- Instantie Hof van Justitie
- Zaaknummer GR-14999
- Uitspraakdatum 18 mei 2018
- Publicatiedatum 24 maart 2021
- Rechtsgebied Civiel recht
-
Inhoudsindicatie
Kort geding
Partijen worden gelast bevoegdelijk vertegenwoordigd ter terechtzitting te verschijnen.
Uitspraak
HET HOF VAN JUSTITIE VAN SURINAME
In de zaak van
INTEGRA PORT SERVICES,
gevestigd en kantoorhoudende te Paramaribo,
appellante in kort geding,
verder ook aan te duiden als IPS,
gemachtigde: mr. R. Sohansingh, advocaat,
tegen
ALGEMENE HAVENARBEIDERSBOND,
gevestigd en kantoorhoudende te Paramaribo,
geïntimeerde in kort geding,
verder ook aan te duiden als AHAB,
gemachtigde: mr. E.C.M. Hooplot.
inzake het hoger beroep van het door de kantonrechter in het eerste kanton in kort geding gewezen en uitgesproken vonnis van 7 augustus 2014 (A.R.No. 13-5227) tussen AHAB als eiseres in conventie, gedaagde in reconventie, en IPS als gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, spreekt de Fungerend-President, in Naam van de Republiek, het navolgende vonnis uit.
Het procesverloop in hoger beroep
Het procesverloop in hoger beroep blijkt uit de volgende stukken:
- een verklaring van de griffier der kantongerechten civiele zaken van 8 augustus 2014, inhoudende dat IPS op diezelfde dag hoger beroep heeft ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter, op 7 augustus 2014 in kort geding gewezen tussen AHAB als eiseres in conventie, gedaagde in reconventie, en IPS als gedaagde in conventie, eiseres in reconventie;
- een pleitnota van 19 juni 2015;
- een antwoordpleidooi van 7 augustus 2015;
- een repliek pleitnota van 6 november 2015;
- een dupliekpleidooi van 4 december 2015.
De ontvankelijkheid in hoger beroep
Het hoger beroep is tijdig en op de juiste wijze ingesteld, zodat IPS daarin kan worden ontvangen.
Rechtsoverweging
Het hof ziet in deze zaak aanleiding de verschijning van partijen te gelasten, in elk geval tot het verschaffen van inlichtingen, met name omtrent de ontwikkeling van zaken sedert de aanvang van dit geding, en voorts tot het bespreken van de mogelijkheden tot toekomstige ontwikkeling van de verhouding tussen partijen en van alles waarvan de bespreking voor de oplossing van het geschil dienstig kan zijn.
Partijen dienen zich door daartoe bevoegde functionarissen te doen vertegenwoordigen. Het hof heeft er geen bezwaar tegen als partijen of een hunner de Bemiddelingsraad uitnodigen ter terechtzitting vertegenwoordigd te zijn.
De beslissing in hoger beroep in kort geding:
Het Hof:
gelast partijen om, bevoegdelijk vertegenwoordigd, ter fine voormeld ter terechtzitting van het Hof van Justitie aan de Onafhankelijkheidsplein no. 4 te verschijnen op donderdag 21 juni 2018 om 11:00 uur;
houdt verder iedere beslissing aan.
Aldus gewezen door: mr. D.D. Sewratan, Fungerend-President, mr. D.G.W. Karamat Ali, Lid en mr. J.M. Jensen, Lid-Plaatsvervanger en
w.g. D.D. Sewratan
door mr. S.M.M. Chu, Fungerend-President bij vervroeging uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Hof van Justitie op vrijdag 18 mei 2018, in tegenwoordigheid van mr.S.C.Berenstein, Fungerend-Griffier.
w.g. S.C. Berenstein
w.g. S.M.M. Chu
Partijen, appellante vertegenwoordigd door advocaat mr. T.A.M. Kensmil namens advocaat mr.R.Sohansingh, gemachtigde van appellante en geïntimeerde vertegenwoordigd door advocaat mr.C.A.F. Meijnaar namens advocaat mr. E.C.M. Hooplot, gemachtigde van geïntimeerde, zijn bij de uitspraak ter terechtzitting verschenen.
Voor afschrift
De Griffier van het Hof van Justitie,
mr. M.E. van Genderen-Relyveld