SRU-HvJ-2022-22

  • Instantie Hof van Justitie
  • Zaaknummer 17/2022
  • Uitspraakdatum 09 maart 2022
  • Publicatiedatum 27 maart 2023
  • Rechtsgebied Strafrecht
  • Inhoudsindicatie

    De bijzondere voorwaarde moet inhoud geven aan de voorwaardelijke veroordeling en is en blijft daarmee onlosmakelijk verbonden.

    De toepassing van bijzondere voorwaarden bij geheel of gedeeltelijke voorwaardelijke veroordelingen dient twee doelen. Enerzijds probeert men door middel van gedragsbeïnvloeding recidive te voorkomen, anderzijds probeert men de veroordeelde zo lang mogelijk buiten de gevangenis te houden. Een bijzondere voorwaarde dient het gedrag van de veroordeelde te betreffen. Als zodanig kunnen worden aangemerkt voorwaarden die strekken ter bevordering van een goed levensgedrag van de veroordeelde of die een gedraging betreffen waartoe hij uit een oogpunt van maatschappelijke betamelijkheid gehouden moet worden geacht (HR 6 november 2007, ECLI:NL:HR:2007:BA7918, NJ 2008/33).

    Het is het Hof gebleken dat de Kantonrechter een bijzondere voorwaarde heeft verbonden aan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Het Hof zal dit verbeteren en bepalen dat de veroordeelde zich gedurende zijn detentie zal laten begeleiden door een deskundige van het Bureau Alcohol en Drugs van het Psychiatrisch Centrum Suriname en draagt het Bureau Alcohol en Drugs van het Psychiatrisch Centrum Suriname op om aan de veroordeelde ter zake van de naleving van deze bepaling hulp en steun te verlenen overeenkomstig artikel 20 van het Wetboek van Strafrecht. Het beroepen vonnis kan ten aanzien van de bijzondere voorwaarde derhalve niet in stand blijven en zal worden vernietigd.

Uitspraak

Vonnisnummer: 17/2022
Uitspraak: 09 maart 2022
Parketnummer: 1-1-05298
VERSTEK

APPÈLSTRAFKAMER

Het Hof van Justitie van Suriname

Gezien de stukken van het geding, waaronder het in afschrift overgelegde vonnis van de Kantonrechter in het Derde Kanton gewezen op 29 maart 2019 en uitgesproken tegen de verdachte:

[verdachte] alias [bijnaam verdachte], geboren op [datum] te [plaats], van beroep operator en wonende aan de [adres] in het district [district], thans in vrijheid verkerend.

De verdachte is niet verschenen en wordt niet bijgestaan door een advocaat.

Ontvankelijkheid appèl

Uit de stukken van de zaak in eerste aanleg welke aan het Hof zijn overgelegd door de Griffie der Kantongerechten is gebleken dat de advocaat van de verdachte op 05 april 2019 op de voorgeschreven wijze appèl heeft aangetekend tegen het voormelde vonnis van de Kantonrechter in het Derde Kanton.

Gelet op het vorenstaande heeft de verdachte tijdig appél aangetekend tegen het voormelde vonnis, weshalve hij daarin ontvankelijk is.

De tenlastelegging:

Aan dit vonnis is als bijlage I gehecht een door de griffier gewaarmerkte fotokopie van de inleidende dagvaarding, waaruit de inhoud van de tenlastelegging geacht moet worden hier te zijn overgenomen.

Indien in de tenlasteleggingen taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.

De geldigheid van de inleidende dagvaarding

Tegen de dagvaarding in eerste aanleg noch tegen de dagvaarding in hoger beroep zijn preliminaire verweren gevoerd die strekken tot de nietigheid van de dagvaarding. Het Hof is ook ambtshalve niet gebleken van gebreken in de dagvaarding. De dagvaarding is derhalve geldig.

De bevoegdheid van het Hof van Justitie

Er zijn geen verweren gevoerd ten aanzien van de bevoegdheidsvraag. Het Hof is ambtshalve evenmin gebleken van omstandigheden de absolute competentie van het Hof regarderende, zodat het Hof bevoegd is tot kennisname van de onderhavige zaak.

De ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie

Er zijn geen verweren gevoerd ten aanzien van de niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie. Het Hof is evenmin gebleken van omstandigheden de niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie regarderende, zodat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is.

De schorsing der vervolging

Er zijn geen redenen aanwezig gebleken ten aanzien van de schorsing der vervolging. Het is het Hof evenmin gebleken dat er redenen zijn voor schorsing der vervolging.

Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep

Dit vonnis is, overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 334 en 336 van het Wetboek van Strafvordering, gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg.

Het Hof heeft kennisgenomen van de vordering van de vervolgingsambtenaar.

De vervolgingsambtenaar heeft gevorderd dat het Hof het vonnis van de Kantonrechter in het Derde Kanton d.d. 29 maart 2019 zal bevestigen.

 

Het vonnis waarvan beroep

Bij vonnis van de Kantonrechter in het Derde Kanton d.d. 29 maart 2019 is de verdachte ter zake het bij inleidende dagvaarding onder I (het opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel aan een ander toebehoort vernielen en onbruikbaar maken) en onder II (bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en brandstichting) ten laste gelegde, voorzien en strafbaar gesteld bij artikel 414 lid 1 en artikel 345 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht, veroordeeld tot een gevangenistsraf voor de duur van twee (2) jaren onvoorwaardelijk. Voorts heeft de Kantonrechter als bijzondere voorwaarde gesteld dat de veroordeelde zich gedurende zijn detentie zal laten begeleiden door een deskundige van het Bureau Alcohol en Drugs van het Psychiatrisch Centrum Suriname en heeft het Bureau Alcohol en Drugs van het Psychiatrisch Centrum Suriname opgedragen om aan de veroordeelde ter zake van de naleving van de bijzondere voorwaarde hulp en steun te verlenen overeenkomstig artikel 20 van het Wetboek van Strafrecht. De Kantonrechter heeft verder bepaald dat de gevangenhouding van verdachte zal worden gehandhaafd.

Het Hof kan zich verenigen met het vonnis van de Kantonrechter in het Derde Kanton d.d. 29 maart 2019 en met de gronden waarop dit berust en zal het beroepen vonnis, met uitzondering van de daarin opgenomen bijzondere voorwaarde, bevestigen.

Het Hof heeft – gelet op de aard van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, waaronder het feit dat hij een recidivist is, zoals één en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen – acht geslagen op de duur van de vrijheidstraffen die in het algemeen voor soortgelijke strafbare feiten worden opgelegd. Niet is gebleken dat in onderhavige zaak de persoon van de verdachte aanleiding geeft om van de algemene lijn af te wijken.

De bijzondere voorwaarde
De bijzondere voorwaarde moet inhoud geven aan de voorwaardelijke veroordeling en is en blijft daarmee onlosmakelijk verbonden.
De toepassing van bijzondere voorwaarden bij geheel of gedeeltelijke voorwaardelijke veroordelingen dient twee doelen. Enerzijds probeert men door middel van gedragsbeïnvloeding recidive te voorkomen, anderzijds probeert men de veroordeelde zo lang mogelijk buiten de gevangenis te houden. Een bijzondere voorwaarde dient het gedrag van de veroordeelde te betreffen. Als zodanig kunnen worden aangemerkt voorwaarden die strekken ter bevordering van een goed levensgedrag van de veroordeelde of die een gedraging betreffen waartoe hij uit een oogpunt van maatschappelijke betamelijkheid gehouden moet worden geacht (HR 6 november 2007, ECLI:NL:HR:2007:BA7918, NJ 2008/33).

Het is het Hof gebleken dat de Kantonrechter een bijzondere voorwaarde heeft verbonden aan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Het Hof zal dit verbeteren en bepalen dat de veroordeelde zich gedurende zijn detentie zal laten begeleiden door een deskundige van het Bureau Alcohol en Drugs van het Psychiatrisch Centrum Suriname en draagt het Bureau Alcohol en Drugs van het Psychiatrisch Centrum Suriname op om aan de veroordeelde ter zake van de naleving van deze bepaling hulp en steun te verlenen overeenkomstig artikel 20 van het Wetboek van Strafrecht. Het beroepen vonnis kan ten aanzien van de bijzondere voorwaarde derhalve niet in stand blijven en zal worden vernietigd.

De toepasselijke wettelijke bepalingen

Gezien de artikelen 9, 11, 38, 44 en 82 van het Wetboek van Strafrecht en artikel 337 van het Wetboek van Strafvordering, zoals deze bepalingen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde feit.

Beslissing:

Het Hof van Justitie:

Rechtdoende in hoger beroep:

Bevestigt het vonnis van de Kantonrechter in het Derde Kanton op 29 maart 2019 gewezen en uitgesproken tegen voornoemde verdachte, waarvan beroep, met uitzondering van de daarin opgenomen bijzondere voorwaarde.

Vernietigt het beroepen vonnis ten aanzien van de daarin opgenomen bijzondere voorwaarde.

En opnieuw rechtdoende:

Bepaalt dat de veroordeelde zich gedurende zijn detentie zal laten begeleiden door een deskundige van het Bureau Alcohol en Drugs van het Psychiatrisch Centrum Suriname en draagt het Bureau Alcohol en Drugs van het Psychiatrisch Centrum Suriname op om aan de veroordeelde ter zake van de naleving van deze bepaling hulp en steun te verlenen overeenkomstig artikel 20 van het Wetboek van Strafrecht.

Aldus gewezen door:

mr. A. Charan, Fungerend – President,
mr. S. Punwasi en mr. J. Kasdipowidjojo, Leden – Plaatsvervanger
bijgestaan door mr. M. Behari, Fungerend – Griffier en uitgesproken door de Fungerend – President voornoemd op de openbare terechtzitting van het Hof van Justitie van woensdag 09 maart 2022 te Paramaribo.

w.g. M. Behari w.g. A. Charan
w.g. S. Punwasi
w.g. J. Kasdipowidjojo

 

Voor eensluidend afschrift,
De Griffier van het Hof van Justitie,
(mr. M.E. van Genderen- Relyveld)