SRU-K1-1997-6

  • Instantie Kantongerecht Eerste Kanton
  • Zaaknummer AR-963999
  • Uitspraakdatum 09 januari 1997
  • Publicatiedatum 20 april 2021
  • Rechtsgebied Civiel recht
  • Inhoudsindicatie

    Gedaagde handelt in strijd met het tussen partijen overeengekomene door jegens eiser wanprestatie te plegen alsgevolg waarvan eiser schade heeft geleden onder meer bestaande uit inkomstenderving.Van gedaagde wordt dan een schadevergoeding gevorderd tot de voldoening waarvan gedaagde zal worden veroordeeld.

Uitspraak

Betalend
AR.no. 963999
7 januari 1997
MGT

[eiser],
wondende te [district]
ten deze vertegenwoordigd door [naam],
wonende te [district] aan de [adres],
voor wie als gemachtigde optreedt, Mr.F.F.P.Truideman, advokaat,
eiser om kort geding,

tegen

COOPERATIEVE REPUBLIEK GUYANA, rechtspersoon,
ten deze vertegenwoordigd wordende door [gedaagde],
gevestigd en kantoorhoudende aan de Gravenstraat no. 82,
voor wie als gemachtigde optreedt, Mr.B.A.Halfhide, advokaat,
gedaagde in kort geding,

De kantonrechter spreekt in deze zaak, in Naam van de Republiek, het navolgende vonnis in Kort geding uit:
Wij, Kantonrechter in het Eerste Kanton;
Gezien de stukken;
Gezien partijen;

Ten aanzien van de feiten
Overwegende, dat eiser bij het inleidend rekest op te dezer plaatse als ingelast te beschouwen gronden heeft gevorderd:
dat bij vonnis in kort geding uitvoerbaar bij voorraad:
Primair:
A. Gedaagde zal worden veroordeeld tegen behoorlijk bewijs van kwijting tot betaling van een bedrag van US $ 7500,= (ZEVENDUIZEND EN VIJFHONDERD U.S. DOLLARS) vermeerderd met de wettelijk rente ad 6% ‘s jaars vanaf de dag van rechtsingang tot aan die der algehele voldoening;

Subsidiair:
B. De gedaagde zal worden gelast om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de eiser te betalen het bedrag van US $ 7000,= (ZEVENDUIZEND U.S. DOLLARS) en wel als voorschot, in afwachting van de resultaten van de in te stellen vordering bij de gewone rechter;
Kosten rechtens.

Overwegende, dat te dienende dage partijen, vertegenwoordige door hun respektieve gemachtigden, advokaten, Mr.F.F.P.Truideman en Mr.B.A.Halfhide, ter terechtzitting zijnverschenen, op welke terechtzitting de gemachtigde van eiser wijziging van het petitum heeft gevraagd te aanzien van het primair gevorderde luidende “van US 7500 naar US 3000” en ten aanzien van het subsidiair gevorderde luidende “voorschot van US $ 2500, dus resteert haar over november en december 1996”, waarna de gemachtigde van eiser voor eis overeenkomstig vermeld verzoekschrift heeft geconcludeerd.

Overwegende, dat ten dage voor uitbetaling zijdens gedaagde bepaald, de gemachtigde van gedaagde een schriftelijke conclusie heeft genomen, waarvan de inhoud hier als ingelast dient te worden beschouwd;

Overwegende, dat de gemachtigdenvan partijen mondelinge pleidooien hebben gehouden, waarvan is opgemaakt een procesverbaal, welk hier als ingelast dient te worden beschouwd;

Overwegende, dat Wij aanvankelijk vonnis hadden bepaald op 23 januari 1997 doch bij vervoeging op heden.

TEN AANZIEN VAN HET RECHT
Overwegende, dat wij eisers verzoek op wijziging staat blijkens de aan haar verweer te grondslag gelegdestellingen uitdrukkelijk beroepen heeft op haar immuniteit tegen het uitoefenen van rechtsmacht over haar door de Surinaamse rechter, zijnde zij een onafhankelijke en soevereine staat en als zodanig volkenrechtelijk de gelijke van Suriname, op grond waarvan de Staat Suriname of zijn rechterlijke organen geen rechtsmacht ten uitoefenen over gedaagde, zullen eiser zich dan ook hebben te wenden tot de rechterlijke organen van gedaagde, indien hij pretendeert enige rechtsaanpraak op gedaagde te hebben, ijnde haar immuniteit tegen rechtsmacht van andere staten immers absoluut, in verband waarmede gedaagde verwezen heeft naar : Ian Brownleer: Principle of Public International Law, 4e druk, 1890.

Overwegende dag de eiser tegen voormeld verweer voor zover ten deze van belang, heeft aangevoerd, dat gedaagde aan het privaatrechtelijk verkeer deeneemt en dat zij zich op grond hiervan niet op haar immuniteit kan beroepen. Zijnde in casu van toepassing het recht van de Republiek Suriname;

Overwegende, dat partijen over en weer bij hun respektievelijke standpunden hebben volhard;

Overwegende, dat nu gedaagde als vreemde staat zich op haar immuniteit beroept, wij gebonden zijn aan de bepaling van artikel 15 A B, dat op zijn beurt voor de grenzen aan de rechtsmacht van ons verwijst naar het volkenrecht;

Overwegende, dat Wij er evenwel van uitaagn, dat de Surinaamse rechter zich bevoegd mag achter als de vreemde staat zich aan zijn rechtermacht onderwerpt, dan, wel de privaatpersoon aan het maatschappelijk verkeer deelgenomen heeft, zoals door het aangaan van een privaatrechtelijke overeenkomst;

Overwegende, dat als enerzijds gesteld en anderzijds niet weersproken vaststaat, dat tussen gedaagde en de eiser op 1 februari 1995 bij geschrift is gesloten voor de duur van 3 jaren, ingaande 1 februari 1995 een overeenkomst van huur en verhuur betreffende het perceelland met daaropstaande gebouwen, gelegen te [district] aan [adres] tegen de prijs van US $ 1500.= per maand;

Overwegende, dat gedaagde door met de eiser voormelde huurovereenkomst te sluiten, als privaatpersoon aan het maatschappelijk verkeer heeft deelgenomen op grond waarvan Wij ons bevoegd mogen achten en aan gedaagde ‘mitsdien geen immuniteit kunnen toekennen;

Overwegende, dat gedaagde voorts als subsidiair verweer heeft aangevoerd, dat een enkel belang zijdens eiser is gesteld of gebleken om een onverwijlde voorziening bij voorraad zoals gevorderd te rechtvaardigen, zijnde het enkelefeit, dat volgens eiser gedaagde ernstig gewanpresteerd zou hebben, op zichzelf geen reden tot een voorziening bij voorraad, aangezien dat op zichzelf geen orde maatregel vereist;

Overwegende, dat Wij voormeld verweer besprekend, opmerken, dat haar als onweerspreken tussen partijen rechtens vaststaat: gedaagde, geheel in strijd met het eertijds tussen partijen overeengekomene, die huurovereenkomst heeft beëindigd en dat gedaagde, naar de eiser haar, naar ons voorlopig oordeel , terecht verwijt wanprestatie heeft gepleegde alsgevolgd waarvan hij –eiser- schade heeft geleden onder meer bestaande uit inkomstenderving;

Overwegende, dat de eiser op grind van voormelde schadetoebrengende handeling terecht van gedaagde schadevergoeding vordert tot de voldoening waarvan Wij gedaagde zullen veroordelen bu de gewone rechter een daartoe strekkende vordering naar aan zekerheidgrenzende waarschijnlijkheidook zou toewijzen;

Overwegende, dat Wij ook het subsidiair gevoerd verweer van gedaagde als ongegrond verwerpen;

Overwegende, dat Wij gedaagde als de in het ongelijk gestelde partij de kosten van dit proceszullen laten dargen;

RECHTDOENDE IN KORT GEDING
Verlenen eiser akte van wijziging van zijn primaire vordering als verzocht;

Veroordelenn gedaagde aan de eiser tegen behoorlijk bewijs van kwijitng te betalen het bedrag van US $ 3000,= verwoordend met de wettelijke interessen hierover ad 6 % per jaar vanaf 6 november 1996 tot aan die der algehele voldoening;

Verwijzen gedaagde in de kosten van dit proces, aan eisers zijde gevallen en tot aan deze uitspraakbegroot op f.3551,= (DRIEDUIZEND VIJFHNDERD EEN EN VIJFTIG GULDEN);

Aldus gewezen en bij vervoeging uitgesproken ter Openbare Terechtzitting van het Kantongerecht in het Eerste kanton te Paramaribovan donderdag, 9 januari 1997 door de Kantonrechter in het Eerste Kanton, Mr.J.R.Von Niessewand, in tegenwoordigeheid van de Fungerend-griffier, Mr.L.Van Bosse.

In kort geding
Partijen zijn noch in persoon noch bij gemachtigde bij de uitspraak te terechtzitting verschenen.