SRU-HvJ-2007-25

  • Instantie Hof van Justitie
  • Zaaknummer GR 14318
  • Uitspraakdatum 18 mei 2007
  • Publicatiedatum 11 juli 2023
  • Rechtsgebied Civiel recht
  • Inhoudsindicatie

    Het Hof heeft verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek op grond van artikel 272 Rv, omdat hij niet heeft voldaan aan zijn stelplicht. Zo heeft verzoeker geen grondslag aangevoerd met betrekking tot de staking van de executie en hij heeft evenmin een toelichting gegeven bij de behandeling. Ook heeft hij niet aangegeven of hij tegen de beslissing in conventie of in reconventie opkomt.

Uitspraak

HET HOF VAN JUSTITIE VAN SURINAME

Generale Rol no. 14318

Gezien het verzoekschrift, ingekomen ter Griffie van het Hof van Justitie op 15 januari 2007, van de [verzoeker], wonende aan [adres] te [plaats], domicilie kiezende aan de Oude Hofstraat nr. 01 boven, ten kantore van mr. R.E. Waal, advokaat bij het Hof van Justitie, als zijn gemachtigde optredende, welk verzoekschrift strekt om op grond van het bepaalde in artikel 272 van het wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de staking van de executie van het eindvonnis van de Kantonrechter in het Eerste Kanton d.d. 21 november 2006 (A.R. nr. 041526), te bevelen;

Gezien het bestreden vonnis d.d. 21 november 2006 in de zaak bekend onder A.R. no. 04-1526 tussen partijen gewezen en uitgesproken, welk vonnis per griffiersbrief d.d. 21 december 2006 aan de gemachtigde van verzoeker (in eerste aanleg eiser in conventie) is medegedeeld;

Gezien het proces-verbaal van het verhoor in Raadkamer van 26 januari 2007, waarin is gerelateerd de verklaring van partijen met betrekking tot hun stellingen en weren;

Overwegende, dat uit het verhoor in Raadkamer eveneens is gebleken dat er wel hoger beroep is ingesteld tegen voormeld vonnis.

Overwegende, dat met de betekening van voormeld vonnis aan de verzoeker c.q. gemachtigde van verzoeker een aanvang gemaakt is met de executie;

Overwegende, dat verzoeker c.q. de gemachtigde van verzoeker met betrekking tot de staking van de executie geen grondslag heeft aangevoerd en dat bij de behandeling evenmin als toelichting heeft aangegeven, weshalve hij, verzoeker, tekort is geschoten in zijn stelplicht;

Overwegende, dat verzoeker evenmin heeft aangegeven tegen welke beslissing hij opkomt, aangezien het een eindvonnis betreft dat zowel in conventie als in reconventie is gewezen;

Overwegende, dat het Hof zal beslissen zoals nader in het dictum te melden, bespreking van de overige door partijen aangevoerde stellingen en weren in het midden latend;

BESCHIKKENDE:

Verklaart verzoeker niet ontvankelijk in de ingestelde vordering;

Aldus gegeven te Paramaribo op 18 mei 2007 door:

Mr. J.R. von Niesewand, President, Mr.H.E. Struiken. Lid en A. Charan, Lid – Plaatsvervanger in tegenwoordigheid van G.A. Kisoensingh-JangbahadoerSingh, fungerend-Griffier.

w.g.G.A.Kisoensingh-Jangbahadoersingh w.g.J.R.Von Niesewand w.g.H.E.Struiken w.g.A.Charan

Voor afschrift

De Griffier van het Hof van Justitie,

Mr.M.E.Van Genderen-Relyveld

Substituut-Griffier.