- Instantie Kantongerecht Eerste Kanton
- Zaaknummer AR-847654
- Uitspraakdatum 19 november 1984
- Publicatiedatum 26 juni 2019
- Rechtsgebied Civiel recht
-
Inhoudsindicatie
Merkenrecht. Artikel 2 van het Verdrag van Parijs tot bescherming van de Industriële Eigendom. Artikel 10 van de Wet, houdende bepalingen omtrent de fabriek- en handelsmerken (G.B.1946 no.73) jo artikel 6 bis van het Verdrag van Parijs, ter bescherming van de Industriële eigendom. Kortgeding zaak. Onrechtmatig is de reproductie of nabootsing, welke verwarring kan wekken.
Sprake van nabootsing, omdat beide merken overeenkomsten vertoonden.
Uitspraak
A.R.NO. 847654
19 november 1984.
TV.
RECKITT & COLMAN (OVERSEAS) LIMITED, vennootschap-rechtspersoon naar het recht van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, gevestigd te Hull, Yorkshire, Engeland, voor wie als gemachtigde optreedt, Mr.F.Kruisland, advokaat,
eiseres in Kort Geding,
tegen
H.J.DE VRIES N.V., gevestigd en kantoorhoudende te Paramaribo aan de Waterkant no.92-96, voor wie als gemachtigde optreedt, Mr.W.P.Siwpersad, advokaat,
gedaagde in Kort Geding,
De Kantonrechter spreekt in deze zaak, in Naam van de Republiek, het navolgende vonnis in Kort Geding uit:
Wij, Kantonrechter in het Eerste Kanton;
Gezien de stukken;
Gehoord partijen;
Overwegende ten aanzien van de feiten:
Eiseres heeft bij het inleidend rekest op te dezer plaatse als ingelast te beschouwen gronden gevorderd:
dat bij vonnis in Kort Geding, uitvoer-baar bij voorraad en op de minuut:
I. gedaagde zal worden verboden om (pharmaceutische) preparaten voor antiseptics desinfectants en germiciden, alsmede zepen, inclusief toiletzeep, medicinale en ontsmettende zepen en kiemdodende en insecten verdelgende middelen, althans soortgelijke waren, in Suriname in het (handels)verkeer te brengen, te verkopen, af te leveren en/of ten verkoop of aflevering in voorraad te hebben, onder het handelsmerk ”DESSOL” en zal worden bevolen die of soortgelijke handelingen onmiddelllijk te staken, eventueel totdat over de rechtmatigheid van die handelingen zijdens gedaagde uiteindelijk door de Rechter is beslist en eventueel onder door de Rechter te stellen voorwaarden;
II. gedaagde zal worden verboden om reinigings- en/of poetsmiddelen, althans soortgelijke waren, in Suriname in het (handels)verkeer te brengen, (aan het publiek) te verkopen, af te leveren en/of ten verkoop of levering (aan het publiek) in voorraad te hebben, onder het merk ”WINDOLINE” en zal worden bevolen die of soortgelijke handelin- gen onmiddellijk te staken, eventueel totdat omtrent de rechtmatigheid van voormelde handelingen zijdens gedaagde door de Rechter uiteindelijk is beslist en/of eventueel onder door de Rechter te stellen voorwaarden;
III. gedaagde zal worden veroordeeld om aan eiseres voor elke keer of elke dag, dat zij de sub I en II te geven verboden en/of bevelen overtreedt, ten titel van dwangsom zal betalen het bedrag van ƒ. 5.000,– (VIJF DUIZEND GULDEN); Kosten rechtens. Te dienende dage is eiseres vertegenwoordigd door haar gemachtigde, advokaat Mr..F.Kruisland, ter terechtzitting verschenen, terwijl advokaat Mr.W.P.Siwperaad zich als gemachtigde van de gedaagde heeft gesteld, op welke terechtzitting de gemachtigde van eiseres voor eis overeenkomstig het inleidend rekest heeft geconcludeerd. De gemachtigde van gedaagde heeft hierna een schriftelijke conclusie van antwoord overgelegd. De gemachtigden van partijen hebben vervolgens middels schriftelijke conclusien over en weer gerepliceerd en gedupliceerd waar-bij zij tevens producties hebben overgelegd (gemachtigde van eiseres 1 fles dettol en 1 fles dessol en de gemachtigde van gedaagde 1 fles windoline). De gemachtigde van eiseres heeft hierna een schriftelijke conclusie tot uitlating over de overgelegde producties genomen en daarbij het navolgende gezegd:,, voorzover zij bekend, heeft eiseres dit jaar haar product ”windoline” niet geïmporteerd en ook niet in de handel gebracht”.De inhoud van het een en ander wordt als hier ingelast beschouwd. Wij hadden hierna aanvankelijk vonnis bepaald op maandag 12 november 1984 doch nader op heden.
Overwegende ten aanzien van het recht:
Het spoedeisend belang van eiseres bij de onderhavige vordering blijkt uit de stellingen van het inleidend rekest, zijnde zulks door gedaagde overigens niet betwist.
Ten processe is als niet betwist
rechtens tussen partijen komen vast te staan
- dat eiseres eigenares is en houdster van het handelsmerk ”DETTOL”, welke zij zowel in het Verenigd Koninkrijk van Groot-Britannië en Noord-Ierland als in Suriname als eerste heeft gebruikt en nog gebruikt ter onderscheiding van haar waren, met name pharmaceutische preparaten voor antiseptics, germiciden en desinfectants, kiemdodende en insecten verdelgende middelen, sanitaire bestanddelen, toiletzeep, medicinale en ontsmettende zepen, zuiveringsmiddelen en schoonmaakpreparaten, zulks blijkens gedane inschrijvingen van voormeld handelmerk zowel in Groot-Britannië als in Suriname in de daartoe wettelijk aangewezen openbare registers;
- dat eiseres voorts eigenares is en houdster van het handelsmerk ”WINDOLENE”, welke zij zowel in het Verenigd Koninkrijk van Groot Brittannië en Noord-Ierland als in Suriname als eerste heeft gebruikt en nog gebruikt ter onderscheiding van haar waren.met name reinigings-en poetsmiddelen, zulks eveneens blijkens gedane inshrijvingen van voormeld handelsmerk in de daartoe wettelijk aangewezen openbare registers zowel in Groot-Brittannië als in Suriname;
- dat op grond van het bepaalde in artikel 2 van de wet, houdende bepalingen omtrent de fabrieks- en handelsmerken, eiseres mitsdien gerechtigd is tot het uitsluitend gebruik van de sub 1 en 2 bedoelde handelsmerken:
- dat eiseres voorts tot voormeld uitsluitend gebruik in Suriname gerechtigd is op grond van artikel 2 van het Verdrag van Parijs tot bescherming van de Industriële Eigendom (Tractatenblad voor het Koninkrijk der Nederlanden, jg. 1970 no.187), aangezien zowel het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland als Suriname deelnemer aan voormeld verdrag is en uit hoofde van voormeld verdragsartikel de nationalen van de deelnemers, zoals eiseres van het Verenigd Koninkrijk is, dezelfde bescherming genieten in het land van een andere deelnemer, zoals Suriname, indien zij, gelijk eiseres, hun handelsmerk in dat land gebruiken.Gebleken is, dat gedaagde in Suriname pharmaceutische preparaten voor antiseptics en desinfectants, althans soortgelijke waren als hierboven sub 1 vermeld, in het verkeer brengt en/of verkoopt en die waren aan het publiek in Suriname levert, althans ter aflevering en verkoop in voorraad heeft, onder het merk ”DESSOL”. Eiseres stelt, dat voormelde handeling van gedaagde een nabootsing is van, althans een soortgelijk merk is als ”DETTOL”, tot het gebruik van welk merk eiseres bij uitsluiting van ieder ander gerechtigd is; dat de merken ”DETTOL” en ”DESSOL” in hoofdzaak gelijk zijn, althans dat ”DESSOL” een nabootsing is van eiseresses merk ”DETTOL”, welke zij lang vóór gedaagde in Suriname gebruikte ter onderscheidingding van naar waren, gelijksoortig aan die welke door gedaagde wordt gebruikt; dat zulks op grond van artikel 10 van de Wet, houdende bepalingen ontrent de fabriek- en handelsmerken (G.B.1946 no.73) tegenover eiseres onrechtmatig is; dat zulks immers ook volgt uit artikel 6 bis van het Verdrag van Parijs, ter bescherming van de Industriële eigendom, zijnde Suriname ook deelnemer aan dat Verdrag dat ingevolge voormelde Verdragsbepaling het gebruik namelijk van een handelsmerk, dat een reproductie of nabootsing is, welke verwarring kan wekken, onrechtmatig is.Gedaagde heeft zich tegen voormelde stellingen van eiseres verweerd, door ondermeer te stellen, dat artikel 10 van de Wet Fabrieks- en Handelsmerken hier niet van toepassing is; dat ”DESSOL” een afkorting is van de woorden ,,desinfectant” en „solution”; dat geen sprake kan zijn van verwarring met het product van eiseres, op grond van de duidelijke verschillen tussen de beiden producten, zoals opgesomd in de conclusie van antwoord.Gedaagde heeft evenwel toegegeven, dat in auditief opzicht wellicht van enige overeenstemming sprake kan zijn, echter leidt zulks niet tot de conclusie, dat er in casu sprake is van overeenstemming en wel in dien mate, dat gebruik van het woord ”DESSOL” verwarring als door eiseres stelt, sticht, althans daartoe kan leiden. Tenslotte heeft gedaagde gesteld, dat de waren die door eiseres onder de naam ”DETTOL” in Suriname op de markt gebruikt worden, sedert enige tijd niet meer mogen worden geïmporteerd, aangezien het beleid van de Surinaamse Overheid erop gericht is om import van producten die lokaal geproduceerd kunnen worden, stop te zetten. Dit laatste verweer van gedaagde is door eiseres, gestaafd met onbetwiste bescheiden, ontzenuwd, Naar Ons voorlopig oordeel ziet gedaagde over het hoofd, dat het in casu in hoofdsaak gaat om een merk, dat geheel of in hoofdzaak overeenstemt met het merk van een ander, in casu van eiseres.Naar Ons voorlopig oordeel vertonen beide merken zowel naar opschrift als auditief zodanige overeenstemming, dat sprake is van nabootsing en mitsdien verwarringstichtend.Het feit, dat de vorm van de flessen en van de etiketten daarop en van de kleur der vloeistoffen van de producten van partijen lichtelijke verschillen met elkaar vertonen, doet hieraan niets af, evenmin doet hieraan iets af het feit, dat het merk ”DETTOL” in zwarte letters op een wit achtergrond en ”DESSOL” in witte letters op een zwart achtergrond op de flessen gedrukt staat; tenslotte doet evenmin hieraan iets af het feit, dat op de fles van eiseres een zwaard voorkomt en op die van gedaagde een rood kruis.
Op grond van het voorgaande dient de gevraagde voorziening ten aanzien van het merk ”DESSOL” te worden toegewezen onder de navolgende voorwaarde.
Met betrekking tot de door gedaagde in Suriname in de handel gebracht wordende reinigings- en poetsmiddelen, althans soortgelijke waren onder het merk ”WINDOLINE” welke naar eiseres beweert eveneens jegens haar onrechtmatig zou zijn, ten opzichte van het door haar -eiseres- voor haar reinigings- en poetsmiddelen gebruikte merk ”WINDOLENE”, zijn Wij van oordeel, dat nu eiseres heeft doen zeggen, dat zij in dit jaar haar product (WINDOLENE”) niet geimporteerd heeft en ook niet in de handel heeft gebracht, zij mitsdien geen belang heeft bij haar vordering ten aanzien hiervan en haar vordering ten deze dan ook zal worden geweigerd.
RECHTDOENDE IN KORT GEDING:
I. Weigeren de door eiseres gevraagde voorzieningen met betrekking tot het door gedaagde gebruikte merk ”WINDOLINE”.
II. Verbieden gedaagde om pharmaceutische preparaten voor antiseptics, desinfectants en gemiciden alsmede zepen, inclusief toilet zeep, medicinale en ontsmettende zepen en kiemdodende en insecten verdelgende middelen, althans soortgelijke waren in Suriname in het handelsverkeer te brengen, te verkopen, af te leveren en/of ten verkoop of aflevering in voorraad te hebben, onder het handelsmerk
III. Bevelen gedaagde deze of soortgelijke handelingen binnen ZES MAANDEN na heden te staken, onder voorwaarde, dat eiseres binnen EEN MAAND na heden een vordering bij de gewone Rechter indient, opdat over de rechtmatigheid van de handelingen van gedaagde door die Rechter uiteindelijk zal kunnen worden beslist.
IV. Veroordelen gedaagde om aan eiseres voor elke dag, dat zij na ZES MAANDEN na heden het aub II hierboven gegeven verbod overtreedt, ten titel van dwangsom te betalen het bedrag van ƒ. 1.500,– (EENDUIZEND EN VIJFHONDERD GULDEN).
Verklaren dit vonnis tot zover vermeld aub II tot en met IV uitvoerbaar bij voorraad.
Veroordelen gedaagde in de helft van de proceskosten aan de zijde van eiseres gevallen, deze helft tot aan deze uitspraak begroot op f. 25,50 (vijf en twintig 50/100 gulden) Wijzen af het meer of anders gevorderde.
Aldus gewezen en uitgesproken ter Openbare Terechtzitting van het Kantongerecht in het Eerste Kanton te Paramaribo van MAANDAG 19 NOVEMBER 1984, door de Kantonrechter in het Eerste Kanton, Mr.R.E.Th.OOSTERLING, in tegenwoordigheid van de Substituut-Griffier, E.M.RANCHOR.
w.g.E.M.Ranchor. w.g.R.E.TH.Oosterling.
Partijen, eiseres in Kort Geding vertegenwoordigd door haar gemachtigde en de gedaagde in Kort Geding door Mr.C.Calor namens haar gemachtigde, zijn bij de uitspraak ter terechtzitting verschenen.