- Instantie Kantongerecht Eerste Kanton
- Zaaknummer AR-072584
- Uitspraakdatum 12 oktober 2010
- Publicatiedatum 10 juni 2019
- Rechtsgebied Civiel recht
-
Inhoudsindicatie
Anders dan eisers stellen is de kantonrechter van mening dat uit de notulen die gearresteerd zijn op een latere vergadering, voldoende blijkt dat er door de ALV goedkeuring is verleend tot de overdracht van het litigieuze onroerend goed. Indien eisers van oordeel waren dat er aan het besluit van de ALV een gebrek kleefde, dan hadden zij vernietiging daarvan moeten vorderen.
Het verwijt dat de notaris onrechtmatig zou hebben gehandeld bij het passeren van de transportakte, is dan ook onterecht.
SJB
Uitspraak
KANTONGERECHT IN HET EERSTE KANTON
A.R. no. 072584
12 oktober 2010
Vonnis in de zaak van
1. [eiser sub 1], wonende te [district 1],
2. [eiser sub 2], wonende te [district 1],
3. [eiser sub 3], wonende te [district 1],
4. [eiser sub 4], wonende de [district 1],
5. [eiser sub 5], wonende te [district 1],
eisers, gemachtigde: mr. A.R. Baarh, advocaat,
hierna te noemen “de leden”,
tegen
1. DE COOPERATIEVE INKOOP-, VERKOOP- EN LANDBOUWWERKTUIGEN VERENIGING KWATTA, rechtspersoon, gevestigd en kantoorhoudende in het district Wanica,
2. [gedaagde sub 2], wonende in [district 2],
3. DE STAAT SURINAME, rechtspersoon, gevestigd en kantoorhoudende te Paramaribo
4. [gedaagde sub 4], domicilie kiezende te [district 1],
gedaagden,
gedaagde sub 1: niet verschenen
gemachtigde voor gedaagde sub 2: mr. D.S. Kraag, advocaat,
gemachtigde voor gedaagde sub 3: mr. R.L.Kensmil, advocaat,
gemachtigde voor gedaagde sub 4: mr. E.C.M. Hooplot, advocaat,
hierna te noemen: “de CV Kwatta, [gedaagde sub 2], de Staat en de notaris”.
1. Het procesverloop
1.1 Dit blijkt uit de volgende processtukken:
– het verzoekschrift met producties, dat op 8 juni 2007 ter griffie der kantongerechten is ingediend;
– de respectieve conclusie van antwoord zijdens [gedaagde sub 2], de Staat en de notaris, met producties;
– tegen de niet verschenen partij sub 1, is verstek verleend;
– de conclusie van repliek, met productie;
– de respectieve conclusies van dupliek zijdens [gedaagde sub 2] en de notaris;
– de conclusie van dupliek zijdens de Staat, aangetekend op de kaft van het process-dossier.
1.2 De uitspraak van het vonnis is bepaald op heden.
2. De feiten
2.1 De CV Kwatta bezat het recht van grondhuur voor het opzetten van een recreatiegebouw voor de duur van 40 jaren op het ten rekeste vermeld perceelland groot 652,02 m2.
2.2 Eisers zijn allen leden van de CV Kwatta.
2.3 Bij akte van 21 september 2006, verleden ten overstaan van de notaris, is ten behoeve van de NV Landbouwbank een hypotheek gevestigd ten bedrage van US$ 100.000,= ten laste van de CV Kwatta en [gedaagde sub 2]. Als onderpand is het voormeld perceelland in hypotheek gegeven.
2.4 Bij akte van koop en verkoop van 10 januari 2007, verleden ten overstaan van de notaris, is het genoemd onroerend goed door de CV Kwatta verkocht aan [gedaagde sub 2].
3. De vordering en de grondslag daarvan
3.1 De vordering
Eisers vorderen, kort samengevat, dat de Kantonrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
- Vernietigt of nietig verklaart de voorschreven verkoop en koop van het recht van grondhuur als ten rekeste omschreven;
- De doorhaling gelast van de overschrijving van het recht van grondhuur als ten rekeste omschreven in register A deel [nummer];
- De Staat veroordeelt het te dezer zake te wijzen vonnis te gehengen en te gedogen;
- Voor recht verklaart dat de notaris jegens eisers onrechtmatig heeft gehandeld;
- De notaris veroordeelt om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eisers te betalen een som geld op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet vermeerderd met een rente van 6% per jaar te rekenen van de dag van rechtsingang tot aan die der algehele voldoening met veroordeling van [gedaagde sub 4] in de kosten van dit geding;
3.2 De grondslag
De eisers voeren als grondslag aan dat de statuten van de CV Kwatta voorschrijven dat voor de vervreemding van grond een goedkeurend besluit van de Algemene Vergadering van de vereniging vereist is, welk besluit bij de onderhavige verkoop van het onroerend goed niet is gegeven. Hierdoor, zo stellen eisers, heeft de vervreemding niet plaatsgevonden met inachtneming van de statuten. Zij voeren aan dat daardoor de vervreemding nietig is. Zij voeren voorts aan dat [gedaagde sub 4] door de verkoopakte te passeren onrechtmatig heeft gehandeld omdat deze verkoop in strijd is met de statuten en zij als notaris niet had moeten meewerken aan het passeren van de verkoopakte. Zij voeren aan dat nu [gedaagde sub 4] zich als zodanig onrechtmatig heeft gedragen, zij de schade zal moeten vergoeden die zij, door de verkoop hebben geleden. Zij voeren aan dat de schade die zij hebben geleden onder andere de derving aan inkomsten is welke zij zouden verkrijgen uit de exploitatie van het recreatieoord.
3.3 Het verweer
[gedaagde sub 2], de Staat en de notaris hebben elk verweer gevoerd, op welk verweer de kantonrechter, voor zover van belang, hierna terugkomt.
4. De beoordeling
4.1 De kantonrechter zal de beoordeling aanvangen met de opmerking dat uit het inleidend verzoekschrift de respectieve conclusies van antwoord en de conclusie van repliek blijkt dat enkele schrijffouten of fouten in de oproeping correctie behoeven. Nu eisers in hun conclusie van repliek de naam van [gedaagde sub 2] gewijzigd hebben geschreven en het verzoek hebben gedaan aan de kantonrechter tot aanvulling c.q. verbetering van de verzuimen of onregelmatigheden, zal de kantonrechter zowel de naam van gedaagde sub 2 als gedaagde sub 4 verbeterd lezen, zoals ook reeds in de kop van dit vonnis is doorgevoerd.
4.2 [gedaagde sub 2] heeft als verweer aangevoerd dat tijdens de ledenvergadering van 27 juni 2004 door de ledenvergadering aan het bestuur toestemming is verleend tot het verkopen van het onroerend goed. Zij voert aan dat daarna, in 2006 het onroerend goed aan haar is verkocht en dat zij voor de betaling van de koopsom een lening heeft gesloten. Omdat het onroerend goed dat door haar gekocht werd nog op naam van de CV Kwatta stond is de CV Kwatta ook genoemd in de hypotheekakte. Echter was het [gedaagde sub 2] die de lening heeft gesloten voor de aankoop van het onroerend goed. De lening is niet door de CV Kwatta gesloten, om die reden was het ook niet nodig dat de CV Kwatta toestemming had voor de lening. [gedaagde sub 2] stelt dat zij de gehele koopsom reeds heeft betaald en ook daarnaast investeringen in het terrein heeft gedaan. Zij betwist derhalve dat de koop in strijd met de statuten plaats heeft gevonden. Zij betwist voorts bij gebrek aan wetenschap dat eisers leden zijn van de CV Kwatta.
4.3 De notaris heeft als verweer aangevoerd dat zij zich niet onrechtmatig heeft gedragen jegens de leden van de CV Kwatta, omdat bij de koop door het bestuur van de vereniging was overgelegd een exemplaar van de notulen van de algemene ledenvergadering d.d. 27 juni 2004 waarin aan het bestuur toestemming wordt verleend over te gaan tot de verkoop van de grond. De notaris betwist derhalve dat zij zich onrechtmatig heeft gedragen en schadeplichtig is.
4.4. De Staat heeft zich in haar conclusie van antwoord gerefereerd aan het oordeel van de rechter.
4.5 Eisers hebben op de weren van gedaagden gereageerd door te stellen dat het besluit dat tijdens de vergadering van 27 juni 2004 genomen zou zijn, niet rechtsgeldig is omdat minder dat de helft van de leden aanwezig was en de verkoop van de grond niet op de agenda stond.
4.6 De kantonrechter overweegt dat [gedaagde sub 2] de notulen van de algemene ledenvergadering van 27 juni 2004 in het proces heeft gebracht. De kantonrechter overweegt voorts dat in de notulen de zinsnede is opgenomen (pagina 3 agendapunt 3): “Uit de zaal kwam naar voren dat het perceel bezwaard of overgedragen zou kunnen worden aan derden. Hierdoor kreeg het bestuur de goedkeuring van de ALV voor het (dit moet zijn: de) overdracht van het perceel aan derden”. De kantonrechter overweegt dat deze notulen blijkens een aantekening op de notulen zijn gearresteerd op een ledenvergadering van latere datum.
4.7 De kantonrechter overweegt dat, alhoewel eisers van mening zijn dat uit de notulen geen besluit blijkt, uit deze notulen wel voldoende een besluit blijkt, namelijk uit de hierboven geciteerde woorden “hierdoor kreeg het bestuur goedkeuring van de ALV voor de overdracht”. De kantonrechter overweegt ten aanzien van de stelling van eisers dat het onderwerp niet op de agenda stond, dan wel dat er niet voldoende leden waren, dat het feit dat de notulen op een latere datum zijn gearresteerd aangeeft dat de ledenvergadering het wel eens was met de wijze waarop het besluit toentertijd tot stand is gekomen. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat eisers thans dan ook niet kunnen stellen da aan het besluit een gebrek kleeft, immers zij hebben nimmer gevorderd dat het besluit wordt vernietigd of nietig wordt verklaard. De kantonrechter is van oordeel dat het verweer, dat er wel een besluit van de ALV is, in dit geding in rechte is komen vast te staan.
4.8 De kantonrechter is van oordeel dat, gezien het hiervoor overwogene, de grondslag van het gevorderde, namelijk dat de verkoop heeft plaatsgevonden zonder dat daarvoor een besluit was genomen in de ALV, niet is komen vast te staan.
4.9 De kantonrechter zal het gevorderde dan ook afwijzen.
4.10 De kantonrechter zal de overige stellingen en weren van partijen niet verder bespreken nu deze niet langer relevant zijn en eisers, als de in het ongelijk gestelde partij, veroordelen in de kosten van dit geding.
5. De beslissing
5.1 Wijst af het gevorderde.
5.2 Veroordeelt eiseres in de kosten van dit geding aan de zijde van gedaagden gevallen en tot aan deze uitspraak begroot op nihil.
Aldus gewezen door mr. A.C. Johanns, kantonrechter-plaatsvervanger in het eerste kanton, en uitgesproken door mr. I.S. Chhangur-Lachitjaran, kantonrechter-plaatsvervanger, ter openbare terechtzitting van het kantongerecht in het eerste kanton te Paramaribo van dinsdag 12 oktober 2010, in tegenwoordigheid van mr. G. Mangal, fungerend-griffier.
w.g. G. Mangal w.g. A.C. Johanns I.S. Chhangur-Lachitjara