SRU-K1-2017-16

  • Instantie Kantongerecht Eerste Kanton
  • Zaaknummer AR-174072
  • Uitspraakdatum 26 september 2017
  • Publicatiedatum 25 juli 2019
  • Rechtsgebied Civiel recht
  • Inhoudsindicatie

    Kort geding. Niet-ontvankelijk. De grondslag van de door Sport Vereniging Oema Soso gevraagde voorzieningen zijn onduidelijk, om die reden worden de gevraagde voorzieningen als obscuur libel aangemerkt.

Uitspraak

KANTONGERECHT IN HET EERSTE KANTON

A.R. No. 17- 4072
26 september 2017

Vonnis in kort geding in de zaak van:

SPORT VERENIGING OEMA SOSO, afgekort SV “Oemasoso”, rechtspersoon,
kantoorhoudende aan de Eduardstraat no. 21 te Paramaribo,
eiseres,
gemachtigde: mr. M.C.M. Nibte, advocaat,

tegen

SURINAAMSE VOETBAL BOND, afgekort S.V.B., rechtspersoon,
kantoorhoudende aan de Leatitia Vriesdelaan no. 07 te Paramaribo,
gedaagde,
gemachtigde: mr. A.R. Baarh, advocaat.

1. Het verloop van het proces
1.1 Dit blijkt uit de volgende processtukken en –handelingen:
Eiseres heeft op 22 september 2017 het inleidend verzoekschrift met producties op de Griffie der kantongerechten ingediend. Vervolgens heeft eiseres op de eerste dag van de behandeling van de zaak ter openbare terechtzitting d.d. 22 september 2017 voor eis geconcludeerd, overeenkomstig de stellingen en de vordering zoals vermeld in het inleidend verzoekschrift.

Vanwege de spoedeisendheid van de zaak hebben partijen mondeling gepleit, en hebben producties overgelegd.

Na het mondeling pleiten hebben partijen, na daartoe de behoefte kenbaar te hebben gemaakt, zich op 25 september 2017 middels het nemen van een conclusie schriftelijk uitgelaten over de producties.

1.2 De uitspraak van het vonnis is bepaald op heden.

2. De feiten
2.1 Gedaagde is een vereniging met rechtspersoonlijkheid dat zich ten doel stelt het beoefenen van de voetbalsport in Suriname in de ruimste zin des woords en in al haar verschijningsvormen en daarbij de saamhorigheid, het spelpeil en de sportiviteit te bevorderen, te coördineren en te begeleiden.

2.2 Eiseres is een vrouwen voetbalteam. De speelsters [speelster 1], [speelster 2] en [speelster 3] maken deel uit van het voetbalteam van eiseres.

2.3 Eiseres heeft in maart 2017 van gedaagde een uitnodiging ontvangen voor deelname aan de “Vrouwenvoetbalcompetitie”.

2.4 Op 03 september 2017 heeft zich kort na afloop van een voetbalwedstrijd een incident op het voetbalveld voorgedaan tussen de hiervoor onder 2.2 genoemde speelsters van eiseres.
Vanwege dit incident heeft gedaagde op 06 september 2017 aan eiseres per email de volgende mededeling gedaan:
“Middels deze deelt de administratie van de SVB U mede, dat aan de hand van het rapport van de Match Commissioner de speelsters [speelster 3], [speelster 1] en [speelster 2] zich hebben misdragen na de wedstrijd Oema Soso – Ascona dd. 03 september 2017.

Bovengenoemde speelsters zijn ongerechtigd uit te komen in de eerst volgende wedstrijd.

Zij moeten op zaterdag 09 september 2017 verschijnen voor het Tuchtcollege in het Bondsgebouw van de SVB om 10.00u v.m.”

2.5 De eerstvolgende wedstrijd vond plaats op 08 september 2017 tussen eiseres en Dosko, zonder de bedoelde speelsters van eiseres.

2.6 Op 09 september 2017 zijn de bedoelde speelsters voor het tuchtcollege van gedaagde verschenen. Het college heeft elk van de speelsters afzonderlijk op grond van ernstig wangedrag een tuchtstraf opgelegd, te weten:
[speelster 1]: 3 wedstrijden onvoorwaardelijk;
[speelster 2]: 3 wedstrijden onvoorwaardelijk;
[speelster 3]: 5 wedstrijden onvoorwaardelijk.
Tegen de uitspraak van het tuchtcollege heeft eiseres beroep aangetekend. Op 16 september 2017 heeft gedaagde de uitspraak van het tuchtcollege bevestigd.

2.7 Vanwege de opgelegde tuchtstraf mogen de bedoelde speelsters – die als de 3 belangrijke basisspeelsters door eiseres worden aangemerkt – niet deelnemen aan 3 dan wel 5 wedstrijden, en hebben zij totnogtoe aan 2 wedstrijden niet kunnen deelnemen, waaronder de kampioenwedstrijd tussen eiseres en Ascona. Op 12 september 2017 vond de kampioenwedstrijd – zonder de drie speelsters -tussen eiseres en Ascona plaats, doch onder protest van eiseres.

3. De vordering, de grondslag daarvan en het verweer
3.1 Eiseres vordert, om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad,:

a) de werking van de beslissingen (uitspraken) van het Tuchtcollege van de S.V.B. d.d. 09 september 2017 getekend door de Voorzitter D. Muntslag, waarbij onder het punt “UITSPRAAK” resp. is aangegeven:
speelster [speelster 1] 3(drie) wedstrijden onvoorwaardelijk;
speelster [speelster 2] 3 (drie) wedstrijden onvoorwaardelijk;
speelster [speelster 3] 5 (vijf) wedstrijden onvoorwaardelijk,
te schorsen danwel op te schorten totdat door de bodemrechter is beslist over de rechtmatigheid hiervan;
b) eiseres toe te staan dat de kampioenwedstrijd van dinsdag 12 september 2017 van SV Oema Soso tegen Ascona opnieuw wordt uitgespeeld, met inbegrip van de hiervoor genoemde speelsters;
c) gedaagde te veroordelen om binnen 48 uur na de uitspraak in samenspraak met eiseres dag, tijdstip, locatie en voorwaarden te bepalen voor het opnieuw doen spelen van de wedstrijd van 12 september 2017, te weten SV Oema Soso tegen Ascona, welke wedstrijd uiterlijk 30 september 2017 dient te worden gespeeld, met alle gevolgen van dien voor de volgorde op de ranglijst, zulks op straffe van een dwangsom van SRD 50.000,- voor elke dag dat gedaagde in gebreke blijft hieraan te voldoen;
d) gedaagde te veroordelen in de kosten van het geding.

3.1.1 Eiseres legt aan haar vordering ten grondslag dat gedaagde onbevoegd is tuchtstraffen aan de speelsters op te leggen en de opgelegde tuchtstraf dus onrechtmatig is. Daartoe stelt zij, tegen de achtergond van de feiten vermeld onder 2, dat de door gedaagde vastgestelde regels in de Statuten, het Huishoudelijk Reglement en het Reglement voor de Jaarlijkse Nationale Competitie niet op haar en haar speelsters van toepassing zijn. Dit, omdat zij geen lid is van gedaagde.
Als gevolg van de door gedaagde onbevoegd genomen uitspraak jegens de speelsters lijdt eiseres schade, en wel in die zin dat zij vanwege het niet kunnen inzetten van de drie voor haar belangrijke speelsters voor de kampioenwedstrijd zij die wedstrijd heeft verloren.
Als spoedeisend belang stelt eiseres dat begin oktober 2017 de transferperiode voor voetbalverenigingen plaatsvindt en zal om die reden de opnieuw te spelen wedstrijd vóór de transferperiode en dus uiterlijk 30 september 2017 moeten worden afgewerkt.

3.2 Gedaagde heeft verweer gevoerd. De kantonrechter komt op dit verweer, voor zover dat voor de beslissing van de belang is, hierna in de beoordeling terug.

4. De beoordeling
4.1 Het spoedeisend belang blijkt voldoende uit de stellingen van eiseres, met name de transferperiode die begin oktober van dit jaar zal plaatsvinden. Vanwege dat spoedeisend belang zal eiseres worden ontvangen in het kort geding.

4.2 Gedaagde heeft opgeworpen dat eiseres niet ontvankelijk is in de onderhavige vordering. Daartoe heeft gedaagde eerstens aangevoerd dat eiseres geen rechtspersoonlijkheid bezit. In reactie op dit verweer heeft eiseres ter staving van haar stelling dat zij wel rechtspersoonlijkheid bezit, een fotokopie van haar statuten en van het Advertentieblad van de Republiek Suriname waarin de publicatie ter zake heeft plaatsgevonden ten processe overgelegd. Nu deze producties niet van valsheid zijn beticht, is voor de kantonrechter voldoende aannemelijk dat eiseres wel een vereniging is die rechtspersoonlijkheid bezit. Om die reden wordt het ter zake door gedaagde opgeworpen verweer verworpen.

4.3 Vervolgens heeft gedaagde in het kader van het door haar opgeworpen niet -ontvankelijkheidsverweer het hierna volgende aangevoerd:
– als eiseres stelt dat gedaagde onbevoegd is een tuchtstraf aan de speelsters op te leggen, dan kan zij geen schorsing vorderen, omdat het besluit dan nietig is;
– eiseres heeft nagelaten te stellen en vorderen welke spelregels van toepassing zouden moeten zijn voor de wedstrijd die zij opnieuw wenst te spelen. Dient de wedstrijd – aldus de vraag c.q. het verweer van gedaagde – te geschieden, hetzij conform de spelregels van gedaagde, hetzij zonder spelregels of de spelregels van eiseres?;
– eiseres diende ook Ascona in het proces te betrekken, omdat de derde waartegen eiseres de kampioenwedstrijd opnieuw wenst te spelen zich ook zal moeten committeren aan de nog vast te stellen voorwaarden c.q. spelregels;
– eiseres heeft geen belang bij het indienen van de onderhavige vordering, omdat het drie van haar speelsters zijn die een tuchtstraf opgelegd hebben gekregen, en niet eiseres of haar bestuursleden met vertegenwoordigingsbevoegdheid belast. Eiseres heeft zich niet opgeworpen om de speelsters te vertegenwoordigen bij de Tuchtcommissie en nergens uit de Statuten van eiseres blijkt dat zij de individuele leden in rechte vertegenwoordigt.

4.4 Evenals gedaagde, kan de kantonrechter de grondslag van de door eiseres gevraagde voorzieningen niet volgen. Eiseres zelf betoogt dat zij geen lid van gedaagde is en dat om die reden de regels van gedaagde niet op haar en haar speelsters van toepassing zijn. Dit betoog maakt het voor de kantonrechter volstrekt onbegrijpelijk waarom eiseres dan schorsing van de door gedaagde aan de bedoelde speelsters opgelegde tuchtmaatregel aanvecht. Uitgaande van het betoog van eiseres, zou eiseres naar het oordeel van de kantonrechter de aan haar speelsters opgelegde tuchtmaatregel naast zich kunnen neerleggen en de speelsters gewoon laten deelnemen aan de kampioenwedstrijd of zelfs kunnen afzien van verdere deelname aan de kampioenwedstrijd en andere nog door gedaagde te houden voetbalwedstrijden. Immers, eiseres heeft op uitnodiging van gedaagde en dus uit vrije wil deelgenomen aan de wedstrijd en zou zij naar het oordeel van de kantonrechter dus ook uit vrije wil kunnen afzien voor verdere deelname aan wedstrijden van gedaagde.
Daar de grondslag volstrekt onbegrijpelijk is, zal de kantonrechter de door eiseres gevraagde voorzieningen als een obscuur libel dienen aan te merken. Hieruit vloeit voort dat eiseres niet ontvankelijk dient te worden verklaard in de gevraagde voorzieningen.

4.5 Ten overvloede oordeelt de kantonrechter, dat ook al zou eiseres van inzichten zijn veranderd dat de door gedaagde vastgestelde regels wel op haar en haar speelsters van toepassing zouden zijn, zij dan nog niet ontvankelijk zou worden verklaard in de door haar gevraagde voorzieningen, en wel op grond van de hierna volgende overweging.
Niet aan eiseres als voetbalteam is een tuchtstraf opgelegd, doch aan drie van en voor haar belangrijke speelsters. Dit betekent dat eiseres dus wel heeft kunnen deelnemen aan de wedstrijd, zijnde de kampioenwedstrijd. Zoals de kantonrechter eiseres begrijpt, heeft haar voetbalteam vanwege de uitsluiting van de drie voor haar belangrijke speelsters voor deelname aan de kampioenwedstrijd, die wedstrijd verloren en dient deze wedstrijd om die reden opnieuw gespeeld te worden. Deze redenering kan de kantonrechter niet volgen, omdat het een feit van algemeen bekendheid is dat elk team reserve spelers heeft ingeval een andere speler wegens een overmachtssituatie (blessure, ziekte, etc.) komt weg te vallen.
Ook de stelling van eiseres dat zij opkomt voor de belangen van de drie speelsters en zij in dat kader het door gedaagde onbevoegd genomen besluit aanvecht, kan de kantonrechter niet volgen. Dit, omdat geenszins uit haar Statuten of enige wettelijke bepaling is gebleken dat zij als voetbalvereniging bevoegd is namens de drie voor haar belangrijkste speelsters te procederen. Het zou anders zijn als eiseres de wettelijke vertegenwoordigster (ouder, voogd, curator) van de drie speelsters was, indien deze minderjarig zouden zijn of onder curatele waren, doch doet zulks zich in het onderhavige geval niet voor.

4.6 Nu eiseres niet ontvankelijk dient te worden verklaard in het door haar gevorderde, behoeven de overige stellingen en weren geen verdere bespreking. Dit, omdat die tot geen andere uitkomst in de onderhavige zaak zouden leiden. Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen zal eiseres, als de in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten worden veroordeeld.

5. De beslissing
5.1 Verklaart eiseres niet ontvankelijk in de door haar gevraagde voorzieningen.

5.2 Veroordeelt eiseres in de proceskosten aan de zijde van gedaagde gevallen en tot aan deze uitspraak begroot op nihil.

Dit vonnis is gewezen en ter openbare terechtzitting uitgesproken door de kantonrechter in het eerste kanton, mr. S.M.M. Chu, op dinsdag 26 september 2017 te Paramaribo, in tegenwoordigheid van de griffier.