SRU-HvJ-2021-116

  • Instantie Hof van Justitie
  • Zaaknummer GR 15185
  • Uitspraakdatum 15 oktober 2021
  • Publicatiedatum 11 oktober 2023
  • Rechtsgebied Civiel recht
  • Inhoudsindicatie

    De gemachtigde van appellant heeft bij schrijven aangegeven dat er geen belang meer is bij het ingestelde hoger beroep en dat de zaak wordt ingetrokken. Het Hof begrijpt hieruit dat bedoeld wordt dat het door appellant ingestelde hoger beroep in de onderhavige zaak wordt ingetrokken en zal derhalve het vonnis van de kantonrechter d.d. 11 november 2016 bekend onder AR no. 16-4144, in kracht van gewijsde gaan.

Uitspraak

HET HOF VAN JUSTITIE VAN SURINAME

G.R. no. 15185
15 oktober 2021

In de zaak van

[Appellant],
hierna te noemen [appellant],
wonende te [plaats],
appellant in kort geding,
gemachtigde: mr. F.M.S. Ishaak, advocaat,

tegen

[Geïntimeerde],
hierna te noemen [geïntimeerde],
wonende te [plaats],
geïntimeerde in kort geding,
gemachtigde: mr. H.R. Schurman, advocaat,

inzake het hoger beroep van het door de kantonrechter in het eerste kanton uitgesproken vonnis van 11 november 2016 bekend onder AR no. 16-4144 tussen [appellant] als eiser in kort geding en [geïntimeerde] als gedaagde in kort geding,

spreekt de Fungerend-President, in Naam van de Republiek, het navolgende vonnis in kort geding uit.

  1. Het procesverloop

1.1 Dit blijkt uit de volgende processtukken/proceshandelingen:

– de verklaring van de griffier waaruit blijkt dat Madjoe op 14 november 2016 hoger beroep heeft ingesteld;

– de ter griffie der kantongerechten ingediende memorie van grieven gedateerd 24 november 2016;

– het schrijven van de gemachtigde van Madjoe, gedateerd 19 mei 2017, tot intrekking van het ingestelde hoger beroep;

– de conclusie tot uitlating intrekking d.d. 7 juli 2017, zijdens [geïntimeerde].

1.2 De uitspraak van het vonnis was aanvankelijk bepaald op 19 januari 2018 doch nader op heden.

  1. De beoordeling

2.1 De gemachtigde van [appellant] heeft bij schrijven gedateerd 19 mei 2017 – voor zover van belang – aangegeven dat er geen belang meer is bij het door [appellant] ingestelde hoger beroep en dat de zaak wordt ingetrokken.

Het Hof begrijpt hieruit dat bedoeld wordt dat het door [appellant] ingestelde hoger beroep in de onderhavige zaak wordt ingetrokken.

Het Hof concludeert dat hiermee het vonnis van de kantonrechter d.d. 11 november 2016 bekend onder AR no. 16-4144, in kracht van gewijsde zal gaan.

[Geïntimeerde] heeft zich niet verzet tegen de intrekking van het hoger beroep.

Het Hof zal daarom beslissen als in het dictum te melden.

  1. De beslissing

Het Hof:

Verstaat dat het ingestelde hoger beroep tegen het door de kantonrechter in het eerste kanton uitgesproken vonnis van 11 november 2016 bekend onder

AR no. 16-4144 is ingetrokken.

Aldus gewezen door mr. D.D. Sewratan, fungerend-president, mr. A. Charan en mr. I.S. Chhangur-Lachitjaran, leden en bij vervroeging uitgesproken door mr. D.D. Sewratan, fungerend-president, ter openbare terechtzitting van het Hof van Justitie van vrijdag, 15 oktober 2021 in tegenwoordigheid van mr. M. Behari, fungerend-griffier.

w.g. M. Behari w.g. D.D. Sewratan

Bij de uitspraak ter terechtzitting zijn partijen noch in persoon noch bij gemachtigde verschenen.

Voor afschrift

De Griffier van het Hof van Justitie,

mr. M.E. van Genderen-Relyveld