- Instantie Kantongerecht Eerste Kanton
- Zaaknummer AR-210868
- Uitspraakdatum 08 april 2021
- Publicatiedatum 08 april 2021
- Rechtsgebied Civiel recht
-
Inhoudsindicatie
De kantonrechter oordeelt dat partij Miskin nog als hoofdbestuurslid van de CLO dient te worden aangemerkt en tezamen met partij Hooghart, bevoegd is rechtshandelingen namens de CLO te verrichten. Partij Miskin diende te worden uitgenodigd voor de bestuursvergadering. Nu zulks niet is geschied, dient de oproeping en daaruit voortvloeiend de te houden Assemblee van de Ledenraad als niet rechtsgeldig en dus als onrechtmatig te worden aangemerkt.
Uitspraak
KANTONGERECHT IN HET EERSTE KANTON
A.R. No. 21-0868
08 april 2021
Vonnis in kort geding in de zaak van:
1. MISKIN, MICHAEL HENDRIK SARAI,
wonende aan [adres 1] te [district 1],
2. SWAMIPERSAD, GLENN AMARNATH,
wonende aan [adres 2] in [district 2],
3. SEDOC, MAYRA MONIQUE,
wonende aan [adres 3] te [district 1],
4. RODJAN, OEMSALMA,
wonende aan [adres 4] in [district 3],
5. PALMTAK, RUDOLGO ANDRO,
wonende aan [adres 5] in [district 3],
6. HOOGDORP, MARLON RINALDO,
wonende aan [adres 6] te [district 1],
7. DALLOESINGH, BISNOEPERSAD,
wonende aan [adres 7] in [district 4],
8. AVIANKOI, JOHANNES,
wonende te [eiland] in het [district 5],
allen in de hoedanigheid van hoofdbestuurslid van de Centrale van Landsdienaren Organisaties,
eisers in conventie, tevens gedaagden in reconventie,
hierna gezamenlijk te noemen partij Miskin,
gemachtigde: mr.V.V.C. Pique, advocaat,
tegen
1. HOOGHART, RONALD LOUIS ARNOUD,
wonende aan [adres 8] te [district 1],
2. SHEONANDAN, SANTUSHA SHALINI,
wonende aan [adres 9] te [district 1],
3. SOMMANDAS, RODNEY JAYANT,
wonende aan [adres 10] in [district 2],
4. POOL, LLOYD DUNCAN,
wonende aan [adres 11] te [district 1],
5. HOOGHART, AUGUST DERRICK ANDY,
wonende aan [adres 12] te [district 1],
6. GORISSON, YONE LYDIA,
wonende aan [adres 13] te [district 1],
allen in de hoedanigheid van hoofdbestuurslid van de Centrale van Landsdienaren Organisaties,
gedaagden in conventie, tevens eisers in reconventie,
hierna te noemen: partij Hooghart,
gemachtigde: mr. A.M. Linger, advocaat.
1. Het verloop van het proces in conventie en reconventie
1.1 Dit blijkt uit de volgende processtukken en – handelingen:
- het inleidend verzoekschrift dat op 18 maart 2021 op de griffie der kantongerechten is ingediend, met producties;
- de conclusie van eis d.d. 25 maart 2021;
- de conclusie van antwoord in conventie en eis in reconventie, met producties;
- de conclusie van repliek in conventie en antwoord in reconventie;
- de conclusie van dupliek in conventie en repliek in reconventie, met producties;
- de conclusie van dupliek in reconventie.
1.2 De uitspraak van het vonnis is bepaald op heden.
2. De feiten in conventie en reconventie
2.1 De Centrale van Landsdienaren Organisaties, hierna afgekort CLO, is een vereniging. Zij bestaat uit:
1) gewone leden, zijnde Federaties en Bonden van personeel in overheidsdienst;
2) buitengewone leden, zijnde Kamers van natuurlijke – en rechtspersonen.
2.2 In de statuten wordt de CLO aangeduid als de Centrale.
In artikel 7 van de statuten is ter zake het Hoofdbestuur, het volgende neergelegd:
“1. Het Hoofdbestuur bestaat uit ten minste vijf en ten hoogste dertien meerderjarige personen gekozen door de Assemblee van de Ledenraad, voor de tijd van 3 jaar.
De voorzitter wordt door de Assemblee van de Ledenraad in functie gekozen, terwijl de overige functies onderling worden verdeeld.
2. Het Hoofdbestuur wordt voor de tijd van drie jaar gekozen door de Assemblee van de Ledenraad.Voor het voorzien in tussentijdse vacatures is in eerste instantie tweederde meerderheid van het aantal uitgebrachte geldige stemmen van de gewone leden vereist op een speciaal daartoe opgeroepen vergadering van de Assemblee van de Ledenraad, waarop ten minste tweederde deel van het aantal leden aanwezig moeten zijn.
Indien het quorum ontbreekt wordt binnen 30 dagen na de eerste vergadering van de Assemblee van de Ledenraad een tweede vergadering bijeen geroepen. Op deze vergadering kan ongeacht het aantal alsdan aanwezige leden met gewone meerderheid van het aantal uitgebrachte geldige stemmen in tussentijdse vacatures worden voorzien.”
Artikel 14 lid 2 van de statuten luidt onder meer als volgt:
“Beslissingen in Hoofdbestuursvergaderingen worden genomen bij gewone meerderheid van het aantal uitgebrachte geldige stemmen in een vergadering waarbij ten minste de helft van het aantal leden aanwezig is. Deze beslissingen zijn bindend”
2.3 Op 21 december 2018 is elk der partijen op de bijzondere Assemblee van de Ledenraad gekozen als hoofdbestuurslid van de CLO, voor een zittingstermijn van drie jaren. De zittingstermijn verstrijkt op 21 december 2021.
2.4 Tussen partij Miskin en partij Hooghart bestaat verdeeldheid binnen de CLO.
2.5 Partij Miskin heeft vanwege de tussen partijen bestaande verdeeldheid, op 05 november 2020 een kort geding zaak, bekend onder A.R. No. 20-3514, tegen partij Hooghart ingediend, met het oog op het kunnen houden van vervroegde Hoofdbestuursverkiezingen. In deze zaak heeft partij Miskin gevorderd dat haar toestemming wordt verleend om een spoedvergadering van de Assemblee van de Ledenraad te mogen beleggen.
De kantonrechter heeft op 17 december 2020 vonnis in de zaak gewezen, hierna aangeduid als het vonnis, en heeft de vordering van partij Miskin afgewezen, op grond van onder andere de hierna volgende overwegingen:
“ 4.1 (…)
De kantonrechter begrijpt uit de stellingen van partijen dat bestuursleden van de CLO zich het recht hebben aangemeten om elkaar af te zetten door een besluit te nemen in de bestuursvergadering op een door een deel van het bestuur ingediende motie van wantrouwen. Op grond van artikel 7 lid 1 van de statuten wordt het bestuur van de CLO gekozen door de vergadering van de ledenraad. Het afzetten van het bestuur is een bevoegdheid dat toekomt aan het orgaan dat bevoegd is het bestuur te kiezen, in dit geval de vergadering van de ledenraad. De kantonrechter gaat derhalve voorbij aan de stelling dat gedaagde sub A is afgezet, omdat het afzetten van bestuursleden van de CLO naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter een bevoegdheid is van de vergadering van de ledenraad en niet van een deel van het bestuur van de CLO.
(…)
4.4 Eisers in reconventie stellen dat gedaagden in reconventie zijn geroyeerd in een door het bestuur van de CLO op 16 oktober 2020 gehouden vergadering van de ledenraad. De convocatie van deze vergadering is omgeroepen op 14 en 15 oktober 2020 via een app bericht verzonden naar de leden. De agenda van de ledenraad vergadering betrof bespreking van de loonaanpassing. Staande de ledenraad vergadering werd er door 13 (dertien) leden een spoedvergadering aangevraagd waarin een besluit op een motie is genomen inhoudende ontheffing van gedaagden in reconventie als bestuurslid gevolg door hun royement. In een bestuursvergadering van 19 oktober 2020 is het besluit genomen tot het royeren van gedaagden in reconventie.
De kantonrechter begrijpt uit de stellingen van partijen dat bestuursleden van de CLO zich het recht hebben aangemeten om elkaar af te zetten door besluiten te nemen in de bestuursvergadering tot royement van het bestuurslid. Op grond van artikel 7 van de statuten wordt het bestuur van de CLO gekozen door de vergadering van de ledenraad. Het afzetten van het bestuur is een bevoegdheid dat toekomt aan het orgaan dat bevoegd is het bestuur te kiezen, in dit geval de vergadering van de ledenraad.
(..) De kantonrechter gaat daarom voorbij aan de stelling dat gedaagden in reconventie zijn geroyeerd, omdat het afzetten van bestuursleden van de CLO naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter een bevoegdheid is van de ledenraad en niet van bestuursleden onderling.”
2.6 Op 13 maart 2021 is in het Dagblad De Ware Tijd een oproeping verschenen voor de besturen van de lidorganisaties voor de bijwoning van de Assemblee van de Ledenraad op 09 april 2021 om 10.00 uur v.m. in het CLO gebouw aan de Verlengde Gemenelandsweg no. 74, met daarin vermeld de volgende agendapunten:
1. Opening
2. Stand van zaken waaronder uitvoering TWK 25%
3. Bestuursverkiezing Hoofdbestuur CLO
4. Installatie gekozen bestuur
5. Rondvraag
6. Sluiting.
In de publicatie staat vermeld dat de oproeping afkomstig is van het Hoofdbestuur van de CLO.
3. De vordering, de grondslag daarvan en het verweer
In conventie en reconventie
3.1 In conventie vordert partij Miskin dat de kantonrechter in kort geding, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad,:
a) partij Hooghart verbiedt om de onrechtmatig opgeroepen Assemblee van de Ledenraad te houden c.q. te beleggen c.q. te doen plaatsvinden op 09 april 2021 omstreeks 10.00 uur v.m. in het gebouw van de Centrale van Landsdienaren Organisaties aan de Verlengde Gemenelandsweg no. 74 te Paramaribo, althans op elke andere aangekondigde datum en tijdstip;
b) partij Miskin machtigt om desnoods de hulp van de Sterke Arm in te roepen, ingeval partij Hooghart weigert of weigeren mocht gehoor te geven aan het verbod;
c) partij Hooghart veroordeelt om een dwangsom ad SRD 10.000,- per dag tot een maximum van SRD 500.000,- aan partij Miskin te betalen, ingeval zij in strijd handelt met het gevorderde onder a indien deze mocht zijn toegewezen.
3.2 In conventie legt partij Miskin aan het gevorderde ten grondslag dat de oproeping in strijd met het tussen partijen gewezen vonnis van de kantonrechter d.d. 17 december 2020 met A.R. No. 20-3514, de statuten en het huishoudelijk reglement is geplaatst en partij Hooghart hiermee onrechtmatig handelt jegens haar. Daartoe stelt partij Miskin, tegen de achtergrond van de feiten vermeld onder 2, onder meer het volgende:
- zij heeft als meerderheid van het hoofdbestuur van de CLO, de oproeping niet geplaatst c.q. geen goedkeuring hiertoe gegeven en is niet gekend bij dit besluit;
- geen der partijen is bevoegd tussentijdse verkiezingen uit te schrijven; slechts de Assemblee van de Ledenraad komt die bevoegdheid toe;
- het voltallig hoofdbestuur of de Assemblee van de Ledenraad dient een verkiezingscommissie te installeren c.q. te belasten met het organiseren van verkiezingen;
- volgens vastgebruik dienen, alvorens er een nieuw bestuur gekozen kan worden, de secretaris-generaal en de penningmeester verslag te doen en dient er decharge aan hen te worden verleend door een te benoemen verificatiecommissie;
- partij Hooghart heeft de rechtmatige mechanismen om eerlijke en vertrouwelijke verkiezingen te organiseren met de voeten getreden.
Partij Miskin stelt als spoedeisend belang dat zij als gevolg van het onrechtmatig handelen van partij Hooghart schade lijdt en in de toekomst schade zal lijden, omdat partij Hooghart haar het recht ontneemt om haar termijn als hoofdbestuurslid uit te zitten. Tevens bestaat bij haar gegronde vrees voor verkiezingsfraude c.q. manipulatie c.q. onregelmatigheden.
3.3 In conventie voert partij Hooghart verweer, op basis van welk verweer zij in reconventie vordert dat de kantonrechter in kort geding, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
- partij Miskin verbiedt om handelingen, van welke aard dan ook, te verrichten in de hoedanigheid van hoofdbestuurslid van de CLO, op straffe van een dwangsom van SRD 10.000,- per dag voor iedere dag dat zij in gebreke blijft aan het vonnis te voldoen.
Hieraan legt partij Hooghart ten grondslag dat partij Miskin niet bevoegd is tot het verrichten van rechtshandelingen in de hoedanigheid van hoofdbestuurslid van de CLO, omdat zij door de ledenraad is ontheven uit deze bestuursfunctie en dus geen hoofdbestuurslid meer is. Zij stelt als spoedeisend belang dat uit mediaberichten is gebleken dat partij Miskin in de hoedanigheid van hoofdbestuurslid in het openbaar uitlatingen doet, hetgeen voor verwarring zorgt bij met name de overheid met welke partij deze in onderhandeling moet treden.
4. De beoordeling
In conventie en reconventie
Onderlinge samenhang van de vorderingen
4.1 De kantonrechter zal vanwege de onderlinge samenhang van de vorderingen in conventie en reconventie, deze gezamenlijk beoordelen.
Spoedeisend belang
4.2 Het spoedeisend belang van de vorderingen in conventie en in reconventie blijkt in voldoende mate uit de door beide partijen gestelde feiten, zodat zij beiden in het kort geding worden ontvangen.
Niet ontvankelijkheidverweer c.q. rechtsgeldigheid ontheffing partij Miskin uit de functie als hoofdbestuurslid
4.3 Partij Hooghart voert als formeel verweer dat partij Miskin niet ontvankelijk dient te worden verklaard in haar vordering, omdat partij Miskin geen hoofdbestuurslid meer is van de CLO en dus niet bevoegd is om in die hoedanigheid de onderhavige zaak in te dienen. In dat licht voert zij aan dat partij Miskin op 16 oktober 2020 door de ledenraad is ontheven uit deze functie en dat de kantonrechter dit onderdeel onbesproken heeft gelaten in 4.4. van de overweging van het vonnis, zodat het voor haar vaststaat dat partij Miskin op een rechtsgeldige wijze is ontheven uit de functie als hoofdbestuurslid. Volgens het standpunt van partij Hooghart en naar de kantonrechter haar begrijpt heeft de kantonrechter slechts geoordeeld over het royement van partij Miskin als gewoon lid en kan de kantonrechter in diens voorlopig oordeel over het royement van partij Miskin niets anders hebben bedoeld dan dat partij Miskin bij de bestuursvergadering niet als lid van de CLO geroyeerd is geworden en dat zij nog lid van de CLO is in de zin van artikel 3 van de statuten.
Partij Miskin daarentegen blijft volharden in haar stelling dat zij nog hoofdbestuurslid van de CLO is en beroept zich erop dat de kantonrechter in diens vonnis in niet mis te verstane bewoordingen heeft aangegeven dat het royement met waarborgen is omkleed, waarbij procesrechtelijke grondbeginselen zoals strengere motiveringseisen, toepassen van hoor en wederhoor, inzage in stukken in acht moet worden genomen. Volgens het standpunt van partij Miskin heeft de kantonrechter, in tegenstelling tot wat partij Hooghart aanvoert, het onderdeel over de ontheffing uit de functie als hoofdbestuurslid niet onbesproken gelaten.
4.4 De kantonrechter stelt op grond van de standpunten van partijen vast, dat tussen hen een interpretatieverschil bestaat omtrent hetgeen in 4.4. van het vonnis is overwogen, in het bijzonder over het onderdeel betreffende de ontheffing van partij Miskin, en wel vanwege het woord “royement” en/of “geroyeerd” dat in overweging 4.4. van het vonnis wordt gebezigd.
Ter zake dit onderdeel is de kantonrechter het hierna volgende van oordeel. Uit de bedoelde overweging 4.4. van het vonnis, welke overweging is weergeven onder 2.5 van de feiten, kan worden afgeleid dat het partij Hooghart is geweest die dit woord heeft gebezigd, waardoor de begrippen ontheffing en royement door elkaar zijn gebezigd. Echter kan uit de inhoud van de overweging en wel uit het woord “bestuurslid” duidelijk worden afgeleid dat de kantonrechter met het woord “royement” niets anders kan hebben bedoeld dat partij Miskin niet uit diens functie als hoofdbestuurslid is ontheven. In het vonnis maakt de kantonrechter overigens duidelijk onderscheid tussen gewone leden en bestuursleden, en is hiermee duidelijk dat met bestuurslid niets anders kan zijn bedoeld dan hoofdbestuurslid. Het zou immers ook niet anders kunnen, omdat een bestuurslid slechts een natuurlijk persoon kan zijn. Een gewoon lid daarentegen kan geen natuurlijk persoon zijn, omdat deze in de zin van artikel 3 van de statuten slechts een Federatie of Bond kan zijn. De kantonrechter kan partij Hooghart daarom niet volgen in haar standpunt dat partij Miskin nog lid is van de CLO in de zin van artikel 3 van de statuten.
De voorlopige slotsom is, dat partij Miskin op grond van het vonnis nog als hoofdbestuurslid van de CLO dient te worden aangemerkt en tezamen met partij Hooghart, doch met inachtneming van de statuten en het huishoudelijk reglement van de CLO, bevoegd is rechtshandelingen namens de CLO te verrichten. Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen verwerpt de kantonrechter het niet ontvankelijkheidverweer van partij Miskin. Hieruit volgt dat het gevorderde in reconventie enige grondslag ontbeert, zodat het zal worden geweigerd. In dat licht benadrukt de kantonrechter dat ingevolge artikel 8 van de statuten het dagelijks bestuur de CLO in en buiten rechte vertegenwoordigt en dat het dagelijks bestuur van de CLO wordt gevormd door de voorzitter, de secretaris generaal en de penningmeester.
4.5 Partij Hooghart stelt zich, naar de kantonrechter haar begrijpt, op het standpunt dat het huidig rechtsgeldig hoofdbestuur partij Hooghart is, waarvan zes hoofdbestuursleden deel uitmaken en dat zij om die reden bevoegd is een bestuursvergadering uit te schrijven voor het nemen van een besluit om bestuursverkiezingen te houden. Hiervan uitgaande, heeft partij Hooghart volgens haar standpunt als hoofdbestuur op 10 maart 2021 een rechtsgeldige bestuursvergadering gehouden en aldus een rechtsgeldig besluit genomen om bestuursverkiezingen te houden. Ter staving van haar standpunt dat zij een bestuursvergadering heeft gehouden, beroept zij zich op de ten processe door haar overgelegde fotokopie van de notulen van de gehouden bestuursvergadering.
Hiermee erkent partij Hooghart dat zij partij Miskin niet heeft uitgenodigd voor het bijwonen van de op 10 maart 2021 gehouden bestuursvergadering en dat partij Miskin geen goedkeuring heeft gegeven hieraan. Zoals reeds onder 4.4 is overwogen dient partij Miskin nog als rechtsgeldig hoofdbestuurslid te worden aangemerkt, waaruit volgt dat zij door partij Hooghart diende te worden uitgenodigd voor de op 10 maart 2021 gehouden bestuursvergadering. Nu zulks niet is geschied, dient naar het oordeel van de kantonrechter de oproeping van partij Hooghart voor het bijwonen van de te houden Assemblee van de Ledenraad niet te worden aangemerkt als een oproeping gedaan door een rechtsgeldig hoofdbestuur, zodat de oproeping en daaruit voortvloeiend de te houden Assemblee van de Ledenraad als niet rechtsgeldig en dus als onrechtmatig dient te worden aangemerkt. Op grond hiervan zal de door Partij Miskin gevorderde voorziening in conventie worden toegewezen, doch met uitzondering van het gevorderde onder b. Dit, omdat het inschakelen van de sterke arm een nog grotere verdeeldheid binnen de CLO teweeg zou kunnen brengen.
De overige stellingen en weren
4.6 Daar hetgeen hiervoor onder 4.5 is overwogen, reeds voldoende grond oplevert tot toewijzing van de gevorderde voorziening in conventie van partij Miskin, behoeven de overige stellingen en weren van partijen inhoudelijk geen bespreking.
De verdeeldheid tussen partijen
4.7 De kantonrechter kan niet nalaten op te merken dat – vanwege de onderlinge verdeeldheid tussen partijen als hoofdbestuursleden – partijen het doel dat zij namens de CLO horen na te streven niet zullen bereiken en zij op een dergelijke wijze niet in staat zullen zijn om de belangen van de doelgroep van de CLO op een deugdelijke wijze te behartigen. Indien partij Miskin en partij Hooghart om wat voor reden dan ook niet meer met elkaar overweg kunnen als hoofdbestuursleden, dan is het raadzaam om in het belang van de doelgroep van de CLO de bestuursverkiezingen van de CLO in een eerder stadium te doen plaatsvinden en het voorstel van partij Miskin tot het doen benoemen van een onafhankelijke verkiezingscommissie in overweging te doen nemen. Dit alles natuurlijk, met inachtneming van de statuten en het huishoudelijk reglement.
Proceskosten
4.8 Daar partijen allen nog als hoofdbestuurslid van de CLO dienen te worden aangemerkt, acht de kantonrechter het redelijk en billijk de proceskosten tussen hen te compenseren, en wel zodanig dat ieder van hen de eigen kosten draagt.
5. De beslissing in conventie en reconventie
De kantonrechter in kort geding:
5.1 In conventie
5.1.1 Verbiedt partij Hooghart om de opgeroepen Assemblee van de Ledenraad te houden c.q. te beleggen c.q. te doen plaatsvinden op 09 april 2021 omstreeks 10.00 uur v.m. in het gebouw van de Centrale van Landsdienaren Organisaties aan de Verlengde Gemenelandsweg no. 74 te Paramaribo, althans op elke andere aangekondigde datum en tijdstip.
5.1.2 Veroordeelt partij Hooghart tot betaling van een eenmalige dwangsom ad SRD 500.000,- (Vijfhonderdduizend Surinaamse Dollar) bij overtreding van het verbod vermeld onder 5.1.1 in deze beslissing.
5.1.3 Verklaart hetgeen hiervoor onder 5.1.1 en 5.1.2 is beslist uitvoerbaar bij voorraad.
5.1.4 Compenseert de proceskosten tussen partijen, in die zin dat ieder der partijen de eigen kosten draagt.
5.1.5 Weigert hetgeen meer of anders is gevorderd.
5.2 In reconventie
5.2.1 Weigert de gevorderde voorziening.
5.2.2 Compenseert de proceskosten tussen partijen, in die zin dat ieder der partijen de eigen kosten draagt.
Dit vonnis in conventie en in reconventie is gewezen door de kantonrechter in het eerste kanton, mr. S.M.M. Chu, en ter openbare terechtzitting uitgesproken op donderdag 08 april 2021 te Paramaribo door de kantonrechter in kort geding in het eerste kanton, mr. A.C. Johanns, in tegenwoordigheid van de griffier.