SRU-K1-2018-5

  • Instantie Kantongerecht Eerste Kanton
  • Zaaknummer AR-180015
  • Uitspraakdatum 25 januari 2018
  • Publicatiedatum 25 juli 2019
  • Rechtsgebied Civiel recht
  • Inhoudsindicatie

    Kort geding. N.V. heeft geen uitvoering gegeven aan de veroordeling in het rechterlijk vonnis tot afgifte van de goederen. Het enkel opsturen van documenten was niet voldoende. Dientengevolge zijn de dwangsommen verbeurd.

Uitspraak

Kantonrechter in Kort geding

A.R. no. 180015
25 januari 2018

Vonnis in de zaak van

CENTRAL FREIGHT SERVICES N.V., gevestigd en kantoor houdende te Paramaribo,
eiseres in kort geding,
gemachtigde: mr. A. R. Baarh, advocaat,
hierna te noemen: “de NV”,

tegen

[gedaagde], wonende te [district],
gedaagde in kort geding,
gemachtigde: mr. H. R. Schurman, advocaat,
hierna te noemen: “ [gedaagde]”.

Het proces verloop:
1.1. Dit blijkt uit de volgende processtukken:
– het verzoekschrift, met producties, dat op 2 januari 2018 ter griffie der kantongerechten is ingediend,
– de conclusie van antwoord,
– de conclusie van repliek, met producties,
– de conclusie van dupliek.

1.2 De uitspraak van het vonnis in kortgeding is bepaald op heden.

2. De feiten
2.1 Bij vonnis van 11 augustus 2016 is de NV veroordeeld om binnen een maand na dagtekening van het vonnis de eerste vrachtlading van Bher betreffende de kantoorinrichting en uitgebreide literatuur/boeken collectie aan [gedaagde] af te geven, onder verbeurte van een dwangsom.

2.2 Bij schrijven van 16 september 2016 heeft de gemachtigde van de NV een viertal documenten aan de gemachtigde van [gedaagde] verzonden.

2.3 Het vonnis is bij exploit van 19 september 2016 aan de NV betekend in welk exploit ook het bevel is opgenomen om de goederen af te geven.

2.4 Bij exploit van 15 december 2017 is wederom het vonnis betekend waarbij tevens aan de NV is bevolen over te gaan tot betaling van de verbeurde dwangsommen.

2.5 Aan laatstgenoemd bevel heeft de NV geen gevolg gegeven.

3. De vordering en de grondslag daarvan
3.1 De vordering
De NV vordert, kort gezegd, dat de kantonrechter, bij vonnis in kortgeding, uitvoerbaar bij voorraad:
– [gedaagde] veroordeelt om de aangevangen executie van de dwangsommen te staken onder verbeurte van een dwangsom en voorts
– [gedaagde] veroordeelt in de kosten van het geding.

3.2 De grondslag
De NV heeft als grondslag voor het gevorderde aangevoerd dat er geen dwangsommen zijn verbeurd omdat zij wel heeft voldaan aan het vonnis. Met het opsturen van de documenten heeft zij voldaan aan het vonnis. Hierdoor zijn geen dwangsommen verbeurd en is de executie van dwangsommen ongegrond en onrechtmatig.

4. Het verweer
[gedaagde] heeft verweer gevoerd op welk verweer de kantonrechter voor zover van belang, hierna terugkomt.

5. De Beoordeling
5.1 [gedaagde] heeft als verweer onder andere het volgende aangevoerd: 1. Dat er niet voldaan is aan het vonnis; dat de NV de goederen aan hem had moeten afgeven, hetgeen de NV niet heeft gedaan; dat hij inderdaad in september 2016 documenten heeft ontvangen van de NV, doch dat hij met de documenten de goederen niet heeft ontvangen; dat hij dit kenbaar heeft gemaakt aan de NV, doch dat deze daarna de goederen ook niet aan hem heeft afgestaan; dat hierdoor de NV niet heeft voldaan aan het vonnis; 2. Dat op een later tijdstip heeft vernomen dat de goederen zijn geveild waardoor hij enorme schade heeft geleden.

5.2 De kantonrechter overweegt dat de vraag die in casu beantwoord moet worden de vraag betreft of de NV heeft voldaan aan het vonnis.

5.3 De kantonrechter heeft een comparitie van partijen gelast teneinde nader ingelicht te worden hoe de NV en [gedaagde] in de praktijk zijn omgegaan met het vonnis en wat [gedaagde] van de NV had mogen verwachten uitgaande van het vonnis. Immers stelt de NV zich op het standpunt dat zij alles heeft gedaan wat zij moest doen ingevolge het vonnis en stelt [gedaagde] zich op het standpunt dat dat niet het geval is.

5.4 Tijdens de comparitie van partijen heeft de NV onder andere – zakelijk weergegeven en voor zover van belang – verklaard: “ Wij hebben de stukken in orde gemaakt. Het is nooit opgehaald. Wij hebben de stukken in 2016 aan gedaagde betekend. Hij moest met die stukken naar de Haven. Na het vonnis is gedaagde gekomen. De gedaagde is niet naar de nieuwe haven gegaan. Na de betekening is hij bij ons op kantoor gekomen. Na de betekening van het vonnis aan ons op 19 september 2016 hebben wij niets gedaan omdat wij de stukken al hadden gestuurd voor hem. Wij hadden de goederen niet aan hem gegeven omdat zij op de haven waren.”

5.5 [gedaagde] heeft onder andere – zakelijk weergegeven en voor zover van belang – verklaard: “wij hebben de vier documenten ontvangen maar konden de goederen daarmee niet krijgen; wij hebben toen gelijk het vonnis aan de NV betekend; na de betekening hebben wij niets van hun vernomen.”

5.6 De kantonrechter overweegt dat uit de verklaringen aannemelijk is geworden dat het enkel opsturen van de documenten niet heeft geleid tot de afgifte. Nu de NV was veroordeeld tot afgifte kunnen zij zich naar het oordeel van de kantonrechter, na de betekening van het vonnis, niet erop beroepen dat zij enkele dagen eerder documenten hadden gestuurd en daarmee hadden voldaan aan de veroordeling. Zij hadden zich na de betekening van het vonnis ervan moeten vergewissen dat de afgifte had plaatsgevonden, nu zij veroordeeld zijn tot afgifte van de goederen en zij wisten waar de goederen zich bevonden. [gedaagde] had van de NV mogen verwachten dat de NV zich samen met hem en de documenten op de Haven, waar de goederen toen lagen, begaf teneinde erop toe te zien dat de goederen werden afgegeven, immers heeft [gedaagde] verklaard dat met de documenten alleen de goederen niet werden afgegeven. Het lag dan op de weg van NV om alle nodige inspanningen te plegen teneinde er zorg voor te dragen dat de goederen, die op de haven lagen, uiteindelijk – zij het door de NV zelf of anderzins – aan [gedaagde] werd afgegeven. De opvatting van de NV, dat zij met het enkele opsturen van de documenten voldoende gevolg had gegeven aan de veroordeling opgenomen in het vonnis, is derhalve niet juist.

5.7 De kantonrechter is op grond van het voorgaande van oordeel dat de NV geen uitvoering heeft gegeven aan de veroordeling waardoor de dwangsommen zijn verbeurd.

5.8 De kantonrechter zal dan ook het gevorderde afwijzen en de NV als de in het ongelijk gestelde partij, veroordelen in de kosten van het geding.

6. De beslissing
6.1 Wijst af het gevorderde;

6.2 Veroordeelt de NV in de kosten van dit geding aan de zijde van [gedaagde] gevallen en tot aan deze uitspraak begroot op nihil.

Aldus gewezen door mr. A.C. Johanns, kantonrechter-plaatsvervanger in kortgeding, en uitgesproken door mr. S. M. M. Chu, kantonrechter, ter openbare terechtzitting van het kantongerecht in het eerste kanton te Paramaribo van donderdag 25 januari 2018, in tegenwoordigheid van de griffier.