SRU-HvJ-2021-113

  • Instantie Hof van Justitie
  • Zaaknummer GR 15587
  • Uitspraakdatum 05 november 2021
  • Publicatiedatum 04 oktober 2023
  • Rechtsgebied Civiel recht
  • Inhoudsindicatie

    Appellante heeft bij gebrek aan belang bij de vordering, het door haar ingestelde hoger beroep ingetrokken.

Uitspraak

HET HOF VAN JUSTITIE VAN SURINAME

G.R. no. 15587
05 november 2021

In de zaak van

NAAMLOZE VENNOOTSCHAP ENERGIE BEDRIJVEN SURINAME,

gevestigd en kantoorhoudende te Paramaribo,
appellante in kort geding,
hierna te noemen “de EBS”,
gemachtigde: mr. N.U. van Dijk, advocaat,

tegen

  1. DE NAAMLOZE VENNOOTSCHAP CITY ENTERTAINMENT, gevestigd en kantoorhoudende te Paramaribo,
  2. [Geïntimeerde sub B], wonende te [plaats],

geïntimeerden in kort geding,
hierna te noemen: “City en [geïntimeerde sub B]”,
gemachtigde: mr. M.D. Lau-Kerssenberg, advocaat,

inzake het hoger beroep van het door de kantonrechter in het eerste kanton in kort geding uitgesproken vonnis van 19 mei 2016 in de zaak bekend onder
AR no. 162265 tussen City en Chiragally als eisers in conventie en gedaagden in reconventie en de EBS als gedaagde in conventie en eiseres in reconventie,

spreekt de Fungerend-President, in Naam van de Republiek, het navolgende vonnis in kort geding uit.

  1. Het procesverloop

1.1 Dit blijkt uit de volgende processtukken/proceshandelingen:

– de verklaring van de griffier van de griffie der kantongerechten waaruit blijkt dat de EBS op 19 mei 2016 hoger beroep heeft ingesteld;

– de pleitnota gedateerd 2 augustus 2019;

– de antwoordpleitnota gedateerd 15 mei 2020;

– het schrijven van de raadsvrouwe van de EBS waarin de raadsvrouwe aan het Hof van Justitie bericht dat zij het hoger beroep intrekt;

– het doorlopend proces-verbaal van de zitting van 20 november 2020, 18 december 2020, 15 januari 2021, 19 februari 2021 en 16 juli 2021, aangetekend op de kaft van het procesdossier waaruit blijkt dat de NV en [geïntimeerde sub B] zich niet hebben uitgelaten over de intrekking.

1.2 De uitspraak van het vonnis is nader bepaald op heden.

  1. De ontvankelijkheid van het beroep

2.1 Het beroepen vonnis is gedateerd 19 mei 2016. De EBS heeft op 19 mei 2016 hoger beroep aangetekend. Door de EBS is derhalve tijdig hoger beroep aangetekend. De EBS is ontvankelijk in haar hoger beroep.

  1. De vordering in hoger beroep

3.1 De EBS heeft in haar pleitnota gevorderd dat het beroepen vonnis wordt vernietigd en dat het Hof, opnieuw rechtdoende, de vordering van City en [geïntimeerde sub B] in conventie integraal afwijst.

  1. De beoordeling

4.1 City en [geïntimeerde sub B] hebben in hun antwoordpleidooi, onder andere, aangevoerd dat de EBS geen belang meer heeft bij het gevorderde omdat het pand waar de vordering betrekking op had niet meer aan City en [geïntimeerde sub B] toebehoort.

4.2 De EBS heeft bij schrijven van haar gemachtigde aangegeven dat zij geen belang meer heeft bij het hoger beroep. Zij heeft het Hof bericht dat zij het hoger beroep intrekt.

4.3 Het Hof overweegt dat, nu de EBS het hoger beroep heeft ingetrokken en City en [geïntimeerde sub B] zich daartegen niet hebben verzet, verstaan zal worden dat het hoger beroep is ingetrokken.

  1. De beslissing

Het Hof

4.1 Verstaat dat het hoger beroep door de EBS is ingetrokken;

Aldus gewezen door mr. D.D. Sewratan, Fungerend-President, mr. A. Charan en mr. A.C. Johanns, leden en bij vervroeging uitgesproken door mr. D.D. Sewratan, Fungerend-President, ter openbare terechtzitting van het Hof van Justitie van vrijdag 5 november 2021, in tegenwoordigheid van mr. S.C. Berenstein Bsc., Fungerend-Griffier.

Bij de uitspraak ter terechtzitting zijn partijen noch in persoon noch bij gemachtigde verschenen.