- Instantie Kantongerecht Tweede Kanton
- Zaaknummer 2019/836
- Uitspraakdatum 04 december 2019
- Publicatiedatum 18 december 2019
- Rechtsgebied Strafrecht
-
Inhoudsindicatie
De kantonrechter is van oordeel dat nu onvoldoende wettig en met name overtuigend bewijsmateriaal voorhanden is om te komen tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde, de verdachte daarvan dient te worden vrijgesproken.
Oplichting. Verduistering van gelden.
Uitspraak
IN NAAM VAN DE REPUBLIEK
Parketnummer : 1-1-04995
Vonnisnummer : 2019/836
Datum uitspraak : 4 december 2019
Verstek
Raadslieden : mr. I. Kanhai en mr. M. Dubois
VONNIS
van de Kantonrechter in het Tweede Kanton, zitting houdende te Paramaribo
inzake de vervolgingsambtenaar
tegen:
[verdachte],
geboren op [datum] te [district 1],
van beroep: Ingenieur,
wonende aan [adres] in het [district 2],
niet verschenen.
1. Het onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 23 januari 2017, 24 april 2017, 5 mei 2017, 16 mei 2017, 26 juli 2017, 11 oktober 2017, 8 november 2017, 5 december 2017, 10 januari 2018, 20 februari 2018, 15 maart 2018, 25 april 2018, 22 mei 2018, 13 juni 2018, 8 augustus 2018, 24 oktober 2018, 1 november 2018, 12 december 2018, 24 januari 2019, 15 februari 2019, 22 maart 2019, 25 april 2019, 17 mei 2019, 14 juni 2019, 17 juli 2019, 16 oktober 2019, 23 oktober 2019, 6 november 2019 en 20 november 2019.
De officier van Justitie heeft gevorderd voor het tenlastegelegde onder A te veroordelen tot een gevangenisstraf van twaalf maanden onvoorwaardelijk onder aftrek.
De verdediging heeft – kort en zakelijk weergegeven – bepleit:
a) dat de verdachte in 2013 reeds met ontslag was waardoor de periode in de ten laste legging niet van toepassing kan zijn op de verdachte;
b) dat de handelingen die geschetst worden in de ten laste legging wijzen op wanprestatie van een leverancier en niet op strafwaardige handelingen;
c) dat de directie in die periode onder druk van vele stroomonderbrekingen moest werken en dat slechts getracht werd aan die problemen op een spoedige termijn een oplossing te brengen; ondanks die omstandigheden heeft de accountant een oordeel gegeven dat de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de grootte en de samenstelling van het geconsolideerde vermogen;
d) uit de rechtspraak en de literatuur, met name het Overzichtsarrest, blijkt de toets die aan de orde is bij oplichting namelijk dat onder listige kunstgrepen moet worden verstaan bedriegelijke handelingen, geschikt om leugenachtige voorwendsels en valse voorstellingen ingang te doen vinden: voor samenweefsels van verdichtselen moet er sprake zijn van een zodanig verband tussen verschillende leugens dat zij elkaar wederkerige en bedriegelijke schijn van waarheid geven; uit de verhoren is komen vast te staan dat van het voorgaande geen sprake was;
e) uit het onderzoek is gebleken dat de verdachte opdracht heeft gegeven tot betaling na daartoe toestemming te hebben verkregen; de betaling is via de bank verlopen en aan wie is betaald is bekend; om die reden is van verduistering ook geen sprake geweest.
2. Voorvragen
Geldigheid van de dagvaarding
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke vereisten voldoet.
Bevoegdheid van de kantonrechter
Krachtens de wettelijke bepalingen is de kantonrechter bevoegd van het telastegelegde kennis te nemen.
Ontvankelijkheid van de officier van justitie
De kantonrechter is van oordeel dat uit het dossier geen feiten en omstandigheden zijn gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan.
Redenen voor schorsing van de vervolging
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn er geen gronden voor schorsing van de vervolging gebleken.
3. De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd wat in de dagvaarding is omschreven. Een kopie van die dagvaarding is als bijlage I aan dit vonnis gehecht. De inhoud daarvan geldt als hier ingevoegd.
4. Vrijspraak
De kantonrechter is, anders dan de vervolging, van oordeel dat bij gebrek aan voldoende wettige en overtuigende bewijsmiddelen niet bewezen kan worden verklaard, dat de verdachte het onder A, (de oplichting van de EBS en de Staat) of B, (de verduistering van gelden) ten laste gelegde heeft begaan, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
5. Bespreking van de bewijsmiddelen en de verweren
De kantonrechter overweegt hieromtrent het hierna volgende:
De vervolging heeft bewijsmiddelen aangevoerd waarmee zij bewezen achtte dat de ten laste gelegde feiten zijn gepleegd.
De feiten die de verdachte concreet worden verweten luiden alsvolgt:
- Verdachte heeft valselijk en bedriegelijk afgesproken dat nieuwe leveranciers zullen worden aangetrokken;
- Verdachte heeft valselijk en bedriegelijk op 2 oktober 2012 aan Greenland aangegeven dat zijn aanbieding is geselecteerd terwijl de evaluatie van de aanbesteding pas op 2 november 2012 plaatsvond,
- Verdachte heeft Greenland op 8 november 2012 een prijsofferte laten aanbieden waarin tevens een mobiele noodstroom installatie is opgenomen en is aangegeven dat de levering binnen 60 tot 90 dagen zou plaatsvinden,
- Verdachte heeft in strijd met de procedures de afdeling procurement en project engineering niet betrokken bij de offerte vergelijking en bij de selectie van de leverancier en de uitvoering van het project,
- Verdachte heeft, ondanks de ongunstige liquiditeitspositie van de EBS en het feit dat Greenland niet wilde voorfinancieren, toch op 12 november 2012 een ongunstig leveringscontract met Greenland gesloten waarbij het contract niet is geregistreerd in het contractenregister, en waarbij vooraf noch de Raad van Commissarissen goedkeuring heeft gegeven noch de bedrijfsjurist geconsulteerd is;
- Verdachte heeft, ondanks het feit dat de volledige levering uitbleef toch een tweede contract gesloten met nadelige betalingsvoorwaarden;
- Verdachte heeft, na het verstrijken van de leveringstermijn conform het eerste en tweede contract toch valselijk en bedriegelijk te kennen gegeven dat er meerwerk en aanpassingen zijn verricht waarvoor betaald moet worden terwijl de afdeling project engineering die bestelling niet had geplaatst en daarvan niet op de hoogte was;
- Verdachte heeft valselijk en bedrieglijk aangegeven dat de levering pas zal plaatsvinden wanneer voor het meerwerk is betaald,
- Verdachte heeft op deze wijze de EBS en de Staat bewogen om de bedragen van USD.8.881.250,= en EUR.100.000,= af te geven;
- zijnde de bovenstaande handelingen samen het samenweefsel van verdichtselen en de listige kunstgrepen middels welke de EBS en de Staat bewogen zijn tot afgifte en subsidiair
- de hiervoor bedoelde bedragen verduisterd.
De vervolging heeft voor het bewijs de in het requisitoir genoemde bewijsmiddelen genoemd waaronder de getuigenverklaringen van de [getuige 1], [getuige 2], [getuige 3], [getuige 4], [getuige 5] en [getuige 6].
De verdachte heeft tijdens het gerechtelijk vooronderzoek ten aanzien van de ten laste gelegde feiten – zakelijk weergegeven en voor zover van belang – alsvolgt verklaard:
“Er was een procurement beleid om meerdere spelers binnen te krijgen bij de EBS. Greenland had al een relatie met de EBS, zij verrichtten al werkzaamheden voor de EBS. Greenland beschikte over de business skills en specifieke deskundigheid konden zij inkopen. Dit zelfde geldt voor Kersten en Olibis. Voor wat betreft de aankoopprocedure van de blackstart heb ik de instructie gegeven om mensen uit te nodigen om te bidden voor de blackstart. De verdere procedure is uit mijn zicht. Wanneer het proces is afgelopen komt de zaak afhankelijk van de procuratie weer bij mij of bij een andere directeur. Ik wil toevoegen dat ik expliciet de opdracht van de aandeelhouder heb gehad om meer spelers te betrekken. Eén van de eerste acties was een oproep in de krant om nieuwe leveranciers te registeren en bestaande te herregistreren. Zo is Greenland binnen gekomen. Greenland was niet de goedkoopste maar werd gekozen omdat er een selectie plaats vindt op basis van verschillende factoren, zoals prijs, kwaliteit en leveringssnelheid. De formele toestemming was nodig van de totale RvC. Echter had de president-commissaris het mandaat van de overige leden vanwege de crisis situatie die er toen heerste om beslissingen te nemen. Bij die vergadering waar dat mandaat is gegeven heb ik ook aangezeten. De crisis in 2012 hebben wij kunnen bedwingen en wel met de hakken over de sloot. Wij hadden in 2013 15 megawatt extra nodig om loadshedding te voorkomen. Toen heb ik de eerste unit laten bestellen. Ook toen was het resultaat niet bevredigend. Toen is de tweede mobiele unit besteld. Nickerie had ook stroom nodig dus zouden we de mobiele units naderhand daar naartoe verplaatsen. Er was geen aanbesteding gehouden omdat er sprake was van een noodsituatie. Als er brand ergens is moet je die blussen. Er is sprake geweest van een open onderhandeling met Greenland. Greenland was de enige die met de oplossing kwam van de levering van de mobiele units. Zij zijn zelf gekomen met het bod. Het is net als met intellectueel eigendom. Het zou niet juist zijn om dan met de aangedragen oplossing te gaan naar andere leveranciers.”
Tijdens het opsporingsonderzoek, het gerechtelijk vooronderzoek en het onderzoek op de terechtzitting zijn de volgende verklaringen afgelegd die de verklaring van de verdachte ondersteunen:
De verklaring van de [getuige 7] bij de politie:
Ik heb de eindverantwoordelijkheid voor de controle van de jaarrekeningen van onze clienten…. wat de CLAD aangeeft is niet juist. Het is geen doorbreking van de bestendige gedragslijn. Het is dus geen stelselwijziging. … meerwerk is niet verwerkt in de jaarrekening van 2012 want toen was het eerste contract nog maar 2 weken oud en het tweede contract was nog niet getekend. De facturen van meerwerk afkomstig van Greenland waren van 2014. Wij hadden wel gezien dat er in 2013 of 2014 email verkeer was over meerwerk maar er was nog geen informatie over de hoogte en uitkomst van het meerwerk. ….. ik denk dat de directie van de EBS toen nog niet wist wat het bedrag aan meerwerk zou zijn. Het was best wel iets ingewikkelds. In de beginfase was de heer [verdachte] belast met het product. In 2014 is hij ontlast en toen kwamen anderen het project draaien. De heer [getuige 6] heeft wijzigingen aangebracht in het ontwerp. Ik denk dat door de veranderingen het niet duidelijk was hoeveel het bedrag aan meerwerk zou opleveren.
De verklaring van de [getuige 1] bij de politie en bij de rechter-commissaris:
Wij hebben de vraag geformuleerd bij welk bedrijf de goederen zijn aangeschaft. Het is gebleken dat de goederen zijn aangeschaft bij het bedrijf Greenland . Er zijn eerst offertes aangevraagd voor de levering bij Surmac, Olibis en Greenland . Het voorstel werd, na een beoordeling van de drie offertes, gedaan door de heer [getuige 5] om te kiezen voor Greenland omdat zij in staat zou zijn sneller te leveren. .. in beide gevallen is de goedkeuring van de RvC achteraf geschiedt…… voor wat betreft het bedrag van SRD.22.030.018,75 waarvan [naam 1] beweerd heeft dat dit bedrag niet is verantwoord moet ik u verklaren dat dit bedrag wel verantwoord is, maar deel uitmaakt van een groter geheel.
Op 20 september 2013 heeft de tweede betaling van beide leveringscontracten plaatsgevonden. Ondanks deze betaling werd niet geleverd omdat partijen het niet met elkaar eens waren over het te verrichten meerwerk door Greenland. EBS, de directeur [naam 2], heeft toen Greenland in gebreke gesteld.
De verklaring van de [getuige 2] op de zitting:
Ik kom terug op mijn eerder afgelegde verklaring bij de RC dat er sprake is van fraude. Ik verklaar hierbij dat er mogelijk sprake zou zijn van fraude.
De verklaring van de [getuige 3] bij de politie:
Ik moet u verklaren dat daar zaken nu overlegd zijn ik u moet meedelen dat het om originele documenten gaat. Ook bij het tweede document heb ik mijn handtekening herkend. Doordat het een lange periode terug is geweest, kon ik mij niet heugen als ik nog een tweede gelijkende verklaring voor goedkeuring getekend had voor de aanschaf van desbetreffende installaties.
De verklaring van de [getuige 4 ] bij de politie en bij de rechter-commissaris:
Het kan zijn dat er vooraf mondelinge toestemming was verleend en dat dat enkele dagen later is bevestigd …. ik kan mij niet meer heugen dat de heer [getuige 3] mij op de hoogte had gesteld van deze twee leveringscontracten. Het zou kunnen maar ik kan mij absoluut niet herinneren…. het is mij niet bekend dat de directeur van de EBS zijn procuratie bevoegdheid, zonder voorafgaande toestemming van de Raad, heeft omzeild…..De EBS moet niet gezien worden als een normale NV. De EBS functioneert als een instrument van de overheid om essentieel diensten waaronder electrificatie aan de gemeenschap te leveren. De aandeelhouder heeft in dat kader een veel directere relatie met het management van het bedrijf. Normaliter zou die communicatie moeten gaan via de RvC. Als voorbeeld kan dienen dat de overheid op dit moment heel nauw bezig is met het management wat betreft de energie tarieven….. Vanwege de op handen zijnde verkiezingen had de overheid opdrachten gegeven aan de EBS om electrificatie projecten uit te voeren in het binnenland. Echter moet daarvoor geld zijn. Er zijn een paar geldschieters die normaliter worden aangeboord om die projecten te financieren. De EBS heeft namelijk geen geld en zit met heel veel schulden. Daarom kan de EBS ook niet simpelweg naar de bank toestappen.
De verklaring van de [getuige 6] bij de politie:
Ik zou het niet zo stellen. Het meerwerk is ontstaan nadat er onderhandeld is tussen onze engineers en Greenland over de technische aspecten. Ik denk dat bij deze onderhandelingen iets verkeerd is gegaan daar de engineers duidelijk aangegeven hadden wat zij wilden terwijl Greenland zulks verkeerd begrepen had. Voor wat betreft het meerwerk kan de directie deze voor niets anders gebruiken dan waarvoor deze bestemd is. Te uwer informatie heb ik het meerwerk ter beoordeling ontvangen van meneer [naam 2]. Deze had ik doorgeleid naar de engineers.
De verklaring van de [getuige 8] bij de politie:
Ik denk dat het bedrijf Superior Contracting bereid was gevonden door het Ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen om als financier op te treden voor de aankoop van goederen. Als ik mij niet vergis heeft het Ministerie van NH Superiour Contracting voorgesteld aan de EBS. In die tijd was het zo dat de overheid geen geld had voor de aankoop van goederen en diensten. Men zocht zodoende naar een financier. …. het is mij niet bekend in hoeverre de directeur van de EBS zijn procuratie bevoegdheid, zonder voorafgaande toestemming van de RvC te handelen, heeft omzeild. … in deze kwestie had de EBS geen geld om aankopen te doen rechtstreeks naar de leverancier toe. Men heeft toen een financier bereid gevonden om de aankopen te doen. Deze financier heeft dan ook meer kosten in rekening gebracht
De verklaring van de [getuige 9] bij de rechter-commissaris:
Overigens wil ik opmerken dat juist het electrisch gedeelte door de leverancier wel is opgeleverd terwijl het werktuigbouwkundig gedeelte niet is opgeleverd. Het electrisch gedeelte, is het gedeelte dat specifiek wordt gebouwd met informatie die wij geven. Het is dus custom made. Het werktuigbouwkundig gedeelte is juist standaard made, hetgeen betekent dat daarvoor geen specifieke informatie nodig was…… Ik ben een aantal keren naar de heer [verdachte] geweest om hem aan te geven dat zaken niet liepen. .. Tijdens de correspondentie met de leverancier kunnen er technische zaken besproken worden, waarbij zaken anders moeten worden gebouwd, dan aanvankelijk was gedacht. Danwel dat technisch iets niet was voorzien of duidelijk was waarvoor wel een oplossing noodzakelijk was. Dit alles hoeft niet noodzakelijkerwijs te leiden tot meerwerk.
………….Op verzoek van de technisch directeur heb ik samen met twee andere engineers gekeken naar het meerkwerkdocument en in principe hebben wij dat toen niet goedgekeurd, daar er wat onduidelijkheden waren en bepaalde bedragen ook te hoog waren. Hoe het toch is gekomen tot een commitment om te betalen voor het meerwerk, weet ik niet…
Met betrekking tot de blackstart was het een ander verhaal. De blackstart zou kaal worden opgeleverd. Om ermee te kunnen werken moest er nog randapparatuur worden aangeschaft, dat is gerapporteerd aan de heer [getuige 6]. Daar er geen geld was om dat binnenshuis te kopen kwam de instructie van de heer [getuige 6] om dit gedeelte van het materiaal dat gekocht moest worden te zetten op het project van Greenland. [getuige 6] werd door de afdeling engineering altijd geinformeerd waar wij mee bezig waren. ……in die periode was er ook een noodsituatie in het land. Of de nood zo hoog was dat in deze concrete kwestie gebruikelijke procedures niet zijn bewandeld is des oordeels van de directie.
De kantonrechter overweegt dat op grond van de voorgaande verklaringen niet bewezen kan worden geacht dat de verdachte bedriegelijk en valselijk heeft afgesproken dat er nieuwe leveranciers zullen worden aangetrokken.
Evenmin is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte valselijk en bedriegelijk nog voor de evaluatie heeft aangegeven dat Greenland is gekozen omdat uit de verklaringen blijkt dat het de [getuige 5] is geweest die de keus heeft gemaakt voor Greenland op grond van de levertijd en niet de verdachte.
De kantonrechter overweegt dat het feit dat Greenland een prijsofferte mocht aanbieden onder de hiervoor geschetste omstandigheden ook niet kan leiden tot het bewijs van enige bedriegelijke handeling van verdachte.
Ook is niet bewezen dat verdachte in strijd met de procedures de RvC, de afdeling procurement en project engineering en de juridische afdeling, niet heeft betrokken bij de offerte vergelijking en bij de selectie van de leverancier en de uitvoering van het project.
Voorts is niet bewezen dat de verdachte strafwaardig heeft gehandeld door ondanks de ongunstige liquiditeitspositie van de EBS de leveringscontracten aan te gaan.
Ook is niet bewezen dat de verdachte valselijk en bedrieglijk heeft aangegeven dat de levering pas zal plaatsvinden wanneer voor het meerwerk is betaald. Uit de verklaring van de getuige [getuige 6] blijkt dat het Greenland is geweest die aangaf dat voor het meerwerk betaald moet worden.
De kantonrechter is op grond van het voorgaande van oordeel dat nu onvoldoende wettig en met name overtuigend bewijsmateriaal voorhanden is om te komen tot een bewezenverklaring van het onder A en B ten laste gelegde, de verdachte dient te worden vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten.
6. De beslissing
De kantonrechter beslist als volgt:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder A en B van de ten laste legging heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Aldus gewezen en uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 4 december 2019 door de kantonrechter – plaatsvervanger in het Tweede kanton, mr. A.C.Johanns, bijgestaan door de fungerend griffier, mr. K.S. Mahabier.
De griffier, De kantonrechter-plaatsvervanger,
mr. K.S. Mahabier mr. A.C. Johanns
* Het Openbaar Ministerie heeft appèl aangetekend tegen dit vonnis