SRU-K1-2009-6

  • Instantie Kantongerecht Eerste Kanton
  • Zaaknummer AR-063267
  • Uitspraakdatum 18 augustus 2009
  • Publicatiedatum 26 juni 2019
  • Rechtsgebied Civiel recht
  • Inhoudsindicatie

    In het eerder op 19 november 2007 gewezen tussenvonnis heeft de kantonrechter geoordeeld dat de eiser wel ontvankelijk is in zijn beroep, daar de Raad van Beroep, alwaar eiser in beroep dient te gaan, reeds jaren niet functioneert. Gezien het feit dat eiser wel ontvankelijk is in zijn bezwaar en gedaagde om die reden niet inhoudelijk ingegaan is op het bezwaar, is de vordering van eiser welke tot vernietiging van de beschikkingen leidt, toegewezen. De vordering ter zake de kosten voor juridische adviezen is afgewezen, daar de kosten niet vallen onder de in artikel 61 Wetboek Rv genoemde proceskosten, waardoor het een wettige grondslag mist. Aangezien de eiser nagelaten heeft (te vorderen) het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren, mag de kantonrechter niet meer toewijzen dan wat gevorderd is, derhalve zal het vonnis niet uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard.

    SJB

Uitspraak

KANTONGERECHT IN HET EERSTE KANTON
A.R. No. 063267
18 augustus 2009

Vonnis inzake:
[eiser],
wonende te [district] aan [adres],
eiser,
procederende in persoon,

tegen

DE STAAT SURINAME, met name het Ministerie van Financiën, Dienst der Belastingen,
gevestigd te Paramaribo,
gedaagde,
gemachtigde: mr. F.F.P. Truideman, advocaat

Vooraf
De kantonrechter verwijst naar het op 19 november 2007 in deze zaak gewezen en uitgesproken tussenvonnis, waarbij eiser in de gelegenheid is gesteld de volgende producties over te leggen:
a) de beschikkingen genummerd OS 123891/ OS 123892/ OS 123893/ OS 123894/ AS 675283/ AS 675283/ AS 675284,
b) een uitdraai van de belastingdienst gedateerd 18 mei 2005,
c) het bezwaarschrift van [eiser] van mei 2005,
d) de beschikkingen van de gedaagde over de jaren: 1997, 1998, 2002, 2003, 2004, gedateerd 2 augustus 2006 en ontvangen op 10 augustus 2006.
De kantonrechter volhardt bij de inhoud van dit vonnis.

1. Het verdere verloop van het proces

1.1 Dit blijkt uit de volgende processtukken en –handelingen:
– de conclusie tot overlegging van de producties d.d. 16 juni 2008;
– de conclusie tot uitlating overgelegde producties d.d. 7 juli 2008.

1.2 De uitspraak van het vonnis is nader bepaald op heden.

2. De beoordeling

2.1 Uit de inhoud van de beschikkingen waarvan eiser vernietiging vordert, blijkt dat gedaagde eiser niet ontvankelijk heeft verklaard in het door hem ingesteld bezwaar, omdat hij niet binnen de bij wet gestelde termijn beroep heeft aangewend. Doordat gedaagde eiser niet ontvankelijk heeft verklaard in het hem ingesteld bezwaar, is gedaagde inhoudelijk niet ingegaan op de bezwaren van eiser hetgeen overigens blijkt uit de inhoud van de beschikkingen waarvan eiser vernietiging vordert. Zoals de kantonrechter reeds in het eerder op 19 november 2007 in deze zaak gewezen tussenvonnis heeft geoordeeld, is eiser wel ontvankelijk in zijn beroep omdat de Raad van Beroep alwaar hij in beroep dient te gaan een ettelijk aantal jaren niet functioneert. Nu de kantonrechter eiser wel ontvankelijk acht in zijn bezwaar en gedaagde om die reden inhoudelijk niet is ingegaan op het bezwaar van eiser, zal gedaagde alsnog inhoudelijk moeten ingaan op het door eiser ingesteld bezwaar. Hieruit volgt dat de vordering van eiser tot vernietiging van de beschikkingen zal worden toegewezen.

2.2 De vordering terzake veroordeling van gedaagde in de kosten voor juridische adviezen, welke kosten zijn inbegrepen in de door eiser gevorderde proceskosten van SRD 750,– komen niet voor toewijzing in aanmerking. Dit, omdat deze kosten blijkens het bepaalde in artikel 61 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering niet vallen onder de proceskosten en dus enige wettelijke grondslag missen.

2.3 De kantonrechter constateert dat eiser heeft nagelaten het vonnis in onderhavige zaak uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. Nu de kantonrechter niet meer mag toewijzen dan gevorderd, zal het vonnis niet uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard.

2.4 Gedaagde zal, als de in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten worden veroordeeld.

3. De beslissing

3.1 Vernietigt de bestreden aanslagen c.q. beschikkingen over de jaren 1997, 1998, 2002, 2003, 2004, gedateerd 2 augustus 2006 en ontvangen op 10 augustus 2006.

3.2 Veroordeelt gedaagde in de proceskosten aan de zijde van eiser en tot aan de uitspraak begroot op SRD 112,50 (eenhonderd twaalf Surinaamse Dollar en vijftig Surinaamse dollarcent).

3.3 Wijst af het meer of anders gevorderde.

Dit vonnis is gewezen en in het openbaar uitgesproken door de kantonrechter-plaatsvervanger in het eerste kanton, mr. S.M.M. Chu, op dinsdag 18 augustus 2009 te Paramaribo in tegenwoordigheid van de fungerend griffier.

w.g. A. Sewgobind w.g. S.M.M. Chu