- Instantie Kantongerecht Eerste Kanton
- Zaaknummer AR-081518
- Uitspraakdatum 17 maart 2011
- Publicatiedatum 06 juni 2019
- Rechtsgebied Civiel recht
-
Inhoudsindicatie
Indien aannemelijk is dat er sprake is van een rechtsgeldige hypotheek (in casu krediet met vaste hypotheek) waarbij een som geld is geleend en onroerend goed in onderpand is gegeven, is de schuldeiser gerechtigd het onroerend goed in het openbaar te verkopen, ook voor het verhaal van de rente welke verschuldigd is.
(art. 1207 BW)
SJB 2013/0
Uitspraak
KANTONRECHTER IN KORT GEDING
A.R. no. 081518
17 maart 2011
Vonnis in de zaak van
[eiseres], wonende te [district],
gemachtigde: mr.dr. J.V. van Dijk-Silos, advocaat,
eiseres in kort geding,
hierna genoemd ”[eiseres]”,
tegen
[gedaagde], wonende te [district],
gedaagde in kort geding,
gemachtigde: mr. F.M.S. Ishaak, advocaat,
hierna genoemd: “[gedaagde]”.
1. Het proces verloop:
1.1 Dit blijkt uit de volgende processtukken;
– het verzoek, met producties, dat op 10 april 2008 ter griffie der kantongerechten is ingediend;
– de conclusie van antwoord, met producties;
– de conclusie van repliek;
– de conclusie van dupliek, met producties;
– de conclusie tot uitlating producties, zijdens [eiseres];
– de rolbeschikking van 22 oktober 2009;
– het proces-verbaal van de comparitie van partijen gehouden op 10 november 2009 en voortgezet op 8 december 2009 tijdens welke comparitie ook een getuige is gehoord;
– de respectieve conclusies tot uitlating na gehouden comparitie en enquête zijdens elk der partijen;
– de rolbeschikking d.d. 28 oktober 2010 waarin partijen werden gelast zich uit te laten over de stand van zaken van de zaak bekend onder arno. 030267;
– de respectieve conclusies tot uitlating over de stand van zaken in voornoemde zaak zijdens elk der partijen.
1.2 De uitspraak van het vonnis in kort geding is nader bepaald op heden.
2. De feiten
2.1 [eiseres] is eigenares van het perceelland groot 442,26 m2 gelegen aan de [straat], zoals genoemd in het inleidend rekest.
2.2 [naam] heeft in juli 1997, als gevolmachtigde van [eiseres] met [gedaagde] een akte van geldleen ondertekend voor een bedrag van NLG. 12.500,=.
2.3 Bij exploot van 27 februari 2008 werd [eiseres] bevel gedaan het saldo van NLG. 61.847,36 te voldoen waarbij tevens de openbare verkoop werd aangezegd van het voornoemde perceelland.
2.4 [eiseres] heeft daarna het bedrag van EURO 5.673,= voldaan aan [gedaagde] zijnde hoofdsom van het krediet.
3. De vordering en de grondslag daarvan
3.1 De vordering
[eiseres] vordert, kort gezegd, dat de kantonrechter, bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad:
1. De inschrijving van de akte krediethypotheek doorhaalt;
2. [gedaagde] verbiedt het erf, groot 442,26 m2, met de daarop staande gebouwen, te executeren;
3. Bepaalt dat het vonnis zal dienen als akte ter doorhaling van de inschrijving van de hypotheek en voorts
4. [gedaagde] veroordeelt in de kosten van dit geding.
3.2 De grondslag
[eiseres] heeft als grondslag voor haar vordering aangevoerd dat zij de hoofdsom reeds heeft voldaan en daardoor geen grond meer bestaat voor de openbare verkoop. Zij voert aan dat de woekerrente ad 5% per maand niet gevorderd kan worden van haar omdat die woekerrente niet uit de akte van hypotheekstelling blijkt en niet op de wet is gebaseerd. Zij voert aan dat de aangezegde openbare verkoop niet rechtmatig is.
4. Het verweer
[gedaagde] heeft verweer gevoerd, op welk verweer de kantonrechter, voor zover van belang, hierna terugkomt.
5. De beoordeling:
5.1 Het spoedeisend belang blijkt uit de aan de vordering ten grondslag gelegde stellingen.
5.2 De kantonrechter overweegt dat [gedaagde] verweer heeft gevoerd welke onder andere hierop neerkomt dat de akte van krediethypotheek geheel rechtsgeldig is, dat partijen de rente en de boete overeen zijn gekomen en dat [eiseres] met het betalen van de hoofdsom het verschuldigde nog niet heeft voldaan, immers dient zij nog de rente te voldoen. Om die reden, zo stelt [gedaagde], is er nog wel een grondslag voor openbare verkoop. [gedaagde] voert aan dat zij slechts een rente van 3% per maand in rekening heeft gebracht waardoor zij juist heel redelijk is geweest. Zij voert voorts aan dat [eiseres] suggereert dat zij [naam] geen volmacht heeft gegeven door de woorden te hanteren van “ene [naam] die zich voordeed als gevolmachtigde van [eiseres]”. Echter heeft [eiseres] de volmacht niet van valsheid beticht, waardoor aan die stellingen voorbij gegaan moet worden.
5.3 [eiseres] heeft op het verweer van [gedaagde] gereageerd door te stellen dat zij de akte wel van valsheid heeft beticht, waarbij zij aangeeft dat er een rechtszaak loopt hierover. Zij voert aan dat zij [naam] nooit opdracht heeft gegeven om een dergelijke akte te tekenen. Zij voert voorts aan dat door de valse volmacht, de kredietstelling ook vals is en zij geen gelden heeft geleend. Zij is [gedaagde] niets verschuldigd doch heeft het bedrag slechts betaald om de openbare verkoop tegen te gaan. Zij stelt voorts dat, nu het een akte van krediethypotheek betreft er slechts geveild kan worden voor de som genoemd in de akte. Hierdoor kan de veiling niet doorgaan.
5.4 [gedaagde] heeft hierop aangevoerd dat [naam] met de volmacht wel een andere handelingen heeft gepleegd die niet van valsheid worden beticht. Zij voert aan dat het wel vreemd is da [eiseres] ineens bij de onderhavige lening vindt dat de volmacht niet bestaat. Zij voert voorts aan dat in casu geen sprake is van een echte krediethypotheek, welke vorm van hypotheek een heel ander karakter heeft. Zij voert aan dat in casu sprake is van een geleend bedrag dat met rente moet worden terugbetaald en waarvoor het onroerend goed in onderpand is gegeven. Zij verwijst voor het karakter van de geldleen naar de onderhandse akte d.d. 5 juni 1997 waarin staat gerelateerd dat het bedrag van NLG. 12.500,= is geleend en dat het bedrag in achtereenvolgende maandelijkse termijnen van NLG 1.000,= zal worden terugbetaald met bijbetaling van een rente van 5% per maand.
5.5 De kantonrechter overweegt dat er een comparitie va partijen is gehouden tijdens welke comparitie partijen hun respectieve standpunten hebben toegelicht. Voorts heeft de kantonrechter een [getuige] gehoord.
5.6 De kantonrechter overweegt voorts dat aan partijen de gelegenheid is geboden om informatie te verschaffen over de stand van zaken in de bodemzaak omtrent de rechtsgeldigheid van de volmacht.
5.7 De kantonrechter overweegt dat partijen bij hun conclusie tot uitlating geen informatie hebben kunnen verschaffen die van belang is voor de beoordeling van de onderhavige zaak.
5.8 De kantonrechter overweegt dat de [getuige] tijdens het getuigen verhoor heeft aangegeven dat [eiser] wel naar de notaris is geweest om de volmacht te tekenen en wel op de hoogte was van alle handelingen die door [naam] zijn gepleegd.
5.9 De kantonrechter is op grond van de overgelegde documenten en de verklaring van de [getuige] van oordeel dat [gedaagde] aannemelijk heeft kunnen maken dat de hypotheek wel rechtsgeldig tot stand is gekomen. Voorts heeft [gedaagde] aannemelijk kunnen maken dat in casu sprake is van een krediet met een vaste hypotheek waarbij een som geld is geleend welke moet worden terugbetaald en waarbij een stuk onroerend goed in onderpand is gegeven. Hierdoor is [gedaagde] gerechtigd het onroerend goed in het openbaar te verkopen, ook voor het verhaal van de rente welke verschuldigd is.
5.10 De kantonrechter acht het verweer van [gedaagde] derhalve gegrond en zal het gevorderde afwijzen.
De kantonrechter zal de overige stellingen en weren van partijen niet verder bespreken nu deze niet langer relevant zijn en [eiser], als de in het ongelijk gestelde partij, veroordelen i de kosten van dit geding.
6. De beslissing
6.1 Wijst af het gevorderde;
6.2 Veroordeelt [eiser] in de kosten van dit geding aan de zijde van [gedaagde] gevallen en tot aan deze uitspraak begroot op nihil.
Aldus gewezen door mr. A.C. Johanns, kantonrechter-plaatsvervanger in kortgeding, en uitgesproken door mr. R.G. Rodrigues, kantonrechter in kortgeding, ter openbare terechtzitting van het kantongerecht in het eerste kanton te Paramaribo van donderdag 17 maart 2011, in tegenwoordigheid van mr. D. Ramdin, fungerend griffier.
w.g. D. Ramdin w.g. A.C. Johanns
w.g. R.G. Rodrigues