- Instantie Kantongerecht Eerste Kanton
- Zaaknummer AR-182000
- Uitspraakdatum 12 juni 2018
- Publicatiedatum 29 mei 2020
- Rechtsgebied Civiel recht
-
Inhoudsindicatie
Bij de vraag of in casu gesproken kan worden van een juridische misslag die schorsing tot gevolg zou mogen hebben, moet nagegaan worden wat in de literatuur en de rechtspraak wordt bedoeld met een aperte onjuistheid of een kennelijke juridische of feitelijke misslag.
Uitspraak
KANTONRECHTER IN KORT GEDING
A.R. no. 182000
12 juni 2018
Vonnis in de zaak van
DE NAAMLOZE VENNOOTSCHAP N.V. JUSESUR h.o.d.n. Sewcharan advocaten,
gevestigd en kantoorhoudende te Paramaribo,
gemachtigde: mr. G.R. Sewcharan, advocaat,
eiseres in kort geding,
hierna te noemen: “ Jusesur”
tegen
A. DE NAAMLOZE VENNOOTSCHAP BLUE WING AIRLINE N.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Paramaribo
B. [gedaagde],
wonende te [district], in persoon en in zijn hoedanigheid van directeur van Blue Wing,
gemachtigde: mr. H.R. Schurman, advocaat.
gedaagde in kort geding,
hierna te noemen: “Blue Wing”
1. Het procesverloop
1.1 Dit blijkt uit de volgende processtukken:
- het verzoekschrift met producties, dat op 11 mei 2018 ter griffie der kantongerechten is ingediend;
- de conclusie van antwoord met producties;
- de conclusie van repliek met producties;
- de conclusie van dupliek.
1.2. De uitspraak van het vonnis in kort geding is bepaald op heden.
2. De feiten
2.1 Bij verzoekschrift van 16 oktober 2017 heeft Jusesur in kort geding gevorderd dat Blue Wing en [gedaagde] worden veroordeeld tot betaling aan Jusesur van het bedrag van US$ 575.000,-. Die zaak staat bekend onder het arno 174395. Als grondslag voor het gevorderde heeft Jusesur aangevoerd dat Blue Wing en [gedaagde] in januari 2014 aan Jusesur een opdracht hebben gegeven voor juridische bijstand in een conflict dat was ontstaan tussen Blue Wing en [gedaagde] enerzijds en de Staat Suriname anderzijds. Alhoewel de opdracht in oktober 2013 is opgezegd is deze in februari 2014 weer gegeven. Jusesur heeft de werkzaamheden in het kader van de opdracht uitgevoerd en het is tot een schikking gekomen tussen Blue Wing en [gedaagde] en de Staat. Hierna hebben, zo voert Jusesur aan, Blue Wing en [gedaagde] het honorarium dat zij verschuldigd waren aan Jusesur, nimmer voldaan.
2.2 Bij vonnis van 15 februari 2018 heeft de kantonrechter in de zaak met arno. 174395 Blue Wing en [gedaagde] veroordeeld tot betaling van US$ 575.000,=.
2.3 Jusesur heeft na de uitspraak middels executoriale beslaglegging een aanvang gemaakt met de executie van het vonnis. Er is bij exploiten van 1 maart 2018 en 5 maart 2018 executoriaal derdenbelsag gelegd onder een zestal banken en onder de Staat. Ook is bij exploit van 7 maart 2018 executoriaal beslag gelegd op roerende goederen toebehorend aan Blue Wing en [gedaagde].
2.4 Bij verzoekschrift van 15 maart 2018 hebben Blue Wing en [gedaagde] tegen Jusesur een vordering ingesteld, bekend onder arno. 181158 waarbij zij vorderen dat de executie van het vonnis in de zaak met arno. 174395 wordt geschorst en de executoriale beslagen worden opgeheven. Voorts vorderen zij dat Jusesur hen vergoedt voor het feit dat zij door de executie genoodzaakt zijn geworden om een advocaat in de arm te nemen waardoor zij schade hebben geleden welke schade bestaat uit de advocaatkosten en de omzetbelasting over de advocaatkosten, neerkomende op het bedrag van US$ 2.160,=.
2.5 Blue Wing en [gedaagde] hebben als grondslag voor het gevorderde aangevoerd dat het vonnis van 15 februari 2018 in de zaak bekend onder arno 174395 apert onjuist is, Zij stellen daarbij dat de overweging van de kantonrechter dat er een schikking zou zijn bereikt onjuist is en een juridische misslag is. Zij voeren voorts aan dat door de tenuitvoerlegging een juridische noodtoestand is ontstaan.
2.6 Bij vonnis van 29 maart 2018 is de executie van het vonnis van 15 februari 2018 geschort, zijn de beslagen opgeheven en is Jusesur veroordeeld tot betaling van het bedrag van US$ 2.160,=.
2.7 Blue Wing en [gedaagde] hebben het vonnis bij exploit van 24 april 2018 aan Jusesur betekend en haar aangezegd tot betaling van het bedrag van US$ 2.160,=.
3. De vordering en de grondslag daarvan
3.1 De vordering
Jusesur vordert, kort gezegd, dat de kantonrechter, bij vonnis in kortgeding, uitvoerbaar bij voorraad:
- Het vonnis van de kantonrechter van 29 maart 2018 in de zaak bekend onder arno. 181158 in haar werking schorst en de executie van het vonnis staakt totdat in hoger beroep erover is beslist en voorts
- Gedaagden veroordeelt in de proceskosten.
3.2 De grondslag
Jusesur heeft als grondslag voor het gevorderde aangevoerd dat het vonnis op een aperte juridische misslag gebaseerd is omdat de kantonrechter in de zaak met arno. 181158 in een volledige herbeoordeling is getreden van dezelfde feiten die ten grondslag hebben gelegen aan de zaak die heeft geleid tot het vonnis in de zaak met arno. 174395. Hiermee heeft de kantonrechter in de zaak met arno. 181158 zich de bevoegdheid aangemeten van de appelrechter hetgeen een processuele en daardoor juridische misslag is. Ook feitelijk is er sprake van een aperte misslag doordaat de kantonrechter in de zaak met arno. 181158 ervan uitgaat dat er geen schikking tot stand is gekomen tussen de Saat en Blue Wing. Hierdoor is ook de veroordeling in de advocaatkosten gebaseerd op een aperte juridische misslag. De veroordeling in de advocaatkosten is voorts een aperte misslag omdat Jusesur een rechterlijk vonnis executeerde, waardoor de executiehandelingen niet als onrechtmatig handelen kunnen worden aangemerkt. De beoordeling van de kantonrechter dat door onrechtmatig handelen Blue Wing en [gedaagde] genoodzaakt waren een advocaat in de hand te nemen is daarom apert onjuist. Door executie zal Jusesur in een noodtoestand komen te verkeren doordat beslagen zullen leiden tot problemen met het waarborgen van de geheimhoudingsplicht jegens haar clienten.
4. Het verweer
Blue Wing en [gedaagde] hebben verweer gevoerd op welk verweer de kantonrechter, voor zover van belang, hierna terugkomt.
5. De beoordeling
5.1 Blue Wing en [gedaagde] hebben als verweer onder andere het volgende aangevoerd:
- dat het vonnis in de zaak met arno. 181158 niet is gebaseerd op een aperte misslag; dat het vonnis in die zaak juist is en dat Jusesur ten onrechte argumenten uit de vonnissen met elkaar vergelijkt;
- dat er geen sprake is van een nieuw feit of van een dreigende noodtoestand waardoor ook op grond daarvan het gevorderde niet toegewezen kan worden;
- dat uit punt 4.3 van het vonnis duidelijk blijkt dat de rechter in de zaak met arno. 181158 slechts feitelijke misslagen heeft beoordeeld die waren aangevoerd voor de vordering tot schorsing van de executie en verder niet alle feiten die aan de hoofdzaak ten grondslag lagen heeft herbeoordeeld;
5.2 De kantonrechter overweegt dat de staking van de executie van een vonnis, gelijk partijen stellen in hun conclusies, volgens de heersende rechtsopvatting, onder andere neergelegd in de uitspraak van de Hoge Raad van 22 april 1983, slechts bevolen kan worden indien tegen het vonnis een rechtsmiddel is aangewend en het te executeren vonnis:
5.3 klaarblijkelijk op een juridische of feitelijk misslag berust (een apert onjuist vonnis is) of
5.4 indien de uitvoering op grond van na het vonnis voorgevallen of aan het licht gekomen feiten (nova) klaarblijkelijk aan de zijde van de geexecuteerde een noodtoestand zal doen ontstaan, waardoor een onverwijlde tenuitvoerlegging niet kan worden aanvaard.
5.5 De kantonrechter overweegt dat de casus in dit geding thans getoetst zal moeten worden aan de criteria hierboven vermeld, na welke toetsing, indien van één der criteria sprake is, naar heersende rechtsopvatting schorsing of het verbod zou mogen volgen, en indien er geen sprake van één der criteria is, naar heersende rechtsopvatting, afwijzing van het gevorderde zal moeten volgen.
5.5 De kantonrechter overweegt voorts dat de bedoeling van deze criteria geen andere kan zijn dat te voorkomen dat een partij die het niet eens is met een uitspraak, in kort geding opkomt tegen die uitspraak, waardoor als een “verkapt appèl” of een “verkapt verzet” het geschil opnieuw wordt beoordeeld door de kort geding rechter, hetgeen zou neerkomen op een inbreuk op het gesloten systeem der rechtsmiddelen dat ons rechtssysteem kent.
5.7 De kantonrechter overweegt dat gevorderd wordt dat de executie van het vonnis met arno. 181158 wordt geschorst. Als grondslag wordt genoemd dat de kantonrechter opnieuw in de beoordeling van de stellingen en weren is getreden terwijl slechts de appelrechter dat kan doen. Ook wordt gesteld dat het vonnis apert onjuist is omdat de kantonrechter ervan uit gaat dat er geen schikking tot stand is gekomen. Om die redenen moet de werking van het vonnis worden geschorst.
5.8 De kantonrechter overweegt dat het enkele standpunt van een partij dat het vonnis van een rechter niet juist is nog niet inhoudt dat dat vonnis apert onjuist is zoals bedoeld in de criteria zoals hierboven genoemd. Bij de vraag of in casu gesproken kan worden van een juridische misslag die schorsing tot gevolg zou mogen hebben, moet nagegaan worden wat in de literauur en de rechtspraak wordt bedoeld met een aperte onjuistheid of een kennelijke juridische of feitelijke misslag.
5.9 Uit de literatuur en rechtspraak blijkt dat de aperte misslag of onjuistheid kan zijn een onjuiste juridische aak of een on juiste feitelijkheid. Zo zou voor wat het laatste betreft in het vonnis bijvoorbeeld een verkeerd huisnummer geplaatst kunnen zijn. Of een verkeerde telling zijn gehanteerd bij een termijn. Een dergelijke misslag is apert, hetgeen betekent dat het onmiskenbaar is en direct in het oog springt, dus voor een ieder duidelijk is.
5.10 Datzelfde geldt voor een juridische misslag, het moet betreffen een direct in het oog springende juridische misslag gemaakt door de rechter, die onmiskenbaar is en voor ieder duidelijk is en duidt op een vergissing van de kantonrechter of op iets dat door de kantonrechter over het hoofd is gezien. Een interpretatie door de rechter van een bepaald artikel, of een opvatting over hoe omgegaan moet worden met handelingen van een partij, of een opvatting over de aannemelijkheid van een stelling of een grondslag hoort daar niet bij.
5.11 In de zaak bekend onder arno. 181158 heeft de kantonrechter onderzoek gedaan naar de grondslag van het gevorderde, namelijk of de kantonrechter in de zaak met arno. 174395 een aperte misslag heeft begaan. De kantonrechter heeft de stellingen en weren van partijen besproken, evenals de correspondentie tussen partijen en de overgelegde producties en is tot het oordeel gekomen dat er wel sprake is van een vergissing die in het oog springt. De kantonrechter heeft gemotiveerd waarom zij tot het oordeel komt dat de executie van het vonnis gestaakt moet worden en op grond waarvan zij de vordering tot schadevergoeding toewijst.
5.12 Naar het oordeel van de kantonrechter kan op grond van het voorgaande niet worden uitgegaan van een in het oog springende misslag of vergissing van de kantonrechter en zal Jusesur haar grieven tegen het vonnis aan de appelrechter moeten voorleggen.
5.13 Het gevorderde zal op grond van het hiervoor overwogene worden afgewezen en Jusesur zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de proceskosten.
6. De beslissing
6.1 Wijst af het gevorderde;
6.2 Veroordeelt Jusesur in de kosten van dit geding aan de zijde van Blue Wing en [gedaagde] gevallen en tot aan deze uitspraak begroot op nihil.
Aldus gewezen en uitgesproken door mr. A.C. Johanns, kantonrechter plaatsvervanger in kortgeding ter openbare terechtzitting van het kantongerecht in het eerste kanton te Paramaribo van dinsdag 12 juni 2018, in tegenwoordigheid van de griffier.
w.g. D. Ramdin w.g. A.C. Johanns