- Instantie Kantongerecht Eerste Kanton
- Zaaknummer AR-104150
- Uitspraakdatum 17 maart 2015
- Publicatiedatum 24 juli 2019
- Rechtsgebied Civiel recht
-
Inhoudsindicatie
De kantonrechter is van oordeel dat vaststaat dat er een (huur) koopovereenkomst is tussen Ma Retraite en eiser (gedaagde in reconventie, hierna: koper). Ma Retraite heeft zich niet gehouden aan de leveringsverplichting en maakt zich schuldig aan wanprestatie en is schadeplichtig. De schade bestaat in beginsel uit de huidige waarde van het bedrag dat door de koper voor het perceelland is betaald.
De koper heeft de verplichting als belanghebbende bij de levering van het perceelland erop toe te zien dat de levering binnen redelijke termijn plaats zou vinden. Het is in strijd met de redelijkheid en de billijkheid om van Ma Retraite de geheel geleden schade in de vorm van de huidige waarde van het perceelland te vorderen. De huidige waarde van het door de koper betaald bedrag zal worden berekend aan de hand van de koopsom in Noord-Amerikaanse dollar. Uitgegaan wordt van de waarde van het perceelland ten tijde van het aangaan van de koopovereenkomst in 1981. Dit bedrag in Noord-Amerikaanse Dollars zal tegen de huidige dollarkoers worden omgezet in Surinaamse Dollars.
Ma Retraite is altijd eigenaar van voormeld perceelland gebleven en kan geen eigenaar worden door verjaring. Artikel 1984 van het Burgerlijke Wetboek is in casu niet van toepassing.
Actio Pauliana kan worden ingeroepen mits bewezen wordt, dat bij het verrichten der handeling zowel de schuldenaar als degene met wie of ten wiens behoeve hij handelde de wetenschap bezat, dat daarvan benadeling van de schuldeisers het gevolg zou zijn. Bij de liquidatie van Ma Retraite blijkt dat zij zich aan de wettelijke vereisten heeft gehouden met name het publiceren en oproepen van eventuele schuldeisers en/of crediteuren. De koper heeft niet gereageerd op de oproep en zelfs na zijn ontdekking dat het perceelland niet was geleverd in 2008 heeft hij geen contact opgenomen met Ma Retraite om de levering hiervan te bewerkstelligen. De kantonrechter is van oordeel dat niet bewezen is dat Ma Retraite de intentie had zijn verhaalsmogelijkheden aan de koper te onttrekken of dat North Coast de wetenschap had dat daarvan benadeling van de koper zou volgen.
North Coast heeft geheel te goeder trouw van Ma Retraite het perceelland gekocht en geleverd gekregen. Het gelegde beslag kan niet in stand blijven.(Bescherming derden te goeder trouw art.1362 lid 2 BW, verjaring art. 1984 BW, onrechtmatig beslag, actio pauliana art. 1362 lid 1 BW)
SJB
Uitspraak
KANTONGERECHT IN HET EERSTE KANTON
A.R. No. 10-4150
17 maart 2015
Vonnis inzake:
[persoon],
wonende te [district],
eiser in conventie en gedaagde in reconventie,
gemachtigde van eiser: mr. G.R. Sewcharan, advocaat,
hierna te noemen [persoon],
tegen
A. DE NAAMLOZE VENNOOTSCHAP CULTUURMAATSCHAPPIJ MA RETRAITE, rechtspersoon,
gevestigd te Paramaribo,
gedaagde,
gemachtigde van gedaagde A: mr. C. Baal, advocaat,
hierna te noemen Ma Retraite,
B. DE NAAMLOZE VENNOOTSCHAP NORTH COAST REAL ESTATE, rechtspersoon,
gedaagde in conventie en eiser in reconventie,
gemachtigde van gedaagde B: mr. H.P. Boldewijn, advocaat,
hierna te noemen North Coast.
Vooraf:
Ter verzekering van zijn vordering heeft [persoon], na daartoe verkregen toestemming door de Kantonrechter in het Eerste Kanton d.d. 28 oktober 2010 conservatoir beslag doen leggen op het perceelland met al hetgeen daarop staat, groot 432,72 m², gelegen te [district] aan [straat], op de kaart van de landmeter R.R. Lieuw Kie Song d.d. 15 januari 2010 met de letters ABCD en het [nummer 1], deel uitmakende van de grond [woonplaats] – hierna te noemen het perceelland – bij exploot van de deurwaarder D.E. Hew A Kee, deurwaarder bij het Hof van Justitie, d.d. 04 november 2010 [nummer 2].
1. Het verloop van het geding
1.1 Dit blijkt uit de volgende processtukken en –handelingen:
– het inleidend verzoekschrift dat op 17 november 2010 op de griffie der kantongerechten is ingediend met producties;
– de conclusie van antwoord zijdens Ma Retraite;
– de conclusie van antwoord zijdens North Coast en de eis in reconventie;
– de conclusie van repliek en van antwoord in reconventie;
– de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie zijdens North Coast;
– de conclusie van dupliek zijdens Ma Retraite;
– de conclusie van dupliek in reconventie zijdens [persoon].
1.2 De uitspraak van het vonnis is bepaald op heden.
2. De vordering, de grondslag daarvan en het verweer
2.1 De vordering in conventie
[persoon] vordert – kort gezegd – om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
Primair:
– Van waarde te verklaren het conservatoir beslag gelegd op het perceelland;
– Nietig te verklaren, althans te vernietigen de goederenrechtelijke en zakenrechtelijke koopovereenkomst tussen Ma Retraite en North Coast ten overstaan van de notaris mr. D. Alexander bij akte d.d. 22 januari 2010 verleden aangaande het perceel;
– De doorhaling te gelasten van de inschrijving ten hypotheekkantore op 28 januari 2010 in register C 1954 onder [nummer 3] van voornoemde akte van verkoop en koop;
– North Coast te veroordelen om binnen een week na het in dezen te wijzen vonnis aan de juridische levering zijn medewerking ten overstaan van notaris mr. J.G. Kemp te verlenen van het perceelland, onder verbeurte van een dwangsom van SD 5.000,- voor elke dag waarbij Ma Retraite niet aan het vonnis voldoet.
Subsidiair:
– Ma Retraite en North Coast te veroordelen om aan [persoon] bij wege van schade te betalen het bedrag ad SRD 120.000,-, vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van 22 januari 2010, des de een betalende de ander zal zijn bevrijd;
– Ma Retraite en North Coast te veroordelen in de kosten van het geding.
2.2 De grondslag in conventie
[persoon] heeft tegen de achtergrond van de als vaststaand aangenomen – voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven – het volgende aan zijn vordering ten grondslag gelegd:
[persoon] heeft op 30 november 1981 van Ma Retraite gekocht, het perceelland voor de koopsom van Sf 12.981,60.
Op 15 maart 1988 heeft hij de gehele koopsom voldaan. In het jaar 2008 kwam hij erachter dat het perceelland nog niet op zijn naam was overgeschreven.
Op 28 januari 2010 heeft de [heer] in de hoedanigheid van liquidateur van Ma Retraite, in liquidatie van Ma Retraite het perceelland verkocht aan North Coast.
Ma Retraite heeft wanprestatie gepleegd jegens [persoon]. [persoon] is namelijk verkort in zijn geldelijk verhaalsrecht, waardoor een beroep op de actio Pauliana openstaat.
2.3 De vordering in reconventie
North Coast vordert – kort gezegd – om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
– De opheffing te gelasten van het bij deurwaarder D.E. Hew A Kee gelegd conservatoir beslag d.d. 04 november 2010, [nummer 2] op het perceelland;
– [persoon] te veroordelen in de kosten van het geding.
2.4 De grondslag in reconventie
North Coast heeft tegen de achtergrond van de als vaststaand aangenomen feiten – voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven – het volgende aan zijn vordering ten grondslag gelegd.North Coast heeft geheel te goeder trouw op 28 januari 2010 van Ma Retraite gekocht en geleverd gekregen het perceelland.
Het onroerend goed behoort niet meer tot het vermogen van Ma Retraite en kan [persoon] zich daarop niet verhalen. Het gelegd beslag kan daarom niet in stand blijven. Voorts wordt North Coast door het vexatoir beslag enorm gestoord in de ontplooiing van de economische activiteiten van voormeld perceel.
2.5 Het verweer in conventie en in reconventie
Ma Retraite en North Coast hebben in conventie verweer gevoerd. [persoon] heeft in reconventie verweer gevoerd. Op hetgeen zij hebben aangevoerd, komt de kantonrechter, indien nodig, terug.
4. De beoordeling
In conventie
4.1 Ma Retraite voert als formeel verweer aan dat zij ontkent een koopovereenkomst met [persoon] te zijn aangegaan, daar het door [persoon] overgelegde aflossingsboekje op naam staat van [voorletter en achternaam persoon], terwijl [persoon] is geheten [voornamen persoon].
4.2 De kantonrechter is van oordeel dat het aflossingsboekje inderdaad op naam van [voorletter en achternaam persoon] staat en [persoon] geen bewijsstukken heeft overgelegd waaruit blijkt dat hij inderdaad de overeenkomst met Ma Retraite is aangegaan.Echter oordeelt de kantonrechter dat als enerzijds gesteld en anderzijds niet betwist is komen vast te staan dat Ma Retraite op 30 november 1981 een (huur)koopovereenkomst te zijn aangegaan met ene [voorletter en achternaam persoon]. Ma Retraite die stelt de overeenkomst niet met [persoon] te zijn aangegaan, heeft nagelaten te stellen met wie zij de overeenkomst dan wel is aangegaan. Aan het verweer van Ma Retraite zal de kantonrechter, als te zijn onvoldoende onderbouwd, dan ook voorbijgaan.
4.3 Ma Retraite voert voorts als verweer dat bij de liquidatie aan alle wettelijke eisen zijn voldaan, met name het publiceren en oproepen van eventuele schuldeisers en/of crediteuren. [persoon] heeft nooit contact opgenomen met Ma Retraite of anderszins te kennen gegeven wat hij van haar te vorderen heeft. Ma Retraite ging er te goeder trouw van uit dat zij de percelen die een eigenaar hadden, ook daadwerkelijk heeft geleverd.Als gevolg van het verloop van 22 jaar is Ma Retraite eigenaar geworden van het perceelland en was zij tevens gerechtigd dit te verkopen.
4.4 De kantonrechter is van oordeel dat artikel 1984 van het Burgerkijk Wetboek niet op Ma Retraite van toepassing is; Ma Retraite is – zoals [persoon] terecht opmerkt – altijd eigenaar van voormeld perceelland gebleven en kan derhalve geen eigenaar worden door verjaring.
4.5 Als enerzijds gesteld en anderzijds niet betwist is komen vast te staan dat de gehele koopsom voor het perceelland in 1988 is voldaan. Ma Retraite was aldus gehouden het perceelland aan [persoon] te leveren. Ma Retraite heeft zich niet gehouden aan haar leveringsverplichting en maakt zich aldus schuldig aan wanprestatie.
4.6 [persoon] stelt zich op het standpunt dat een beroep op actio Pauliana openstaat, omdat hij, [persoon], is verkort in zijn geldelijk verhaalsrecht.
4.7 De kantonrechter overweegt dat de actio Pauliana kan worden ingeroepen, mits bewezen wordt, dat bij het verrichten der handeling zowel de schuldenaar als degene met wie of ten wiens behoeve hij handelde, de wetenschap bezat, dat daarvan benadeling van de schuldeisers het gevolg zou zijn.Als enerzijds gesteld en anderzijds niet weersproken is komen vast te staan dat bij de liquidatie van Ma Retraite zij zich aan de wettelijke vereisten heeft gehouden met name het publiceren en oproepen van eventuele schuldeisers en/of crediteuren.Eveneens is komen vast te staan dat [persoon] niet heeft gereageerd op de oproep en dat [persoon], zelfs na zijn ontdekking dat het perceelland niet was geleverd in 2008 geen contact heeft opgenomen met Ma Retraite om de levering van voornoemd perceelland te bewerkstelligen.
4.7.1 De kantonrechter is aldus van oordeel dat niet is bewezen dat Ma Retraite de intentie had zijn verhaalsmogelijkheden aan [persoon] te onttrekken of dat North Coast de wetenschap had dat daarvan benadeling van [persoon] zou volgen.
4.7.2 Gezien hetgeen hiervoor is overwogen, is de kantonrechter van oordeel dat de primaire vordering van [persoon] niet voor toewijzing vatbaar is.
4.8 Ma Retraite voert als verweer dat de gevorderde schadevergoeding niet onderbouwd is en derhalve niet toewijsbaar is.
4.9 De kantonrechter is van oordeel, dat gezien de wanprestatie van Ma Retraite is komen vast te staan, zij dan ook gehouden is de door [persoon] geleden schade te vergoeden.Deze schade bestaat naar het oordeel van de kantonrechter uit de huidige waarde van het bedrag dat [persoon] voor het perceelland heeft betaald. [persoon] had namelijk als belanghebbende bij de levering van het perceelland ook de verantwoordelijkheid om erop toe te zien dat de levering binnen redelijke termijn plaats zou vinden. [persoon] heeft eerst na twintig jaren actie ondernomen om het gekocht perceelland geleverd te krijgen, doch zonder de verkoper, in casu Ma Retraite, hiervan op de hoogte te stellen.Het is naar het oordeel van de kantonrechter dan ook in strijd met de redelijkheid en de billijkheid om van Ma Retraite de geheel geleden schade in de vorm van de huidige waarde van het perceelland te vorderen.De huidige waarde van het door [persoon] betaald bedrag zal worden berekend aan de hand van de waarde van de koopsom in Noord-Amerikaanse Dollars. Uitgegaan wordt van de waarde van het perceelland ten tijde van het aangaan van de koopovereenkomst en wel in 1981. Dit bedrag in Noord-Amerikaanse Dollars zal tegen de huidige dollarkoers worden omgezet in Surinaamse Dollars.
4.10 De koers van de Amerikaanse Dollar bedroeg in 1981 (bij het aangaan van de koopovereenkomst) 1 op 1.80.De koopsom bedroeg Sf 12.981,60. De waarde hiervan in Noord-Amerikaanse Dollars bedroeg in 1981 dus US$ 7.212,-.US$ 7.212 is tegenwoordig waard SRD 24.160,20.De schade die [persoon] heeft geleden zal aldus worden vastgesteld op SRD 24.160,20.
4.11 Ma Retraite zal als de hoofdzakelijk in het ongelijk gestelde partij worden verwezen in de kosten van het geding.
In reconventie
4.12 Gezien al hetgeen in conventie is overwogen acht de kantonrechter het gelegd beslag ten aanzien van North Coast onrechtmatig en zal de vordering van North Coast dan ook worden toegewezen.
5. De beslissing
De kantonrechter:
In conventie:
5.1 Veroordeelt Ma Retraite aan [persoon] te betalen de som van SRD 24.160,20 (VIER EN TWINTIGDUIZEND HONDERDZESTIG 20/100 SURINAAMSE DOLLAR), vermeerderd met de wettelijke rente van 6% per jaar, berekend vanaf 17 november 2010 tot aan de algehele voldoening van de schuld.
5.2 Veroordeelt Ma Retraite in de proceskosten aan de zijde van [persoon] gevallen en tot op heden begroot op SRD 188,- (HONDERD ACHT EN TACHTIG 0/00 SURINAAMSE DOLLARS).
5.3 Wijst af het meer of anders gevorderde.
In reconventie
5.4 Gelast de opheffing van het bij exploot d.d. 04 november 2010 [nummer 2] van de deurwaarder bij het Hof van Justitie, D.E. Hew A Kee gelegd conservatoir beslag op het perceelland;
5.5 Veroordeelt [persoon] in de kosten van het geding aan de zijde van North Coast gevallen en tot op heden begroot op nihil;
5.6 Wijst af het meer of anders gevorderde;
In conventie en in reconventie
5.7 Verklaart dit vonnis, voor zover mogelijk, uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gewezen door de kantonrechter-plaatsvervanger mr. A.M. Nooitmeer-Rotsburg en op 17 maart 2015 in het openbaar uitgesproken door de kantonrechter-plaatsvervanger in het Eerste Kanton, mr. A.C. Johanns, in tegenwoordigheid van de griffier.
w.g. D. Ramdin w.g. A.M. Nooitmeer-Rotsburg
w.g. A.C. Johanns