SRU-HvJ-2007-13

  • Instantie Hof van Justitie
  • Zaaknummer A-605
  • Uitspraakdatum 07 december 2007
  • Publicatiedatum 21 juni 2023
  • Rechtsgebied Ambtenarenrecht
  • Inhoudsindicatie

    Het Hof van Justitie heeft overwogen dat de beschikking vernietigd dient te worden, omdat verweerder het vertrouwensbeginsel heeft geschonden, door verzoeker na afloop van de periode gedurende welke hij was geschorst, op afroep beschikbaar te houden voor de Korpschef en iedere maand gedurende bijkans twee jaren het vol salaris, met daarbij het vakantiegeld en andere emolumenten aan hem uit te betalen.

Uitspraak

HET HOF VAN JUSTITIE VAN SURINAME.

M.H. M

A – 605

[Verzoeker], wonende in het [district], ten deze domicilie kiezende te Paramaribo, ten kantore van Mr.S.Marica aan de Henck Arronstraat no.63 boven, voor wie als gemachtigde optreedt, Mr.S.Marica, advokaat,
verzoeker,

t e g e n

DE STAAT SURINAME, rechtspersoon, in rechte vertegenwoordigd wordende door de Procureur-Generaal zetelende te diens Parkette aan de Henck Arronstraat no.3, voor wie als gemachtigde optreedt, Mr.E.Y.Braam-Jordan, advokaat,
verweerder,

De Fungerend-President spreekt in deze zaak, in Naam van de Republiek, het navolgende vonnis uit:

(Betalend) Het Hof van Justitie van Suriname;

Gezien ’s Hoven interlocutoir vonnis van 1 juni 2007 tussen partijen gewezen en uitgesproken;

TEN AANZIEN VAN DE FEITEN:

Verwijzende naar en overnemende hetgeen bereids in ’s Hoven voormeld vonnis is overwogen en beslist en voorts;

Overwegende, dat de door het Hof bevolen en gehouden comparitie van partijen zijn verschenen, verzoeker in persoon, bijgestaan door zijn gemachtigde, advokaat Mr.S.Marica, Mevr.L.P.Redan, vertegenwoordiger van het Korps Politie Suriname en advokaat Mr.E.Y.Braam-Jordan, gemachtigde van verweerder, die hebben verklaard gelijk in het daarvan – opgemaakte hier als ingelast te beschouwen – proces-verbaal staat gerelateerd, waarna de zaak verwezen werd naar rolzitting van 6 juli 2007 voor conclusie na gehouden comparitie van partijen en uitlating produktie zijdens verzoeker;

Overwegende, dat de gemachtigden van partijen een hier als geinsereerd aan te merken schriftelijke conclusie tot uitlating na gehouden comparitie van partijen hebben genomen, waarvan de inhoud hier als ingelast dient te worden beschouwd;

Overwegende, dat het Hof hierna vonnis in de zaak had bepaald op 3 augustus 2007, doch na enige malen te zijn aangehouden, nader heeft bepaald op heden.

TEN AANZIEN VAN HET RECHT:

Overwegende, dat het Hof volhardt bij het tussenvonnis van 1 juni 2007 en hetgeen dienaangaande is overwogen;

Overwegende, dat verweerder bij monde van zijn gemachtigde, mw.L.Redan, Hoofd Inspekteur van Politie, ter gelegenheid van de op 29 juni 2007 gehouden inlichtingencomparitie onder meer heeft verklaard – voorzover ten deze van belang – dat verzoeker na afloop van de periode gedurende welke hij geschorst was, ter beschikking van de Korpschef was gesteld, wat betekent dat hij – verzoeker – op afroep van de Korpschef beschikbaar moest blijven; dat hij – verzoeker – ontslagen werd zonder zelf een keer door de Korpschef te zijn opgeroepen; dat hij – verzoeker – gedurende een periode van bijkans twee jaren na afloop van de termijn van de schorsing, maandelijks zijn vol salaris heeft ontvangen, zo ook zijn vakantiegeld en alle andere emolumenten;

Overwegende, dat het Hof op grond van voormelde vaststaande feiten van oordeel is, dat verweerder, door verzoeker gedurende voormelde periode op afroep beschikbaar voor de Korpschef te houden, en hij, verzoeker, nu het tegendeel zijdens verweerder niet is gesteld, zich alstoen ook daadwerkelijk beschikbaar heeft gehouden voor de Korpschef, en verweerder hem – verzoeker – alstoen iedere maand gedurende bijkans twee jaren zijn vol salaris heeft betaald, zo ook telkens zijn vakantiegeld en andere emolumenten, bij verzoeker de verwachting heeft gewekt dat hij hem behouden zou voor het ambt dat hij gedurende vele lange jaren heeft bekleed;

Overwegende, dat verweerder door verzoeker desondanks uit Staatsdienst te ontslaan, het vertrouwensbeginsel, naar het oordeel van het Hof, heeft geschonden;

Overwegende, dat de beschikking de dato 4 maart 2005 [nummer 1] dan ook niet in stand kan blijven en vernietigd dient te worden;

RECHTDOENDE IN AMBTENARENZAKEN:

Vernietigt de beschikking van de Minister van Justitie en Politie de dato 4 maart 2005 [nummer 1];

Aldus gewezen door: Mr. I.H.M.H. Rasoelbaks, Fungerend-President, Mr. D.D. Sewratan en Mr. H.E. Struiken, Leden en door de Fungerend-President uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Hof van Justitie van Vrijdag, 7 december 2007, in tegenwoordigheid van Mr. R.R. Brijobhokun, Fungerend-Griffier.

w.g.R.R.Brijobhokun w.g.I.H.M.H.Rasoelbaks

 

Partijen, verzoeker vertegenwoordigd door advokaat Mr.H.P.Boldewijn namens zijn gemachtigde, advokaat Mr.S.Marica en verweerder vertegenwoordigd door advokaat K.J.Hok A Hin namens zijn gemachtigde, advokaat Mr.E.Y.Braam-Jordan, zijn bij de uitspraak ter terechtzitting verschenen.

M.H.