SRU-K1-2022-1

  • Instantie Kantongerecht Eerste Kanton
  • Zaaknummer AR-201030
  • Uitspraakdatum 24 maart 2022
  • Publicatiedatum 11 april 2022
  • Rechtsgebied Civiel recht
  • Inhoudsindicatie

    Ten onrechte verleende toewijzing voor het voeren van een domeinnaam door eiseres. De Staat heeft zich in het belang van de nationale veiligheid, te richten naar daarvoor geldende verdragsregels (i.c. Budapest Convention). Eiser heeft geen redelijk belang of aanvaardbare verklaring om zich te verzetten tegen wijziging domeinnaam omwille van het zwaarwegend belang van de nationale veiligheid.

Uitspraak

KANTONGERECHT IN HET EERSTE KANTON

A.R. No. 20-1030

24 maart 2022

 

Vonnis in kort geding

in de zaak van:

[eiseres],

gevestigd te Paramaribo,

eiseres,

gemachtigde: mr. drs. S. Boedhoe, advocaat,

tegen

a.DE STAAT SURINAME, met name het Directoraat van de Nationale Veiligheid van de Republiek Suriname (DNV), in rechte vertegenwoordigd door de Procureur-Generaal bij het Hof van Justitie, kantoorhoudend te Paramaribo,

b.TELECOMMUNICATIEBEDRIJF SURINAME (TELESUR),

gevestigd te Paramaribo,

gemachtigde voor gedaagde sub a: mr. D.S. Kraag,

gemachtigde voor gedaagde sub b: mr. N.U. van Dijk AMLCA, beiden advocaat.

Partijen worden hierna respectievelijk aangeduid als [eiseres], ‘de Staat’ en ‘Telesur’.

  1. Het procesverloop

1.1 Dit blijkt uit de volgende processtukken en –handelingen:

  • het inleidend verzoekschrift dat met producties op 13 maart 2020 op de Griffie der Kantongerechten is ingediend;
  • de mondelinge conclusie van eis die is genomen op de zitting van 16 april 2020;
  • de conclusies van antwoord met producties;
  • de conclusies van repliek met producties;
  • de conclusie van dupliek van Telesur met een productie;
  • de comparitie van partijen gehouden op 25 januari 2022, verschenen zijn:

. voor [eiseres] [naam 1], hierna aangeduid als [naam 1],

. voor de Staat [naam 2]/[functie 1] en [naam 3]/[functie 2],

. voor Telesur [naam 4]/[functie 3], [naam 5]/[functie 4], [naam 6]/[functie 5].

1.2 De uitspraak van het vonnis is bepaald op heden.

  1. De feiten

Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.

Algemeen

2.1 [eiseres] stelt zich onder meer ten doel kennis, onderwijs en wetenschap te promoten, sociaal cultureel en maatschappelijk werk uit te voeren, techniek en technologie te implementeren voor een mens en milieu verantwoordelijkere wereld, het promoten, bevorderen en faciliteren van projecten voor onder andere de islamitische gemeenschap, waaronder de verbetering van de financiële situatie door middel van bankieren. De stichting is opgericht in november 2015.

2.2 Het Directoraat Nationale Veiligheid van de Republiek Suriname – hierna DNV – schrijft op 03 oktober 2019 aan Telesur onder meer [citaat]:

“(…) Uit onderzoek is gebleken dat er een csirt.sr is opgezet die zich voordoet als de officiële surcsirt cyber incident response team van Suriname.

Phishing is een vorm van internetfraude waarbij de bezoeker naar een valse webpagina wordt gebracht. Deze vorm van internetfraude vindt meestal plaats via e-mail, maar ook online en heeft als doel het verkrijgen van persoonlijke gegevens.

Hierbij het verzoek voor het volgende:

  1. Het verwijderen van deze informatie van uw server. (graag eerst een full copy als backup te maken). (…)

3.De account van csirt.sr over te plaatsen onder de account van DNV.

Gezien de urgentie van de zaak vragen wij u beleefd deze zo snel als mogelijk te bewerkstelligen.” [einde citaat].

2.3 [eiseres] schrijft op 17 oktober 2019 onder meer [citaat]:

“(…) Geachte [naam 7],

Sedert vorige week 8 oktober hebben wij beheer verloren over onze CSIRT.sr website in opdracht van uw persoon.

Volgens telesur heeft u ons beschuldigd van phishing, scamming en het nabootsen van een overheidsinstantie. U heeft onze website laten blokkeren/uitwissen en subsequent de domein overgenomen voor uw eigen website. Zonder tussenkomst van een politioneel onderzoek of rechterlijke bevel. (…)

Csirt.sr is sedert 2018-08-15 mijn domein. Legaal aangevraagd, geregistreerd en betaald bij telesur. Deze domein, de website erop, de email en database, ondersteunend personeel en de voorlichting campagne waaraan het is gebonden hebben nimmer de indruk gegeven dat de website van DNV/overheid is. De intentie om een particuliere CSIRT op te zetten stamt uit 2014. De planning en uitwerking ervan sedert april 2017. [naam 8] en [naam 9] zijn hiervan informeel op de hoogte gesteld tijdens een oriëntatie begin 2018. Tot mijn beste kennis is er juridisch geen toestemming vereist voor het opzetten van een particuliere CSIRT in Suriname of zelfs internationaal. [eiseres] heeft ook 50+ politie agenten en enkele DNV personeel voorlichting gegeven met deze domein en verbonden diensten. (…) [eiseres], welke de domein gebruikte, heeft nu al schade ondervonden door uw toe eigenen van mijn domein. Deze zal moeten worden gecompenseerd. Er is c.a. USD$30.000,- geinvesteert in de cyber programma van [eiseres] sinds april 2017. (…) Ik verzoek u hierbij nogmaals, vriendelijk, uw handelingen terug te draaien.” [einde citaat].

2.4 DNV schrijft aan [eiseres] op 29 november 2019 onder meer [citaat]:

“(…) Het Directoraat Nationale Veiligheid treft uit hoofde van haar taken en verantwoordelijkheden, maatregelen die de nationale veiligheid van ons grondgebied waarborgen.

Een der beleidsgebieden van voornoemd directoraat is Cybersecurity. Dit beleidsgebied dat bijzondere aandacht behoeft en krijgt wordt met zekere discretie omsprongen daar de impact van een succesvolle aanval desastreus zal zijn voor de totale financiële en economische ontwikkeling van ons land.

Op basis van het bovenstaande is besloten dat het Nationaal Cybersecurity Incident Response Team ressorteert onder het eerder genoemd directoraat.

(…) het is geen criminele daad om een privé/commerciële Computer Security Incident Response Team op te richten, weliswaar bij het gebruik van csirt.sr door uw instantie kan dit voor verwarring zorgen binnen de samenleving. (…) Op grond van eerdergenoemde zal het directoraat het door u gevraagde niet kunnen honoreren. Als oplossing moge dienen dat de [eiseres] in overleg met Telesur een ander domein aanmaakt ter voorkoming van dwaling tussen het domein van [eiseres] en het DNV in de toekomst.” [einde citaat].

Wet- en regelgeving

2.5 In artikel 34 lid 1 van de Wet Telecommunicatievoorzieningen, S.B. 2004 no. 151 is bepaald:

Elke concessiehouder is verplicht medewerking te verlenen aan de uitvoering van een bijzondere last gegeven door een bevoegde instantie of persoon tot het aftappen of opnemen van telecommunicatie die over diens infrastructuur wordt afgewikkeld; daartoe is elke concessiehouder mede gehouden aan de bevoegde autoriteiten alle benodigde informatie te verstrekken en beschikbaar te hebben, die noodzakelijk is om een bijzondere last uit te kunnen voeren.

2.6 In artikel 35 lid 1 van de Wet Telecommunicatievoorzieningen is voorts bepaald:

Elke concessiehouder is verplicht gegevens met betrekking tot een bijzondere last als bedoeld in artikel 34 lid 1 en de verstrekking van informatie, bedoeld in artikel 31 lid 3, te beveiligen tegen kennisneming door onbevoegden alsmede geheimhouding te betrachten met betrekking tot deze gegevens.

2.7 In artikel 23 van de ‘Algemene Voorwaarden .sr-domeinnamen’ (gedeponeerd ter Griffie van het Kantongerecht van het Eerste Kanton te Paramaribo onder AR no. 094373) onder ‘Reglement voor registratie van .sr-domeinnamen’ staat [citaat]:

23.1 Telesur behoudt zich het recht voor om bepaalde (Persoons)Domeinnamen uit te sluiten van registratie. Telesur zal op zijn website een niet limitatieve lijst publiceren van (Persoons)Domeinnamen die uitgesloten zijn van registratie.

23.2 Telesur behoudt zich het recht voor om bepaalde (Persoons)Domeinnamen hetzij tijdelijk dan wel permanent te onttrekken c.q. onttrokken te houden aan registratie.” [einde citaat].

2.8 In artikel 6 van de ‘Algemene Voorwaarden .sr-domeinnamen’ staat onder meer [citaat]:

“6. (…) Klant is zelf verantwoordelijk voor een back-up van betreffende website bestanden.” [einde citaat].

2.9 In artikel 7 van de ‘Algemene Voorwaarden .sr-domeinnamen’ staat [citaat]:

“7. Telesur wordt door de klant gevrijwaard van alle mogelijke juridische claims met betrekking tot de door de klant geregistreerde domeinnaam of geplaatste inhoud van de website. Spamming en/of illegaal handelen is niet toegestaan, mogelijke conflicten die hierdoor ontstaan zijn allen de verantwoordelijkheid van de klant.” [einde citaat].

2.10 In artikel 12 van de ‘Algemene Voorwaarden .sr-domeinnamen’ staat [citaat]:

“12. Indien een domeinnaam, host- of mailaccount wordt opgeheven zullen direct alle bestanden van zowel de host- als de mailaccount(s) worden verwijderd.” [einde citaat].

  1. De vordering, de grondslag en het verweer

3.1 [eiseres] vordert – samengevat – dat de kantonrechter bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:

primair

a. de Staat en Telesur veroordeelt een voorschot van geleden schade vermeerderd met 15% incassokosten, 8% omzetbelasting de wettelijke rente, totaal het bedrag van SRD 37.500, -;

b. Telesur veroordeelt om binnen een uur na betekening van het vonnis of in een in goede justitie te bepalen termijn de blokkade van de domeinnaam csirt.sr op te heffen of op te schorten of weer ter beschikking te stellen totdat in een bodemzaak anders is beslist tegen een dwangsom van SRD 100.000, – voor iedere keer dat Telesur nalatig is;

c. Telesur beveelt om binnen een uur na betekening van het vonnis of in een in goede justitie te bepalen termijn de Staat te blokkeren in de toegang tot de domeinnaam csirt.sr totdat in een bodemzaak anders is beslist tegen een dwangsom van SRD 100.000, – voor iedere keer dat Telesur nalatig is;

d. de Staat verbiedt om na betekening van het vonnis de domeinnaam csirt.sr te gebruiken of [eiseres] te beperken in het gebruik daarvan tegen een dwangsom van SRD 100.000, – voor iedere keer dat Telesur nalatig is;

e. de Staat en Telesur gelast te gehengen en te gedogen dat [eiseres] de domeinnaam csirt.sr gebruikt totdat in een bodemzaak anders is beslist;

f. de Staat en Telesur veroordeelt, des de een betalend de ander zal zijn bevrijd, de gerechtelijke kosten aan haar te voldoen;

g. indien nodig, een of meer beslissingen te geven zoals de kantonrechter geraden voorkomt, desnoods onder aanvulling van de rechtsgronden;

subsidiair

a. de Staat veroordeelt een voorschot van geleden schade vermeerderd met 15% incassokosten, 8% omzetbelasting de wettelijke rente, totaal het bedrag van SRD 37.500, -;

b. Telesur veroordeelt om binnen een uur na betekening van het vonnis of in een in goede justitie te bepalen termijn de blokkade van de domeinnaam csirt.sr op te heffen of op te schorten of weer ter beschikking te stellen totdat in een bodemzaak anders is beslist tegen een dwangsom van SRD 100.000, – voor iedere keer dat Telesur nalatig is;

c. Telesur beveelt om binnen een uur na betekening van het vonnis of in een in goede justitie te bepalen termijn de Staat te blokkeren in de toegang tot de domeinnaam csirt.sr totdat in een bodemzaak anders is beslist tegen een dwangsom van SRD 100.000, – voor iedere keer dat Telesur nalatig is;

d. de Staat verbiedt om na betekening van het vonnis de domeinnaam csirt.sr te gebruiken of [eiseres] te beperken in het gebruik daarvan tegen een dwangsom van SRD 100.000, – voor iedere keer dat Telesur nalatig is;

e. de Staat en Telesur gelast te gehengen en te gedogen dat [eiseres] de domeinnaam csirt.sr gebruikt totdat in een bodemzaak anders is beslist;

f. de Staat en Telesur veroordeelt, des de een betalend de ander zal zijn bevrijd, de gerechtelijke kosten aan haar te voldoen;

g. indien nodig, een of meer beslissingen te geven zoals de kantonrechter geraden voorkomt, desnoods onder aanvulling van de rechtsgronden.

3.2 Daartoe voert [eiseres], kort gezegd, het volgende aan. De Staat en Telesur hebben onrechtmatig jegens [eiseres] gehandeld door in strijd te handelen met de goedkeuring die [eiseres] van Telesur verkreeg om gebruik te maken van de domeinnaam csirt.sr. Het onrechtmatig handelen van de Staat en Telesur bestaat daarin dat vitale informatie van [eiseres] is weggenomen en uitgewist en de domeinnaam is geblokkeerd. Als gevolg hiervan lijdt [eiseres] inkomens- en investeringsschade. Ook lijdt [eiseres] personele schade gelegen in uit te keren loon aan twee vaste medewerkers over een periode van 23 maanden. [eiseres] heeft een spoedeisend belang bij haar vordering, omdat zij inkomsten ontbeert, terwijl zij haar cliënten en personeel dreigt te verliezen als zij niet spoedig weer haar diensten aanbiedt.

3.3 De Staat en Telesur voeren verweer waarop hierna, voor zover van belang, wordt teruggekomen.

  1. De beoordeling

4.1 [eiseres] stelt dat de Staat en Telesur onrechtmatig jegens haar handelen. Op grond van de aard van de vordering is de bevoegdheid tot kennisneming daarvan door de kortgedingrechter gegeven.

4.2 Het gevorderde strekt tot betaling van een geldsom. De kantonrechter merkt op dat [eiseres] zowel in haar primair als subsidiair petitum betaling vordert van SRD 37.500, -. Evenwel schrijft zij in letters achter dit bedrag zevenendertigduizend vijfhonderd Amerikaanse dollar en stelt zij in randnummer 11 van het verzoekschrift het bedrag van US$ 37.570,50. [eiseres] heeft geen rectificatie gevraagd en de Staat en Telesur hebben het bedrag zoals in het petitum vermeld niet weersproken. Naar het oordeel van de kantonrechter is sprake van een kennelijke verschrijving. De kantonrechter leest daarom het gevorderd bedrag verbeterd, en wel als USD 37,500. – (zevenendertigduizend en vijfhonderd Noord-Amerikaanse Dollar).

4.3 [eiseres] vordert te betalen schade uit onrechtmatige daad door de Staat en Telesur. Voor een geldvordering in kort geding is terughoudendheid geboden. Of het bestaan van de geldvordering voldoende aannemelijk is, zal onderzocht moeten worden. Dat betekent dat met een grote mate van waarschijnlijkheid te verwachten moet zijn dat de bodemrechter de vordering zal toewijzen. Daarnaast moet sprake zijn van feiten en omstandigheden die meebrengen dat uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening is vereist. Het restitutierisico dient in de afweging van de belangen van partijen meegenomen te worden.

4.4 Verder moet voor aansprakelijkheid op grond van een onrechtmatige daad sprake zijn van een onrechtmatige daad die aan de dader kan worden toegerekend, van de schade en van een oorzakelijk verband tussen de onrechtmatige daad en de schade. De geschonden norm moet dienen tot bescherming van de schade zoals de benadeelde die heeft geleden.

4.5 De Staat betwist onrechtmatig gehandeld te hebben jegens [eiseres] en voert als meest verstrekkend verweer dat in tegenstelling tot het door [eiseres] gevorderde, de domeinnaam csirt.sr reeds jaren aan DNV toebehoort.

4.5.1 De Staat heeft ter comparitie zijn verweer nader toegelicht. Hij stelt gemotiveerd dat DNV het eerste csirt is, toegerust met specifieke nationale verantwoordelijkheden op het gebied van bescherming van de Staat Suriname tegen cybercrime (computercriminaliteit in brede zin). Daarom is DNV binnen de overheidsstructuur ondergebracht en valt de domeinnaam csirt.sr met uitsluiting van derden binnen de bevoegdheid en taken van DNV. Volgens de toelichting van zowel de Staat als Telesur is mondiaal het uitgangspunt dat elke staat een csirt moet hebben, in lijn met de Budapest Convention, de kantonrechter begrijpt, een verdrag tussen staten voor de bestrijding van strafbare feiten verbonden met elektronische netwerken. Daarin past volgens de toelichting van de Staat en Telesur niet dat buiten het door de Staat aangewezen eerste csirt een derde de domeinnaam csirt.sr, die met uitsluiting van derden aan de Staat Suriname toekomt, als eigen domeinnaam gebruikt.

4.5.2 Over de door haar uitgevoerde controle en de daarop gevolgde maatregel heeft de Staat, op vragen van de kantonrechter als volgt verklaard. Naar aanleiding van binnengekomen klachten over geplaatste confidentiële interne informatie op csirt.sr, waaronder ook foto’s van het Korps Politie Suriname, heeft DNV tijdens onderzoek geconstateerd dat [eiseres] gebruik maakt van de domeinnaam csirt.sr en eigen informatie daarop heeft geplaatst. Dat bedrijfsactiviteiten van [eiseres] via de domeinnaam worden uitgevoerd heeft [naam 1] ter comparitie bevestigd. Alle ICT’ers van [eiseres] loggen volgens zijn toelichting via csirt.sr in om online hun werkzaamheden te verrichten.

4.5.3 Gelet op zijn verantwoordelijkheden voor het garanderen van de nationale veiligheid en acht slaand op de verwarring die reeds bij bezoekers van csirt.sr dreigde te ontstaan, zo voert DNV aan, is aan [eiseres] gevraagd haar domeinnaam te wijzigen. De Staat stelt dat het verzoek aan [eiseres] moet voorkomen dat (verdere) verwarring bij het publiek ontstaat over de competentie en bevoegdheden van [eiseres] ten opzichte van DNV als eerste csirt. [eiseres] heeft – in weerwil van het verzoek – de bevoegdheden om cybercriminaliteit te onderzoeken en op te lossen juist als een aan [eiseres] toekomende competentie op de website vermeld. De Staat stelt zich op het standpunt dat [eiseres] niet alleen willens en wetens de domeinnaam voor eigen bedrijfsactiviteiten aanwendt, maar door haar handelingen ook verwarring veroorzaakt, omdat gebruik van csirt.sr onvermijdelijk tot gevolg heeft dat bezoekers van de website zullen menen met de officiële csirt van de Staat Suriname in contact te staan.

4.5.4 [naam 1] volhardt erin dat hij eerst de domeinnaam csirt bij Telesur heeft aangevraagd en zich als eerste csirt bij Telesur heeft geregistreerd.

4.5.5 De kantonrechter volgt dit standpunt niet. Terecht stelt Telesur dat in het geval van registratie van het csirt, de regel van eerste registratie geen toepassing vindt, nu in dit specifieke geval van domeinnaamgeving de Staat Suriname in het belang van de nationale veiligheid zich heeft te richten naar de daarvoor geldende internationale verdragsregels. Ook is tussen partijen onweersproken dat DNV niet bekend was met [eiseres] noch met diens gebruikmaking van de domeinnaam csirt.sr. DNV heeft niet uitgesloten dat de goedkeuring die Telesur aan [eiseres] heeft verleend voor gebruikmaking van de domeinnaam op een vergissing berustte, wat overigens ook door [eiseres] niet is weersproken.

4.5.6 De Staat heeft betwist dat [eiseres] op zijn verzoek personeel van het Korps Politie Suriname, DNV of andere overheidsinstituten heeft getraind. De Staat stelt zich op het standpunt dat personen die in activiteiten van [eiseres] hebben geparticipeerd, dit op eigen initiatief en in privé hebben gedaan. Uit de verklaringen van [naam 1] ter comparitie blijkt genoegzaam dat hij mede via personen met wie hij gedurende jaren contact onderhoudt, het opzetten van de organisatie heeft kunnen voorbereiden. Ook het houden van trainingen en presentaties heeft hij via deze contacten kunnen realiseren. Zo heeft hij via de persoon [naam 10], een ICT’er werkzaam bij [eiseres], contact gelegd met een gewestelijk commandant van het Korps Politie Suriname voor presentaties dan wel trainingen. Via de persoon [naam 8], toen werkzaam bij DNV, heeft [eiseres] onder meer voor de Port Control Unit presentaties dan wel trainingen verzorgd. Dat [eiseres] volgens de daartoe gebruikelijke formele en officiële structuren trainingen en of presentaties bij of voor genoemde overheidsinstanties heeft uitgevoerd is daarom op grond van de afgelegde verklaringen voorshands geenszins aannemelijk.

4.5.7 Dat [eiseres] geheel onbevangen en vrij van voorkennis voor csirt koos, is op grond van voorgaande verklaringen vooralsnog niet aannemelijk. En ook indien sprake zou zijn geweest van totale onbekendheid bij [eiseres] over aanwijzing van DNV als het csirt, heeft [naam 1] geen redelijk belang geduid of een aanvaardbare verklaring gegeven waarom [eiseres] zich verzet tegen wijziging van de domeinnaam, omwille van het in casu te respecteren zwaarwegend belang van de nationale veiligheid.

4.5.8 Het domein en daarmee de bedrijfsinformatie van [eiseres], is op 8 oktober 2021 weggehaald en geblokkeerd, zo stelt [eiseres]. [naam 1] heeft verklaard dat dit gebeurde zonder dat vooraf een waarschuwing van DNV naar [eiseres] is uitgegaan. De kantonrechter stelt vast dat uit de motivering van het besluit van Telesur tot technische wijzigingen volgt dat zij overeenkomstig de bepalingen in de Wet Telecommunicatievoorzieningen en volgens haar Algemene Voorwaarden (hiervoor onder de feiten in randnummer 2 aangehaald) reden had om onverwijld te handelen.

4.5.9 Concluderend gaat het in casu om een – naar later blijkt – ten onrechte verleende toewijzing van een verzoek voor het voeren van een bepaalde domeinnaam. Zulks omdat de domeinnaam gedurende langere tijd reeds in gebruik was en nota bene met uitsluiting van derden aan die bepaalde gebruiker was toegewezen. Een causaal verband tussen het door [eiseres] gestelde onrechtmatige handelen en de schade is evenwel niet komen vast te staan. De reden waarom [eiseres] zich verzet tegen wijziging van de domeinnaam, ondanks het te respecteren algemeen belang is niet gesteld, zodat aan een beoordeling niet wordt toegekomen. Dit klemt te meer nu uit de onweersproken briefwisseling voldoende blijkt dat te voorzien was dat DNV het voortzetten van de domeinnaam door [eiseres] niet zou en ook niet kon toestaan op gronden als hiervoor reeds overwogen. Voorts is onweersproken dat DNV eerst na het maken van een back-up de informatie van [eiseres] van de website heeft verwijderd. Nu eveneens niet weersproken is dat de back-up beschikbaar is, is vooralsnog de stelling dat de bedrijfsinformatie van [eiseres] is gewist, niet aannemelijk.

4.5.10 Vooralsnog is op voorgaande gronden niet aannemelijk geworden dat aan de vereiste causaliteit en relativiteit is voldaan. Aldus is niet met een voldoende mate van waarschijnlijkheid te verwachten dat de bodemrechter een door [eiseres] te vorderen schadevergoeding zal toewijzen. In deze kortgedingprocedure heeft toewijzing van een voorschot van die schade geen plaats. De vordering mist een voldoende feitelijke grondslag en zal om die reden worden afgewezen.

4.5.11 Bij deze stand van zaken kunnen de overige stellingen van partijen verder onbesproken blijven.

4.5.12 [eiseres] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden verwezen.

  1. De beslissing

De kantonrechter in kort geding:

5.1 Weigert de gevraagde voorzieningen.

5.2 Veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding aan de zijde van de Staat en Telesur tot aan deze uitspraak begroot op nihil.

Dit vonnis is gewezen door mr. S.J.S. Bradley, kantonrechter in kort geding in het Eerste Kanton, en ter openbare terechtzitting uitgesproken op donderdag 24 maart 2022 te Paramaribo, in aanwezigheid van de griffier.