SRU-K1-2020-19

  • Instantie Kantongerecht Eerste Kanton
  • Zaaknummer AR-200363
  • Uitspraakdatum 26 maart 2020
  • Publicatiedatum 06 augustus 2020
  • Rechtsgebied Civiel recht
  • Inhoudsindicatie

    Kort geding. Misbruik van executiebevoegdheid.
    Daar gedaagde reeds de inschatting kon hebben gemaakt dat eisers niet binnen afzienbare tijd zouden kunnen voldoen aan hun aflossingsverplichtingen en de overeenkomsten als onredelijk bezwarend voor eisers worden geacht, maakt gedaagde naar het oordeel van de kantonrechter misbruik van haar recht van parate executie hetgeen grond oplevert om de aangezegde openbare verkoop stop te zetten.

Uitspraak

KANTONGERECHT IN HET EERSTE KANTON

A.R. No. 20-0363

26 maart 2020

Vonnis in kort geding in de zaak van:

A. DE VLIEGENDE EEND B.V.
B. DE VLIEGENDE EEND N.V.,
C. [DE STICHTING],
allen kantoorhoudende aan [adres 1] in het [district],eisers,
gemachtigde: mr. A.E. Debipersad, advocaat,

tegen

[GEDAAGDE],
gevestigd aan [adres 2] te [plaats],
gedaagde,
gemachtigde: mr. A.M. Linger, advocaat.

  1. Het verloop van het proces

1.1 Dit blijkt uit de volgende processtukken en –handelingen:

  • het inleidend verzoekschrift dat met de producties op 30 januari 2020 op de Griffie der Kantongerechten is ingediend;
  • conclusie tot aanvulling c.q. wijziging van de eis d.d. 13 februari 2020;
  • de conclusie van eis die mondeling is genomen op 13 februari 2020;
  • de conclusie van antwoord, met producties;
  • de conclusie van repliek, met producties;
  • de conclusie van dupliek.

1.2 De uitspraak van het vonnis is nader bepaald op heden.

  1. De feiten

2.1 Eiseres sub C is eigenares van het hierna omschreven zakelijk recht:
het recht van grondhuur – ter uitoefening van de landbouw – vervallende 26 september 2042, op het perceelland, met al hetgeen daarop staat, groot 15,0130 ha., gelegen in het [district], ten zuiden van de [weg], nader aangeduid op de uitmetingskaart van de landmeter in Suriname H. Soedhwa Lcs. d.d. 18 april 2002 met de letters ABCD en blijkens de indorso gestelde aantekeningen van de landmeter in Suriname Ing. H. Kalloe d.d. 23 april 2002, thans bekend als [adres 3] (hierna aangeduid als terrein A).

2.2 Eisers sub A en sub B hebben op respectievelijk 17 mei 2018, 04 juni 2018 met addendum d.d. 06 september 2018 en op 08 april 2019 een drietal overeenkomsten met gedaagde gesloten.

2.3 [Naam 1], hierna te noemen [naam 1], is voorzitter van het bestuur van eiseres sub C. [Naam 2], hierna te noemen [naam 2], is penningmeester tevens secretaris van eiseres sub C. [Naam 1] is enig directeur en aandeelhouder van eisers sub A en sub B.

2.4 In de overeenkomst d.d. 04 juni 2014 zijn, voor zover voor de beslissing van belang, de volgende bepalingen opgenomen:
In aanmerking nemende dat:

  • Beide partijen een overeenkomst wensen aan te gaan met het doel om marktleider te worden van kip in Suriname;
  • Partijen ernaar streven om kip te kweken op een wijze dat de kwaliteit en smaak wordt gegarandeerd en waarbij de consument dit product kan kopen tegen een lagere prijs dan thans het geval is op de Surinaamse markt;
  • Dat partij ter andere zijde voor dit streven kapitaal nodig heeft voor langere tijd en tegen aantrekkelijke voorwaarden hetgeen partij ter ener bereid is te verschaffen onder voorwaarden welke in deze overeenkomst zijn beschreven;
  • Dat partij ter ener ernaar streeft om door deze samenwerking een aantrekkelijk product aan te bieden voor haar respectievelijke klanten waardoor zij haar marktpositie duurzaam kan versterken;

KOMEN OVEREEN ALS VOLGT:

Artikel 1 – Algemeen

1.1 De considerans maakt integraal onderdeel uit van onderhavige overeenkomst.

1.2 De Krediethypotheek d.d. 18 mei 2018 en 04 juni 2018 welke is afgegeven door [de Stichting] waarbij deze Stichting zich garant heeft gesteld voor alle verplichtingen welke van partij ter andere zijde is aangegaan en tevens voor het bedrag van welke partij ter ener als lening heeft verstrekt aan partij ter andere zijde ter waarde van US$ 2.500.000,00 (…) vormen een deel van onderhavige overeenkomst (bijlage 1).

Artikel 2 – Duur

2.1 Deze overeenkomst treedt in werking met ingang van de datum van ondertekening van deze overeenkomst door beide partijen en heeft een looptijd van 10 jaren en 9 maanden.

2.2 Indien bij het einde van de termijn gesteld in artikel 2.1 de laatste aflossing en rente nog niet heeft plaatsgevonden, blijft de overeenkomst in stand totdat alle betalingsverplichtingen zijn voldaan, onverminderd de verplichting van partij ter andere zijde om alle verplichtingen conform voorwaarden en aflossingsschema vervat in bijlage 3, welke een integraal deel uitmaakt van deze overeenkomst, te voldoen;

Artikel 3 – Voorwaarden kredietverstrekking

3.1 Het door de partij ter ener aan partij ter andere zijde te verstrekken krediet bedraagt US$ 2.250.000,00 (…)

3.2 De middelen beschreven in het vorig lid zullen worden aangewend om:
a) De bestaande schuld bij de DSB bank, zijnde ca SRD 3.213.470,78 volledig af te betalen;
b) investeringen te plegen om een volledig geïntegreerde pluimvee boerderij op te zetten waarbij het streven erop is gericht de marktleider van o.a. kip te worden in Suriname conform het plan genoemd in bijlage 3;

3.3 Gedurende de eerste 9 maanden van de lening zal alleen rente worden betaald waarbij de rente maandelijks zal worden bijgeschreven op de hoofdsom, e.e.a. conform bijlage 3.

3.4 Het rentepercentage is gedurende eerste 9 maanden 3% (…).

3.5 Het rentepercentage na de eerste periode van 9 maanden bedraagt 1 maand libor plus 3.75% hetgeen neerkomt op 5.75% (…) per jaar en de rente en/of rente en aflossing zal maandelijks door partij ter andere zijde aan partij ter ener worden betaald op de 28ste van iedere maand middels automatische girobetaling bij de Republic Bank op rekeningnummer (…) conform het aflossingsschema genoemd in bijlage 2.

3.6 09 maanden na datum van deze overeenkomst en wel op 1 Maart 2019 zal de eerste aflossing van kapitaal plaatsvinden, hetgeen samen met rente is vervat in bijlage 3;

3.7 Indien aflossingen van renten en/of kapitaal en rente later dan de datum vervat in bijlage 2 plaatsvinden, zal partij ter andere zijde een boete rente moeten betalen van 8 procent’s jaars en zal het bedrag meteen opeisbaar zijn, tenzij partijen anders overeenkomen;

3.8 Bedragen welke door een libor aanpassing later plaatsvinden, zullen niet als late betaling worden aangemerkt zolang de betaling plaatsvindt binnen 14 dagen na facturering door partij ter ener;

3.9 Naast de rentecompensatie genoemd in dit artikel bovenstaand, zal partij ter andere zijde aan partij ter ener een royalty betalen van SRD 0,40 (…) per kilo geslachte kip. Dit tarief is vastgesteld op basis van de bankkoers van SRD 7.53 voor USD 1 Indien de koers zich gedurende deze overeenkomst wijzigt, zal de royalty navenant worden aangepast.

3.10 Partij ter ener heeft recht op 20% (…) van alle geproduceerde kilo’s kip tegen een gereduceerde prijs van SRD 19.00 kilo. Partij ter ener zal op een door haar te bepalen methode een of meerdere campagnes opzetten ten behoeve van haar cliënten, waardoor zij een voordeel kunnen verkrijgen van SRD 3.00 (DRIE SURINAAMSE GULDEN) per kilo kip. De SRD 3.00 zal worden aangepast aan de koers van 1 US$ is SRD 7.53.

Artikel 4 – Zekerheden

Tot zekerheid voor het verstrekte krediet worden de volgende zekerheden door partij ter andere zijde aan partij ter ener gegarandeerd en /of gefaciliteerd:
a) Door [de Stichting] aan partij ter ener afgegeven, voor schulden van partij ter andere zijde, zijnde een eerste krediethypotheek van US$. 2,500,000.= (…) op: het recht van grondhuur – ter uitoefening van de landbouw – vervallende zesentwintig september tweeduizend tweeënveertig, op het perceelland, met al hetgeen daarop staat, groot vijftien hectaren, een are en dertig centiaren (15,0130 ha.), gelegen in het [district], ten zuiden van de [weg], nader aangeduid op de uitmetingskaart van de landmeter in Suriname H. Soedhwa Lcs. d.d. achttien april tweeduizend en twee met de letters ABCD en blijkens de indorso gestelde aantekeningen van de landmeter in Suriname Ing. H. Kalloe d.d. drieëntwintig april tweeduizend en twee, thans bekend als [adres 3] (straatregister [nummer]).” Inclusief het nog in grondhuur te verkrijgen gedeelte vermoedelijk groot 7.8 ha waarvoor reeds een bereidsverklaring is ontvangen bekend onder [LAD No] (bijlage 2). Het moment dat partij ter ander zijde beschikt over het recht van grondhuur zal er meteen een eerste krediethypotheek worden gevestigd ten behoeve van partij ter ener;
b) Fiduciaire eigendomsoverdracht van de voorraden gelegen aan de [adres 1], op het terrein voornoemd sub 1, waarvan iedere kwartaal een inventaris zal worden verstrekt door partij ter andere zijde aan partij ter ener;
c) Dat partij ter andere zijde een risicoverzekering ter waarde van EURO. 500,000.00 (…) ten name van [naam 1] cedeert aan partij ter ener als begunstigde.
d) Dat partij ter andere zijde de brandverzekering cedeert aan partij ter ener en haar als begunstigde aanwijst, waarbij de opstallen worden verzekerd voor een bedrag van US$ 2,000,000.00 (TWEE MILJOEN US DOLLARS). De brandverzekering (marktconform) zal lopen via het agentschap van partij ter ener, waarbij partij ter andere zijde het bedrag tenminste 14 dagen voor vervaldatum zal voldoen.

Artikel 5 – Uitwinning zekerheid

De in artikel 4 genoemde dekkingen strekken tot zekerheid voor de door het partij ter ener aan partij ter andere zijde verstrekte krediet. Bij een eventuele uitwinning van genoemde zekerheden, zal de opbrengst worden gebruikt om de schuld welke partij ter andere zijde aan partij ter ener is verschuldigd, te betalen.”

2.5 In de hiervoor onder 2.3 vermelde overeenkomst d.d. 04 juni 2018 is “partij ter ener”: gedaagde en “partij ter andere zijde”: eisers sub A en sub B.

2.6 Bij addendum d.d. 06 september 2018 zijn eisers sub A en sub B met gedaagde overeengekomen dat de lening wordt uitgebreid tot een bedrag ad US$ 3.000.000,-.

Bij overeenkomst d.d. 08 april 2019 zijn eisers sub A en sub B met gedaagde overeengekomen dat de NV aan hen een kredietbedrag ad € 660.000,- ter leen zal verstrekken met onder andere dezelfde zekerheden die zij in de eerder hiervoor vermelde overeenkomsten zijn overeengekomen.

2.7 Op 11 februari 2019 heeft eiseres sub C aan gedaagde onherroepelijk last en volmacht verleend, welke volmacht is verleden en getekend door haar bestuurders ten overstaan van de notaris.

In de volmacht is, voor zover voor de beslissing van belang, het volgende opgenomen:

“(…)

De comparanten in hun gemelde hoedanigheden verklaarden ONHERROEPELIJK LAST EN VOLMACHT te verlenen aan de naamloze vennootschap [GEDAAGDE], gevestigd te Paramaribo, speciaal om voor en namens hen, comparanten in gemelde hoedanigheden, na te melden onroerend goed, naast de reeds gevestigde hypotheek ten behoeve van de naamloze vennootschap [GEDAAGDE], nog te bezwaren te harer behoeve met een krediethypotheek tot meerdere zekerheid voor de voldoening van al hetgeen [DE STICHTING], uit welke hoofde ook aan de naamloze vennootschap [GEDAAGDE], gevestigd te Paramaribo, voornoemd schuldig mocht zijn of worden tot een maximum bedrag van ACHTHONDERDDUIZEND AMERIKAANSE DOLLAR (USD. 800.000,-) plus rente, kosten, onkosten en provisie, te weten:

het nog te verkrijgen recht van grondhuur TER UITOEFENING VAN DE LANDBOUW op het perceelland, groot zeven hectaren, achtenvijftig aren en tweeëntachtig centiaren, gelegen in het [district] ten zuiden van de [weg], nader aangeduid op de overgelegde uitmetingskaart van de landmeter in Suriname, R.J. Doest BSc. De dato veertien augustus tweeduizend en achttien met de leters CDEF en blijkens de gestelde aantekening van de GLIS-landmeter F.M. Sanrawi MSc., achter en grenzende aan het perceelland, groot vijftien hectaren, een are en dertig centiaren, bekend als [adres 3].

Toe te stemmen in de bedingen bij de artikelen twaalfhonderd zeven, twaalfhonderd veertien en twaalfhonderd acht en dertig van het Surinaams Burgerlijk Wetboek geregeld en verder in als zodanige bedingen en bepalingen als de geldschieters zal verlangen en de gevolmachtigde zal raadzaam achten.

Terzake voormeld alle vereist wordende akten en stukken te doen opmaken, te verlijden en te ondertekenen en in het algemeen alles verder te doen en te verrichten wat tot voormelde einden zal blijken nodig te zijn, alles met de macht van substitutie.”

2.8 Op 08 april 2019 hebben eisers sub A en sub B met gedaagde een “Samenwerkingsovereenkomst Kippie-project” gesloten, en partijen zijn overeengekomen dat elke afzonderlijke kredietovereenkomst deel uitmaakt van de samenwerkingsovereenkomst en wordt mede beheerst door de principes van deze overeenkomst.

2.9 Op 05 September 2019 hebben eisers en gedaagde een option agreement gesloten.

2.10 Eiseres sub C heeft bij ministeriele beschikking d.d. 04 november 2019 no. D.1179 (toewijzingsbeschikking) het hierna omschreven zakelijk recht in grondhuur verkregen:

“het recht van grondhuur – TER UITOEFENING VAN DE LANDBOUW – vervallende 11 november 2059, op het perceelland, groot 7,5885 ha., gelegen in het [district], ten zuiden van de [weg] en nader aangeduid op de in viervoud overgelegde uitmetingskaart van de beëdigde landmeter R.J. Doest d.d. 14 augustus 2019 met de leters CDEF en met het door het MI-GLIS verstrekte [Perceels ID nummer], blijkens de daarop gestelde aantekening van de GLIS-landmeter F.M. Sanrawi Msc. D.d. 15 februari 2019, goedgekeurd, achter- en grenzende aan het perceelland, groot 15.0130 ha., bekend als [adres 3], hierna aangeduid als terrein B.

Op 11 november 2019 is terrein B ten name van eiseres sub C in het daartoe bestemde register op het kantoor van het Management Instituut GLIS overgeschreven.

2.11 Bij notariële akte d.d. 07 januari 2020 is ten laste van eisers sub A en sub B een hypotheek gevestigd op terrein B ten behoeve van een schuldeiser, hierna aangeduid als hypotheekakte, en wel op basis van een kredietovereenkomst die partijen hebben gesloten. In de hypotheekakte staat, voor zover voor de beslissing van belang, het volgende vermeld:

“Heden (…) verscheen voor mij, meester VIKASH GANGARAM-PANDAY, notaris in Suriname, residerende te Paramaribo:

De heer [NAAM 3], volgens zijn verklaring hoofddirecteur, geboren )…),
nader te noemen “Partij ter ener”,

EN

In casu handelende voornoemde naamloze vennootschap [GEDAAGDE], als gevolmachtigde van:
(…) ten deze handelende:
A. in haar hoedanigheid van voorzitter van de te Paramaribo gevestigde Stichting
[DE STICHTING] (…)
Nader te noemen “Partij ter andere zijde”,
krachtens een akte van lastgeving de dato elfde februari tweeduizend en negentien ten overstaan van de ondergetekende notaris, verleden en onder mij in minuut berustende.
De comparanten zijn aan mij, notaris, bekend.
Partij ter andere zijde verklaart ten behoeve van partij ter ener bij onderzetting te verbinden en met hypotheek te bezwaren:
(…)
Welke hypotheekstelling geschiedt tot zekerheid van de voldoening van al hetgeen de naamloze vennootschap “DE VLIEGENDE EEND N.V.” aan partij ter ener voornoemd mochten schuldig zijn of worden uit hoofde van de bestaande toekomstige kredietverhouding tussen partijen, of als trekkers, endossanten of medetekenaren van enig (…) tot een bedrag van ZEVENHONDERDVIJFTIGDUIZEND AMERIKAANSE DOLLARS (…)”.

2.12 Bij schrijven d.d. 14 januari 2020 zijn eisers door gedaagde aangemaand om hun achterstallig openstaand saldo te voldoen. Ter zake heeft gedaagde het hierna volgende in het schrijven vermeld:
Met referte aan de overeengekomen tussen [gedaagde], De Vliegende Eend N.V. en De Vliegende Eend B.V., delen wij u mede dat u thans een achterstallig openstaand saldo heeft groot US$ 382.418,88 en EUR 636,709,38. Wij vragen u uitdrukkelijk en zonder uitstel, uiterlijk 1 week na dagtekening, deze bedragen te voldoen op een van de rekeningnummers hieronder vermeld.”

Gedaagde heeft het hiervoor vermeld schrijven bij exploot van een deurwaarder op 21 januari 2020 aan eisers doen betekenen.

2.13 Bij exploot van de deurwaarder bij het Hof van Justitie van Suriname, L. Gangaram Panday, d.d. 31 januari 2020, heeft gedaagde haar voornemen tot de openbare verkoop van terrein A en terrein B op donderdag 26 maart 2020, des voormiddag om tien uur,ten kantore van de notaris, mr. Vikash Gangaram Panday, of diens plaatsvervanger, aan de Julianastraat no. 21 te Paramaribo aan de Stichting aangezegd. Middels dit exploot heeft gedaagde tevens aan eisers doen betekenen:

  • de eerste grosse akte krediethypotheek d.d. 17 mei 2018;
  • de eerste grosse akte krediethypotheek d.d. 25 juni 2018;
  • de eerste grosse akte krediethypotheek d.d. 07 januari 2020;
  • een brief gericht aan notaris mr. V. Gangaram-Panday d.d. 22 januari 2020, in welke brief vermeld staat de verschuldigde bedragen respectievelijk ad US$ 3.293.629,10 en Euro 637.842,71.
  1. De vordering, de grondslag daarvan en het verweer

3.1 Eisers vorderen na wijziging van eis, om bij vonnis in kort geding uitvoerbaar bij voorraad,:
I. de stopzetting te gelasten van de bij exploot van deurwaarder L. Gangaram Panday d.d. 31 januari 2020 no. 07 aangezegde openbare verkoop van de in dat exploot omschreven zakelijke zekerheidsrechten, welke openbare verkoop op 26 maart 2020 des voormiddags te 10.00 uur ten kantore van mr. Vikash Gangaram Panday, of diens plaatsvervanger, aan de Julianastraat no. 21 te Paramaribo zal plaatsvinden, zulks onder verbeurte van een dwangsom ad SRD 50.000.000,-;
II. gedaagde te verbieden opnieuw over te gaan tot het treffen van executoriale maatregelen, inhoudende de openbare veiling (lees verkoop) van de onroerende goederen van eiseres sub C, totdat in een door eisers in te stellen bodemprocedure over de voldoening van het volledig investeringskapitaal c.q. nakoming van de samenwerkingsovereenkomst zal zijn beslist;
III. gedaagde te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eisers de som van US$ 15.000,- te voldoen, zijnde de management fee over de maanden november 2019 tot en met januari 2020 en voorts tot betaling van US$ 5.000,- per maand, totdat partijen een rechtsgeldig besluit hebben genomen over de koopovereenkomst;
IV. gedaagde te veroordelen om bij wege van voorschot tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eisers de som van US$ 1.000.000,- te voldoen;
V. gedaagde te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eisers de som van US$ 3.416,40 te voldoen, zijnde de advocaatkosten inclusief 8% OB;
VI. gedaagde te veroordelen in de proceskosten van dit geding.

3.2 Eisers leggen tegen de achtergrond van de feiten vermeld onder 2, het volgende aan hun vordering ten grondslag:

  • gedaagde maakt misbruik van omstandigheden;
  • gedaagde pleegt wanprestatie jegens hen;
  • gedaagde pleegt een onrechtmatige daad jegens hen;
  • de aanzegging van de openbare verkoop is niet geschied volgens de plaatselijke gebruiken ingevolge artikel 1207 lid 2 BW juncto artikel 1239 BW.

3.3 Gedaagde heeft verweer gevoerd. Op dit verweer komt de kantonrechter, voor zover voor de beslissing van belang, hierna in de beoordeling terug.

  1. De beoordeling

4.1 Bij conclusie tot aanvulling c.q. wijziging van de eis d.d. 13 februari 2020 hebben eisers wijziging van eis gevorderd. Nu deze wijziging van eis voor de eerste behandeling van de zaak ter terechtzitting aan gedaagde is betekend en gedaagde hierdoor niet in haar verweer is geschaad, zal de gevorderde wijziging van eis worden toegestaan zoals dit reeds onder 3.1 in dit vonnis is verwerkt.

4.2 Het spoedeisend belang blijkt uit de aard van het gevorderde, in het bijzonder uit het feit dat de openbare verkoop op 26 maart 2020 zal plaatsvinden. Daarom zijn eisers in het kort geding ontvangen.

4.3 De kantonrechter stelt het volgende voorop. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 1207 lid 2 van het Surinaams Burgerlijk Wetboek is de hypotheekhouder bevoegd om tot openbare verkoop over te gaan indien de schuldenaar in verzuim is met de voldoening van zijn hypothecaire verplichtingen dan wel schuld. De hypotheekhouder, in casu gedaagde, is in beginsel vrij om te bepalen op welk moment zij tot executoriale verkoop overgaat. Slechts wanneer uit feiten en omstandigheden voldoende aannemelijk zou zijn dat gedaagde van deze bevoegdheid tot parate executie misbruik maakt, zou hierover anders geoordeeld kunnen worden.

4.4 Voldoende aannemelijk is dat eisers sub A en sub B niet hebben voldaan aan hun betalingsverplichting jegens gedaagde, zodat gedaagde bevoegd is gebruik te maken van de aan haar toekomende bevoegdheid om tot openbare verkoop van de terreinen A en B over te gaan. Echter acht de kantonrechter de overeenkomsten die partijen met elkaar hebben gesloten – van welke overeenkomsten een deel van de inhoud onder 2.4 en 2.8 in dit vonnis is weergeven – en de omstandigheden waaronder deze overeenkomsten zijn gesloten onredelijk bezwarend voor eisers, met als gevolg dat eisers thans zijn blootgesteld aan onredelijk bezwarende gevolgen van deze overeenkomsten. Met name dreigen eisers thans hun bedrijven c.q. onroerende goederen en al de daarin gepleegde investeringen kwijt te raken. Daar gedaagde reeds de inschatting kon hebben gemaakt dat eisers niet binnen afzienbare tijd zouden kunnen voldoen aan hun aflossingsverplichtingen en de overeenkomsten als onredelijk bezwarend voor eisers worden geacht, maakt gedaagde naar het oordeel van de kantonrechter misbruik van haar recht van parate executie hetgeen grond oplevert om de aangezegde openbare verkoop stop te zetten. Hieruit volgt dat de gevorderde voorziening onder I zal worden toegewezen.

4.5 Het gevorderde onder II komt niet voor toewijzing in aanmerking, omdat gedaagde uit hoofde van de kredietovereenkomsten mag overgaan tot executie indien eisers niet kunnen voldoen aan hun betalingsverplichtingen jegens gedaagde.

4.6 Ten aanzien van de gevorderde voorzieningen onder III, IV en V die een geldvordering behelzen, is naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter een diepgaand onderzoek vereist. Dit, vanwege de weerspreking van gedaagde dat zij een investeringskapitaal en een management fee aan eisers verschuldigd is en het blijven volharden van partijen in hun stellingen en weren ter zake. In dat licht benadrukt de kantonrechter dat voor toewijzing van een geldvordering in kort geding slechts dan plaats is als het bestaan en de omvang van de vordering in hoge mate aannemelijk zijn, terwijl voorts uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening vereist is en het risico van onmogelijkheid van terugbetaling – bij afweging van de belangen van partijen – aan toewijzing in de weg staat.

Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen, zullen partijen dit onderdeel verder in bodemprocedure dienen te beslechten. Hieruit volgt dat de gevorderde voorzieningen onder III, IV en V zullen worden geweigerd.

4.7 De overige stellingen en weren van partijen behoeven geen bespreking, omdat die tot geen andere uitkomst in de onderhavige kort geding zaak zullen leiden.

4.8 Gedaagde zal, als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten worden veroordeeld. Deze omvatten tot de dag van de uitspraak het vastrecht ad SRD 250,- en de kosten voor oproep van gedaagde per exploot van een deurwaarder ad SRD 355,-.

  1. De beslissing in kort geding

De kantonrechter in kort geding:

5.1 Staat toe de wijziging van eis zoals gevorderd bij conclusie tot aanvulling c.q. wijzing van de eis en zoals verwerkt onder 3.1 in dit vonnis.

5.2 Gelast de stopzetting van de bij exploot van deurwaarder L. Gangaram Panday d.d. 31 januari 2020 no. 07 aangezegde openbare verkoop van de in dat exploot omschreven zakelijke zekerheidsrechten, welke openbare verkoop op 26 maart 2020 des voormiddags te 10.00 uur ten kantore van mr. Vikash Gangaram Panday, of diens plaatsvervanger, aan de Julianastraat no. 21 te Paramaribo zal plaatsvinden, zulks onder verbeurte van een eenmalige dwangsom van
SRD 50.000.000,- (Vijftig Miljoen Surinaamse Dollar).

5.3 Verklaart hetgeen hiervoor onder 5.2 is beslist uitvoerbaar bij voorraad.

5.4 Veroordeelt gedaagde in de proceskosten die aan de zijde van eisers zijn gevallen en tot aan deze uitspraak begroot op SRD 605,- (Zeshonderd en Vijf Surinaamse Dollar).

5.5 Weigert hetgeen meer of anders is gevorderd.

Dit vonnis is gewezen en ter openbare terechtzitting uitgesproken op donderdag 26 maart 2020 te Paramaribo, door de kantonrechter in kort geding in het eerste kanton, mr. S.M.M. Chu, in aanwezigheid van de griffier.