SRU-K1-2017-13

  • Instantie Kantongerecht Eerste Kanton
  • Zaaknummer AR-155312
  • Uitspraakdatum 10 mei 2017
  • Publicatiedatum 08 juli 2019
  • Rechtsgebied Civiel recht
  • Inhoudsindicatie

    Openbare verkoop onroerend goed.
    Gedaagde wist bij de overdracht van het perceelland dat het reeds bezwaard was met executoriaal beslag ten behoeve van eiser. Nu ten tijde van de bouw door gedaagde op het perceelland er geen sprake was van bezwaring met executoriaal beslag ten behoeve van eiser, heeft de kantonrechter na afweging van belangen de vordering tot openbare verkoop afgewezen. Daarbij heeft de kantonrechter in aanmerking genomen dat eiser de mogelijkheid heeft om de percelen te veilen waarop er geen bouwwerkzaamheden zijn uitgevoerd.

Uitspraak

DE KANTONRECHTER IN HET EERSTE KANTON
A.R. no. 15-5312
10 mei 2017

Beschikking in de zaak van:

[eiser],
wonende in [woonplaats], Nederland,
eiser,
gemachtigde: mr. A. Adelaar, advocaat,

tegen

[gedaagde],
Wonende te [district],
gedaagde,
gemachtigde: mr. M.D. Lau-Kerssenberg, advocaat.

De Kantonrechter in het Eerste Kanton geeft in deze zaak, in Naam van de Republiek, de navolgende beschikking.

Eiser heeft bij het op 02 december 2015 ingediende verzoekschrift gevorderd dat het daarin nader omschreven onroerend goed in het openbaar zal worden verkocht;

Gelet op de processen-verbaal van verhoor ter raadkamerzitting van het Kantongerecht in het Eerste Kanton d.d. 16 maart 2016 en 08 maart 2017;

Overwegende, dat bij het verhoor in Raadkamer de dato 16 maart 2016 partijen in de gelegenheid zijn gesteld om de mogelijkheid van een schikking te bezien. Bij de conclusie tot uitlating schikking de dato 13 juli 2016 heeft gedaagde aangevoerd dat er geen schikking tussen partijen kan volgen, omdat er twaalf beslagen op het perceel rusten. Verder heeft gedaagde aangevoerd dat hij tezamen met enkele andere bewoners van het project in een heel groot probleem is beland nu zij reeds op het perceelland hebben gebouwd en thans met een veiling worden bedreigd;

Overwegende, dat uit het verhoor in Raadkamer is gebleken dat gedaagde in 2006/2007 op het perceelland heeft gebouwd en dat hij bij de overdracht van het perceelland op zijn naam in 2008, door de betreffende notaris is voorgehouden dat het perceeelland thans is bezwaard met executoriaal beslag, welke door eiser is gelegd. Hieruit volgt dat gedaagde bij de overdracht bij de notaris wist dat het perceelland reeds bezwaard is met executoriaal beslag ten behoeve van eiser. Nu gebleken is dat gedaagde in 2006/2007 met de bouw is gestart en het perceelland ten tijde van de bouw niet was bezwaard met het executoriaal beslag ten behoeve van eiser, zal de kantonrechter in casu – mede gelet op de wederzijdse belangen – de vordering tot openbare verkoop niet toewijzen. Naar het oordeel van de kantonrechter weegt het belang van gedaagde zwaarder dan het belang van eiser om het perceelland te veilen. Eiser heeft immers de mogelijkheid om de percelen te veilen waarop er geen bouwwerkzaamheden zijn uitgevoerd.

BESCHIKKENDE
Wijst de vordering af.

Aldus gegeven en uitgesproken door de kantonrechter in het Eerste Kanton, lid-plaatsvervanger van het Hof van Justitie, mr. I. Sonai te Paramaribo op woensdag 10 mei 2017 in tegenwoordigheid van de griffier.

w.g. Z. Moeradjie w.g. I. Sonai