- Instantie Hof van Justitie
- Zaaknummer Art. 54c WvSv.
- Uitspraakdatum 28 juli 2022
- Publicatiedatum 30 januari 2023
- Rechtsgebied Strafrecht
-
Inhoudsindicatie
Het Hof is – gelet op de geschetste situatie – van oordeel dat er onvoldoende aannemelijk is gemaakt dat er in casu sprake is van een onderzoeksbelang dat noopt tot verdere vrijheidsbeneming van de appellant. Nu het onderzoeksbelang niet is komen vast te staan, is het Hof van oordeel dat er in dit stadium van het onderzoek geen dringende noodzakelijkheid bestaat voor de verdere continuering van de vrijheidsbeneming van appellant. De gewraakte beslissing van de Rechter-Commissaris dient derhalve te worden vernietigd.
Uitspraak
HOF VAN JUSTITIE VAN SURINAME
BESCHIKKING IN RAADKAMER VOOR STRAFZAKEN
(Ex artikel 54c van het Wetboek van Strafvordering)
OP HET HOGER BEROEP VAN DE APPELLANT, [naam], tegen de beschikking van de Rechter-Commissaris belast met de behandeling van strafzaken bij de Kantongerechten d.d. donderdag 21 juli 2022 terzake het verzoek tot onmiddellijke invrijheidstelling (ex artikel 54c van het Wetboek van Strafvordering).
Grondslag van de inverzekeringstelling
Appellant voornoemd is op 19 juli 2022 in verzekering gesteld terzake overtreding van de artikelen 186 en 414 van het Wetboek van Strafrecht.
Het verloop van de behandeling
Het Hof heeft kennis genomen van de beschikking van de Rechter-Commissaris d.d. donderdag 21 juli 2022, het beroepschrift d.d. maandag 25 juli 2022 en de inhoud van het (voorlopig) strafdossier.
Vervolgens heeft het Hof bij beschikking van dinsdag 26 juli 2022 bepaald dat de behandeling van het hoger beroep in raadkamer op woensdag 27 juli 2022 om 09.00 uur des voormiddags zal plaatsvinden. De behandeling van de zaak is op woensdag 27 juli 2022 uitgesteld naar donderdag 28 juli 2022.
Op de hiervoor vermelde datum heeft de behandeling van het hoger beroep in raadkamer plaatsgevonden, waarbij zijn gehoord:
• de advocaat, mr. M.C.M. Nibte;
• de Waarnemend Procureur-Generaal, mr. C. Rasam, namens het Openbaar Ministerie en
• de appellant (telefonisch).
Ontvankelijkheid van appellant
De beschikking van de Rechter-Commissaris is gedateerd donderdag 21 juli 2022. Het beroepschrift tegen de beschikking van de Rechter-Commissaris is op maandag 25 juli 2022 in de dropbox van het Hof van Justitie achtergelaten. De griffier van de Rechter-Commissaris heeft het beroepschrift op dinsdag 26 juli 2022 doorgeleid naar de griffier van het Hof van Justitie. Ter beoordeling van de ontvankelijkheid dient vast te staan wanneer de gewraakte beslissing aan appellant is betekend en niet de datum waarop de beslissing de verdediging ter ore is gekomen. Gelet op het feit dat het tijdens de behandeling van de zaak in raadkamer niet duidelijk is geworden wanneer de beslissing van de Rechter-Commissaris aan appellant is betekend, zal in zijn voordeel worden beslist. Appellant wordt derhalve geacht ontvankelijk te zijn in zijn beroep.
De grieven van appellant
De advocaat heeft namens de appellant grieven opgeworpen met het verzoek om de beschikking van de Rechter-Commissaris te vernietigen en om appellant op basis van het gelijkheidsbeginsel onmiddellijk in vrijheid te stellen.
De grieven van appellant komen – verkort en zakelijk weergegeven – op het volgende neer:
• appellant is betrokken in een boedelkwestie en is door middel van de sterke arm uit de woning ontruimd. De volgende dag heeft appellant zich wederom de toegang tot de woning verschaft door de slot van de voordeur kapot te slaan. Naar aanleiding daarvan is appellant in verzekering gesteld terzake huisvredebreuk en vernieling;
• de broer van appellant is ook in de ontruimde woning geweest en is er daarbij een vechtpartij ontstaan. De broer van appellant was terzake huisvredebreuk, vernieling en mishandeling in verzekering gesteld, maar is door de Rechter-Commissaris reeds in vrijheid gesteld terwijl het verzoek van appellant door een andere Rechter-Commissaris is afgewezen;
• appellant is bereid de kosten van het slot te vergoeden.
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
Het Openbaar Ministerie heeft naar aanleiding van de grieven van appellant, onder meer, het volgende aangevoerd:
• het gaat in casu niet simpelweg om huisvredebreuk en vernieling, omdat appellant de woning is binnengedrongen nadat hij was ontruimd;
• door appellant zijn een aantal mensen in beeld gebracht waaronder de oom van appellant die de sloten kapot zou hebben gemaakt;
• appellant en zijn broer worden overigens niet verweten zich tezamen en in vereniging schuldig te hebben gemaakt aan de strafbare handelingen.
Op grond van het bovenstaande heeft het Openbaar Ministerie aan het Hof verzocht om het verzoek van appellant af te willen wijzen.
De beoordeling van het hoger beroep
Naar aanleiding van de grieven van de verdediging en het standpunt van het Openbaar Ministerie stelt het Hof het volgende voorop.
In casu is appellant met behulp van de sterke arm ontruimd en heeft zich hierna wederom de toegang tot de woning verschaft door het slot kapot te slaan, hetgeen niet is weersproken door de appellant. De appellant heeft zich bereid verklaard om de kosten van het slot te vergoeden. Uit het onderzoek in raadkamer is verder gebleken dat appellant reeds is verhuisd. Het Hof is – gelet op de geschetste situatie – van oordeel dat er onvoldoende aannemelijk is gemaakt dat er in casu sprake is van een onderzoeksbelang dat noopt tot verdere vrijheidsbeneming van de appellant. Nu het onderzoeksbelang niet is komen vast te staan, is het Hof van oordeel dat er in dit stadium van het onderzoek geen dringende noodzakelijkheid bestaat voor de verdere continuering van de vrijheidsbeneming van appellant. De gewraakte beslissing van de Rechter-Commissaris d.d. donderdag 21 juli 2022 dient derhalve te worden vernietigd.
DE BESLISSING IN HOGER BEROEP
HET HOF:
Vernietigt de beschikking van de Rechter-Commissaris gegeven op donderdag 21 juli 2022.
En opnieuw rechtdoende:
Verklaart het ingesteld hoger beroep gegrond;
Verklaart de continuering van de inverzekeringstelling van appellant, [naam], onrechtmatig;
Wijst toe het verzoek tot invrijheidstelling van appellant, [naam];
Gelast de onmiddellijke invrijheidstelling van appellant, [naam], voornoemd.
Aldus gegeven te Paramaribo in Raadkamer van het Hof van Justitie op donderdag 28 juli 2022 door: mr. M.C. Mettendaf, Fungerend – President, mr. D. Nanhoe en mr. L. Ravenberg, Leden – Plaatsvervangers, bijgestaan door mr. M. Behari, Fungerend – Griffier.
w.g. M. Behari w.g. M.C. Mettendaf
w.g. D. Nanhoe
w.g. L. Ravenberg
Voor eensluidend afschrift,
De Griffier van het Hof van Justitie,
(mr. M.E. van Genderen – Relyveld)