- Instantie Hof van Justitie
- Zaaknummer A 713
- Uitspraakdatum 04 maart 2022
- Publicatiedatum 11 oktober 2023
- Rechtsgebied Ambtenarenrecht
-
Inhoudsindicatie
Nu het Hof de gemachtigde van verzoeker in de gelegenheid heeft gesteld om duidelijkheid te verschaffen over de vraag of er nog belang bestaat bij de vordering en de gemachtigde zich heeft gerefereerd aan het oordeel van het Hof, begrijpt het Hof uit de eerdere uitlatingen van de gemachtigdedat ervan uitgegaan moet worden dat de zaak aan zijn eind is gekomen. Hieruit begrijpt het Hof dat de zaak als ingetrokken moet worden beschouwd.
Uitspraak
HET HOF VAN JUSTITIE VAN SURINAME
In de zaak van
[Verzoeker],
wonende in [plaats],
verzoeker, hierna aangeduid als “[verzoeker]”,
gemachtigde: mr. A.R. Baarh, advocaat,
tegen
DE STAAT SURINAME, rechtspersoon,
met name het Ministerie van Financiën,
vertegenwoordigd wordende door de Procureur-Generaal bij het Hof van Justitie,
zetelende te Paramaribo,
verweerder, hierna aangeduid als “de Staat”,
gevolmachtigde: mr. D. Parohi, jurist verbonden aan het Bureau Landsadvocaat,
spreekt de fungerend-president, in naam van de Republiek, het navolgende door het Hof van Justitie, op de voet van artikel 79 van de Personeelswet als rechter in ambtenarenzaken, gewezen vonnis uit.
Dit vonnis bouwt voort op het tussenvonnis van 5 april 2019.
- Het verdere procesverloop
1.1 Het procesverloop blijkt uit de volgende processtukken/proceshandelingen:
– de mondelinge conclusie tot uitlating zijdens de gemachtigde van [verzoeker], aangetekend in het proces-verbaal van de terechtzitting van 15 november 2019.
1.2 De rechtsdag voor de uitspraak van het vonnis is bepaald op heden.
- De feiten, de vordering en de grondslag daarvan
Hiervoor verwijst het Hof naar het bovenvermeld tussenvonnis.
- De beoordeling
3.1 Het hof heeft in het tussenvonnis aan de gemachtigde van [verzoeker] de gelegenheid geboden om duidelijkheid te verschaffen over de vraag of er nog belang bestaat bij de vordering en aan te geven of hij de zaak wenst voor te zetten.
3.2 De gemachtigde van [verzoeker] heeft zich gerefereerd aan het oordeel van het Hof. Het Hof begrijpt uit de eerdere uitlatingen van de gemachtigde van [verzoeker] dat ervan uitgegaan moet worden dat de zaak aan zijn eind is gekomen. Hieruit begrijpt het Hof dat de zaak als ingetrokken moet worden beschouwd.
3.3 Het Hof zal op grond van het voorgaande verstaan dat de zaak is ingetrokken.
- De beslissing
Het hof:
Verstaat dat de zaak is ingetrokken.
Aldus gewezen door: mr. D.D. Sewratan, Fungerend-President, mr. I.S. Chhangur-Lachitjaran en mr. A.C. Johanns, leden, en door de Fungerend-President bij vervroeging uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Hof van Justitie te Paramaribo van vrijdag 4 maart 2022, in tegenwoordigheid van mr. S.C. Berenstein BSc., Fungerend-Griffier.
w.g. S.C. Berenstein w.g. D.D. Sewratan
Bij de uitspraak ter terechtzitting is verschenen advocaat mr. R.C. Ghogli namens advocaat mr. A.R. Baarh, gemachtigde van verzoeker, terwijl verweerder noch bij gemachtigde noch bij vertegenwoordiging is verschenen.
Voor afschrift
De Griffier van het Hof van Justitie,
Mr. M.E. van Genderen-Relyveld