SRU-K1-2006-3

  • Instantie Kantongerecht Eerste Kanton
  • Zaaknummer AR-021626
  • Uitspraakdatum 17 oktober 2006
  • Publicatiedatum 22 mei 2019
  • Rechtsgebied Civiel recht
  • Inhoudsindicatie

    Huurrecht. Vaststelling hoogte huurprijs. Beperkte afwijking deskundigenadvies.

Uitspraak

KANTONGERECHT IN HET EERSTE KANTON

A.R. 021626
17 oktober 2006
S.S.H.W.

Vonnis inzake:

[eiser],
wonende te [district].
eiser,
gemachtigde: mr. B.A. HALFHIDE, advocaat

tegen

[gedaagde],
wonende te [district].
gedaagde,
gemachtigde: mr. H.P. BOLDEWIJN, advocaat.

Dit vonnis bouwt voort op het vonnis gewezen en uitgesproken op 19 oktober 2004.

1. De verdere loop van de procedure

1.1 Die blijkt uit de volgende processtukken / – handelingen
– de comparitie van partijen gehouden op 21 december 2005 en de voortzetting daarvan op15 februari 2006,
– benoeming en beëdiging taxateur,
– overlegging taxatierapport,
– uitlating zijdens gedaagde m.b.t. overgelegde taxatierapport met productie,
– uitlating zijdens eiser m.b.t. overgelegde taxatierapport en uitlating overgelegde productie.

1.2 De uitspraak van het vonnis is bepaald op heden.

2. De verdere beoordeling

2.1 Wanprestatie

Verbouwingen
2.1.1 Uit de stelling van eiser dat partijen waren overeengekomen dat gedaagde gedurende de eerste 5 jaren van de huurovereenkomst was vrijgesteld van verhoging van de huurpenningen om hem zodoende in de gelegenheid te stellen zijn investering in het gehuurde terug te verdienen, leidt de kantonrechter af dat er terzake de verbouwingen c.q. gepleegde renovatie wel sprake is geweest van goedkeuring c.q. medeweten van de rechtsvoorganger van eiser, ook indien deze toestemming achteraf zou zijn gegeven.De kantonrechter is het overigens eens met het verweer van gedaagde dat eiser bovendien niet heeft duidelijk gemaakt over welke verbouwingen hij zich beklaagt en of deze betrekking hebben op de periode voor of nadat hij eigenaar is geworden.Hierdoor heeft eiser dus niet voldaan aan zijn stelplicht. De kantonrechter gaat daarom aan deze stelling van eiser voorbij.Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen is er geen sprake van wanprestatie wegens handelen door gedaagde in strijd met artikel 6 van de huurovereenkomst.

Achterstand betaling huurpenningen
2.1.2 Eiser heeft, nadat gedaagde ontkende bij gebrek aan verificatoren een achterstand in de betaling te hebben van Nf. 673,37, zijn stellingen terzake niet nader gemotiveerd of onderbouwd. Dit mocht van hem worden verwacht nu onweersproken is dat eiser reeds bij schrijven van 11 maart 2002 aan gedaagde heeft gevraagd hem een officieel overzicht van de op de data van betaling gehanteerde koers van De SURINAAMSCHE BANK te doen toekomen, hetgeen hij heeft nagelaten, ook nadat gedaagde ten processe dat verzoek heeft herhaald. Hierdoor heeft eiser niet voldaan aan zijn stel- en motiveringsplicht en is niet komen vast te staan dat gedaagde over de periode 1997 tot en met 2000 de gestelde achterstand in de betaling heeft, welke achterstand zou zijn ontstaan door koersverschillen en onjuiste betalingen.Van wanprestatie zijdens gedaagde is ook op dit punt dan ook geen sprake.De kantonrechter overweegt bovendien dat, ook indien er sprake zou zijn van een achterstand als vermeld, deze wanprestatie van te geringe betekenis zou worden geacht om de ontbinding van de tussen partijen bestaande overeenkomst van huur en verhuur te kunnen rechtvaardigen.

2.1.3 Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen zal de primaire vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming worden afgewezen.

2.2 Huurprijs.

De verhoging
2.2.1 Partijen zijn in artikel 1 van de huurovereenkomst overeengekomen dat de maandelijkse huur van Nf. 200,- – per maart 2001 zou worden herzien. Gedaagde vordert dan ook met recht herziening van de huurprijs en wel met ingang van maart 2001. De kantonrechter zal krachtens artikel 7 van de Huurbeschermingswet 1949 de huurprijs vaststellen.

2.2.2 De benoemde deskundige adviseert in zijn rapport dat de huurprijs kan worden vastgesteld op US$. 900,- per maand.

Eiser vindt dit bedrag te laag doch refereert zich ten aanzien daarvan aan het oordeel van de kantonrechter. Gedaagde voert aan slechts Nf. 800,- per maand aan huur te kunnen betalen.

Nu partijen in hun overeenkomst de betaling van de huurpenningen in Nederlandse Gulden zijn overeengekomen en partijen op grond van deze overeenkomst hun rechtsrelatie voortzetten zal de kantonrechter de huurprijs in de thans geldende Nederlandse munteenheid uitdrukken.

Argumenten rapport deskundige.
Bijbouw / renovatie
2.2.3 De deskundige vermeldt in zijn rapport dat, voor wat betreft de staat waarin het gebouw zich bevond op het moment van de verhuur, er tussen partijen geen verschil van mening bestaat dat het pand is verhuurd zonder bijbouw aan de westelijke zijde van het gebouw, de nieuwe keuken op de begane grond en de door gedaagde aangelegde vloer van de tweede etage. Deze bijbouw is volgens de deskundige in overleg met partijen, bij het opmaken van het rapport, buiten beschouwing gelaten. Dit betekent dat de door gedaagde aangebrachte objectieve verbeteringen niet in de bepaling van de huurprijs zijn betrokken. De kantonrechter gaat daarom voorbij aan het bezwaar van gedaagde tegen het rapport dat de deskundige er onvoldoende rekening mee heeft gehouden dat het totale gebouw door hem is gerenoveerd.

Goodwill
2.2.4 Gedaagde voert tevens als argument aan dat de deskundige er ten onrechte van is uitgegaan dat de ”benefit die hij uit de exploitatie van het pand haalt, beïnvloed wordt door de naam Combe Bazaar” omdat die zaak reeds acht jaren gesloten was. Van overgenomen goodwill is dus geen sprake, aldus gedaagde. Eiser weerspreekt dit argument van gedaagde stellende dat de toen bestaande Combe Bazaar 5 jaren voordat de huurovereenkomst tussen partijen is aangegaan, is gesloten en dat de naam Combe Bazaar van het jaar haar 75 jarig bestaan zal vieren. De naam Combe Bazaar is gedurende deze jaren een begrip in de samenleving, aldus eiser.

Het argument van gedaagde terzake is niet steekhoudend. Immers gedaagde heeft zijn bedrijf opgezet onder de reeds door de rechtsvoorganger van eiser gebruikte naam ”Combe Bazaar”. De kantonrechter leidt hieruit af dat gedaagde met deze naamkeuze de bedoeling heeft gehad te profiteren van de goodwill van die zaak , ook indien deze reeds enige tijd was gesloten.

Marketing Mix
2.2.5 Het argument van gedaagde dat de bouw van Royal Torarica niet mag worden meegenomen bij de bepaling van de huurprijs snijdt hout nu vaststaat dat 7 jaar na aanvang van de huurovereenkomst nog geen aanvang is gemaakt met de bouw van dit hotel. De kantonrechter ziet hierin reden voor een beperkte afwijking van het deskundig advies.

2.3 Voor het overige zijn de aangevoerde argumenten voor afwijking van het deskundig advies niet steekhoudend.

2.4 Op grond van de rechtsoverwegingen onder 2.2 en rechtsoverweging 2.3 zal het subsidiair gevorderde in voege als na te melden worden toegewezen.

2.5 Gedaagde zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van eiser gevallen

3. De beslissing

3.1 Wijst af het gevorderde onder primair.

3.2 Veroordeelt gedaagde om met ingang van 1 maart 2001 met betrekking tot het pand gelegen aan de Kleine Combeweg no. 9 te Paramaribo, maandelijks tot aan het einde van de tussen partijen bestaande huurovereenkomst van 7 november 1996, aan eiser te betalen het bedrag van Euro. 625 (zeshonderd en vijfentwintig Euro).

3.3 Verklaart dit vonnis tot zover vermeld sub 3.2 uitvoerbaar bij voorraad.

3.4 Veroordeelt gedaagde in de proceskosten aan de zijde van eiser gevallen en tot aan deze uitspraak begroot op SRD. 40,75 (veertig Surinaamse Dollars en vijfenzeventig dollarcent).

3.5 Wijst af het meer of anders gevorderde.

Aldus gewezen en in het openbaar uitgesproken te Paramaribo op dinsdag 17 oktober 2006 door de kantonrechter in het eerste kanton mr. D.D. SEWRATAN in tegenwoordigheid van de fungerend Griffier.