- Instantie Kantongerecht Eerste Kanton
- Zaaknummer AR-140594
- Uitspraakdatum 13 februari 2014
- Publicatiedatum 17 juli 2019
- Rechtsgebied Civiel recht
-
Inhoudsindicatie
Stopzetting van een executie is pas aan de orde als blijkt dat er geen wanprestatie is, geen saldo meer is of dat de wettelijk voorgeschreven procedures die tot de executie leiden niet in acht zijn genomen.
SJB
Uitspraak
Kantonrechter in Kort geding
A.R. no. 140594
13 februari 2014
Vonnis in de zaak van
[eiser], wonende te [district],
gemachtigde: mr. M.C. Nibte, advocaat,
eiser in kort geding,
tegen
DE STICHTING DE GOEDE AARDE, gevestigd en kantoor houdende te Paramaribo,
gedaagde in kort geding,
gemachtigde: mr. S. Mangroelal, advocaat.
Het proces verloop:
1.1 Dit blijkt uit de volgende processtukken:
– het verzoekschrift, met producties, dat op 11 februari ter griffie der kantongerechten is ingediend;
– de conclusie van antwoord met producties;
– de mondelinge conclusie van repliek;
– de mondelinge conclusie van dupliek.
1.2 De uitspraak van het vonnis in kortgeding is bepaald op heden.
2. De feiten
2.1 Eiser is met gedaagde op 28 april 2010 een krediethypotheek aangegaan voor het bedrag van EUR.10.000,=. Eiser heeft voor dit krediet in hypotheek gegeven het ten rekeste genoemd perceelland waarop tevens zijn woonhuis staat.
2.2 Het geleend bedrag zou met rente ad 2,5% per maand, binnen een jaar worden terugbetaald. Ook is een boeterente overeengekomen van 1% per dag over het achterstallig bedrag.
2.3 Bij exploit van 28 december 2013 heeft gedaagde aan eiser doen betekenen een grosse van de krediethypotheek, een opgave van het saldo ad. EUR. 27.810,00, en een aanzegging voor de veiling van donderdag 13 februari 2014 om 10.30 uur.
3. De vordering en de grondslag daarvan
3.1 De vordering
Eiser vordert kort gezegd, dat de kantonrechter in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad:
a. stopzet de voor 13 februari 2014 om 10.30 uur aangekondigde openbare verkoop van het onroerend goed, totdat in een bodemprocedure de hoogte van het saldo is komen vast te staan of subsidiair totdat door de Finabank de schuld is overgenomen nadat door de eiser aan de bankinstelling een goedgekeurde specificatie van het saldo is afgestaan en voorts
b. gedaagde veroordeelt in de kosten van het geding.
3.2 De grondslag
Eiser voert als grondslag aan dat de openbare verkoop nietig of onrechtmatig is om de volgende reden: eiser ontkent dat hij EUR.10.000,= heeft ontvangen, hij heeft slechts EUR. 8.200,= ontvangen; reeds om die reden is de overeenkomst nietig; eiser ontkent, dat het saldo EUR. 27.801,= bedraagt en ontkent de saldo-opgave; eiser heeft al EUR. 3.500,= afgelost en dat bedrag is niet meegenomen bij de saldo-opgave. Voorts is eiser doende de schuld onder te brengen bij de Finabank NV. Eiser voert voorts aan dat gedaagde ervan op de hoogte was dat hij in betalingsproblemen was met een andere lening en dat hij hem desondanks de onderhavige lening heeft aangeboden met de hoge renten, daarbij misbruik makende van de omstandigheden van eiser en van het economisch overwicht.
4. De beoordeling
4.1 Het spoedeisend belang blijkt uit de aan de vordering ten grondslag gelegde stellingen.
4.2 Gedaagde heeft op de vordering als verweer aangevoerd dat het exploit met de aanzegging van de veiling aan eiser op 28 december 2013 is betekend, doch dat de eiser pas twee dagen voor de veiling en vordering tot stopzetting van de veiling indient. Hij heeft derhalve langer dan zes weken gewacht met het indienen van de vordering. Om die reden handelt hij in strijd met de goede procesorde. Voorts voert gedaagde aan dat:
- Eiser voldoende tijd heeft gehad om een deskundige in de hand te nemen om het saldo te berekenen en om de overname van de schuld door een bank in orde te maken;
- Eiser al 3 tot 4 jaren wanprestatie pleegt en eiser ook heeft erkend dat er een saldo is;
- Eiser de renten zelf is overeengekomen, doch dat uit het saldo overzicht dat door gedaagde ter zitting is overgelegd blijkt dat de boete rente veel minder is dan was overeengekomen; dat gedaagde juist minder boete rente in rekening heeft gebracht;
- Dat niet het perceel waar eiser woont wordt geveild;
- Dat de veiling rechtmatig is aangezegd en conform de wet zal worden gehouden;
- Dat de kwitantie en de akte het wettig bewijs leveren dat wel het bedrag van EUR. 10.000,= geleend is;
- Dat verzoeker niet te goeder trouw is omdat verzoeker niet eens een aanbod van betaling heeft gedaan;
- Dat er geen sprake is van misbruik van omstandigheden, noch van nietigheid van de kredietovereenkomst noch van onrechtmatigheid van de executie.
4.3 Eiser heeft op het verweer van gedaagde gereageerd waarbij hij bleef bij zijn stellingen dat de veilig onrechtmatig is omdat hij de overeenkomst heeft getekend omdat hij in problemen was, hetgeen misbruik van omstandigheden oplevert, dat de overeenkomst daarom nietig is en voorts dat hij doende is de schuld te laten overnemen door de Finabank en om die reden de veiling met twee maanden aangehouden dient te worden.
4.4 De kantonrechter overweegt dat een stopzetting van een executie pas aan de orde is wanneer zou blijken dat er geen wanprestatie is, geen saldo meer is of de wettelijk voorgeschreven procedure die tot de openbare verkoop leidt niet is gevolgd. Immers zou anders het executie recht van een hypotheekhouder illusoir worden. In casu moet derhalve nagegaan worden of er inderdaad van wanprestatie sprake is. Eiser bekent de wanprestatie en voert aan dat hij in betalingsproblemen is gekomen. Eventuele twisten over het saldo zijn geen reden tot stopzetten van de executie omdat de notaris bij de toewijzing en de afdracht van de koopsom rekening dient te houden met de werkelijke schuld, die kan altijd door de notaris worden gecontroleerd.
4.5 De kantonrechter overweegt dat onderhandelingen met een bank ook niet tot stopzetting kunnen leiden, slechts als de bank voor de veiling zou aangeven de schuld te willen overnemen zou dat tot stopzetting kunnen leiden, daar is echter in casu geen sprake van.
4.6 De kantonrechter overweegt voorts dat het niet is gebleken dat de wettelijke procedure niet is gevolgd waardoor er geen gronden zijn om de executie stop te zetten.
4.7 De kantonrechter zal op grond van het hiervoor overwogene het gevorderde afwijzen. Eiser zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van het geding.
5. De beslissing
5.1 Wijst af het gevorderde;
5.2 Veroordeelt eiser in de kosten van het geding aan de zijde van gedaagde gevallen en tot aan deze uitspraak begroot op nihil.
Aldus gewezen en uitgesproken door mr. A.C. Johanns, kantonrechter-plaatsvervanger in kortgeding, ter openbare terechtzitting van het kantongerecht in het eerste kanton te Paramaribo van donderdag 13 februari 2014, in tegenwoordigheid van de griffier.
w.g. D. Ramdin w.g. A.C. Johanns