- Instantie Kantongerecht Eerste Kanton
- Zaaknummer AR-164970
- Uitspraakdatum 02 november 2016
- Publicatiedatum 26 juni 2019
- Rechtsgebied Civiel recht
-
Inhoudsindicatie
Ingevolge de wet vervalt een hypotheek indien na 15 jaren de inschrijving niet is vernieuwd. Uit de (Nederlandse) literatuur blijkt dat het wederinschrijven van de hypotheek 15 jaren na de inschrijving tot gevolg heeft dat de inschrijving rechtsgeldig is. Enig gevolg van deze hernieuwde (verlate) inschrijving is dat de rangorde kan veranderen omdat de inschrijving van een hypotheek nu éénmaal pas geldt vanaf het moment van de (vernieuwde) inschrijving.
Aan de onderzetter die niet tevens de schuldenaar is, is terecht aanzegging van de openbare verkoop gedaan.SJB
Uitspraak
Kantonrechter in Kort geding
A.R. no. 164970
2 november 2016
Vonnis in de zaak van
[eiser],
wonende te Paramaribo,
eiser in kort geding,
gemachtigde: mr. A.E. Veldman, advocaat,
hierna te noemen: [eiser]
tegen
STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE SURINAAMSE LUCHTVAART MAATSCHAPPIJ NV,
gevestigd en kantoorhoudende te Paramaribo,
gedaagde in kort geding,
gemachtigde: mr. S. Mangroelal, advocaat,
hierna te noemen: “het Pensioenfonds”.
1. Het procesverloop
1.1 Dit blijkt uit de volgende processtukken:
– het verzoekschrift met producties, dat op 11 oktober 2016 ter griffie der kantonrechter is ingediend,
– de conclusie van antwoord, met productie,
– de conclusie van repliek,
– de conclusie van dupliek.
1.2. De uitspraak van het vonnis in kortgeding is bepaald op heden.
2. De feiten
2.1 [eiser] is eigenaar van het ten rekeste vermeld perceelland.
2.2 Het Pensioenfonds is met de [eiser] en [naam] een overeenkomst van geldleen aangegaan bij welke overeenkomst tevens een hypotheek is gevestigd.
2.3 Bij akte van 21 juli 2000 is deze hypotheek gevestigd en is [eiser] als onderzetter opgetreden waarbij hij het ten rekeste vermeld perceelland heeft ondergezet.
2.4 Op 16 juli 2016 is de inschrijving van de hypotheek vernieuwd.
2.5 Bij exploit van 17 september 2016 heeft het Pensioenfonds [eiser] de openbare verkoop aangezegd voor donderdag 3 november 2016 om 10.00 uur des voormiddags.
3. De vordering en de grondslag daarvan
3.1 De vordering
[eiser] vordert kort gezegd, dat de kantonrechter, bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad:
– de onmiddellijke stopzetting gelast van de voor 3 november 2016 door het Pensioenfonds aangekondigde verkoop;
– het Pensioenfonds veroordeelt om binnen 1 x 24 uur na de uitspraak ten behoeve van haar en ten laste van [eiser] vernieuwde hypotheek door te halen of te royeren;
– het Pensioenfonds veroordeelt tot betaling van een dwangsom en voorts
– het Pensioenfonds veroordeelt in de proceskosten.
3.2 De grondslag
[eiser] heeft als grondslag voor het gevorderde aangevoerd, dat de hypotheek op 4 augustus 2000 in het register is ingeschreven. Artikel 1220 BW schrijft voor, dat de hypotheek standhoudt gedurende 15 jaar en voor het verloop van die termijn moet worden vernieuwd. Nu de inschrijving niet binnen die termijn is vernieuwd is de hypotheek vervallen.
De inschrijving is weliswaar op 18 juli 2016 vernieuwd doch dat is te laat omdat de hypotheek reeds is vervallen. Om die reden kan de veiling geen voortgang hebben. Hij voert tevens als grondslag aan dat hij geen schuldenaar is waardoor van hem niet kan worden gevraagd om de schuld af te betalen. Hij is het Pensioenfonds niets verschuldigd. Ook om die reden is de aangezegde veiling niet juist.
4. Het verweer
Het Pensioenfonds heeft verweer gevoerd op welk verweer de kantonrechter, voor zover van belang, hierna terugkomt.
5. De beoordeling
5.1 Het Pensioenfonds heeft als verweer onder andere het volgende aangevoerd.
- Dat ingevolge de wet inderdaad een hypotheek vervalt indien de inschrijving na vijftien jaar niet vernieuwd wordt, doch dat uit de literatuur blijkt dat het weder inschrijven van de hypotheek tot gevolg heeft dat de hypotheek rechtsgeldig is; het enige gevolg dat in de literatuur wordt aangegeven aan het na de termijn van vijftien jaar vernieuwd inschrijven is, dat de rangorde kan veranderen indien er meerdere hypotheken zijn, omdat de inschrijving van de hypotheek dan pas geldt vanaf het moment van de vernieuwde inschrijving; indien de inschrijving voor het verloop van de vijftien jaar wordt vernieuwd zijn er geen gevolgen voor een eventuele rangorde met andere hypotheekhouders; om die reden is de hypotheek wel rechtsgeldig en kon het Pensioenfonds wel de veiling aanzeggen;
- [eiser] is als onderzetter opgetreden waardoor aan hem ook de aanzegging gedaan moest worden.
5.2 [eiser] heeft op het verweer gereageerd waarbij hij bleef bij zijn gronden.
5.3 De kantonrechter overweegt dat de vraag die partijen verdeeld houdt die is, of de hypotheek nog rechtsgeldig is of dat de hypotheek niet meer bestaat vanwege het niet tijdig vernieuwen van de inschrijving.
5.4 Het Pensioenfonds heeft verwezen naar de literatuur, onder andere Asser – van Oven waarin de achtergrond is beschreven van de inschrijving van de hypotheek en de werking en het doel welke wordt toegeschreven aan de verplichting om binnen een wettelijke termijn de inschrijving te vernieuwen.
5.5 De kantonrechter overweegt dat het standpunt van het Pensioenfonds, dat de inschrijving van de hypotheek wel kan plaatsvinden na de einddatum van de wettelijke termijn, wordt onderschreven door zowel de uiteenzetting in Asser-van Oven als de uiteenzetting in het handboek “Hoofdzaken hypotheek en veiling” van mr. dr. C.A. Kraan (2014-Paramaribo).
5.6 In Asser-van Oven (10e druk 1978, pagina 174) is de volgende uitleg opgenomen: “opnieuw werden zodanige maatregelen genomen bij wet van 2 juni 1965 krachtens welke wet n.l. alle voor 1 juli 1948 genomen hypothecaire inschrijvingen binnen twee jaar na 1 juli 1966 vernieuwd moesten worden. De bedoelde vernieuwingen verzekeren aan belanghebbenden dezelfde rang en dezelfde rechten, die zij door de oorspronkelijke inschrijving hadden. Is de vernieuwing binnen de genoemde termijn nagelaten, dan houdt de vroegere inschrijving op van kracht te zijn, en kan niet meer worden hersteld, behoudens het recht van de schuldeiser om opnieuw krachtens zijn titel een inschrijving te doen bewerkstelligen, die dan echter eerst kracht heeft en rang verleent volgens haar eigen dagtekening.
5.7 In Kraan (2014) is de volgende uitleg gegeven over het royement: “de doorhaling van de hypotheek is een administratieve handeling die alleen effect heeft, dat wil zeggen het onroerend goed alleen blijvend van de inschrijving bevrijdt, als de hypotheek teniet is gegaan. Is de hypotheek niet tenietgegaan, dan blijft deze ondanks het royement van de inschrijving in stand en kan op grond van de oorspronkelijke hypotheekakte te allen tijde een nieuwe inschrijving plaatsvinden”.
5.8 De kantonrechter overweegt dat uit de hiervoor aangehaalde literatuur het verweer van het Pensioenfonds aannemelijk is waardoor de hypotheek en de inschrijving als rechtsgeldig moeten worden aangemerkt, evenals de aanzegging voor de openbare verkoop.
5.9 De kantonrechter overweegt ten aanzien van het tweede deel van de grondslag, dat gelijk het Pensioenfonds aanhaalt, aan de onderzetter die niet tevens de schuldenaar is, ook de akte van de hypotheek moet worden betekend, met de melding van de saldoschuld, een bevel om te betalen en de aanzegging voor de openbare verkoop indien niet aan het verschuldigde wordt voldaan (vide hoofdstuk 6 van het hiervoor aangehaald werk van mr. dr. C.A. Kraan).
5.10 De kantonrechter is van oordeel dat op grond van het hiervoor gestelde de grondslag niet aannemelijk is geworden waardoor het gevorderde zal worden afgewezen.
5.11 De kantonrechter zal [eiser], als de in het gelijkgestelde partij, veroordelen in de proceskosten.
6. De beslissing
6.1 Wijst af het gevorderde;
6.2 Veroordeelt [eiser] in de kosten van dit geding aan de zijde van het Pensioenfonds gevallen en tot aan deze uitspraak begroot op nihil.
Aldus gewezen en uitgesproken door mr. A.C. Johanns, kantonrechter-plaatsvervanger in kort geding, ter openbare terechtzitting van het kantongerecht in het eerste kanton te Paramaribo van woensdag 2 november 2016, in tegenwoordigheid van de griffier.
w.g. G.R. Mangal w.g. A.C. Johanns