SRU-K1-2020-13

  • Instantie Kantongerecht Eerste Kanton
  • Zaaknummer AR-201146
  • Uitspraakdatum 07 mei 2020
  • Publicatiedatum 21 mei 2020
  • Rechtsgebied Civiel recht
  • Inhoudsindicatie

    Eiseres is niet-ontvankelijk verklaard in de gevorderde voorzieningen.

Uitspraak

KANTONGERECHT IN HET EERSTE KANTON
A.R. No. 20-1146
07 mei 2020

Vonnis in kort geding in de zaak van:

DE POLITIEKE ORGANISATIE 21 PLUS VOOR SURINAME, afgekort 21Su, rechtspersoon,
gevestigd en kantoorhoudende aan de Osmiumstraat no. 36 te Paramaribo,
eiseres,
gevolmachtigde: drs. A. Biharie,

tegen

DE STAAT SURINAME, met name de Regering van Suriname, in het bijzonder het Hoofd van de Regering van Suriname, zijnde de President van de Republiek Suriname en de Minister van Binnenlandse Zaken,
in rechte vertegenwoordigd door de Procureur Generaal bij het Hof van Justitie,
kantoorhoudende aan de Limesgracht no. 92te Paramaribo,
gedaagde,
gemachtigde: mr. D.S. Kraag, advocaat.

  1. Het verloop van het proces

1.1 Dit blijkt uit de volgende processtukken en –handelingen:

  • het inleidend verzoekschrift dat met de producties op 22 april 2020 op de Griffie der Kantongerechten is ingediend;
  • de conclusie van eis d.d.23 april 2019;
  • de conclusie van antwoord;
  • de conclusie van repliek;
  • de conclusie van dupliek.

1.2 De uitspraak van het vonnis is bepaald op heden.

  1. De feiten

Eiseres als zedelijk lichaam

2.1 Bij Resolutie d.d. 05 september 2016 zijn de Statuten van eiseres om als zedelijk lichaam te worden erkend door de President van de Republiek Suriname goedgekeurd.

Onafhankelijk Kiesbureau (hierna waar nodig afgekort OKB)

2.2 Artikel 7 van de Wet Politieke Organisaties (S.B. 1987 no. 61, laatstelijk gewijzigd bij S.B. 2019 no. 54 ) luidt, voor zover voor de beslissing van belang, onder meer als volgt:

1. Politieke organisaties dienen geregistreerd te zijn in een voor dat doel door het Onafhankelijk Kiesbureau gehouden openbaar register. Deze registratie is éénmalig.

  1. De voorwaarden voor registratie zijn:
  2. overlegging van het bewijs dat in de organisatiestructuren van de politieke organisatie het besluit is genomen om de politieke organisatie ter registratie aan te bieden.
  3. overlegging van de statuten, reglementen of andere documenten, waaruit de ordening van de politieke organisatie kan blijken;
  4. overlegging van het besluit van de President, inhoudende de goedkeuring van de statuten.
  5. Indien blijkt, dat de politieke organisatie de stukken als bedoeld in het vorige lid niet of niet volledig heeft overgelegd, zal het Onafhankelijk Kiesbureau zulks aan de politieke organisatie bij deurwaardersexploit mededelen, met het verzoek om binnen zeven dagen na de mededeling de stukken alsnog over te leggen.
  6. Indien na het verstrijken van de bedoelde termijn de desbetreffende stukken nog niet zijn overgelegd, wordt de registratie geweigerd.
  7. Van de registratie dan wel de weigering van de registratie maakt het Onafhankelijk Kiesbureau een proces-verbaal op volgens een bij staatsbesluit vast te stellen model. Afschrift van dit proces-verbaal wordt bij deurwaarders-exploit aan de politieke organisatie uitgereikt.
  8. Tegen weigering van de registratie is binnen veertien dagen, nadat het besluit tot weigering ter kennis van de politieke organisatie is gebracht, beroep mogelijk bij de President. De President beslist bij een met redenen omkleed besluit binnen veertien dagen na ontvangst van het beroepschrift.
  9. Het model van het openbaar register en de kosten van registratie worden bij staatsbesluit geregeld.
  10. Politieke organisaties, die zijn geregistreerd in voornoemd openbaar register kunnen op de dag van de kandidaatstelling, met inachtneming van de voorschriften van de Kiesregeling, lijsten van kandidaten indienen ter verkiezing in de volksvertegenwoordigende lichamen.
  11. Politieke organisaties die niet aan twee (2) achtereen volgende algemene, vrije en geheime verkiezingen hebben deelgenomen, moeten zich opnieuw registreren.
  12. Behoudens het bepaalde in lid 1 tweede volzin wordt, bij statutenwijziging of wijziging in het huishoudelijke reglement van de politieke organisatie, de politieke organisatie opnieuw geregistreerd. Bij wijziging in de samenstelling van het bestuur vindt daarvan schriftelijke opgave aan het Onafhankelijk Kiesbureau plaats.

2.3 Op 20 maart 2020 heeft eiseres onder aanbieding van documenten aan OKB het verzoek gedaan om in het openbaar register van OKB te worden ingeschreven.

2.4 Middels een schrijven d.d. 20 maart 2020, welk schrijven per exploot van een deurwaarder op 21 maart 2020 aan eiseres is betekend, heeft OKB aan eiseres kenbaar gemaakt dat de door haar ingediende bescheiden bij het verzoek tot het doen registreren van haar politieke organisatie niet voldoet aan de wettelijk gestelde voorwaarden. Ter zake heeft OKB het volgende in het schrijven vermeld:

Ingevolge artikel 7 lid 2 van de Wet Politieke Organisaties heeft u het Onafhankelijk Kiesbureau (OKB) op 20 maart 2020 het verzoek gedaan tot de registratie van de politieke organisatie 21 Plus voor Suriname “21 PlusvoSu” in het openbaar register. Artikel 7 lid 2 van de voormelde wet geeft de voorwaarden aan voor de registratie (….)

Met de aanvraag zijn de voornoemde bescheiden van de politieke organisatie ingediend. De bescheiden zijn door de Commissie Wetgeving van het OKB getoetst, als zij voldoen aan de wettelijk gestelde voorwaarden. Na de toetsing is de Commissie tot de volgende conclusie gekomen:

  1. Wijzigingen van de afkorting “21 PlusvoSu” in de statuten naar “21Su”, zal de volledige procedure van statuten wijziging moeten worden afgelegd.
  2. In de statuten is niet opgenomen dat het beginsel programma en bij elke verkiezing het verkiezingsprogramma aan de bevolking bekend zal worden gemaakt.
  3. In de statuten artikel 4 is ook niet opgenomen dat de gewone leden burgers zijn van Suriname en/of de Surinaamse nationaliteit bezitten.

21 PlusvoSu moet eerst voldoen aan de bovengemeld punten alvorens de registratie in het Openbaar Register gehouden door het OKB kan geschieden.

Bij deze wordt u dan in de gelegenheid gesteld om binnen 7 (zeven) dagen na ontvangst van dit schrijven de gewijzigde statuten van 21 PlusvoSu conform de artikelen 2b, 2 van de Wet Politieke Organisaties, in te dienen bij het secretariaat van het OKB aan de Krakalaan no. 12.

Indien u hieraan niet voldoet, zal het OKB genoodzaakt zijn uw aanvraag bij proces-verbaal te moeten weigeren.”.

2.5 Op 27 maart 2020 heeft eiseres op het schrijven van OKB gereageerd.

2.6 Op 06 april 2020 heeft OKB positief beslist op het verzoek van eiseres om ingeschreven te worden in het openbaar register van OKB, omdat eiseres als politieke organisatie voldoet aan de wettelijke vereisten.
Op 08 april 2020 is het proces-verbaal waarin de hiervoor genomen beslissing is vervat, per exploot van een deurwaarder aan eiseres betekend.

Centraal Hoofdstembureau (hierna waar nodig afgekort CHS)

2.7 In artikel 31 van de Kiesregeling (S.B. 1987 no. 62, zoals laatstelijk gewijzigd bij S.B. 2019 no. 55) is, voor zover voor de beslissing van belang, onder meer het volgende neergelegd:

1.Een politieke organisatie kan ten behoeve van de verkiezing van de leden van een volksvertegenwoordigend lichaam aan het Centraal Hoofdstembureau verzoeken haar naam, een aanduiding daarvan of beide als mede desgewenst een partijsymbool in te schrijven in een openbaar register, dat door dit bureau wordt bijgehouden. Daarbij wordt tevens aangegeven een gekozen woonplaats in Suriname.

(…)

  1. De gelegenheid tot aanbieding bestaat van de vierentwintigste tot en met de Negentiende dag vóór de ingevolge artikel 85 lid 1 vastgestelde dag der kandidaatstelling.
    Registratie is mogelijk van des voormiddags 8.00 uur tot des namiddags 15.00 het Centraal Hoofdstembureau.
  2. Aan de registratie als bedoeld in lid 4 is een waarborgsom verbonden. Bij staatsbesluit wordt de hoogte van de waarborgsom vastgesteld.

2.8 In artikel 35 van de Kiesregeling (S.B. 1987 no. 62, zoals laatstelijk gewijzigd bij S.B. 2019 no. 55) is, voor zover voor de beslissing van belang, het volgende neergelegd:

1 Het Centraal Hoofdstembureau weigert de registratie in de volgende gevallen:

a. indien de aanbieding niet binnen de daarvoor gestelde termijn heeft plaatsgevonden;
b. indien in het ter registratie aangeboden symbool het wapen of de vlag van Suriname is verwerkt of het symbool in strijd is met de openbare orde of de goede zeden;
c. indien tegen de registratie van een naam, korte aanduiding of symbool een bezwaarschrift is ingediend, dat gegrond is bevonden;
d. indien niet aan de voorwaarden is voldaan die zijn omschreven in het Decreethoudende regels voor politieke organisaties.

(…)

  1. De in een beschikking vastgelegde weigering is met redenen omkleed.

2.9 In artikel 37 van de Kiesregeling (S.B. 1987 no. 62, zoals laatstelijk gewijzigd bij S.B. 2019 no. 55) is, voor zover voor de beslissing van belang, het volgende neergelegd:

1. De politieke organisatie, wier registratie in eerste instantie dan wel in beroep geweigerd is op de in artikel 35 lid 1 onder b en c genoemde gronden of wier bezwaarschrift ongegrond is bevonden kan gedurende drie werkdagen na de dag van ontvangst van de beslissing van het Centraal Hoofdstembureau dan wel die van de President, nog eenmaal een aanbieding, als in artikel 31 lid 1 bedoeld, verrichten.

  1. Het Centraal Hoofdstembureau neemt zo spoedig mogelijk een beslissing, waaromtrent het bepaalde in artikel 35 van toepassing is. De registratie wordt geweigerd in de gevallengenoemd in artikel 35 lid 1 onder a en b en voorts indien het Centraal Hoofdstembureau met inachtneming van de in artikel 33 neergelegde norm van oordeel is, dat redelijkerwijs tot weigering moet worden besloten. Tegen deze beslissing staat generlei voorziening open.

2.10 Op 21 maart 2020 heeft eiseres op grond van artikel 31 lid 1 van de Kiesregeling (S.B. 1987 no. 62, zoals laatstelijk gewijzigd bij S.B. 2019 no. 55) aan CHS het verzoek gedaan tot registratie voor deelname aan de op 25 mei 2020 te houden Algemene, Vrije en Geheime verkiezingen van leden voor de volksvertegenwoordigende lichamen.

2.11 Bij beschikking d.d. 26 maart 2020 heeft CHS het verzoek van eiseres tot registratie geweigerd, en wel op grond van de hierna in de beschikking vermelde overwegingen:

-dat na onderzoek door het Centraal Hoofdstembureau is gebleken dat de politieke organisatie aangeduid “21 SU” NIET heeft voldaan aan twee van de wettelijke vereisten, zoals vervat in:

  1. artikel 31 lid 5 van de Kiesregeling en juncto artikel 3 van het Besluit Waarborgsom Politieke Organisaties (S.B. 2020 no. 38) zijnde de storting van de waarborgsom ten bedrage van SRD (…) bij de Centrale Bank van Suriname door de politieke organisatie voor deelname aan de Algemene, Vrije en Geheime Verkiezingen op maandag 25 mei 2020; en
  2. artikel 7 van het Decreet Politieke Organisaties, zijnde het overleggen van het bewijs van registratie van het Onafhankelijk Kiesbureau (OKB).

2.12 Op 27 maart 2020 heeft CHS de hiervoor onder 2.11 bedoelde beschikking per exploot van een deurwaarder aan eiseres doen betekenen.

2.13 Eiseres heeft op de voet van artikel 36 van de Kiesregeling (S.B. 1987 no. 62, zoals laatstelijk gewijzigd bij S.B. 2019 no. 55) administratief beroep aangetekend bij de President van de Republiek Suriname tegen de beslissing van CHS. Het beroepschrift van eiseres is gedateerd 30 maart 2020.

2.14 Bij resolutie d.d. 02 april 2020 heeft de President van de Republiek Suriname het beroep van eiseres ongegrond verklaard, en wel op grond van de hierna in de resolutie vermelde overwegingen:

(…)

  1. dat voorts is gebleken, dat de politieke organisatie 21 PLUS voor SURINAME niet heeft voldaan aan de (lees “het”) vereiste in artikel 7 lid 1 Dereet Politieke Organisaties alsmede aan het vereiste zoals gesteld in artikel 31 lid 5 van de Kiesregeling;
  1. Dat gelet op het bovenstaande de politieke organisatie 21 PLUS voor SURINAME niet heeft voldaan aan twee vereisten en dat derhalve hun verzoek ongegrond dient te worden verklaard.

Op 03 april 2020 is de resolutie per exploot van een deurwaarder aan eiseres betekend.

2.15 Ter zake onder andere het door CHS genomen besluit heeft eiseres een vordering in kort geding tegen gedaagde ingesteld, in zaak tussen partijen bekend onder A.R No. 20-1089.
Op 09 april 2020 heeft de kantonrechter in kort geding vonnis in de hiervoor vermelde zaak gewezen en heeft eiseres niet ontvankelijk verklaard in het door haar gevorderde.

2.16 Op 08 april 2020 heeft eiseres een tweede verzoek tot registratie bij CHS ingediend, in welk verzoek zij het volgende heeft vermeld:

Met verwijzing naar uw ongedateerde document onder de vermelding “Bekendmaking van het Centraal Hoofdstembureau”, inhoudende aanwijzingen voor politieke organisaties die zich wensen te registreren ten behoeve van hun deelname aan de algemene, vrije en geheime verkiezingen van 25 mei 2020, én mede naar aanleiding van het thans lopende rechtsgeschil ten aanzien van onze door de President van Suriname afgewezen herzieningsverzoek bij beroepschrift ingediend, verzoek ik u alsnog de registratie in het door u bijgehouden openbaar register te voltooien.

Primair, zoals in het rechtsgeschil gevorderd, de in de voorgaande aangehaalde brief van uw organisatie afkomstig, heeft geen rechtsgevolgen vanwege het feit dat u geen rechtsgeldig beroep heeft ter weigering van de registratie. Uw beslissing was uitgevaardigd in strijd met het in rechte vaststaande fatale termijn (zie artikel 34 Kiesregeling, binnen twee dagen na 21 maart 2020) waarbinnen u uw beslissing tot weigering aan ons moest hebben meegedeeld. Ten overvloede, het niet overleggen van een stortingsbewijs van de waarborgsom is niet als weigeringsgrond in de wettelijke bepalingen van de Kiesregeling opgenomen.

Artikel 7 van het Decreet Politieke Organisaties geeft aan 21 Plus voor Suriname het recht tot inschrijving in het openbaar register zoals deze wordt bijgehouden door het Onafhankelijk Kiesbureau. Een registratie in betreffend register verschaft aan 21 Plus voor Suriname het zelfstandig recht tot deelname aan de verkiezingen voor volksvertegenwoordigende lichamen per 25 mei 2020.

Ter aanvulling van de in te leveren bescheiden treft u aan een kopie van het bewijs van registratie in het Onafhankelijk Kiesbureau van d.d. 6 april 2020, per deurwaardersexploit betekend op 8 april 2020.”

2.17 CHS heeft niet beslist op het tweede verzoek. Eiseres heeft hiertegen op 15 april 2020 een klacht tegen CHS bij de Minister van Binnenlandse Zaken en OKB ingediend.
De Minister van Binnenlandse Zaken heeft niet gereageerd op de klacht van eiseres.
Op 17 april 2020 heeft OKB als volgt gereageerd op de klacht van eiseres:
“(…)
Ingevolge artikel 1 lid 1 van de Kiesregeling houdt het OKB toezicht op de algemene verkiezingen en stelt de uitslag bindend vast voor de samenleving. De taken en bevoegdheden van het OKB staan opgenomen in de artikelen 1 en 2 van de Kiesregeling.
Het in behandeling nemen van een klachtschrift van een politieke partij en het nemen van een besluit daarover, behoort NIET tot een wettelijke taak dan wel bevoegdheid van het OKB. Als gevolg hiervan zal het OKB dan ook geen besluit met betrekking tot uw klachtschrift kunnen nemen.

2.18 Politieke organisaties, waaronder eiseres, hadden tot uiterlijk 09 april 2020 de gelegenheid om hun lijsten van kandidaten voor deelname aan de te houden Algemene, Vrije en Geheime verkiezing van volksvertegenwoordigende lichamen van 25 mei 2020 bij CHS in te dienen.

  1. De vordering, de grondslag daarvan en het verweer

3.1 Eiseres vordert dat de kantonrechter in kort geding, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad,:

1) gedaagde beveelt zich te onthouden van onwetmatige en onrechtmatige gedragingen die de rechten van eiseres aantasten;
2) de door CHS en gedaagde genomen besluiten aanmerkt als aan nietigheid lijdende besluiten met als gevolg waarvan gedaagde zich niet erop kan beroepen 21Su de registratie in het openbaar register zoals deze wordt bijgehouden door CHS te weigeren;
3) gedaagde beveelt, althans veroordeelt, om binnen 24 uren na het wijzen van dit vonnis, althans binnen een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen termijn, dat het aan CHS de opdracht verstrekt tot registratie van 21Su in het openbaar register van CHS;
4) gedaagde beveelt dat CHS aan 21Su minimaal vijf werkdagen met ingang van de datum van betekening van het verlangde vonnis de gelegenheid te bieden de lijsten van kandidaten voor de volksvertegenwoordigende lichamen ter deelname aan de verkiezingen van 25 mei 2020 aan te mogen dragen;
5) gedaagde veroordeelt om voor elke dag, dat zij de bij vonnis gegeven bevelen niet nakomt, aan eiseres ten titel van dwangsom te betalen een geldbedrag van SRD 10.000.000,-.

3.2 Eiseres legt aan haar vordering ten grondslag dat gedaagde een onrechtmatige daad jegens haar pleegt, in die zin dat zij vanwege het onwetmatig en onrechtmatig handelen van OKB en CHS niet kan deelnemen aan de verkiezingen. Daartoe stelt zij onder meer het volgende:
a) OKB en CHS zijn geen publiekrechtelijke rechtspersonen en kunnen worden aangemerkt als onmiddellijke c.q middellijke vertegenwoordiger van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en daardoor indirect als rechtsvertegenwoordiger van gedaagde;
b) CHS c.q. gedaagde heeft in strijd gehandeld met artikel 7 lid 8 van de Wet Politieke Organisaties door het niet respecteren c.q. erkennen van het zelfstandig recht van eiseres tot aanbieding van de lijsten van kandidaten ter deelname aan de verkiezingen van 25 mei 2020 van de volksvertegenwoordigende lichamen;
c) het door CHS genomen besluit is nietig, omdat zij niet binnen de bij wet (Algemene Termijnwet 1965) vastgestelde termijn op het verzoek van eiseres heeft beslist;
d) het door de President van de Republiek Suriname genomen besluit is nietig, omdat hij niet binnen de in artikel 36 lid 2 van de Kiesregeling vastgestelde termijn heeft beslist op het beroep van eiseres en heeft hiermee aldus in strijd gehandeld met de volgende algemene beginselen van behoorlijk bestuur: het zorgvuldigheids-, rechtszekerheids- en motiveringsbeginsel;
e) de uitspraak van de kantonrechter in kort geding is onrechtmatig, omdat blijk is gegeven van een onjuiste opvatting van het recht. Met name heeft de kantonrechter een leugenachtige verklaring van de President van Suriname als waarheid aangenomen en heeft daardoor de verantwoordelijkheid bij haar oordeelsvorming het belang van de waarheidsvinding te dienen niet volledig consciëntieus nageleefd;
f) CHS heeft geweigerd het tweede verzoek tot registratie in behandeling te nemen en handelt in strijd met artikel 37 leden 1 tot en met 3 van de Kiesregeling. CHS pleegt inbreuk op het recht van 21 Su tot registratie in het door CHS bijgehouden register in verband met de verkiezingen van kandidaten van de volksvertegenwoordigende lichamen;
g) tot op heden heeft de Minister van Binnenlandse Zaken geen besluit genomen op de klacht van eiseres tegen CHS;
h) het standpunt van OKB zoals vervat in haar schrijven d.d. 08 april 2020 is onjuist. OKB is op grond van artikel 2 leden 3 en 4 van de Kiesregeling gehouden een besluit te nemen op de klacht van eiseres.

3.3 Gedaagde heeft verweer gevoerd. De kantonrechter komt op dit verweer, voor zover voor de beslissing van belang, hierna in de beoordeling terug.

  1. De beoordeling

De gevorderde voorziening onder 1

4.1 Voor de kantonrechter is het vertrekpunt in elke rechtszaak de vordering en de grondslag daarvan, die duidelijk en concreet geformuleerd moeten zijn. Achterliggende gedachte hiervan is dat de tegenpartij, in casu gedaagde, op deugdelijke wijze verweer moet kunnen voeren. Is de formulering van de vordering niet duidelijk en evenmin concreet geformuleerd dan zal dit onbegrijpelijk zijn en als een obscuur libel kunnen worden aangemerkt. Mocht het hiervoor vermelde geval zich voordoen, dan dient de eisende partij niet ontvankelijk te worden verklaard in het gevorderde.

De kantonrechter constateert dat eiseres in de gevorderde voorziening onder 1 de begrippen “onwetmatige en onrechtmatige gedragingen”’ en “rechten van eiseres”bezigt, welke begrippen als heel ruim dienen te worden aangemerkt. Onder de begrippen “onwetmatige en onrechtmatige gedragingen” kunnen allerlei handelingen en gedragingen vallen, zoals het plegen van inbreuk op een eigendomsrecht, het zonder toestemming betreden van een perceel van een ander, het niet nakomen van betalingsverplichtingen, etc.

Ondanks het feit dat gedaagde heeft opgeworpen dat de gevorderde voorziening onder 1 onvoldoende feitelijk is gespecificeerd, heeft eiseres in haar tweede ronde c.q. bij conclusie van repliek niets hiertegen ingebracht en heeft zich evenmin enige moeite getroost om de gevorderde voorziening onder 1 duidelijk en concreet te formuleren, dan wel te wijzigen. Nu de gevorderde voorziening onder 1 niet duidelijk en evenmin concreet is geformuleerd, zal eiseres ter zake niet ontvankelijk worden verklaard.

De gevorderde voorziening onder 2

4.2 In kort geding kan de kantonrechter slechts beslissingen van condemnatoire aard geven, hetgeen kan inhouden het opleggen van een verbod of gebod aan de tegenpartij als voorlopige voorziening. De kantonrechter constateert dat de gevorderde voorziening onder 2 niets anders behelst dan het nietig verklaren van de door de organen van gedaagde (CHS en de President van de Republiek Suriname) genomen besluiten, welke vordering declaratoir van aard is.

Ondanks het feit dat gedaagde als verweer heeft opgeworpen dat het door eiseres gevorderde een declaratoir karakter draagt, heeft eiseres hiertegenover niets gesteld en heeft zich evenmin enige moeite getroost om het gevorderde onder 2 aan te passen. Nu de gevorderde voorziening onder 2 declaratoir van aard is, zal eiseres ter zake niet ontvankelijk worden verklaard.

De grondslag van de gevorderde voorzieningen onder 1 en 2

4.3 Nu eiseres niet ontvankelijk zal worden verklaard in de gevorderde voorzieningen onder 1 en 2, komt de kantonrechter niet toe aan de beoordeling van de stellingen die eiseres aan die gevorderde voorzieningen ten grondslag heeft gelegd en het verweer van gedaagde daarop. Het betreffen in casu de stellingen die – verkort en zakelijk – zijn weergeven onder 3.2 sub b tot en met e in dit vonnis.

De gevorderde voorzieningen onder 3, 4 en 5

4.4 In het kort komen deze voorzieningen op het volgende neer: het veroordelen van gedaagde om CHS op te dragen tot registratie, zonder te voldoen aan de waarborgsom. Dit, omdat:
1) eiseres zich op het standpunt stelt dat het voldoen van de waarborgsom geen voorwaarde is voor de registratie,
2) CHS weigert het tweede door eiseres ingediende verzoek tot registratie voor deelname aan de op 25 mei 2020 te houden Algemene, Vrije en Geheime verkiezingen van leden voor de volksvertegenwoordigende lichamen in behandeling te nemen, en
3) OKB en het Ministerie van Binnenlandse Zaken – als werkarmen van gedaagde – weigeren een besluit te nemen op de door eiseres ingediende klacht jegens CHS ter zake het bovenstaande.

Gedaagde daarentegen huldigt het standpunt dat de waarborgsom wel een voorwaarde is voor de bedoelde registratie.

Anders dan eiseres is de kantonrechter van oordeel dat de waarborgsom wel een voorwaarde is voor de registratie voor deelname aan de op 25 mei 2020 te houden Algemene, Vrije en Geheime verkiezingen van leden voor de volksvertegenwoordigende lichamen. Dit leidt de kantonrechter ondubbelzinnig af uit de inhoud van artikel 35 lid 5 van de Kiesregeling zelf en de volgende passage van de artikelsgewijze toelichting op dit artikel op blz. 8 uit de Memorie van Toelichting: “Een waarborgsom wordt als voorwaarde gesteld aan de politieke organisaties die deel willen nemen aan de verkiezingen.” Nu onomstotelijk vaststaat dat eiseres niet heeft voldaan aan de waarborgsom en dus niet voldoet aan de in artikel 35 lid 5 van de Kiesregeling gestelde voorwaarde, komen de gevorderde voorzieningen onder 3,4 en 5 niet voor toewijzing in aanmerking.

Het beroep van eiseres op het feit dat vier andere politieke partijen deze wettelijke bepaling in een lopende hoger beroepszaak ter discussie hebben gesteld bij het Hof van Justitie, doet niet ter zake.

Het verwijt aan het adres OKB en het Ministerie van Binnenlandse Zaken dat zij weigeren een besluit te nemen op de klacht van eiseres, acht de kantonrechter niet relevant en behoeven dus geen bespreking.

De proceskosten

4.5 Eiseres zal, als de niet ontvangen partij tevens in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten worden veroordeeld.

  1. De beslissing

De kantonrechter in kort geding:

5.1 Verklaart eiseres niet ontvankelijk in de gevorderde voorzieningen onder 1 en 2.

5.2 Weigert de gevorderde voorzieningen onder 3, 4 en 5.

5.3 Veroordeelt eiseres in de proceskosten die aan de zijde van gedaagde zijn gevallen en tot aan deze uitspraak zijn begroot op nihil.

Dit vonnis is gewezen de kantonrechter in kort geding in het eerste kanton, S.M.M. Chu, en ter openbare terechtzitting uitgesproken op donderdag 07 mei 2020 te Paramaribo door de kantonrechter in kort geding in het eerste kanton, mr. A.C. Johanns, in aanwezigheid van de griffier.