SRU-HvJ-2021-84

  • Instantie Hof van Justitie
  • Zaaknummer GR 15373
  • Uitspraakdatum 03 december 2021
  • Publicatiedatum 23 augustus 2023
  • Rechtsgebied Civiel recht
  • Inhoudsindicatie

    Het oproepen van een geïntimeerde voor de behandeling in hoger beroep, ingevolge de artikelen 1 en 2 jo. 277a Rv jo. artikel 74 BW, kan plaatsvinden op een aan het begin of in de loop van het geding gekozen woonplaats. Echter zal wel moeten blijken dat de geïntimeerde die woonplaats heeft gekozen tijdens het geding.

Uitspraak

HET HOF VAN JUSTITIE VAN SURINAME
G.R. no. 15373
3 december 2021
In de zaak van

 

YA-YA INVESTMENTS N.V.,
gevestigd en kantoorhoudende aan de Bonistraat no. 66 te Paramaribo,
appellante,
hierna te noemen “Ya-Ya”,
gemachtigde: mr. Y.S. Engkar, advocaat,

tegen

  1. DE NAAMLOZE VENNOOTSCHAP GLOBAL BEVERAGES N.V., gevestigd en kantoorhoudende aan de Zilverstraat no. 43 te Paramaribo,
  2. [Geïntimeerde sub B], wonende aan [adres 1] te [plaats],
  3. DE NAAMLOZE VENNOOTSCHAP CARIBBEAN BEVERAGES N.V., gevestigd en kantoorhoudende aan de Indira Gandhiweg no. 724 in het district Para,
    geïntimeerden,
    hierna te noemen: “Global, [geintimeerde] en Caribbean”,
    gemachtigde: mr. A.R. Baarh, advocaat,

inzake het hoger beroep van het door de kantonrechter in het eerste kanton uitgesproken vonnis van 14 oktober 2014 bekend onder AR no. 095329 tussen Ya-Ya als eiseres en Global, [geintimeerde] en Caribbean als gedaagden,

spreekt de Fungerend-President, in Naam van de Republiek, het navolgende vonnis uit.

  1. Het procesverloop

1.1 Dit blijkt uit de volgende processtukken/proceshandelingen:

– de verklaring van de griffier der kantongerechten waaruit blijkt dat Ya-Ya op 27 januari 2015 hoger beroep heeft ingesteld;

– de aantekening op het doorlopend proces-verbaal van 1 juni 2018, op de kaft van het procesdossier, waaruit blijkt dat appellante heeft verzocht recht op stukken te doen.

1.2 De uitspraak van het vonnis is nader bepaald op heden.

  1. De ontvankelijkheid van het beroep

Het beroepen vonnis is gedateerd 14 oktober 2014. Bij de uitspraak waren partijen niet aanwezig.

De uitspraak is middels de griffiersbrief van 14 januari 2015 aan partijen medegedeeld.

De datum van de griffiersbrief geldt ingevolge artikel 264 lid 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering als datum waarop de uitspraak aan Ya-Ya is medegedeeld waardoor Ya-Ya gedurende de termijn van 30 dagen vanaf de datum van de griffiersbrief hoger beroep kon aantekenen.

Ya-Ya heeft op 27 januari 2015 hoger beroep aangetekend waardoor zij tijdig is in het door haar ingestelde hoger beroep en derhalve ontvankelijk is daarin.

  1. De vordering in hoger beroep

Ya-Ya heeft gevraagd dat er recht op stukken wordt gedaan.

  1. De beoordeling

4.1 Het Hof overweegt dat uit de stukken van het procesdossier blijkt dat de eerste behandeling van het hoger beroep plaats heeft gevonden op 1 juni 2018.

Met betrekking tot de oproeping van geïntimeerden blijkt uit het oproepingsexploit van de deurwaarder bij het Hof van Justitie Halima Chiragally, van 17 april 2018, dat de geïntimeerden zijn opgeroepen ten kantore van de gemachtigde mr. A.R. Baarh.

Uit de procesgang blijkt niet dat de geïntimeerden zijn verschenen op de dag van de eerste behandeling van het hoger beroep en evenmin dat mr. Baarh zich heeft gesteld als advocaat van geïntimeerden.

4.2 Het Hof overweegt dat het oproepen van een geïntimeerde voor de behandeling in hoger beroep, ingevolge de artikelen 1 en 2 jo. 277a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering jo. artikel 74 van het Burgerlijk Wetboek, plaats kan vinden op een aan het begin of in de loop van het geding gekozen woonplaats. Echter zal wel moeten blijken dat de geïntimeerde die woonplaats heeft gekozen tijdens het geding. In het dossier zijn er geen stukken aangetroffen waaruit expliciet blijkt dat geïntimeerden domicilie hebben gekozen ten kantore van mr. A.R. Baarh, alwaar de oproeping heeft plaatsgevonden.

4.3 Het Hof zal appellante in de gelegenheid stellen om stukken over te leggen waaruit blijkt dat geïntimeerden domicilie hebben gekozen ten kantore van mr. A.R. Baarh. Indien appellante geen stukken kan overleggen zal zij gelijk in de gelegenheid gesteld worden geïntimeerden conform de wet op te roepen voor een nieuwe rechtsdag, als hierna te melden.

4.4 Alle overige beslissingen zullen worden aangehouden.

  1. De beslissing

Het Hof

alvorens verder te beslissen:

5.1 Bepaalt dat de zaak zal worden afgeroepen voor de terechtzitting van vrijdag 21 januari 2022 teneinde:

– appellante in de gelegenheid te stellen stukken over te leggen waaruit blijkt dat geïntimeerden tijdens het geding domicilie hebben gekozen ten kantore van mr. A.R. Baarh;

en indien appellante geen stukken kan overleggen zoals hiervoor bedoeld:

– geïnitmeerden opnieuw op te roepen op de hiervoor vermelde datum;

5.2 Houdt iedere verdere beslissing aan.

Aldus gewezen door mr. D.D. Sewratan, Fungerend-President, mr. I.S. Chhangur-Lachitjaran en mr. A.C. Johanns, leden en bij vervroeging uitgesproken door mr. D.D. Sewratan, Fungerend-President, ter openbare terechtzitting van het Hof van Justitie van vrijdag, 3 december 2021, in tegenwoordigheid van mr. C.R. Tamsiran-Harris, Fungerend-Griffier.

w.g. C.R. Tamsiran-Harris w.g. D.D. Sewratan

Bij de uitspraak ter terechtzitting is verschenen advocaat mr. R.C. Ghogli namens advocaat mr. A.R. Baarh, gemachtigde van geïntimeerden, terwijl appellante noch bij gemachtigde noch bij vertegenwoordiging is verschenen.