SRU-HvJ-2020-50

  • Instantie Hof van Justitie
  • Zaaknummer Artikel 61 WvSv.
  • Uitspraakdatum 15 december 2020
  • Publicatiedatum 15 september 2022
  • Rechtsgebied Strafrecht
  • Inhoudsindicatie

    Het Hof heeft kennis genomen van het politiestrafdossier en is tot de slotsom gekomen dat er ernstige bezwaren tegen verzoeker zijn gerezen die een continuering van de vrijheidsbeneming van verzoeker rechtvaardigen.

    Het door verzoeker gedane beroep op humanitaire gronden geeft evenmin aanleiding tot honorering van het verzoek. Een afweging van de in geding zijnde belangen, te weten het individueel (gezondheids-)belang van verzoeker afgezet tegen het algemeen belang van de samenleving bij normhandhaving door berechting, doet de balans vooralsnog in de visie van het Hof in de richting van de samenleving uitslaan. Niet is gebleken dat verzoeker momenteel fysiek niet in staat is om de detentie te ondergaan.

Uitspraak

HOF VAN JUSTITIE VAN SURINAME

BESCHIKKING INZAKE VERZOEK EX ARTIKEL 61 VAN HET WETBOEK VAN STRAFVORDERING

Gelezen het verzoekschrift ex artikel 61 van het Wetboek van Strafvordering, ingediend ter Griffie van het Hof van Justitie (hierna: het Hof) op 02 december 2020 door mr. R.R. Lobo, advocaat bij het Hof van Justitie, namens de verzoeker, [Naam], met het verzoek om de voorlopige hechtenis van verzoeker voornoemd op te heffen;

Gelet op ’s Hofs beschikking d.d. 03 december 2020, waarbij de behandeling van dit verzoekschrift is bepaald voor maandag 14 december 2020 om 15.00 uur des namiddags;

Gehoord de verzoeker, bijgestaan door zijn raadsman, mr. R.R. Lobo, advocaat bij het Hof van Justitie;

Tevens gehoord mr. G. Paragsingh, als Waarnemend Procureur-Generaal, namens het Openbaar Ministerie;

Gezien de overige zich in het raadkamerdossier bevindende bescheiden, waaronder het proces-verbaal van de behandeling van het verzoek in raadkamer d.d. 14 december 2020;

Overwegende, dat de verzoeker in het kader van het verhoor in Raadkamer heeft gepersisteerd bij de inhoud van het namens hem ingediende verzoekschrift en zijn raadsman eveneens, na die te hebben toegelicht, zoals in het opgemaakt proces-verbaal is gerelateerd, wordende de inhoud daarvan hier als geïnsereerd beschouwd;

Overwegende, dat de Waarnemend Procureur-Generaal tijdens haar betoog heeft aangegeven – zakelijk weergegeven en voor zover van belang – dat de ernstige bezwaren ten aanzien van verzoeker overeind staan weshalve de vervolging zich verzet tegen het inwilligen van het verzoek tot voorlopige invrijheidstelling;

Overwegende, dat uit het politiestrafdossier is gebleken dat verzoeker op 15 oktober 2020 in verzekering is gesteld terzake de strafbare feiten zoals genoemd in de artikelen 372 jo 72 jo 73; 381; 382 van het Wetboek van Strafrecht. Op 21 oktober 2020 is de inverzekeringstelling van verzoeker verlengd met dertig dagen ingaande 22 oktober 2020. Vervolgens is er op 20 november 2020 een bevel bewaring verleend door de rechter-commissaris met ingang van 21 november 2020 voor de duur van dertig dagen;

Overwegende, dat het Hof kennis heeft genomen van het politiestrafdossier en tot de slotsom is gekomen dat er ernstige bezwaren tegen verzoeker zijn gerezen die een continuering van de vrijheidsbeneming van verzoeker rechtvaardigen. Immers waren er al indicaties dat de verklaringen van verzoeker hiaten vertoonden en niet synchroon liepen met de verklaringen van de aangever en diens echtgenote. Vervolgens bleek dat de camerabeelden bij Yokohama N.V. en het Safe Cityproject niet overeen komen met de inhoud van de verklaringen die de verzoeker bij de politie heeft afgelegd omtrent de gevolgde route met het door hem bestuurde voertuig. Daarnaast blijkt verzoeker ook getracht te hebben de artsen te bewegen om hun bevindingen synchroon te laten lopen met zijn relaas. Het door de politie opgemaakt aanvullend dossier heeft geen materiaal opgeleverd dat de verklaring van verzoeker dat hij zelf slachtoffer zou zijn geweest van een beroving in enige mate ondersteunt.

Overwegende, dat het door verzoeker gedaan beroep op humanitaire gronden evenmin tot honorering van het verzoek aanleiding geeft. Een afweging van de in geding zijnde belangen, te weten het individueel (gezondheids-)belang van verzoeker afgezet tegen het algemeen belang van de samenleving bij normhandhaving door berechting, doet de balans vooralsnog in de visie van het Hof in de richting van de samenleving uitslaan. Niet is gebleken dat verzoeker momenteel fysiek niet in staat is om de detentie te ondergaan.

Overwegende, dat al deze feiten en omstandigheden in onderling verband en samenhang beschouwd, in de visie van het Hof vooralsnog de slotsom rechtvaardigen dat er ernstige bezwaren zijn gerezen ten aanzien van verzoeker welke een onverwijlde continuering van zijn vrijheidsbeneming rechtvaardigen;
Gelet op voormelde overwegingen zal het Hof het verzoek van verzoeker afwijzen;

Gezien het betrekkelijke wetsartikel;

BESCHIKKENDE:

Wijst af het verzoek van de verzoeker, [Naam];

Aldus gegeven te Paramaribo in Raadkamer van het Hof van Justitie op dinsdag 15 december 2020 door: mr. A. Charan, fungerend – president, mr. D.G.W. Karamat Ali, lid en mr. J. Kasdipowidjojo, lid – plaatsvervanger, bijgestaan door de ad hoc fungerend-griffier mr. M. Behari.

w.g. M. Behari w.g. A. Charan
w.g. D.G.W. Karamat Ali
w.g. J. Kasdipowidjojo

Voor eensluidend afschrift,
De Griffier van het Hof van Justitie,
(mr. M.E. van Genderen – Relyveld)