NO.14014.

[appellante], wonende te [district] aan [adres], voor wie als gemachtigde optreedt, Mr.H.E.STRUIKEN, advokaat,
appellante,

tegen

[geïntimeerde], wonende in [land], ten deze domicilie kiezende ten kantore van Mr.F.F.P.TRUIDEMAN, voor wie als gemachtigde optreedt, Mr.F.F.P.TRUIDEMAN, advokaat,
geintimeerde,

De Vice-President spreekt in deze zaak, in Naam van de Republiek, het navolgende vonnis uit:
Het Hof van Justitie van Suriname;
Gezien ’s Hofs interlocutoire vonnissen respectivelijk van 5 maart 1999 en 6 oktober 2000 tussen partijen gewezen en uitgesproken;

TEN AANZIEN VAN DE FEITEN:
Verwijzende naar en overnemende hetgeen bereids in ’s Hofs voormeld vonnis is overwogen en beslists en voorts;
Overwegende, dat de geintimeerde in de enquete geen getuigen heeft doen horen, waarna de gemachtigde van geintimeerde een hier als geinsereerd aan te merken schriftelijke conclusie tot overlegging notariële akte heeft genomen;
Overwegende, dat de gemachtigde van appellant hierna een hier als geinsereerd aan te merken schriftelijke conclusie tot uitlating heeft genomen, waarna het Hof vonnis in de zaak aanvankelijk had bepaald op 15 juni 2001, doch nader op heden.

TEN AANZIEN VAN HET RECHT:
Overwegende, dat het Hof volhardt bij het tussenvonnis van 6 oktober 2000 en hetgeen dienaangaande is overwogen;
Overwegende, dat geintimeerde, ten einde het van haar verlangde bewijs te leveren bij daartoe strekkende conclusie de dato 9 februari 2001 in het onderhavige geding heeft doen brengen een notariële akte van verkoop en koop, verleden ten overstaan van notaris Jacob Jozef Elias Stuyt op 23 oktober 1979, te Amsterdam, een akte de dato 8 juli 1991 houdende de ontvangst van de koopsom ad Nf.99.000,– en een akte de dato 27 mei 1991, naar aanleiding van de gedwongen openbare verkoop opgemaakt;
Overwegende, dat het Hof de vraag of geintimeerde het van haar verlangde bewijs geleverd heeft, ontkennend beantwoordt;
Overwegende toch, dat koopprijs en waarde van een onroerend goed, niet identieke begrippen zijn; immers, (koop) prijs die partijen en niet anderen, moeten bepalen, een bedrag is bestaande uit een bepaalde hoeveelheid wettig betaalmiddel; waarde is de, meestal in een geldsbedrag uitgedrukte, economische betekenis die een lichaamlijke zaak heeft; de waarde van een zaak is geen vast gegeven; zij kan variëren al naar de gezichtshoek, waaronder men haar economische betekenis meet of de maatstaf, die men daarbij aanlegt;
Overwegende, dat mitsdien niet bewezen is, dat het appartement bij de levering aan geintimeerde een waarde had van Nf.271.000,– zodat zij – geintimeerde – door de gedwongen openbare verkoop op 27 mei 1997 een schade lijdt van Nf.271.000,–;
Overwegende, dat het Hof dan ook, onder vernietiging van het vonnis waarvan beroep geintimeerde haar vordering haar alsnog als onbewezen zal ontzeggen, onder veroordeling van geintimeerde als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten op dit geding aan de zijde van appellante gevallen;
Gezien de betrekkelijke wetsartikelen;

RECHTDOENDE IN KORT GEDING:
Vernietigt het vonnis door de Kantonrechter in het Eerste Kanton op 14 januari 1997 tussen partijen gewezen en uitgesproken, waarvan beroep;

EN OPNIEUW RECHTDOENDE:
Ontzegt geintimeerde alsnog haar oorspronkelijke vordering;
Weigeren alsnog de van waardeverklaring van de door de deurwaarder bij het Hof van Justitie, D.Toekimin, de dato 14 en 15 april 1994 no’s 261, 262 en 266 gelegde conservatoire beslagen en het conservatoir derden beslag;
Veroordeelt geintimeerde in de kosten in beide instanties aan de zijde van appellante gevallen en in prima begroot op Sf….
en in hoger beroep begroot op Sf….
Met inbegrip van het door het Hof aan de advokaat van appellante voor het door hem gehouden pleidooi toegekende salaris van Sf……
Bepalende het Hof het salaris van de advokaat van geintimeerde eveneens op Sf…….

Aldus gewezen door de heren Mr.J.R.VON NIESEWAND, Vice-President, Mr.A.I.RAMNEWASH en Mr.K.PULTOO, Leden en door de Vice-President uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Hof van Justitie van VRIJDAG, 6 JULI 2001, in tegenwoordigheid van Mr.R.R.BRIJBHOKUN, Fungerend-Griffier.

Bij de uitspraak ter terechtzitting zijn verschenen, de gemachtigden van partijen, Mr.H.E.STRUIKEN en Mr.F.F.P.TRUIDEMAN.