SRU-K1-2011-3

  • Instantie Kantongerecht Eerste Kanton
  • Zaaknummer AR-113114
  • Uitspraakdatum 24 november 2011
  • Publicatiedatum 10 juni 2019
  • Rechtsgebied Civiel recht
  • Inhoudsindicatie

    Toewijzing van onder meer de vordering tot rectificatie houdt een beperking in van het recht op vrijheid van meningsuiting als neergelegd in art. 10 EVRM. Een dergelijke beperking is slechts toegestaan indien dit is voorzien bij wet en noodzakelijk is in een democratische samenleving ter bescherming van de in dit artikel genoemde belangen (zoals bescherming van een goede naam of rechten van anderen) en moet bovendien proportioneel zijn.
    Eén zo een wettelijke beperking is terug te vinden in art. 1386 SBW, in geval van een onrechtmatige uitlating. Of er sprake is van een onrechtmatige uitlating, is afhankelijk van alle omstandigheden van het geval.
    (art. 10 EVRM, art. 1386 SBW)
    SJB 2012/2

Uitspraak

KANTONRECHTER IN HET EERSTE KANTON

A.R. no. 113114
24 november 2011

Vonnis in kort geding in de zaak van

[eiseres],
wonende te [district],
eiseres in kort geding,
gemachtigde: mr. K.J. Kraag-Brandon, advocaat,

tegen

[gedaagde],
wonende te [district],
gedaagde in kort geding,
gemachtigde: mr. S. Marica, advocaat.

1. Het procesverloop

1.1 Dit blijkt uit de volgende processtukken:

– het verzoekschrift dat op 19 juli 2011 ter griffie der kantongerechten is ingediend;
– de conclusie van antwoord met producties;
– de conclusie van repliek met producties;
– de conclusie van dupliek.

1.2 De uitspraak van het vonnis is bepaald op heden.

2. De vordering, de grondslag daarvan en het verweer

2.1 Eiseres vordert bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van gedaagde:

  • om binnen 2 dagen na de uitspraak bij de exploitanten van facebook een schriftelijk verzoek ingediend te hebben tot het verwijderen en verwijderd houden van de op facebook gepubliceerde berichten zoals in het verzoekschrift omschreven en alle reacties daarop, en de procesgemachtigde van eiseres gelijktijdig afschrift van dat schriftelijk verzoek te doen;
  • om gedurende 24 uur per dag op elke kalenderdag gedurende twee maanden op de eerst zichtbare pagina van een door gedaagde te (her)openen profiel op ….., zonder pop-ups en zonder enig commentaar op internet of in de gedrukte media, omgeven door een zwart kader, in zwarte letters met het lettertype Arial in puntsgrootte 12 op een witte achtergrond de volgende tekst te ondertekenen en te plaatsen en eiseres daarvan op elke kalenderdag gedurende genoemde periode per e-mail of per fax het bewijs van plaatsing (digitale screenshots of papieren kopieën) van onderstaande tekst te leveren:“RECTIFICATIE INZAKE [eiseres]
    Ik ben gebruiker van een Facebook profiel. Mijn naam is [gedaagde], wonende aan de [adres] te [district]. In een publicatie op mijn Facebookprofiel heb ik in april 2011 [eiseres], studente, opzettelijk ervan beschuldigd een buitenechtelijke relatie met mijn echtgenoot te onderhouden. Ook de overige opmerkingen en insinuaties jegens [eiseres] zijn onjuist en onwaar, althans berusten niet op waarheid en vormen en maken een ernstige inbreuk op de eer, goede naam en maatschappelijke reputatie van [eiseres]. Hierbij rectificeer ik mijn publicatie op facebook en geef ik [eiseres] onherroepelijk toestemming tot publicatie en verspreiding van deze rectificatie.Paramaribo, dd. …..”
  • tot betaling van een dwangsom van SRD 2.000,= per dag voor elke dag waarop gedaagde nalatig mocht blijven aan het vonnis te voldoen.

2.2 Eiseres heeft het volgende aan haar vordering ten grondslag:

Gedaagde is op 27, 28 en 29 april 2011 publiekelijk op het internet in een weblog op haar, gedaagdes, Facebookprofiel een lastercampagne tegen eiseres begonnen door berichten en uitlatingen over haar te plaatsen en heeft derden de gelegenheid geboden daarop te reageren. Met de door haar gedane uitlatingen op facebook heeft gedaagde de kennelijke bedoeling gehad de goede naam en maatschappelijke reputatie van eiseres aan te tasten. Niet alleen de door gedaagde gedane uitlatingen worden als vernederend en beledigend door eiseres ervaren, maar ook de door gedaagde daarbij uitgelokte reacties op facebook. Eiseres is van mening dat gedaagde door haar handelingen zich heeft schuldig gemaakt aan een onrechtmatige daad jegens haar.

2.3 De kantonrechter komt indien nodig terug op het verweer van gedaagde.

3. De beoordeling

3.1 Het spoedeisend karakter blijkt uit de stellingen van eiseres en het door haar gevorderde.

3.2 Als enerzijds gesteld en niet, althans niet gemotiveerd, weersproken staat rechtens tussen partijen vast:

– dat gedaagde onder meer de volgende passages heeft geplaatst op haar facebook profiel:

“[Eiseres] schatje, je kan liever een man zoeken die vrijgezel is, ipv eentje die getrouwd is en een gezin heeft kindje. Heb een beetje meer respect voor jezelf. Gewoon posten of fb dan weet iedereen wie wie is.

Hoe zijn jullie zo agressief dames? Ik sla of schiet niemand…..geen behoefte. Ik zei alleen alles op FB! Love it…

Don’t be so hard on the kid. Ze is de wereld aan het ontdekken en ik waarschuw haar alleen maar. Zo kunnen we voorkomen dat gezinnen kapot gaan en kinderen daar de prijs voor betalen.

Dames takroe maniri na dresi. Ze zoeken, zoeken, en zoeken maar tot ze een slachtoffertje hebben gevonden die ze kunnen plunderen. En als ze 1 vinden met 5 cent meer, zijn ze weer vertrokken… ze belde… Waarschijnlijk ivm mijn actie of FB. Maar niet te woord gestaan want wat heb ik haar te zeggen? Guess what.. Slettelientjes zijn niet van mijn niveau, ze is geen gesprekspartner voor mij…”

– Dat op de door gedaagde geplaatste passages ondermeer de volgende reacties zijn gekomen:

“Hoe heet ze???? [eiseres] Hossel-bitch”.

Kinderen worden steeds meer brutaler en vrij(er)postiger!. Ze kunnen nog niet eens een pot met water koken, willen ze in je keuken komen kijken.. stuur ze om lonka te kopen bij omu snesi hoor!!!

Palm wassie no go yep a disi.

[gedaagde] zullen we een billboard maken van haar met I’m desperate en ben haastig op zoek naar een getrouwde man! Dan hoef ze geen reclame meer te maken voor Digicel (ze is nl op e billboard samen met haar mams. Ik denk dat t s a d [locatie]….”.

3.3 Toewijzing van de vorderingen van eiseres, waaronder die tot het plaatsen van een rectificatie, zou een beperking inhouden van het in artikel 10 lid 1 EVRM (Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden) vastgelegde recht op vrijheid van meningsuiting. Een dergelijke beperking is ingevolge artikel 10 lid 2 EVRM slechts toegestaan indien deze bij de wet is voorzien en noodzakelijk is in een democratische samenleving ter bescherming van de in artikel 10 lid 2 genoemde belangen, waaronder de bescherming van de goede naam of rechten van anderen. Daarnaast dient een dergelijke beperking proportioneel te zijn.

4.4 Van een beperking die bij de wet is voorzien is sprake, wanneer de uitlatingen van gedaagde onrechtmatig zijn in de zin van artikel 1386 BW (Burgerlijk Wetboek). Bij beantwoording van de vraag of daarvan sprake is, dienen alle omstandigheden van het betrokken geval in ogenschouw te worden genomen.

Eiseres heeft gesteld dat gedaagde onrechtmatig heeft gehandeld aangezien (zo begrijpt de kantonrechter dat) de beschuldigingen aan haar adres een aantasting vormen van haar reputatie.

Gedaagde betoogt – zover van belang – dat zij toen zij merkte dat haar echtgenoot in het geheim mailtjes verstuurde naar eiseres en ook zeer in het geheim met eiseres telefoongesprekken pleegde, ter noodzakelijke verdediging van zich zelf en de rest van haar gezin, haar facebook vrienden de inhoud van de mailtjes van eiseres heeft doen lezen en haar vrije mening geuit tegenover haar vrienden.

Uit de berichten blijkt onder meer dat eiseres voor “slettelientje”en “Hosselbitch”wordt uitgemaakt, zonder dat dit steun vindt in het beschikbare feitenmateriaal. Ook indien het verweer van gedaagde dat, haar echtgenoot in het geheim mailtjes verstuurde naar eiseres en ook zeer in het geheim met eiseres telefoon gesprekken pleegde, op waarheid zou berusten, kunnen deze berichten niet worden gerechtvaardigd.

Dergelijke beschuldigingen kunnen zonder enige twijfel als een aantasting van eiseresses reputatie worden aangemerkt.

Voldoende aannemelijk is dat eiseres door de berichten, meer in het bijzonder door de hiervoor genoemde woorden, schade heeft geleden en voor zover deze nog steeds op het facebook profiel van gedaagde te zien zijn, nog lijdt. Een rectificatie van de berichten is dan ook op zijn plaats. De kantonrechter zal afwijken van de door eiseres opgegeven rectificatie, en wel zoals in het dictum te melden. In het licht van de af te wegen belangen wordt dat in de gegeven omstandigheden een proportionele maatregel geacht. Het belang van gedaagde om niet te worden beknot in haar vrijheid van meningsuiting weegt, mede in het licht van de beperkte strekking van de te plaatsen rectificatie, in dit geval niet op tegen het belang van eiseres om gevrijwaard te blijven van ongegronde beschuldigingen.

4.5 Het verweer van gedaagde dat haar facebook vrienden niet behoren tot het publiek, maar slechts een besloten kring is, wordt eveneens gepasseerd.

Gedaagde heeft niet weersproken dat haar facebook vriendenkring bestaat uit meer dan 1900 personen. Naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter is dit aantal meer dan voldoende om te worden gerekend tot het publiek.

4.6 Naast rectificatie heeft eiseres verwijdering van de berichten gevorderd. Gezien de strekking van de inhoud van de berichten, waarbij eiseres voor onder meer “slettelientje” en “Hosselbitch” wordt uitgemaakt, wordt de inhoud van het artikel onrechtmatig jegens eiseres geacht en is ook de gevorderde verwijdering toewijsbaar als na te melden.

4.7 Op grond van het voorgaande behoeven de overige stellingen en weren van partijen geen nadere bespreking.

4.8 De gevorderde dwangsom zal worden gemitigeerd en gemaximeerd nu deze de kantonrechter bovenmatig voorkomt.

5. De beslissing

5.1 Veroordeelt gedaagde om binnen 7 dagen na dagtekening van dit vonnis bij de exploitanten van facebook een schriftelijk verzoek in te dienen tot het verwijderen en verwijderd houden van de op facebook gepubliceerde berichten en alle reacties daarop, betrekking hebbende op eiseres.

5.2 Veroordeelt gedaagde om binnen 7 dagen na het verzoek zoals omschreven onder 5.1 hiervoor een afschrift van dat verzoek toe te zenden aan de gemachtigde van eiseres.

5.3 Veroordeelt gedaagde om binnen 7 dagen na betekening van het vonnis gedurende 24 uur per dag op elke achtereenvolgende kalenderdag gedurende twee maanden op de eerst zichtbare pagina van een door gedaagde te (her)openen profiel op ….., zonder pop-ups en zonder enig commentaar op internet of in de gedrukte media in zwarte letters, met lettertype Arial in puntsgrootte 12 de volgende tekst te ondertekenen en te plaatsen en eiseres of diens gemachtigde op iedere kalenderdag gedurende genoemde periode per e-mail of per fax het bewijs van plaatsing (digitale screenshots of papieren kopieën), van onderstaande tekst te leveren:

RECHTIFICATIE INZAKE [eiseres]

Ik ben gebruiker van een facebook profiel. Mijn naam is [gedaagde]. De voorzieningenrechter heeft bij vonnis van 24 november 2011 geoordeeld dat de door mij geplaatste berichten op mijn facebook profiel en de daarop gekomen reacties betrekking hebbende op [eiseres] onrechtmatig zijn jegens [eiseres], aangezien daarin de suggestie wordt gewekt dat zij een slet is. Deze suggestie vindt naar het oordeel van de voorzieningenrechter geen steun in het beschikbare feitenmateriaal.

Paramaribo, dd. …

[gedaagde]

5.4 Veroordeelt gedaagde om aan eiseres te betalen bij wege van dwangsom een bedrag van SRD 1.000,= (duizend Surinaamse Dollar) per dag voor iedere dag dat zij in gebreke blijft aan het vonnis te voldoen tot een maximum van SRD 50.000,= (vijftigduizend Surinaamse Dollar).

5.5 Verklaart het vonnis zover nodig uitvoerbaar bij voorraad.

5.6. Wijst af het meer of anders gevorderde.

Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter in kortgeding in het eerste kanton, mr. I.S. Chhangur-Lachitjaran, en uitgesproken te Paramaribo ter openbare terechtzitting van donderdag 24 november 2011 door de kantonrechter in kort geding in het eerste kanton mr. A. Charan, in tegenwoordigheid van de fungerend-griffier mr. D. Ramdin.

w.g. D. Ramdin w.g. I.S. Chhangur-Lachitjaran
w.g. A. Charan