SRU-K1-2016-34

  • Instantie Kantongerecht Eerste Kanton
  • Zaaknummer AR-164739
  • Uitspraakdatum 20 oktober 2016
  • Publicatiedatum 29 april 2020
  • Rechtsgebied Civiel recht
  • Inhoudsindicatie

    Kort geding. Verschrijving geldbedragen levert geen nietigheid van aanzegging, aanmaning en exploit op. Geen misbruik van het recht van parate executie. Art. 1207 lid 2 BW. Art. 366 Rv.

Uitspraak

KANTONGERECHT IN HET EERSTE KANTON
A.R. No. 16-4739
20 oktober 2016

Vonnis in kort geding in de zaak van:

A. [eiser sub A],
B. [eiser sub B],
beiden wonende te [district],
C. de naamloze vennootschap SURSHOPPING N.V., rechtspersoon,
gevestigd te Paramaribo,
eisers,
gemachtigde: mr. S.R. Heijmans, advocaat,

tegen

DE NAAMLOZE VENNOOTSCHAP REPUBLIC BANK (SURINAME) N.V., vroeger geheten de RBC ROYAL BANK (SURINAME) N.V., rechtspersoon,
gevestigd en kantoorhoudende te Paramaribo,
gedaagde,
gemachtigde: mr. H.R. Lim A Po Jr., advocaat.

1. Het verloop van het proces
1.1 Dit blijkt uit de volgende processtukken en –handelingen:

  • het inleidend verzoekschrift dat met de producties op 03 oktober 2016 op de Griffie der Kantongerechten is ingediend;
  • de conclusie van eis die mondeling is genomen op 06 oktober 2016;
  • de conclusie van antwoord d.d. 11 oktober 2016, met producties;
  • de conclusie van repliek d.d.13 oktober 2016, met producties;
  • de conclusie van dupliek d.d. 17 oktober 2016, met producties;
  • de conclusie tot uitlating aan de zijde van eisers over de producties d.d. 18 oktober 2016, met producties;
  • de conclusie tot uitlating aan de zijde van gedaagde over de producties d.d. 19 oktober 2016.

1.2 De uitspraak van het vonnis is bepaald op heden.

2 De feiten
2.1 Eisers hebben de hierna vermelde krediet- c.q. leningsovereenkomsten met gedaagde gesloten:

  • een leningsovereenkomst voor een totaal bedrag van USD 445.391,28, met een looptijd tot en met 30 juni 2024, rente van 9% per jaar;
  • een rekening courantkrediet (RC) overeenkomst, met een kredietfaciliteit tot een bedrag van USD 400.000,-, rente 9% per jaar;
  • een rekening courantkrediet (RC) overeenkomst, met een kredietfaciliteit tot een bedrag van USD 435.850,-, rente 9% per jaar.

2.2 Voor de hiervoor vermelde kredietverstrekkingen hebben eisers als dekking hypotheken gevestigd op de hierna omschreven onroerende goederen ten laste van gedaagde:
1. “Het perceelland, groot 783m², aangeduid met de letter ABCD en uitmakende de percelen aangeduid met de nummer 5 en 6, elk groot 391,50m², gelegen in het [district] aan de [weg 1], d.u.v. het stuk grond groot 2.80ha, gelegen ten oosten van de [weg 2], zijnde een gedeelte van de [plantage 1], waarover handelt de akte van verkoop en koop d.d. 10 december 2001”,
2. “Het perceelland, groot 1.999,40m², aangeduid met de letters ABCD en het no. 16, gelegen te [district] aan de [straat], d.u.v. de [plantage 2]”,
3. “Het perceelland, groot 1.626,40m², aangeduid met de letters ABCD en het no. 17, gelegen te [district] aan [straat] ten oosten van de [weg 3], welk perceel d.u.v het perceelland resp. groot 2 ha en 16 are, 2ha, 49ha en 20ca, 62 are en 37 ca, welke percelen d.u.v de [plantage 2]”,

Het door NV Surishopping aan te kopen een tweede deel onverdeeld van het onroerend goed bestaande uit 5 percelen, t.w.:
4.“Het perceelland, groot 514,88m², gelgen in het district Paramaribo (voorheen distrikt Suriname) aan de Watradoestraat, aangeduid op de kaart van de landmeter F. Emanuels d.d. 28 mei 1969 met de letters ABCD en met het no. 5, officieel no. 532”,
5.“Het perceelland, groot 810,43m², gelegen in het distrikt Paramaribo (voorheen district Suriname) aan de Watradagoestraat, aangeduid op de kaart van de landmetr F. Emanuels d.d 28 mei 1969 met de letters ABCD en met het no. 6, officieel no. 531”,
6.“Het perceelland, groot 465,78m², gelegen in het distrikt Paramaribo (voorheen distrikt Suriname) aan de Watradagoestraat, aangeduid op de kaart van de landmeter F. Emanuels d.d. 28 mei 1969 met de letters ABCD en met het no. 7, officieel no. 530”;
7.“Het perceelland, groot 548,18m², gelegen in het distrikt Paramaribo (voorheen distrikt Suriname) aan de Watradagoestraat, aangeduid op de kaart van de landmeter F. Emanuels d.d. 28 mei 1969 met de letters ABCD en met het no. 3, officieel no. 534”,
8.“Het perceelland, groot 530,53m², gelegen in het distrikt Paramaribo (voorheen distrikt Suriname) aan de Watradagoestraat, aangeduid op de kaart van de landmeter F. Emanuels d.d 28 mei 1969 met de letters ABCD en met het no. 4, officieel no. 533”,

2.3 Bij schrijven d.d. 29 april 2015 zijn eisers door gedaagde in gebreke gesteld om de achterstanden van de aan hen verstrekte kredieten in te lopen. Ter zake staat het volgende in de ingebreke stelling vermeld:
“(…)
Blijkens onze administratie vertonen de destijds aan u verstrekte kredieten, geregistreerd onder de hieronder genoemde rekeningnummers, per heden debetstanden.
Krachtens onze overeenkomsten d.d. 28 maart 2014 resp. 13 augustus 2014 en 27 oktober 2014 dienden de bedragen vermeld in kolom 3 niet overschreden te worden weshalve u achterstanden heeft welke zijn vermeld in kolom 4.
(…)
Eveneens willen wij u eraan herinneren dat de aflossingen van de maand april 2015 ad USD 5.674,- resp USD 8.128,- per 30 april 2015 ook zullen moeten plaatsvinden.
Wij verzoeken u voornoemde debetstanden in overstand total ad USD 14.173,48 en aflossingen van april 2015 voor het totaal bedrag van USD 13.802,- zo spoedig mogelijk doch op uiterlijk 13 mei 2015 aan te zuiveren.
Voorts willen wij u er nogmaals op attenderen, dat elke ultimo van de maand rente en kosten worden bijgeboekt. Wij verzoeken u derhalve ervoor zorg te dragen dat de geboekte bedragen binnen 2 weken worden gestort.

2.4 Bij schrijven d.d. 09 juni 2015 zijn eisers ten tweede male door gedaagde ingebreke gesteld om de achterstanden van de aan hun verstrekte kredieten in te lopen. In de ingebrekestelling heeft gedaagde het volgende verwoord:
“(…)
Blijkens onze administratie vertonen de destijds aan u verstrekte kredieten, geregistreerd onder de hieronder genoemde rekeningnummers, per heden debetstanden.
Krachtens onze overeenkomsten d.d. 28 maart 2014 resp. 13 augustus 2014 en 27 oktober 2014 dienden de bedragen vermeld in kolom 3 niet overschreden te worden weshalve u achterstanden heeft welke vermeld zijn in kolom 4.
Op 29 april 2015 hadden wij u reeds schriftelijk aangemaand en u erop geattendeerd uw overstand ana te zuiveren, hetgeen niet volledig is geschied.
Wij verzoeken u voornoemde debetstanden en overstand total ad USD 48.954,20 zo spoedig mogeijk doch op uiterlijk 23 juni 2015 aan te zuiveren.
Voorts willen wij u er nogmaal op attenderen, dat elke ultimo van de maand rente en kosten worden bijgeboekt. Wij verzoeken u derhalve ervoor zorg te dragen dat de geboekte bedragen binnen 2 weken worden gestort.”.

2.5 Op 14 juli 2015 heeft gedaagde de kredietovereenkomsten die zij met eisers heeft gesloten, vanwege het in verzuim zijn door eisers tot het inlopen van de achterstanden, opgezegd.

2.6 Bij schrijven d.d. 15 juli 2015 hebben eisers als volgt op de kredietopzegging gereageerd:
Zeer tot mijn verbazing hebben wij kennis genomen van uw kredietopzegging, hetgeen totaal haaks staat tegenover de afspraken die ik onlangs met uw [directielid], heb gemaakt in bespreking op uw kantoor.
Afgesproken is, dat wij voorlopig de achterstand van de rente zouden inlopen. Hierna zouden wij een tijdelijke verhoging van het werkkrediet krijgen om de goederen, die reeds besteld en gedeeltelijk ook betaald zijn, in te klaren.
Het één en ander gaat ons in de gelegenheid stellen om de nodige omzetten te genereren, zodat wij ook aan onze aflossingsverplichtingen zouden kunnen voldoen.
(…)
Voorts willen wij u verder niet onthouden, welke de oorzaken zijn, die ertoe geleid hebben, dat ons bedrijf momenteel in zwaar weer is terechtgekomen, nl:
De negatieve publiciteit door het Ministerie van Justitie en Politie, dat wij slechte kwaliteit zouden leveren. De boycot van regeringswege, hetwelk inhield, dat diverse aan ons bedrijf te gunnen leveringsprojecten aan andere bedrijven werd gegund.
Met het oog hierop, verwijzen wij u naar het u bekende schandaal bij de Brandweer.
Hetzelfde heeft zich ook in 2014 en 2015 voorgedaan, alsook in de jaren daarvoor, nl. 2010 t/m 2013.
Ondanks het feit, dat de autoriteiten ons verweten hebben van het leveren van een slechte kwaliteit, zijn wij nooit uitgesloten voor deelname aan nieuwe inschrijvingen. Ook heeft de Overheid ons nooit één artikel kunnen aanwijzen, dat van slechte kwaliteit zou zijn. Zie daar de tegenstrijdigheid.
Wij hebben na het voorval van november 2013, diverse malen ook bij andere ministeries ingeschreven, waarbij wij weer vaker de laagste prijs waren. Slechts bij de Douane hebben wij een gunning van SRD 109.000,- toegewezen gekregen. Bij de Brandweer zijn er zelfs aanbestedingen die wij moesten krijgen, naderhand, onderhands gegund aan andere bedrijven, door het bedrag te splitsen in tweeën, zodat er tot een bedrag van maximaal SRD 1.5 mln. kon worden aangeboden. Voor deze aankopen zijn wij niet gevraagd om een prijsopgave te doen. Dit zijn zeer pijnlijke zaken, die wij hebben meegemaakt.
Hiernaast heeft de slechte betalingsattitude van de Overheid ons bedrijf ook grote problemen bezorgd.
(…)”.

2.7 Bij exploot van de deurwaarder d.d. 27 augustus 2016 heeft gedaagde haar voornemen tot de openbare verkoop van de onroerende goederen op donderdag 20 oktober 2016, des voormiddag om tien uur,ten kantore van de [notarissen] aan [adres] aan eisers aangezegd. Middels dit exploot heeft gedaagde tevens aan eisers doen betekenen:

  • de grosse akte eerste krediethypotheek d.d. 09 juli 2014;
  • de grosse akte ener krediethypotheek d.d. 13 augustus 2014;
  • een brief gericht aan de [notarissen] d.d. 21 juli 2016, in welke brief vermeld staat de saldoschuld van eiseres sub C USD 1.324.776,88 bedraagt.

3. De vordering, de grondslag daarvan en het verweer
3.1 Eisers vorderen, om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad,:
Primair:
I. gedaagde te verbieden om op donderdag 20 oktober 2016 in het openbaar te verkopen c.q. de stopzetting te bevelen van de onroerende goederen:
1.“Het perceelland, groot 783m², aangeduid met de letter ABCD en uitmakende de percelen aangeduid met de nummer 5 en 6, elk groot 391,50m², gelegen in het [district] aan de [weg 1], d.u.v. het stuk grond groot 2.80ha, gelegen ten oosten van de [weg 2], zijnde een gedeelte van de [plantage 1], waarover handelt de akte van verkoop en koop d.d. 10 december 2001”,
2.“Het perceelland, groot 1.999,40m², aangeduid met de letters ABCD en het no. 16, gelegen te [district] aan de [straat], d.u.v. de [plantage 2]”,
3.“Het perceelland, groot 1.626,40m², aangeduid met de letters ABCD en het no. 17, gelegen te [district] aan [straat] ten oosten van de [weg 3], welk perceel d.u.v het perceelland resp. groot 2 ha en 16 are, 2ha, 49ha en 20ca, 62 are en 37 ca, welke percelen d.u.v de [plantage 2]”,

Het door NV Surishopping aan te kopen een tweede deel onverdeeld van het onroerend goed bestaande uit 5 percelen, t.w.:
4 “Het perceelland, groot 514,88m², gelgen in het district Paramaribo (voorheen distrikt Suriname) aan de Watradoestraat, aangeduid op de kaart van de landmeter F. Emanuels d.d. 28 mei 1969 met de letters ABCD en met het no. 5, officieel no. 532”,
5 “Het perceelland, groot 810,43m², gelegen in het distrikt Paramaribo (voorheen district Suriname) aan de Watradagoestraat, aangeduid op de kaart van de landmetr F. Emanuels d.d 28 mei 1969 met de letters ABCD en met het no. 6, officieel no. 531”,
6 “Het perceelland, groot 465,78m², gelegen in het distrikt Paramaribo (voorheen distrikt Suriname) aan de Watradagoestraat, aangeduid op de kaart van de landmeter F. Emanuels d.d. 28 mei 1969 met de letters ABCD en met het no. 7, officieel no. 530”;
7 “Het perceelland, groot 548,18m², gelegen in het distrikt Paramaribo (voorheen distrikt Suriname) aan de Watradagoestraat, aangeduid op de kaart van de landmeter F. Emanuels d.d. 28 mei 1969 met de letters ABCD en met het no. 3, officieel no. 534”,
8 “Het perceelland, groot 530,53m², gelegen in het distrikt Paramaribo (voorheen distrikt Suriname) aan de Watradagoestraat, aangeduid op de kaart van de landmeter F. Emanuels d.d 28 mei 1969 met de letters ABCD en met het no. 4, officieel no. 533”, zoals die uit het overgelegde deurwaardersexploot, de akten en overgelegde schrijven wijders blijken;

II.op straffe van een aan eisers te betalen dwangsom van USD 2.0000.000,-, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen dwangsom, indien gedaagde in strijd met het te geven verbod handelt;

III. kosten rechtens.

Subsidiair:
I. gedaagde te verbieden om op donderdag 20 oktober 2016 in het openbaar te verkopen c.q. de stopzetting te bevelen van de onroerende goederen:
1.“Het perceelland, groot 783m², aangeduid met de letter ABCD en uitmakende de percelen aangeduid met de nummer 5 en 6, elk groot 391,50m², gelegen in het [district] aan de [weg 1], d.u.v. het stuk grond groot 2.80ha, gelegen ten oosten van de [weg 2], zijnde een gedeelte van de [plantage 1], waarover handelt de akte van verkoop en koop d.d. 10 december 2001”,
2.“Het perceelland, groot 1.999,40m², aangeduid met de letters ABCD en het no. 16, gelegen te [district] aan de [straat], d.u.v. de [plantage 2]”,
3. “Het perceelland, groot 1.626,40m², aangeduid met de letters ABCD en het no. 17, gelegen te [district] aan [straat] ten oosten van de [weg 3], welk perceel d.u.v het perceelland resp. groot 2 ha en 16 are, 2ha, 49ha en 20ca, 62 are en 37 ca, welke percelen d.u.v de [plantage 2]”,

Het door NV Surishopping aan te kopen een tweede deel onverdeeld van het onroerend goed bestaande uit 5 percelen, t.w.:
4.“het perceelland, groot 514,88m², gelgen in het district Paramaribo (voorheen distrikt Suriname) aan de Watradoestraat, aangeduid op de kaart van de landmeter F. Emanuels d.d. 28 mei 1969 met de letters ABCD en met het no. 5, officieel no. 532”,
5. “Het perceelland, groot 810,43m², gelegen in het distrikt Paramaribo (voorheen district Suriname) aan de Watradagoestraat, aangeduid op de kaart van de landmetr F. Emanuels d.d 28 mei 1969 met de letters ABCD en met het no. 6, officieel no. 531”,
6.“Het perceelland, groot 465,78m², gelegen in het distrikt Paramaribo (voorheen distrikt Suriname) aan de Watradagoestraat, aangeduid op de kaart van de landmeter F. Emanuels d.d. 28 mei 1969 met de letters ABCD en met het no. 7, officieel no. 530”;
7.“Het perceelland, groot 548,18m², gelegen in het distrikt Paramaribo (voorheen distrikt Suriname) aan de Watradagoestraat, aangeduid op de kaart van de landmeter F. Emanuels d.d. 28 mei 1969 met de letters ABCD en met het no. 3, officieel no. 534”,
8.“Het perceelland, groot 530,53m², gelegen in het distrikt Paramaribo (voorheen distrikt Suriname) aan de Watradagoestraat, aangeduid op de kaart van de landmeter F. Emanuels d.d 28 mei 1969 met de letters ABCD en met het no. 4, officieel no. 533”, zoals die uit het overgelegde deurwaardersexploot, de akten en overgelegde schrijven wijders blijken;

II. op straffe van een aan eisers te betalen dwangsom van USD 2.0000.000,-, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen dwangsom, indien gedaagde in strijd met het te geven verbod handelt;

III. kosten rechtens.

3.2 Primair leggen eisers aan hun vordering ten grondslag dat de aanmaning, bevel, aanzegging en exploot betreffende de betekening van het bevel nietig zijn en stellen daartoe het volgende:

  • de in de aanmaning vermelde munteenheid heeft hen in verwarring gebracht of het bedrag in US dollars of Surinaamse Dollars moet zijn en ze zijn niet het bedrag dat vermeld staat in de aanmaning aan gedaagde verschuldigd;
  • het bevel tot aanzegging van de openbare verkoop is niet conform artikel 366 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering aan hen betekend.

Subsidiair leggen eisers aan hun vordering ten grondslag dat gedaagde wanprestatie c.q. een onrechtmatige daad jegens hen pleegt en misbruik maakt van het recht van parate executie. Daartoe stellen zij, tegen de achtergrond van de feiten vermeld onder 2, onder meer het volgende:

  • het is aan gedaagde te wijten dat zij niet aan hun aflossingsplicht hebben kunnen voldoen en kunnen voldoen, omdat gedaagde geen medewerking heeft verleend tot royement van de hypotheek die ten laste van gedaagde gevestigd is op het onroerend goed aan de Latourweg, welk onroerend goed eisers aan een derde zouden verkopen. Dit, terwijl gedaagde de toezegging tot royement heeft gedaan.

3.3 Gedaagde heeft verweer gevoerd. Op dit verweer komt de kantonrechter, voor zover voor de beslissing van belang, hierna in de beoordeling terug.

4. De beoordeling
4.1 Het spoedeisend belang blijkt uit de aard van het gevorderde. Daarom zullen eisers worden ontvangen in het kort geding.

4.2 Gedaagde weerspreekt dat het exploit nietig is, omdat er in casu sprake is van een verschrijving, de bedragen bovendien correct zijn vermeld en eisers wel degelijk op de hoogte zijn van de grootte en het courant van de schuld. Eisers weten dat zij in de Amerikaanse munteenheid geld hebben geleend.

Voorts voert gedaagde aan dat het beroep op artikel 366 Rv niet opgaat, omdat dit artikel betrekking heeft op de gerechtelijke uitwinning voor de executie op onroerende goederen.

Naar het oordeel van de kantonrechter gaat het beroep van eisers op nietigheid van de aanzegging, aanmaning en exploit niet op. Zoals blijkt uit inhoud van de ten processe door eisers overgelegde kredietovereenkomst, die eisers zelf met gedaagde hebben gesloten en de diverse ingebrekestellingen is de vermelde munteenheid USD en niet SRD.
In de aanzegging komt het door gedaagde vermelde saldobedrag in cijfers overeen met het vermelde opgeeiste saldobedrag in letters, te weten 1.324.776,88 (Eenmiljoen Driehonderd Vier en Twintigduizend Zevenhonderd Zes en Zeventig 88/100). Het enige verschil dat erin zit, is dat voor het bedrag in letters als munteenheid staat vermeld US$ en de munteenheid achter dit saldobedrag is verwoord in Surinaamse Dollar. De hiervoor vermelde feiten in onderling samenhang beschouwd en gelezen, gevennaar het voorlopig oordeel van de kantonrechter duidelijk een indicatie dat het vermelden van “Surinaamse Dollars” in de aanzegging een verschrijving is en dat eisers zich er wel degelijk van bewust zijn dat het een verschrijving betreft. Dit, daar zij zelf de leenovereenkomsten met gedaagde hebben gesloten en onweersproken hebben gelaten dat gedaagde de kredieten in US$ aan hen heeft verstrekt.

4.3 Voor wat betreft het beroep van eisers dat gedaagde in strijd met het bepaalde in artikel 366 Rv heeft gehandeld, is de kantonrechter van oordeel dat zulks niet opgaat. Dit, omdat – zoals gedaagde terecht opwerpt – dit artikel betrekking heeft op de gerechtlijke uitwinning.

4.4 Gedaagde voert aan dat eisers vanaf het jaar 2012 in gebreke zijn gebleven hun betalingsverplichtingen jegens gedaagde na te komen, en heeft gedaagde in dat kader in oktober 2014 de leningen geherstructureerd. Desondanks zijn eisers na de herstructurering hun betalingsverpichtingen niet stipt en volledig jegens gedaagde nagekomen en heeft gedaagde om die reden terecht de financieringsfaciliteiten opgezegd.
Gedaagde weerspreekt dat de betalingsachterstanden van eisers aan haar te wijten zijn. Daartoe stelt zij dat zij meerdere malen het voorstel aan eisers heeft geopperd om de leningen wederom te herstructureren, doch zijn eisers niet akkoord gegaan met dit voorstel. Daar eisers hun betalingsverplichtingen niet nakomen en gedaagde hierdoor schade lijdt, is zij genoodzaakt over te gaan tot de openbare verkoop van de percelen teneinde de leensommen daaruit te kunnen verhalen. Gedaagde heeft er geen vertrouwen meer in dat eisers hun betalingsverplichtingen zullen nakomen. Volgens het verweer van gedaagde beschikken eisers wel over voldoende inkomsten c.q. vermogen om hun betalingsverplichting jegens haar na te komen, omdat eisers als gevestigde handelaren in onder meer schoenen en cement voldoende inkomsten beschikken.

4.5 Ter zake het door eisers gestelde en het verweer van gedaagde stelt de kantonrechter voorop dat overeenkomstig het bepaalde in artikel 1207 lid 2 van het Surinaams Burgerlijk Wetboek de hypotheekhouder bevoegd is om tot openbare verkoop over te gaan indien de schuldenaar in verzuim is met de voldoening van zijn hypothecaire verplichtingen danwel schuld. De hypotheekhouder, in casu gedaagde, is in beginsel vrij om te bepalen op welk moment zij tot executoriale verkoop overgaat.

Onweersproken staat vast dat eisers reeds langer dan 1 jaar na de herstructurering van de leningen vanwege eerder ontstane achterstanden in betaling niet hebben voldaan aan hun aflossingsverplichting jegens gedaagde. Voldoende aannemelijk is dat gedaagde meerdere malen medewerking heeft verleend aan eisers tot uitstel van betaling en aldus coulant is geweest naar eisers toe. De kantonrechter begrijpt uit de stellingen van eisers dat zij vanwege de slechte betalingsattitude van derden niet aan hun betalingsverplichting jegens gedaagde kunnen voldoen, doch levert zulks geen grond op tot overmacht voor eisers in de zin van het overeenkomsten recht. Tevens is voldoende aannemelijk dat gedaagde meerdere malen coulant is geweest jegens eisers en dat eisers nog in financiele problemen verkeren, doch kan van gedaagde als financiele instelling in redelijkheid niet worden verwacht om oneindig uitstel tot betaling aan eisers te verlenen indien er geen zicht is op welk moment eisers hun betalingsachterstanden zullen inlopen dan wel aan hun betalingsverplichting zullen voldoen.

Eisers stellen evenwel dat zij vorderingen op derden hebben lopen en zij zodoende wel aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen, doch acht de kantonrechter dit geen zekerheid tot betaling. Bovendien hebben eisers geen enkel inzicht verschaft binnen welke termijn zij de te vorderen bedragen van die derden, zijnde de vermeende schuldeisers van eisers, uitbetaald zullen krijgen en binnen welke termijn zij de achterstanden zullen inlopen. Voor gedaagde zijn er dus geen concrete alternatieven beschikbaar om haar vordering op eiser voldaan te krijgen, anders dan door verhaal op de opbrengst van de openbare verkoop van de onroerende goederen. Om die reden kan naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter gedaagde geen misbruik van het recht van parate executie worden tegengeworpen en evenmin van het plegen van een onrechtmatige daad.

4.6 Op grond van hetgeen hiervoor onder 4.4 en 4.5 is overwogen zullen de door eisers gevraagde voorzieningen worden geweigerd en zullen zij, als de in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten worden veroordeeld.

5. De beslissing
5.1 Weigert de gevraagde voorzieningen.

5.2 Veroordeelt eisers in de proceskosten aan de zijde van gedaagde gevallen en tot aan deze uitspraak begroot op nihil.

Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter in het eerste kanton, mr. S.M.M. Chuen ter openbare terechtzitting uitgesproken door de kantonrechter in het eerste kanton, mr. I.S. Chhangur-Lachitjaran, op donderdag 20 oktober 2016 te Paramaribo, in aanwezigheid van de fungerend-griffier.