SRU-K1-2005-6

  • Instantie Kantongerecht Eerste Kanton
  • Zaaknummer AR-051974
  • Uitspraakdatum 24 mei 2005
  • Publicatiedatum 13 september 2019
  • Rechtsgebied Civiel recht
  • Inhoudsindicatie

    A. De Kortgeding rechter is NIET bevoegd om een beslissing van constitutieve of declaratoire aard te geven, aangezien dit onverenigbaar is met de aard van het kortgeding. Nu het door verzoekers gevorderde een beslissing van constitutieve en declaratoire aard vereisen, kan in kortgeding GEEN toewijzing plaatsvinden.
    B. De besluiten van de President van de Republiek Suriname d.d. 30 maart 2005, gepubliceerd in het ARS van 30 maart 2005 no. 28, zijn thans onherroepelijk en onaantastaar geworden, waardoor het gevorderde, vernietiging van de genoemde besluiten, niet mogelijk is.
    C. De vordering is NIET mede ingesteld namens de specifiek genoemde gezinsleden EN personen die vallen onder het gestelde in Artikel 5 lid 2 van de TO, waardoor het in het petitum gevorderde namens: “…..en hun gezinnen…” en “…een ieder die onder Artikel 5 lid 2 van de TO valt…”, niet kan worden toegewezen, zonder in strijd met de wet te handelen. De vordering wordt niet ontvankelijk verklaard terzake deze categorieën van personen.
    D. Indien niet voldaan is aan de stelplicht kan GEEN toewijzing van het gevorderde plaatsvinden.

    SJB 2010/1

Uitspraak

BETALEND
A.R. no. 051974
24 mei 2005
F.H

I. [eiser sub I], wonende aan [adres 1], te [district],
II. [eiseres sub II], wonende aan [adres 2], te [district],
III. [eiseres sub III], wonende aan [adres 3] te [plaats],
IV. [eiser sub IV], wonende aan [adres 4], te [plaats] in Nederland,
V. SOCIAAL CULTURELE VERENIGING SHIVA, rechtspersoon, gevestigd en kantoorhoudende te Paramaribo, aan de Kwattaweg 353-c,
VI. VERENIGING VAN REIZIGERS (VVR), rechtspersoon, gevestigd en kantoorhoudend te 6535 XC Nijmegen aan de Goselingstraat no. 3, in Nederland mede kantoorhoudende te Paramaribo aan de Kwattaweg no. 353-c, hierna eiseres VVR en/of VI,
VII. [stichting], rechtspersoon, gevestigd en kantoorhoudende te [district], aan [adres 5], door wie tot hun allen gemachtigde is gesteld, mr. E.Ch. de Noten, advocaat,
eisers in kort geding,

tegen

DE REPUBLIEK SURINAME, rechtspersoon, in rechte vertegenwoordigd wordende door de Procureur Generaal bij het Hof van Justitie van Suriname, kantoorhoudende te Paramaribo, aan de Henck Arronstraat 3 hierna de Staat Suriname en/of Suriname, voor wie als gemachtigde optreedt, mr. A.R. Baarh, advocaat,
gedaagde in kort geding,

De Kantonrechter spreekt in deze zaak, in Naam van de Republiek, het navolgende vonnis is kort geding uit:
Wij, Kantonrechter in het Eerste Kanton;
Gezien de stukken;
Gehoord partijen;

Ten aanzien van de feiten:
Overwegende, dat eisers bij het inleidend rekest op te dezer plaatse als ingelast te beschouwen gronden heeft gevorderd: dat bij vonnis in kort geding verzocht:

PRIMAIR:
I. de Staat Suriname te gelasten en/of te veroordelen om binnen twee dagen na betekening van het in dezen te wijzen vonnis (voor eisers sub I, II, III en IV en hun gezinnen);

a) onvoorwaardelijk tot Suriname toe te laten en eisers in alle opzichten als Surinamer (Surinaams Staatsburger) te behandelen;
b) eisers sub I, II & III niet te discrimineren bij de aanvraag en verlening van bedrijfsvergunningen, overheidspercelen etc. ten opzichte van een Surinamer;
c) eisers sub I, II, III & IV en hun gezinnen te allen tijde visumvrij (onvoorwaardelijk) tot Suriname toe te laten;
d) eisers sub I, II & III en hun gezinnen in Suriname actief en passief kiesrecht toe te kennen door opneming op de Kiezerslijst (administratie) opdat dezen in de verkiezingen van 25 mei 2005 kunnen deelnemen;
e) dat een ieder die onder Artikel 5 lid 2 TO valt onvoorwaardelijk tot de Republiek Suriname wordt toegelaten en daar in alle opzichten als Surinamer (Surinaams Staatsburger) wordt behandeld;
f) dat een ieder die onder Artikel 5 lid 2 TO valt en in Suriname woont in de Kiezerslijst (administratie) voor de verkiezingen van 25 mei 2005 door de Staat Suriname wordt opgenomen;
g) dat indien eisers sub I, II & III door toedoen van de Staat Suriname geen gebruik kunnen maken van hun Kiezersrechten (Burgerrechten) op 25 mei 2005 en erna, de komende verkiezingen als onverbindend te verklaren c.q. dat deze ongeldig zullen zijn;
h) dat de overige in Suriname wonende personen die onder Artikel 5 lid 2 TO vallen indien door toedoen van de Staat Suriname geen gebruik kunnen maken van hun Kiezersrechten op 25 mei 2005, de komende verkiezingen van 25 mei 2005 en erna, dezen onverbindend te verklaren c.q. dat dezen ongeldig zullen zijn;

II. ten aanzien van eisers sub I, II, III, V, VI & VII, de verkiezingen van 25 mei 2005 en hierna uit te stellen totdat de Kiesregeling in overeenstemming zal zijn gebracht met de Grondwet van Suriname, voor zover die in strijd zijn met UVRM, BUPO, IVUR & OAS; zulks op verbeurte van een dwangsom van SRD 20.000,= (dit bedrag staat ongeveer gelijk met de dagelijks ten onrechte geïncasseerde visumgelden te Amsterdam) voor iedere dag, dat gedaagde, nadat twee dagen na voormelde betekening zijn verstreken, in gebreke blijft aan in dezen te wijzen vonnis te voldoen;

III. te verklaren voor recht dat de Staat Suriname onrechtmatig heeft gehandeld jegens eisers, door voornoemde handelingen;

IV. de Staat Suriname te veroordelen in de kosten van dit geding;

V. de Staat Suriname te veroordelen in de te maken proceskosten zijdens eisers hetgeen op € 1.500,= is begroot;

VI. dit vonnis voor zover wettelijk mogelijk uitvoerbaar bij voorraad en op de minuut uitvoerbaar verklaren;

Subsidiair:
I. tegen de Staat Suriname in goede justitie één of meerdere beslissing (en) te nemen.

Overwegende, dat te dienende dage partijen vertegenwoordigd door hun gemachtigden, advocaten, mr. E.Ch. de Noten en mr. A.R. Baarh ter terechtzitting zijn verschenen, op welke terechtzitting de gemachtigde van eisers van eis overeenkomstig vermeld verzoekschrift en de conclusie tot rectificatie en uitbreiding van eis d.d. 20/5/’05 heeft geconcludeerd;

Overwegende, dat ten dage voor afpleiten bepaald de gemachtigden van partijen de zaak mondeling hebben bepleit en hebben verklaard gelijk in het daarvan door Ons opgemaakt en hier als ingelast te beschouwen proces-verbaal staat gerelateerd;

Overwegende, dat de uitspraak van het vonnis is bepaald op heden.

Ten aanzien van het recht
Overwegende, dat het spoedeisend karakter van de primaire vordering uit de aard van de daaraan ten grondslag gelegde feiten blijkt;

Overwegende, dat eisers op te dezer plaatse als ingelast te beschouwen gronden primair hebben gevorderd dat bij vonnis in Kort Geding:
– de beslissingen, althans besluiten, van de President van de Republiek Suriname (de Staat Suriname) van 30 maart 2005, voorzien van de [nummers] gepubliceerd in het Advertentieblad van de Republiek Suriname (ARS) van 30 maart 2005 [nummer] te vernietigen en te beslissen dat alle onder Artikel 5 lid 2 vallende personen alsnog op Kiezerslijsten voor de verkiezingen van 25 mei 2005 worden geplaatst;

I. gedaagde te gelasten en/of te veroordelen binnen twee dagen na betekening van het vonnis (voor eisers sub I, II, III en IV en hun gezinnen);

a. onvoorwaardelijk tot Suriname toe te laten en eisers in alle opzichten als Surinamer (Surinaams Staatsburger) te behandelen;
b. eisers sub I, II en III niet te discrimineren bij de aanvraag en verlening van bedrijfsvergunningen, overheidspercelen et cetera, ten opzichte van een Surinamer;
c. eisers sub I, II, II en IV en hun gezinnen te allen tijde visumvrij (onvoorwaardelijk) tot Suriname toe te laten;
d. eisers sub I, II en III en hun gezinnen in Suriname actief en passief kiesrecht toe te kennen door opneming op de Kiezerslijst (in de administratie) opdat dezen aan de verkiezingen van 25 mei 2005 kunnen deelnemen;
e. dat een ieder die onder artikel 5 lid 2 van de Toescheidingsovereenkomst valt onvoorwaardelijk tot de Republiek wordt toegelaten en daar in alle opzichten als Surinamer (Surinaams Staatsburger) wordt behandeld;
f. dat een ieder die onder artikel 5 lid 2 van de Toescheidingsovereenkomst valt en in Suriname woont op de Kiezerslijst (in de administratie) voor de verkiezingen van 25 mei 2005 door de Staat Suriname wordt opgenomen;
g. dat, indien eisers sub I, II en III door toedoen van de Staat Suriname geen gebruik kunnen maken van hun Kiezersrechten (Burgerrechten) op 25 mei 2005 en erna, de komende verkiezingen als onverbindend worden verklaard c.q. dat dezen ongeldig zullen zijn;
h. dat indien de overige in Suriname wonende personen die onder artikel 5 lid 2 van de Toescheidingsovereenkomst vallen, door toedoen van de Staat Suriname geen gebruik kunnen maken van hun Kiezersrechten op 25 mei 2005, de komende verkiezingen van 25 mei 2005 en erna, dezen onverbindend worden verklaard c.q. dat dezen ongeldig zullen zijn;

II. ten aanzien van eisers sub I, II, III en IV, de verkiezingen van 25 mei 2005 en hierna uit te stellen totdat de Kiesregeling in overeenstemming zal zijn gebracht met de Grondwet van Suriname, voor zover die in strijd is met UVRM, BUPO, IVUR en OAS, zulks onder verbeurte van een dwangsom van SRD 20.000,= voor iedere dag dat gedaagde, nadat twee dagen na voormelde betekening zijn verstreken, in gebreke blijft aan het in dezen te wijzen vonnis te voldoen.

III. te verklaren voor recht dat de Staat Suriname onrechtmatig heeft gehandeld jegens eisers, door voornoemde handelingen;

IV. de Staat Suriname te veroordelen in de kosten van dit geding;

V. de Staat Suriname te veroordelen in de te maken proceskosten zijdens eisers hetgeen op EUR.1.500,= is begroot;

VI. dit vonnis voor zover wettelijk mogelijk uitvoerbaar bij voorraad en op de minuut uitvoerbaar verklaren;

Subsidiar:
1. tegen gedaagde één of meerdere beslissingen in goede justitie te nemen:

Overwegende, dat gedaagde, naar uit de aan zijn verweer ten grondslag gelegde stellingen blijkt, welke stellingen als in dit vonnis letterlijk herhaald en geïnsereerd worden aangemerkt, zich tegen het geven van de door eisers gevraagde voorzieningen heeft verzet en verzocht die voorzieningen te weigeren althans eisers’ vorderingen met een niet ontvankelijkheid te begroeten;

Overwegende, dat hoewel die stellingen relevant zijn, zij toch niet aan een bespreking hoeven te worden onderworpen als geheel overbodig, omdat, ook al zou een onderzoek de juistheid van die stellingen uitwijzen, Wij reeds enkel op grond van de aard van hetgeen in het petitum gevorderd is, in staat zijn een eindbeslissing te geven, welke Wij ook zullen geven;

Overwegende, dat Wij met betrekking tot het medegevorderde: “en hun gezinnen” in onderdeel I (aanhef) sub c sub d van het petitum opmerken, dat nu, naar Ons gebleken is, eisers sub I, II, III en IV niet mede namens hun respectieve echtgenoten en kind(eren), onder vermelding van hun namen, voornamen, en ten aanzien van de kinderen, hun leeftijden, dat gevorderde hebben ingesteld als gevolg waarvan die echtgenoten en kind(eren) niet mede zijn de eisers, dienen de eisers sub I, II, II en IV, wat dat deel van dat mede-gevorderde betreft, daarin niet te worden ontvangen;

Overwegende, dat Wij met betrekking tot het gevorderde strekkende tot vernietiging van de beslissingen casu quo besluiten van de President van de Republiek Suriname van 30 maart 2005 met de [nummers], gepubliceerd in het Advertentieblad van de Republiek Suriname (ARS) van 30 maart 2005 [nummer], opmerken, dat, ook al zouden de feiten c.q. gronden, aan dat gevorderde ten grondslag gelegd, in rechte tussen partijen zijn komen vast te staan, dan nog zouden Wij dat gevorderde niet kunnen toewijzen c.q. die terzake gevraagde voorziening niet kunnen geven, nu hetgeen de eisers sub. I, tot en met VII van ons verlangen, beslissingen welke van constitutieve en van declaratoire aard zijn, die Wij als Kantonrechter in Kort Geding niet kunnen geven; een constitutieve niet omdat een zodanige beslissing in zichzelve een definitief karakter heeft en reeds uit dien hoofde aan het Kort Geding is ontzegd; een declaratoire evenmin omdat met de aard van het vonnis in Kort Geding, als provisionele voorziening welke niet de rechtsverhouding tussen partijen ten principale beslist, onverenigbaar is dat de Kantonrechter in kortgeding een declaratoire beslissing zou geven;

Overwegende, dat, naar Ons gebleken is, het sub a. van het in onderdeel I van het petitum gevorderde ruim geformuleerd is en wel zo ruim dat bij bespreking daarvan het gevorderde in het bijzonder onder b, c, en d van dat onderdeel geacht wordt gelijk te zijn betrokken in die bespreking en dat derhalve Ons oordeel over het sub a gevorderde, ook over het gevorderde onder b, c en d van gemeld onderdeel geldt;

Overwegende, dat Wij, overgaande tot bespreking van het gevorderde sub a in onderdeel I van het petitum, opmerken, dat wat de daaraan ten grondslag gelegde feiten ook moge zijn, dat gevorderde naar Ons voorlopig oordeel, niet toewijsbaar is nu de beslissingen van de President van de Republiek Suriname die van 30 maart 2005 dateren en onder de [nummers] 2005 gepubliceerd in het Advertentieblad van de Republiek Suriname (ARS) van 30 maart 2005 [nummer], onaantastbaar en mitsdien onherroepelijk zijn geworden en dientengevolge toewijzing van het gevorderde sub a in onderdeel I van het petitum in de weg staan;

Overwegende, dat Wij met betrekking tot het gevorderde onder e en f in onderdeel I van het petitum opmerken, dat nu niet gesteld is door eisers dat zij voor en namens:”een ieder die onder artikel 5 lid 2 van de Toescheidingsovereenkomst valt”, de onderhavige vordering instellen, nog daargelaten dat zij de namen en voornamen c.q. de persoonsgegevens van die personen niet hebben vermeld, wat had gemoeten, ontgaat het Ons geheel hoe toewijzing van gemeld gevorderde zou kunnen volgen zonder in strijd te handelen met de Wet;

Overwegende, dat Wij, wat het gevorderde sub q en h in onderdeel I van het petitum betreft, opmerken, dat, wat dat gevorderde ook moge zijn, toewijzing daarvan niet kan volgen zonder beslissingen te geven van zowel constitutieve, als van declaratoire aard, waartoe wij als Kantonrechter in kort geding niet bevoegd zijn;

Overwegende, dat Wij ten aanzien van het gevorderde in onderdeel II van het petitum opmerken, dat, nu Wij als Kantonrechter in kort geding de gevolgen van een toewijzende beslissing niet kunnen overzien, Wij de gevraagde voorziening reeds op grond daarvan zullen weigeren;

Overwegende, dat nu Wij op hetgeen in onderdeel III van het petitum gevorderd is, een beslissing zouden moeten geven die declaratoir van aard is, doch die Wij als Kantonrechter in kort geding niet mogen geven, omdat zij niet is een voorlopige voorziening, zal toewijzing van dat gevorderde niet volgen;

Overwegende, dat Wij ten aanzien van het gevorderde in onderdeel V van het petitum opmerken, dat, nu de eisers, wat dat gevorderde betreft, niet aan hun stelplicht hebben voldaan, toewijzing daarvan achterwege dient te blijven;

Overwegende, dat Wij, wat het susidiair gevorderde betreft, opmerken dat toewijzing daarvan niet kan volgen nu de feiten daaraan ten grondslag gelegd, geenszins tot die toewijzing kunnen leiden, vanwege gebrek aan correlatie tussen het fundamentum petendi en het petitum;

Overwegende, dat hetgeen in de Pleitaantekeningen de dato 23 mei 2005 is vastgelegd, geacht wordt in Onze bespreking te zijn meegenomen en in Ons oordeel mede zijn betrokken;

Overwegende, dat Wij mitsdien beslissen zullen als in het dictum te melden, onder verwijzing van de eisers als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten ;

Rechtdoende in Kort Geding:

Weigeren zowel het primair als het subsidiair gevorderde;

Verwijzen de eisers in de proceskosten, aan de zijde van gedaagde gevallen en tot aan deze uitspraak begroot op nihil.

Aldus gewezen en uitgesproken ter Openbare terechtzitting van het Kantongerecht in het Eerste Kanton te Paramaribo van dinsdag, 24 mei 2005, door de Kantonrechter in het Eerste Kanton, mr. J.R. von Niesewand, in tegenwoordigheid van mr. S. Tika, Fungerend Griffier.

w.g. S. Tika w.g. J.R. von Niesewand