- Instantie Hof van Justitie
- Zaaknummer GR 14220
- Uitspraakdatum 17 augustus 2007
- Publicatiedatum 11 oktober 2023
- Rechtsgebied Civiel recht
-
Inhoudsindicatie
Ten tijde van de totstandkoming van de overeenkomst behoorde de percelenland toe tot de onverdeelde nalatenschap van naam 2. De bevoegdheid om een huurovereenkomst te sluiten betreffende een tot de onverdeelde nalatenschap toebehorend percelenland kwam slechts toe aan de gezamenlijke erfgenamen van de erflater (althans aan een door hen gemachtigde). Deze overeenkomst zou ook nadat de verdeling zou hebben plaatsgevonden, dus nadat het percelenland aan mevrouw [naam 1] was toebedeeld en zij de eigenaar was geworden, in stand blijven (de erfgenamen zouden immers ten tijde van het aangaan van de overeenkomst bevoegd gehandeld hebben. Parbhoe’s Handelmaatschappij N.V. was ten tijde van het aangaan van de huurovereenkomst noch eigenaar noch gemachtigde van de erfgenamen was, zij niet bevoegd was tot verhuur. Er is derhalve geen rechtsgeldige huurovereenkomst tot stand gekomen. Suriname Leisure Company A.V.V vertoefde ten opzichte van de eigenaar zonder recht of titel in het pand. Geïntimeerde heeft krachtens artikel 1207 BW het percelenland gekocht en overgedragen gekregen en is zij derhalve rechtsopvolger onder bijzondere titel. Nu appellante ten opzichte van de rechtsvoorganger van geïntimeerde zonder recht of titel in het pand vertoefde, bevindt zij zich ook zonder recht of titel in het pand ten opzichte van geïntimeerde.
Uitspraak
HET HOF VAN JUSTITIE VAN SURINAME
GENERALE ROL 14220.
SURINAME LEISURE COMPANY A.V.V., rechtspersoon, kantoorhoudende te Paramaribo aan de Domineestraat no. 11, voor wie als gemachtigden optreden, mr. F. Kruisland en mr. E. Naarendorp, advocaten,
appellante in Kort Geding,
t e g e n
STICHTING DIM, rechtspersoon, gevestigd en kantoorhoudende te Paramaribo, voor wie als gemachtigden optreden, mr. A.R. Baarh en mr. F.F.P. Truideman, advocaten,
geïntimeerde in Kort Geding,
De Fungerend-President spreekt in deze zaak, in Naam van de Republiek, het volgende vonnis uit:
(Betalend) Het Hof van Justitie van Suriname;
Gezien de stukken van het geding waaronder:
- het in afschrift overgelegd vonnis in kort geding in het eerste kanton van 11 november 2004 tussen partijen gewezen;
- het proces-verbaal van de griffier van het Eerste Kanton van 11 november 2004, waaruit blijkt van het instellen van hoger beroep;
Gehoord partijen bij monde van hun respectieve advocaten;
TEN AANZIEN VAN DE FEITEN:
Overwegende, dat uit de stukken van het geding in eerste aanleg blijkt, dat Stichting Dim als eisende partij in eerste aanleg zich bij verzoekschrift tot de Kantonrechter in het Eerste Kanton heeft gewend, daarbij stellende:
- Eiseres wenst de volgende vordering in Kort Geding in te stellen tegen SURINAME LEISURE COMPANY A.V.V., rechtspersoon, kantoorhoudende te Paramaribo aan de Domineestraat no. 11, gedaagde.
- Eiseres is blijkens het hierbij overgelegde hypothecaire uittreksel, (Prod. 1), eigenaar van:
- Het erf, met al hetgeen daarop staat, gelegen te [perceelgegevens 1];
- Het erf, met al hetgeen daarop staat, gelegen te [perceelgegevens 2];
- Het erf, met al hetgeen daarop staat, gelegen te [perceelgegevens 3], allen tezamen een oppervlakte beslaande van 946,42 m2.
- Op voormelde percelenland staat een bedrijfspand dat zeer geschikt is om ingericht te worden voor de exploitatie van een hotel annex casino, hetgeen voor eiseres het leidende bedrijfseconomische motief is geweest om voormeld pand op een krachtens artikel 1207 B.W. gehouden openbare veiling d.d. 29 mei 2003, te kopen, gevolgd door de overschrijving in de openbare registers ten Hypotheekkantore op 04 juni 2003;
- In een deel van het aan eiseres in eigendom toebehorende pand te weten de begane grond en de eerste verdieping, ontplooit gedaagde bedrijfsactiviteiten zonder dat zij van eiseres een rechtstitel van huur, gebruik of anderszins heeft.
- Gedaagde ontleent evenmin een rechtstitel aan de rechtsvoorganger van eiseres die de aanwezigheid althans het verblijf van gedaagde in en op het aan eiseres in eigendom toebehorend pand zou kunnen rechtvaardigen;
- Gedaagde verblijft mitsdien onrechtmatig in vermelde delen in het aan eiseres toebehorend pand;
- Eiseres heeft van de President van de Republiek Suriname bij diens resolutie d.d. 04 maart 1997 Bureau no. 1179 no. 5374/00, (Prod. 2), vergunning gekregen om hazardspelen te exploiteren, in daarvoor volgens de bestaande of alsnog nader te stellen voorschriften ingerichte lokaliteiten in het door haar te exploiteren hotel, onder de voorwaarden en bepalingen opgenomen in de Wet Hazardspelen 1962, de op grond van genoemde wet gegeven of nog te geven voorschriften en onder de voorwaarden en waarborgen als omschreven in voormelde resolutie.
- De overheid heeft tot 01 juni 2004 een gedoog beleid gevoerd ten aanzien van de naleving van de vergunningsvoorwaarden waaronder door haar vergunning is verleend voor de exploitatie van hazardspelen in een door de vergunninghouder te exploiteren hotel.
- De overheid heeft in goed overleg en samenspraak met de vergunninghouders van hazardspelen een nieuw beleid ontwikkeld dat vervat is in een concept resolutie, die binnenkort, en volgens mededeling van Overheidswege niet later dan 15 augustus 2004, van kracht zal zijn.
- Volgens voormelde concept resolutie, (Prod. 3), moet het hotel waarin de hazardspelen zullen worden geëxploiteerd aan het volgende voldoen:
– Artikel 2.
Het hotelgebouw, waarin de casinospelen worden geëxploiteerd, dient te voldoen aan de voorwaarden ingevolge de door de Minister van Handel en Industrie afgegeven hotelvergunning en de door of namens het bevoegd gezag terzake gestelde eisen.
– Artikel 3.
- Alvorens door de vergunninghouder een aanvang wordt gemaakt met de exploitatie van de casinospelen, dient het hotelgebouw volledig afgebouwd en het hotelbedrijf operationeel te zijn.
- De vergunninghouder is verplicht het hotelbedrijf, waarvan het casino deel uitmaakt, regelmatig voort te zetten.
- Indien het hotelbedrijf niet meer operationeel is dient de exploitatie van de casinospelen onmiddellijk te worden stopgezet.
Artikel 4.
- De ruimte in het hotel bestemd voor de exploitatie van de casinospelen dient afgescheiden te zijn van de andere ruimtes in het hotel met een andere bestemming.
- De inrichting van de voor de exploitatie van casinospelen bestemde ruimte dient gericht te zijn op een zo groot mogelijke veiligheid van personeel en bezoekers, waarbij onder andere de ter zake door het Korps Brandweer Suriname gegeven voorschriften met betrekking tot brandveiligheid in acht moeten worden genomen.
- Het casino dient geopend te zijn op vastgestelde tijden die bij de ingang daarvan op duidelijk en zichtbare wijze wordt aangegeven, met dien verstande dat gedurende de tijd gelegen tussen 4.00 u en 19.00 u ’s morgens het casino gesloten dient te zijn.
- Volgens artikel 15 van voormelde concept resolutie wordt de vergunning geacht haar geldigheid te hebben verloren indien binnen 6 (zes) maanden na de inwerkingtreding van deze resolutie door de vergunninghouder nog geen aanvang is gemaakt met de exploitatie van de casinospelen met inachtneming van de terzake geldende vergunningsvoorwaarden en wettelijke vereisten.
- Hoewel eiseres:
- De nodige casinospelen en kansspelautomaten reeds heeft besteld en inmiddels geleverd heeft gekregen (art. 3 en 4 concept resolutie) (prod. 4);
- Het nodige personeel heeft opgeleid, (prod. 5)
- Met een aannemer de nodige aannemingsovereenkomsten voor de verbouwing heeft gesloten, (prod. 6),
weigert gedaagde de door haar geoccupeerde delen van het aan eiseres in eigendom toebehorend pand vrij en onbezet ter beschikking van eiseres te stellen, zodat de eiseres kan voldoen aan de voorwaarden gesteld in de tot stand te komen resolutie.
- Eiseres lijdt door het weigerachtig handelen van gedaagde aanzienlijke schade waaronder inkomstenderving en zij loopt het reële risico, na expiratie van de termijn van 6 (zes) maanden genoemd in de concept resolutie, haar vergunning voor de exploitatie van hazardspelen kwijt te raken, met alle nadelige gevolgen van dien zodat zij een spoedeisend belang heeft bij een onverwijlde voorziening bij voorraad, welk spoedeisend belang des te meer klemt, nu een indertijd door de gedaagde ingestelde vordering om de eiseres te verbieden inbreuk te maken op het recht op volle huurgenot van de gedaagde en nog andere voorzieningen bij vonnis het Hof van Justitie d.d. 16 juli 2004 niet werd ontvangen en de gedaagde heeft verwezen naar de gewone wijze van rechtspleging.
- Dat het spoedeisend belang verder zijn bedding vindt in het feit dat een onbevoegdelijk gesloten huurovereenkomst met de gedaagde een diepe uitholling vormt op het eigendomsrecht van de eiseres en door deze niet behoeft te worden gerespecteerd.
- Dat de redelijkheid en billijkheid meebrengt dat de eiseres binnen redelijk termijn over haar eigendomsrecht moet kunnen beschikken.
- Eiseres heeft in der minne geen vergelijk kunnen bereiken met gedaagde.
Overwegende, dat de eisende partij op deze gronden heeft gevorderd:
dat bij vonnis in Kort Geding, uitvoerbaar bij voorraad, niet tegenstaande verzet of hoger beroep, gedaagde ter zake voorschreven, zal worden veroordeeld om binnen 1 (één) week althans binnen een door de rechter in goede justitie vast te stellen termijn, de ten rekeste omschreven erven (percelenland) met al hetgeen daarop staat, te ontruimen en te verlaten met allen en alles wat van harentwege zich daarin bevindt en ter vrije beschikking van eiseres te stellen met machtiging van eiseres om de ontruiming zelf te bewerkstelligen desnoods met behulp van de sterke arm indien gedaagde geen gevolg mocht geven aan het te dezen te wijzen vonnis, met veroordeling van gedaagde in de kosten van het geding;
Overwegende, dat de eiseres een hier als geïnsereerd aan te merken schriftelijke conclusie van Eis heeft overgelegd, waarbij de eisende partij op de hierna te noemen gronden alsvolgt heeft geconcludeerd:
- Bij resolutie van de President van de Republiek Suriname van 20 augustus 2004 no. zijn nadere vergunningsvoorwaarden voor het exploiteren van hazardspelen vastgesteld en in werking getreden op 1 September 2004, zijnde de dag volgende op die van de bekendmaking van voormelde resolutie in het Advertentieblad van de Republiek Suriname van 31 augustus 2004 no.
- Het 10e sustenu wordt vervangen als volgt:
“ 10. Volgens voormelde resolutie, prod. 3, moet de exploitatie van de hazardspelen gescheiden in een hotel dat aan de volgende vereisten c.q. voorwaarden voldoen.
Artikel 2.
- Het hotel, waarin de hazardspelen worden geëxploiteerd, dient ten minste een 3-sterren hotel te zijn en voorts te voldoen aan de ter zake door of namens het bevoegd gezag gestelde eisen.
- De beoordeling of een hotel voldoet aan de qualificatie van een 3-sterren hotel geschiedt door of vanwege de Minister op basis van internationale maatstaven.
Artikel 3.
- Alvorens door de vergunninghouder een aanvang wordt gemaakt met de exploitatie van de hazardspelen, dient het hotelgebouw volledig afgebouwd en het hotelbedrijf operationeel te zijn.
- De vergunninghouder is verplicht het hotelbedrijf waarvan het casino deel uitmaakt operationeel te houden.
- Indien het hotelbedrijf niet meer operationeel is dient de exploitatie van de hazardspelen onmiddellijk te worden stopgezet.
Artikel 4.
- De ruimte in het hotel bestemd voor de exploitatie van de hazardspelen dient afgescheiden te zijn van de andere ruimtes in het hotel met een andere bestemming.
- De inrichting van de voor de exploitatie van hazardspelen bestemde ruimte dient gericht te zijn op een zo groot mogelijke veiligheid van personeel en bezoekers, waarbij ten minste de ter zake door het Korps Brandweer Suriname gegeven voorschriften met betrekking tot brandveiligheid in acht moeten worden genomen.
- Het casino dient geopend te zijn op vastgestelde tijden die bij de ingang daarvan op duidelijk en zichtbare wijze wordt aangegeven, met dien verstande dat op maandag tot en met vrijdag tussen 4.00 u en 10.00 u ’s morgens en op zaterdag en zondag tussen 6.00 u en 10.00 u ’s morgens, het casino gesloten dient te zijn.
1.3. Het elfde sustenu wordt vervangen als volgt.
Volgens artikel 15 van voormelde resolutie wordt de vergunning geacht haar geldigheid te hebben verloren indien binnen 6 (zes) maanden na de inwerkingtreding van deze resolutie door de vergunninghouder nog geen aanvang is gemaakt met de exploitatie van de hazardspelen met inachtneming van de terzake geldende vergunningsvoorwaarden en wettelijke vereisten.
1.4. Artikel 12 wordt vervangen alsvolgt:
Hoewel eiseres:
- De nodigde hazardspelen en kansspelautomaten reeds heeft besteld en inmiddels geleverd heeft gekregen (art. 3 en 4 resolutie) prod. 4;
- Het nodige personeel heeft opgeleid, prod. 5
- Met een aannemer de nodige aannemingsovereenkomsten voor de verbouwing heeft gesloten, prod. 6 weigert gedaagde de door haar geoccupeerde delen van het aan eiseres in eigendom toebehorend pand vrij en onbezet ter beschikking van eiseres te stellen, zodat de eiseres kan voldoen aan de voorwaarden gesteld in de tot stand gekomen resolutie.
1.5. Artikel 13 wordt vervangen alsvolgt:
Eiseres lijdt door het weigerachtig handelen van gedaagde aanzienlijke schade waaronder inkomsten derving en zij loopt het reële risico, na expiratie van de termijn van 6 (zes) maanden genoemd in de resolutie, haar vergunning voor de exploitatie van hazardspelen kwijt te raken, met alle nadelige gevolgen van dien zodat zij een spoedeisend belang heeft bij een onverwijlde voorziening bij voorraad, welk spoedeisend belang des te meer klemt, nu een indertijd door de gedaagde ingestelde vordering om de eiseres te verbieden inbreuk te maken op recht van huurgenot van de gedaagde en nog andere voorzieningen bij vonnis van het Hof van Justitie d.d. 16 juli 2004 niet werd ontvangen en het Hof van Justitie de gedaagde heeft verwezen naar de gewone wijze van rechtspleging.
Overwegende, dat Suriname Leisure Company A.V.V., als gedaagde partij in eerste aanleg bij conclusie van antwoord – welke geacht moet worden te dezer plaatse te zijn ingelast- de vordering heeft bestreden en daarbij heeft geconcludeerd:
dat de gevraagde voorziening zal worden geweigerd;
Overwegende, dat partijen vervolgens bij conclusies van repliek en dupliek hun stellingen nader hebben toegelicht en verdedigd, hebbende de gemachtigde van eiseres bij repliek pleitnota producties overgelegd, wordende de inhoud – alsmede die van de overgelegde producties – hier als ingelast dient te worden beschouwd;
Overwegende, dat de Kantonrechter bij vonnis in Kort Geding van 11 november 2004 op de daarin opgenomen gronden:
Gedaagde heeft veroordeeld om per 1 januari 2005:
- ”Het erf, met al hetgeen daarop staat, gelegen te [perceelgegevens 1],
- Het erf, met al hetgeen daarop staat, gelegen te [perceelgegevens 2],
- Het erf, met al hetgeen daarop staat, gelegen te [perceelgegevens 3], allen tezamen een oppervlakte beslaande van 946,42 m2”, te ontruimen en te verlaten met medeneming van allen en alles wat zich van harentwege daarin, daarop of daaraan bevindt;
Eiseres heeft gemachtigd, om indien gedaagde geen gevolg mocht geven aan voormelde veroordeling, de ontruiming zelf te bewerkstelligen desnoods met behulp van de Sterke Arm;
Dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad heeft verklaard;
Gedaagde heeft veroordeeld in de kosten van het proces aan de zijde van eiseres gevallen en tot aan de uitspraak begroot op Srd 67,50 (zevenenzestig en 50/100 Surinaamse Dollar);
Overwegende, dat blijkens hogervermeld proces-verbaal, Suriname Leisure Company A.V.V. in hoger beroep is gekomen van voormeld eindvonnis in Kort Geding van 11 november 2004;
Overwegende, dat bij exploit van deurwaarder J. E. Febis van 1 december 2004 aan geïntimeerde aanzegging van het ingestelde hoger beroep is gedaan, terwijl uit de ten processe aanwezige stukken blijkt, dat de rechtsdag voor de behandeling der zaak in hoger beroep door het Hof van Justitie aan partijen is aangezegd;
Overwegende, dat ter terechtzitting van 17 december 2004, de gemachtigde van appellante een incidentele conclusie heeft overgelegd, waarvan de inhoud hier als ingelast dient te worden beschouwd;
Overwegende, dat ter terechtzitting van 18 december 2004 een akte van wraking is ingediend tegen het lid, Mr.Drs.C.C.L.A.Valstein-Montnor, waarna het geding ambtshalve werd geschorst;
Overwegende, dat ter terechtzitting van 31 december 2004, het geschorste geding werd hervat, waarna de zaak is uitgesteld naar de terechtzitting van 4 januari 2005 inzake antwoord in het incident;
Overwegende, dat ter terechtzitting van 4 januari 2005, de gemachtigde van appellante, de incidentele vordering heeft ingetrokken en dat de gemachtigden van geïntimeerde hebben verklaard geen bezwaar daartoe te hebben, waarna de verdere behandeling van de zaak is uitgesteld naar de terechtzitting van 21 januari 2005 inzake dagbepaling pleidooi in de hoofdzaak;
Overwegende, dat de advocaten van partijen te dienende dage de zaak bij pleidooi nader hebben toegelicht en verdedigd, hebbende de gemachtigden van partijen bij pleitnota en antwoord pleidooi produkties overgelegd, waarvan de inhoud alsmede die van de overgelegde produkties hier als ingelast dient te worden beschouwd;
Overwegende, dat partijen hierna vonnis hebben gevraagd, waarna het Hof aanvankelijk vonnis in de zaak had bepaald op 5 augustus 2005, doch na meerdere malen te hebben aangehouden, nader heeft bepaald op heden.
TEN AANZIEN VAN HET RECHT:
Overwegende, dat appellant tegen het beroepen vonnis de navolgende grieven heeft ontwikkeld:
– ten onrechte heeft de Kantonrechter overwogen dat tussen partijen vast zou staan dat tussen hen geen huurovereenkomst bestaat betreffende het erf, ingevolge de Erfnummeringswet bekend als Domineestraat no. 11 te Paramaribo;
– ten onrechte heeft de rechter in eerste aanleg overwogen, dat tussen partijen vast zou staan dat geïntimeerde een vergunning heeft om een casino annex hotel te exploiteren;
– ten onrechte heeft de rechter in eerste aanleg overwogen, dat als thans niet weersproken vaststaat, dat appellante noch met geïntimeerde, noch met haar rechtsvoorganger een geldige huurovereenkomst heeft gesloten;
– ten onrechte heeft de rechter in eerste aanleg mede tot grondslag van zijn beslissing gemaakt, dat appellante geen rekening wenst te houden met de belangen van Parbhoe’s N.V. (ten rechte geheten Parbhoe’s Handelmaatschappij N.V.);
– een rechter is gehouden in een rechtsgeding zelfstandig een deugdelijk gemotiveerde beslissing te geven op de stellingen van partijen in dat geding en zich mitsdien niet vermag te beroepen op hetgeen een ambtgenoot in een ander rechtsgeding zou hebben overwogen, tenzij die beslissing gezag van gewijsde heeft ex artikel 1937 sub 3 en artikel 1938 van het Burgerlijk Wetboek. De beslissingen waarop de kantonrechter zich beroept hadden geen gezag van gewijsde omdat zij in kort geding gewezen waren, hetgeen naar de aard van het kort geding en op grond van artikel 229 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering nimmer gezag van gewijsde met zich brengt en bovendien de vonnissen, waarin die beslissingen zijn belichaamd bij vonnis van het Hof zijn vernietigd;
Overwegende, dat appellante voormelde grieven heeft toegelicht, wordende één en ander als in dit vonnis letterlijk herhaald en geïnsereerd aangemerkt;
Overwegende, dat de huurovereenkomst gedateerd 6 juni 1998 tot stand is gekomen tussen Parbhoe’s Handelmaatschappij N.V. en Suriname Leisure Company A.V.V.,
Overwegende, dat ten tijde van de totstandkoming van vermelde overeenkomst de percelenland toebehoorde tot de onverdeelde nalatenschap van [naam 2]. De bevoegdheid om een huurovereenkomst te sluiten betreffende een tot de onverdeelde nalatenschap toebehorend percelenland kwam slechts toe aan de gezamenlijke erfgenamen van de erflater (althans aan een door hen gemachtigde). Deze overeenkomst zou ook nadat de verdeling zou hebben plaatsgevonden, dus nadat het percelenland aan mevrouw [naam 1] was toebedeeld en zij de eigenaar was geworden, in stand blijven (de erfgenamen zouden immers ten tijde van het aangaan van de overeenkomst bevoegd gehandeld hebben);
Overwegende, dat nu Parbhoe’s Handelmaatschappij N.V. ten tijde van het aangaan van de huurovereenkomst noch eigenaar noch gemachtigde van de erfgenamen was, zij niet bevoegd was tot verhuur;
Overwegende, dat er ten opzichte van de erfgenamen en naderhand na de verdeling ten opzichte van de eigenaar mevrouw [naam 1] geen rechtsgeldige huurovereenkomst tot stand is gekomen;
Overwegende, dat het voorgaande betekent dat Suriname Leisure Company A.V.V ten opzichte van de eigenaar [naam 1] zonder recht of titel in het pand vertoefde;
Overwegende, dat geïntimeerde krachtens artikel 1207 van het Burgerlijk Wetboek het percelenland gekocht en overgedragen heeft gekregen en derhalve rechtsopvolger onder bijzondere titel is;
Overwegende, dat nu appellante ten opzichte van de rechtsvoorganger van geïntimeerde zonder recht of titel in het pand vertoefde, zij zich ook zonder recht of titel in het pand ten opzichte van geïntimeerde bevindt;
Overwegende, dat wat de eerste grief betreft de eerste rechter terecht heeft overwogen dat er tussen partijen geen huurovereenkomst bestaat, op grond waarvan de vordering van geïntimeerde in eerste aanleg kan worden toegewezen;
Overwegende, dat bespreking van de overige grieven voor de beoordeling niet van belang zijn;
Overwegende, dat aan de grieven van de appellante dan ook als ongegrond door het Hof voorbijgegaan wordt, hetgeen betekent dat het vonnis, waarvan beroep, zal worden bevestigd, met veroordeling van de appellante, als de in het ongelijk gestelde partij, in de gedingkosten in hoger beroep aan de zijde van geïntimeerde gevallen.
RECHTDOENDE IN HOGER BEROEP IN KORT GEDING:
Bevestigt onder aanvulling en verbetering van de gronden het vonnis door de Kantonrechter in het Eerste Kanton op 11 november 2004 tussen partijen in Kort Geding gewezen, waarvan beroep;
Veroordeelt appellante in de proceskosten in hoger beroep aan de zijde van geïntimeerde gevallen en begroot op nihil;
Met inbegrip van het door het Hof aan haar advocaten voor het door hen gehouden pleidooi toegekend salaris van SRD.250,–;
Bepalende het Hof het salaris van de advocaten van appellante eveneens op SRD.250,–;
Aldus gewezen door de heren: mr. K. Pultoo, Fungerend-President, mr. H.E. Struiken, lid en mr. A.A. Hermelijn, lid-plaatsvervanger en door de Fungerend-President uitgesproken ter openbare terechtzitting van vrijdag 17 augustus 2007, in tegenwoordigheid van mr. G.A. Kisoensingh-Jangbahadoersingh, Fungerend-Griffier.
w.g. G.A. Kisoensingh-Jangbahadoersingh wegens overlijden van de Fungerend-President niet in staat het vonnis te ondertekenen.
Partijen, appellante vertegenwoordigd door haar gemachtigde, advocaat mr. F. Kruisland en geïntimeerde vertegenwoordigd door de advocaat mr. K.J. Hok A Hing, namens advocaat mr. A.R. Baarh en advocaat mr. F.M.S. Ishaak, namens advocaat mr. F.F.P. Truideman, zijn bij de uitspraak ter terechtzitting verschenen.
M.H.
Voor afschrift
De Griffier van het Hof van Justitie,
mr. M.E. van Genderen-Relyveld.