- Instantie Hof van Justitie
- Zaaknummer onbekend
- Uitspraakdatum 01 november 2004
- Publicatiedatum 08 april 2019
- Rechtsgebied Strafrecht
-
Inhoudsindicatie
Strafrechtelijke bewaring. Verzoek tot opheffing wordt toegewezen. Het Hof acht daartoe doorslaggevend dat zoals in het beroepschrift is gesteld, de verlenging van de bewaring niet tijdig heeft plaatsgehad en dat het daarna gevolgde bevel tot verlenging van de bewaring derhalve onjuist is.
Uitspraak
Hof van Justitie
01 november 2004
(mrs. A.C. Veldema, A.A. Hermelijn, M.G. de Miranda)
Beschikking inzake beroep ex artikel 376 van het Wetboek van Strafvordering.
Gelezen het beroepschrift ingediend op 2 september 2004 door mr. G.R. Sewcharan, advocaat bij het Hof van Justitie, gemachtigde van de appellante [naam] waarin het verzoek wordt gedaan om de beslissing van de Rechter Commissaris d.d. 31 augustus 2004 te vernietigen en de onmiddellijke invrijheidstelling van de appellante te bevelen;
Gelet op ’s Hofs beschikking d.d. 22 oktober 2004, waarbij de behandeling van het beroepschrift is bepaald voor donderdag, 28 oktober 2004 des voormiddags te 11.00 uur, waarbij tevens de oproeping van de appellante is bevolen;
Gehoord in Raadkamer, de appellante/ bijgestaan door haar gemachtigde, mr. G.R. Sewcharan, advocaat bij het Hof van Justitie;
Tevens gehoord, mr.R.P.Baidjnath Panday, Advocaat-Generaal namens het Openbaar Ministerie;
Gezien de overige zich in het procesdossier bevindende bescheiden, waaronder het proces-verbaal van de behandeling van het beroepschrift in Raadkamer op donderdag, 28 oktober 2004;
Overwegende, dat de gemachtigde van appellante een toelichting heeft gegeven op het beroepschrift en tevens heeft verzocht, dat te mogen aanvullen met het verzoek het bevel van gevangenhouding van de Kantonrechter nietig te verklaren;
Overwegende, dat het Hof voormeld verzoek heeft afgewezen;
Overwegende, dat de Advokaat-Generaal tijdens het verhoor heeft gevorderd, dat het gedane verzoek wordt afgewezen, op grond van feiten, door hem alstoen aangehaald, welke feiten in het proces-verbaal voornoemd zijn gerelateerd; de inhoud daarvan wordt hier als geïnsereerd aangemerkt;
Overwegende, dat het Hof van oordeel is, dat zoals in het beroepschrift is gesteld, de verlenging van de bewaring niet tijdig heeft plaatsgehad, zodat het daarna gevolgde bevel tot verlenging van de bewaring onjuist is, weshalve het Hof het gedane verzoek zal toewijzen;
Gezien de betrekkelijke artikelen van het Wetboek van Strafvordering;
beschikkende:
Staat het gedane verzoek toe:
Heft op het bevel van bewaring van de appellante, [naam], gegeven op 31 augustus 2004 door de Rechter Commissaris;
Gelast diens onmiddellijke invrijheidstelling.