- Instantie Kantongerecht Eerste Kanton
- Zaaknummer AR-042821
- Uitspraakdatum 25 mei 2005
- Publicatiedatum 31 mei 2019
- Rechtsgebied Civiel recht
-
Inhoudsindicatie
Personen- en familierecht. Voogdij. Bevoegdheid Kantonrechter. Verzoekster en minderjarige kind staan ingeschreven in de gemeentelijke administratie in Zwijndrecht, te Nederland. Hieruit volgt op grond van artikel 69 BW het voornemen van verzoekster om haar hoofdverblijf aldaar te vestigen. Kantonrechter is derhalve onbevoegd.
Uitspraak
KANTONRECHTER IN HET EERSTE KANTON
A.R. 042821
25 mei 2005
M.M
BESCHIKKING inzake:
[verzoekster]
wonende in Nederland,
voor wie als gemachtigde optreedt mr. I.S. Asarfi- Lalji, advocaat, verzoekster,
tegen
[verweerder] wonende in Nederland,
voor wie als gemachtigde optreedt mr. M. Vos, advocaat, verweerder,
1 Het verloop van de procedure
1.1 Dit blijkt uit de volgende processtukken en proceshandelingen:
– het verzoekschrift dat verzoekster op 9 juli 2004 op de Griffie der Kantongerechten heeft ingediend met producties;
– de raadkamerzitting;
– het proces-verbaal van de voortzetting van de raadkamerzitting;
1.2 De uitspraak van de beschikking is bepaald op heden.
2 De feiten
2.1 Bij beschikking d.d. 10 juli 2001 A.R. 992578 van de kantonrechter in het Eerste Kanton is verzoekster tot voogdes en verweerder tot toeziende voogd benoemd over het uit hun huwelijk geboren, thans nog minderjarig kind, [naam 1];
2.2 Uit de overgelegde uittreksels uit de gemeente administratie van de [gemeente] blijkt dat verzoekster en de genoemde minderjarige in Nederland staan ingeschreven op het [adres] te [woonplaats].
3 Het verzoek, de grondslag daarvan en het verweer.
Verzoekster verzoekt:
3.1 dat zij wordt ontslagen uit de voogdij en dat [naam 2] tot voogd wordt benoemd over het genoemde minderjarig kind;
3.2 dat verweerder wordt ontslagen uit de toeziende voogdij over eerder genoemde minderjarige;
3.3 Op het verweer van verweerder zal voor zover nodig later worden teruggekomen’.
4 De beoordeling
Verweerder weerspreekt gemotiveerd dat verzoekster in Suriname woont en stelt dat de bevoegdheid van de kantonrechter bepaald wordt door de verblijfplaats van de genoemde minderjarige.
Verzoekster heeft onvoldoende gesteld over de aard van haar verblijf in Nederland, doch uit de door verweerder overgelegde uittreksels uit de gemeente administratie van de [gemeente], blijkt dat verzoekster en haar minderjarig kind in genoemde gemeente staan ingeschreven. De kantonrechter is van oordeel dat hieruit krachtens artikel 69 van het Burgerlijk Wetboek, het voornemen van verzoekster om haar hoofdverblijf aldaar te vestigen, geconcludeerd kan worden. Dit impliceert dat er in deze sprake is van verandering van woonplaats van verzoekster en de genoemde minderjarige. De kantonrechter zal zich derhalve onbevoegd verklaren om van het verzoek kennis te nemen.
5 De beslissing
5.1 Verklaart Ons onbevoegd om van het verzoek kennis te nemen.
Aldus gegeven en uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Kantongerecht in het Eerste Kanton te Paramaribo op woensdag 25 mei 2005, door de kantonrechter in het Eerste Kanton mr J. Von Niesewand in tegenwoordigheid van de fungerend griffier, J.Ngadimin-Salamin.