SRU-K1-2020-12

  • Instantie Kantongerecht Eerste Kanton
  • Zaaknummer AR-201098
  • Uitspraakdatum 30 april 2020
  • Publicatiedatum 21 mei 2020
  • Rechtsgebied Civiel recht
  • Inhoudsindicatie

    Eiseres wordt niet ontvankelijk verklaard in de gevorderde voorzieningen. Eiseres heeft geen enkel te respecteren belang om de onderhavige vordering namens de burgers van Suriname en de politieke organisatie in te stellen.

Uitspraak

KANTONGERECHT IN HET EERSTE KANTON
A.R. No. 20-1098
30 april 2020

Vonnis in kort geding in de zaak van:

STICHTING CENTRE FOR PUBLIC AFFAIRS SURINAME, afgekort Stichting CPAS, gevestigd en kantoorhoudende aan de Powakkastraat no. 4 te Paramaribo,
eiseres,
gevolmachtigde: drs. A. Biharie,

tegen

DE STAAT SURINAME, met name de Regering van Suriname, in het bijzonder het Hoofd van de Regering van Suriname, zijnde de President van de Republiek Suriname,
in rechte vertegenwoordigd door de Procureur Generaal bij het Hof van Justitie,
kantoorhoudende aan de Limesgracht no. 92 te Paramaribo,
gedaagde,
gemachtigde: mr. D.S. Kraag, advocaat.

  1. Het verloop van het proces

1.1 Dit blijkt uit de volgende processtukken en –handelingen:

  • het inleidend verzoekschrift dat met de producties op 07 april 2020 op de Griffie der Kantongerechten is ingediend;
  • de conclusie van eis d.d. 09 april 2019;
  • de conclusie van antwoord;
  • de conclusie van repliek;
  • de conclusie van dupliek.

1.2 De uitspraak van het vonnis is bepaald op heden.

  1. De feiten

2.1 Eiseres is een rechtspersoon. Blijkens het uittreksel uit het openbaar stichtingenregister (overgelegd als productie 1 bij conclusie van repliek) stelt eiseres zich ten doel de belangen van alle bewoners van Suriname te behartigen.

2.2 Op 11 maart 2020 heeft de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) de uitbraak van het SARS-Cov-2 virus (bekend als covid-19) tot een pandemie verklaard.

2.3 Met ingang van 15 maart 2020 heeft gedaagde, met het oog op het voorkomen van besmetting van personen met het covid virus, de volgende covid-19 maatregelen getroffen en toegepast:

  • een gedeeltelijk samenscholingsverbod en “lock down”, waarbij het luchtruim en de grenzen van Suriname zijn gesloten;
  • een in acht te nemen social distance door een ieder;
  • het door haar ingediend wetsvoorstel ter zake het afroepen van de burgerlijke uitzonderingstoestand, welk wetsvoorstel na behandeling en aanpassingen in het parlement is aangenomen en afgekondigd.

2.4 Op 25 mei 2020 vinden de algemene, vrije en geheime verkiezingen in Suriname plaats ter vaststelling van volksvertegenwoordigende organen en van de Regering.

  1. De vordering, de grondslag daarvan en het verweer

3.1 Eiseres vordert, dat de kantonrechter in kort geding bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad,:

  1. gedaagde beveelt, althans veroordeelt, om binnen 8 uren na het wijzen van dit vonnis, althans binnen een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen termijn, gegrond op het haar toekomende discretionaire beleidsvrijheid rekening houdend met de uit de fundamentele grondrechten voortvloeiende gebonden bevoegdheid aan De Nationale Assembleé een wetsvoortel te doen toekomen inhoudende bepalingen tot het uitstellen van de verkiezingen van de volksvertegenwoordigende lichamen zoals is voorzien per 25 mei 2020, onder verbeurte van een dwangsom van SRD 1.000.000,- per dag voor het nalaten aan voorgemeld bevel uitvoering te geven;
  2. gedaagde beveelt op basis van de te houden consultaties met parlementaire en buiten parlementaire politieke organisaties een nieuwe datum voor de verkiezingen van de volksvertegenwoordigende lichamen te doen vaststellen;
  3. beveelt dat een nieuwe datum voor de te houden verkiezingen niet later mag plaatsvinden dan 25 augustus 2020.

3.2 Eiseres legt aan haar vordering ten grondslag dat gedaagde een onrechtmatige daad jegens haar pleegt. Daartoe stelt zij, tegen de achtergrond van de feiten vermeld onder 2, onder meer het volgende:

a) zij, eiseres, is rechtsvertegenwoordiger van de beschermende belangen van de burgers van Suriname. Zij is op grond van haar statutaire verplichting gerechtigd voor de beschermende belangen van de burgers van Suriname op te komen zodra inbreuken op de fundamentele rechten worden gemaakt; uit dien hoofde is zij ook gerechtigd voor de beschermende belangen van de burgers van Suriname rechtsvorderingen in te stellen zodra gedaagde de discretionaire beleidsvrijheid veronachtzaamd;

b) gedaagde heeft – na het tot pandemie verklaren door de WHO – in strijd met haar grondwettelijke plicht tot het waarborgen van de volksgezondheid en het recht op leven van de burgers niet tijdig adequate maatregelen in verband met covid-19 getroffen ter voorkoming van de aantasting van de hiervoor vermelde fundamentele grondrechten van de burgers, in het bijzonder met betrekking tot de te houden algemene, vrije en geheime verkiezingen; gedaagde moet vanwege haar grondwettelijke plicht aan het parlement een wetsvoorstel aanbieden tot uitstel van de verkiezingen, omdat politieke organisaties vanwege het samenscholingsverbod worden verhinderd om op een Algemene Ledenvergadering een rechtsgeldig bestuursbesluit voor gekozen kandidaten te doen vaststellen en er op de dag van de verkiezingen een samenscholing van groepen zal zijn hetgeen niet in overeenstemming zal zijn met het geldende samenscholingsverbod;

c) op grond van het bovenstaande maakt gedaagde misbruik van de aan haar toekomende discretionaire beleidsvrijheid

3.3 Gedaagde heeft verweer gevoerd. De kantonrechter komt op dit verweer, voor zover voor de beslissing van belang, hierna in de beoordeling terug.

  1. De beoordeling

4.1 Gedaagde weerspreekt het spoedeisend belang, doch is de kantonrechter van oordeel dat het spoedeisend belang blijkt uit de aard van het gevorderde zelf. Met name uit het feit dat de algemene, vrije en geheime verkiezingen op 25 mei 2020 zullen plaatsvinden en het blijven bestaan van mogelijk besmettingsgevaar vanwege covid-19. Om die reden is eiseres in het kort geding ontvangen.

4.2 Gedaagde weerspreekt dat eiseres bevoegd moet worden geacht en er belang bij zou hebben om in het belang van de burgers van Suriname de onderhavige vordering in te stellen. Daartoe voert zij aan dat eiseres verzuimd heeft aan te tonen dat zij maatschappelijk draagvlak heeft onder de burgers en maatschappelijke groeperingen van Suriname waaraan zij de maatschappelijke legitimiteit zou ontlenen om zich als hoeder van de Surinaamse burger op te kunnen werpen. Gedaagde concludeert op grond van het bovenstaande dat eiseres geen enkel aantoonbaar belang heeft bij de onderhavige voorzieningen en daarin dus niet ontvankelijk dient te worden verklaard.

In reactie op dit verweer, blijft eiseres in haar stellingen volharden dat zij wel enig belang heeft bij de onderhavige vordering en beroept zich in dat verband op de artikelen 16, 14 lid 1 en 2 lid 3 van het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke rechten.

Bij conclusie van dupliek blijft gedaagde in het verweer volharden dat eiseres geen aantoonbaar belang heeft bij de onderhavige vordering en niet heeft kunnen aantonen dat zij ter zake maatschappelijk draagvlak heeft onder de burgers. Eiseres heeft, aldus het verdere betoog van gedaagde, op geen enkele wijze aangetoond ruggespraak te hebben gehouden met relevante actoren in de samenleving die direct betrokken zijn bij de algemene verkiezingen van 25 mei 2020, niet met politieke partijen, niet met de leiding van DNA, niet met de regering en niet met maatschappelijke groeperingen. Voorts werpt zij op dat de verdragsbepalingen waar eiseres zich op beroept niets van doen hebben met de onderhavige zaak, omdat eiseres op geen enkele wijze een eerlijke en openbare behandeling van een door haar aanhangig gemaakt rechtsgeding is ontzegd.

4.3 Uit hetgeen hiervoor onder 4.2 is weergeven volgt, dat de kantonrechter eerstens de vraag dient te beantwoorden of eiseres al dan niet bevoegd is om namens de burgers van Suriname en politieke organisaties de onderhavige vordering in te stellen en hiermee dus enig belang te dienen heeft.
Zoals de kantonrechter de stellingen van eiseres begrijpt, acht zij zich op grond van haar statuten bevoegd om namens de burgers van Suriname en de politieke organisaties de onderhavige vordering in te stellen c.q. om namens hen te procederen. De kantonrechter kan eiseres niet volgen in het door haar gestelde, en wel op grond van de hierna volgende overwegingen.
Een burger van Suriname is een ingezetene van Suriname en wordt in het rechtsverkeer aangemerkt als te zijn een natuurlijke persoon die rechten en plichten heeft. Een politieke organisatie bestaat uit leden c.q. burgers, bezit veelal rechtspersoonlijkheid en is vanwege haar rechtspersoonlijkheid ook drager van rechten en plichten.
Een van de meest fundamentele rechten van de burgers (natuurlijke personen) op politiek/bestuurlijk vlak is het recht om op de dag van de algemene, vrije en geheime verkiezingen naar de stembus te gaan.
Een van de meest fundamentele rechten van een politieke organisatie met rechtspersoonlijkheid (rechtspersoon) op politiek/bestuurlijk vlak is – voor zover deze voldoet aan de daartoe bij wet gestelde vereisten – het recht om deel te nemen aan de algemene, vrije en geheime verkiezingen.
Eiseres is een stichting, zijnde een rechtspersoon, en telt ingevolge artikel 1 van de Wet op Stichtingen geen leden. Nu eiseres geen leden kan hebben en hieruit voortvloeiend burgers en politieke organisaties of andere sociaal maatschappelijke groeperingen geen lid van eiseres zouden kunnen zijn, kan eiseres zich naar het oordeel van de kantonrechter onmogelijk de bevoegdheid aanmeten om namens de burgers van Suriname en politieke organisaties te procederen, tenzij de wetgever haar de bevoegdheid daartoe krachtens een wet zou hebben gegeven of elke individuele burger of politieke partij haar de bevoegdheid daartoe middels een volmacht zou hebben gegeven.
Gesteld noch gebleken is dat eiseres op grond van enige wettelijke bepalingen bevoegd is namens de burgers van Suriname en politieke organisaties te procederen c.q. de onderhavige vordering namens de burgers van Suriname en politieke organisaties in te stellen. Evenmin is gesteld of gebleken dat burgers van Suriname eiseres of politieke organisaties aan eiseres volmacht hebben verleend om de onderhavige vordering namens hen in te stellen. Het had volgens de algemene spelregels van het procesrecht op de weg van eiseres gelegen om het door haar gestelde middels feiten en bescheiden aannemelijk te maken. Dit, temeer daar gedaagde de stelling van eiseres voldoende gemotiveerd heeft weersproken. Zo had eiseres vanwege het gemotiveerd verweer van gedaagde horen te stellen en middels bescheiden moeten onderbouwen: het totaal aantal burgers dat in Suriname woont, het totaal aantal dat daaruit stemgerechtigd is, het totaal aantal politieke organisaties dat gerechtigd is aan de algemene, vrije en geheime verkiezingen deel te nemen en het totaal aantal burgers en politieke organisaties dat haar volmacht c.q. toestemming heeft verleend om de onderhavige zaak namens hen in te dienen. Dit, omdat de te houden algemene, vrije en geheime verkiezingen alle burgers van Suriname, politieke organisaties en sociaal maatschappelijke groeperingen regardeert. Eiseres heeft ter zake dit onderdeel slechts volstaan met het blijven volharden in haar stelling en het zich beroepen op een drietal verdragsbepalingen, welke verdragsbepalingen naar het oordeel van de kantonrechter en ook zoals gedaagde terecht opwerpt, niets van doen hebben met de onderhavige vordering.
De bedoelde verdragsbepalingen waarop eiseres zich beroept, hebben betrekking op het recht van elke burger om zich tot een onafhankelijke en onpartijdige rechter te mogen wenden indien hij/zij meent dat haar rechten zijn geschonden. Geenzins blijkt dat eiseres is beperkt om de onderhavige zaak bij een onafhankelijke en onpartijdige rechter in te dienen.

4.4 Hetgeen hiervoor onder 4.3 is overwogen leidt tot de slotsom dat eiseres geen enkel te respecteren belang heeft om de onderhavige vordering namens de burgers van Suriname en de politieke organisatie in te stellen. Hieruit volgt dat gedaagde slaagt in het door haar opgeworpen formeel verweer c.q. niet- ontvankelijkheid verweer, zodat eiseres niet ontvankelijk zal worden verklaard in de gevorderde voorzieningen.

4.5 De overige stellingen en weren van partijen zullen buiten beschouwing worden gelaten, omdat die tot geen enkel ander uitkomst in de onderhavige zaak zullen leiden.

4.6 Eiseres zal, als de niet ontvangen partij, in de proceskosten worden veroordeeld.

  1. De beslissing

De kantonrechter in kort geding:

5.1 Verklaart eiseres niet ontvankelijk in de gevorderde voorzieningen.

5.2 Veroordeelt eiseres in de proceskosten die aan de zijde van gedaagde zijn gevallen en tot aan deze uitspraak zijn begroot op nihil. Dit vonnis is gewezen de kantonrechter in kort geding in het eerste kanton, mr. S.M.M. Chu, en ter openbare terechtzitting uitgesproken op donderdag 30 april 2020 te Paramaribo door de kantonrechter in kort geding in het eerste kanton, mr. A.C. Johanns, in aanwezigheid van de griffier.