- Instantie Kantongerecht Derde Kanton
- Zaaknummer --
- Uitspraakdatum 04 augustus 2014
- Publicatiedatum 01 oktober 2020
- Rechtsgebied Strafrecht
-
Inhoudsindicatie
De beslissing is gegrond op de artikelen 372 en 342 van het Wetboek van Strafrecht verklaard.
Uitspraak
KANTONGERECHT IN HET DERDE KANTON
Parketnummer: 1-9-03826
Vonnisnummer:
Datum uitspraak: 04 augustus 2014
Tegenspraak
Raadslieden: mr. L.C.H. Doerga en mr. F.F.P. Truideman.
VONNIS
van de Kantonrechter in het Derde Kanton, zitting houdende te Nickerie, in zaak van de vervolgingsambtenaar tegen:
[verdachte],
geboren op [geboorte datum] in [land],
wonende aan [adres] in [land].
van beroep [beroep],
thans gevangen gehouden
1.Het onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van: 20 november 2013, 18 december 2013, 29 januari 2014, 17 februari 2014, 07 maart 2014, 28 maart 2014, 19 mei 2014, 30 mei 2014, 20 juni 2014, 30 juni 2014, 31 juli 2014 en 04 augustus 2014.
2. De tenlastelegging
De verdachte staat terecht ter zake dat:
I. hij op of omstreeks 08 juli 2013, althans in het jaar 2013, in de territoriale wateren van [land 2], voor het district [district], in ieder geval in een gebied dat gerekend wordt tot grondgebied van de Republiek [land 2]:
Tezamen en in vereniging met [naam] en/of [naam 2] en/of [naam 3] en/of [naam 4], althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeeigening heeft weggenomen een (vissers)boot, althans een vaartuig en/of 153 (honderd drie en vijftig) stuks vissen, althans een ander hoeveelheid en/of een vat brandstof en/of een of meer levensmiddelen, in ieder geval een of meer goederen toebehorende aan [naam 5], en/of [naam 6] en/of ene [naam 7] en/of [naam 8] en/of [naam 9] althans een of meerdere personen, gepleegd met het oogmerk om voormelde diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelve en/of zijn mededader(s), hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s) die [naam 5], en/of [naam 6] en/of ene [naam 7] en/of [naam 8] en/of [naam 9] althans een of meerdere personen:
- dreigend met een of meer houwer(s), althans een of meer scherpe en/of puntige en/of harde voorwerp(en) te kennen heeft/hebben gegeven hun hoofd te zullen afhakken indien zij niet zousen meewerken en/of (vervolgens)
- heeft gesommeerd om plat te gaan liggen op de vloer van het vaartuig (boot) en/of (vervoglens)
- opzettelijk gewelddadig, met die houwers) en/of eindhout, althans een of meer schepe en/of puntige en/of harde voorwerp(en) een of meer slagen heeft/hebben toegebracht op het lichaam.
II. hij op of omstreeks 09 juli 2013, althans in het jaar 2013, in de territoriale wateren van [land 2], voor het district [district], in ieder geval in een gebied dat gerekend wordt tot grondgebied van de Republiek [land 2]:
tezamen en in vereniging met [naam] en/of [naam 2] en/of [naam 3] en/of [naam 4], althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeeigening heeft weggenomen een (vissers)boot, althans een vaartuig en/of 26 (zes en twintig) stuks vissen, althans een ander hoeveelheid en/of een vat brandstof en/of een of meer levensmiddelen, in ieder geval een of meer goederen toebehorende aan [naam 10] en/of [naam 11] en/of [naam 12] en/of [naam 13] en/of [naam 14], althans een of meerdere personen, gepleegd met het oogmerk om voormelde diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelve en/of zijn mededader(s), hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s) die [naam 10] en/of [naam 11] en/of [naam 12] en/of [naam 13] en/of [naam 14], althans een of meerdere personen:
- dreigend met een of meer houwer(s), althans een of meer scherpe en/of puntige en/of harde voorwerp(en) te kennen heeft/hebben gegeven hun hoofd te zullen afhakken indien zij niet zousen meewerken en/of (vervolgens)
- heeft gesommeerd om plat te gaan liggen op de vloer van het vaartuig (boot) en/of (vervoglens)
- opzettelijk gewelddadig, met die houwer9s) en/of eindhout, althans een of meer schepe en/of puntige en/of harde voorwerp(en) een of meer slagen heeft/hebben toegebracht op het lichaam.
III. hij op of omstreeks 08 juli 2014 en 09 juli 2013, althans in het jaar 2013, in de territoriale wateren van [land 2], voor het district [district], in ieder geval in een gebied dat gerekend wordt tot grondgebied van de Republiek [land 2]:
tezamen en in vereniging met [naam] en/of [naam 2] en/of [naam 3] en/of [naam 4], althans alleen, opzettelijk [naam 5], en/of [naam 6] en/of ene [naam 7] en/of [naam 8] en/of [naam 9] en/of [naam 10] en/of [naam 11] en/of [naam 12] en/of [naam 13] en/of [naam 14],althans een of meerder personen wederrechtelijk van de vrijheid heeft/hebben beroofd en/of beroofd gehouden, immers heeft(hebben) hij/zij verdachte(n) met dat opzet
- zich begeven naar de plaats(en) waar die [naam 10] en/of [naam 11] en/of [naam 12] en/of [13] en/of [naam 14], althans een of meerdere personen zich bevonden en/of (vervolgens)
- bewapend met een of meer houwer(s) en/of een eindhout, althans een of meer scherpe en/of puntige en/of harde voorwerp(en) en/of (vervolgens) overgestapt in het/de vaartuig(en) waarop die [naam 10] en/of [naam 11] en/of [naam 12] en/of [naam 13] en/of [naam 14], althans een of meerdere personen die zich bevonden en/of (vervolgens)
- dreigend met een of meer houwer(s) en/of een eindhout althans een of meer scherpe en/of een puntige en/of hard(e) voorwerp(en) te kennen gegeven hun hoofd te zullen afhakken indien zij niet zouden meewerken en/of (vervolgens)
- voornoemden aangemaand om plat te gaan liggen en/of (vervolgens) opzettelijk gewelddadig die [naam 10] en/of [naam 11] en/of [naam 12] en/of [naam 13] en/of [naam 14], althans en of meerdere personen met een of meer scherpe en/of puntige en/of harde voorwerp(en) een of meer slagen toegebracht op het lichaam en/of (vervolgens)
- voornoemden enige tijd van hun vrijheid beroofd en/of beroofd gehouden en/of (aldus) voor voornoemden een bedreigende situatie doen ontstaan waaraan zij zich niet konden onttrekken.
Voor zover in de tenlastelegging kennelijke schrijffouten of misslagen voorkomen, zijn die in deze weergave van de tenlastelegging door de kantonrechter verbeterd. De verdachte is door deze verbetering, zoals uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, niet in de verdediging geschaad.
3. De geldigheid van de dagvaarding
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke eisen voldoet en dus geldig is.
4. De bevoegdheid van de kantonrechter
De verdediging blijft zich erop beroepen dat de kantonrechter onbevoegd is van de aan de verdachte ten laste gelegde feiten kennis te nemen. Voor wat betreft dit verweer verwijst de kantonrechter naar al de overwegingen van het terzake op 28 maart 2014 gewezen tussenvonnis in welk tussenvonnis de kantonrechter het verweer heeft verworpen. De kantonrechter blijft volharden bij de inhoud van dit tussenvonnis.Met het verwerpen van het verweer acht de kantonrechter zich bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen.
5. De ontvankelijkheid van de vervolging
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de vervolging in de weg staan.
6. Schorsing der vervolging
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen gronden voor schorsing der vervolging gebleken.
7. Bewijsmiddelen
De kantonrechter acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder I, II en III bewezen verklaarde heeft begaan, en wel op grond van de feiten en de omstandigheden die zijn vervat in de volgende bewijsmiddelen.
Ten aanzien van feit I:
Het proces-verbaal betreffende de aangifte gedaan door [naam 15] gehuwd [naam 16], welk proces-verbaal op ambtseed is opgemaakt door de agent van politie. De aangeefster deed aangifte dat één van haar vissersboten, die was uitgevaren om voor de kust van [district] visvangst te doen, door rovers was gekaapt en dat 2 van de 5 bemanningsleden waren gegijzeld en dat de 3 anderen in hulpeloze toestand waren achtergelaten in de boot, waarvan de machine was kapotgeslagen.De politie ging op onderzoek uit en werd er via een mobiel informatie ontvangen dat de vermoedelijke kapers richting [district 2] voeren, omdat zij door familieleden van de ontvoerden waren beschoten.Na intensieve opsporing werden op zee, in de [land 2] wateren, 3 boten gelokaliseerd. Een manspersoon stelde zich voor als [naam 17] en deelde de opsporingsambtenaren mede dat hij na de melding de 5 kapers heeft weten aan te houden en een aantal gegijzelden heeft bevrijd. De boot waarin de kapers en de gegijzelden zich bevonden betrof een wit/geel/rood/blauwe houten boot met opschrift “[naam boot]”. De 2de boot betrof eveneens een houten boot met opschrift “[naam boot 2]”.Bij de overdracht van de kapers, vertoonde de verdachte een schotverwonding aan zijn rechterarm. In de laadruimte van beide boten werd er een lading vis aangetroffen.
De verklaring van de verdachte zelf, afgelegd ter terechtzitting d.d. 19 mei 2014, op welke terechtzitting hij bekent de beroving op zee te hebben gepleegd. Met name heeft de verdachte onder meer het volgende verklaard:“Ik beken op 8 juli 2013 een beroving op zee te hebben gepleegd. Het was de eerste keer dat ik met de vissers ben gaan werken op zee. Ik blijf bij mijn verklaring, welke ik bij de politie heb afgelegd op 18 juli 2013. Ik weet niet exact wie met het plan is gekomen, omdat ik op dat moment sliep. Op 8 juli 2013 in de middaguren vond de eerste beroving plaats. Mijn taak was om een houwer vast te houden. De andere vissers hebben de beroving uitgevoerd.
Ik heb één van de slachtoffers op aanwijzing van de kapitein, met die houwer geslagen, omdat die niet wilde luisteren. Alles is zo aan toegegaan zoals ik dat aan de politie heb gezegd.Na de tweede boot te hebben beroofd, bevonden de slachtoffers zich samen met ons op de boot. Wij hebben de machine van de boot niet beschadigd. Tijdens de beroving had ik een T-shirt over mijn gezicht getrokken. De overige verdachten hadden ook hun gezicht bedekt. Toen de mensen die ons gearresteerd hebben op ons afkwamen, hebben wij de bedekking van het gezicht gehaald.De kapitein ([naam 18]) was bij de eerste beroving aanwezig en gaf hij de instructies. Bij de tweede beroving gaf “[naam 2]” ([naam 2]) de instructies. “
Het verhoor van de verdachte neergelegd in het ambtsedig opgemaakt proces-verbaal van majoor van politie, [verbalisant] d.d. 18 juli 2014, tijdens welk verhoor de verdachte het volgende heeft verklaard. Hij was gewapend met een houwer tijdens de beroving. Er waren drie houwers, die later in de rivier zijn gegooid, kort voor hun aanhouding. Ook het eindhout waarmee zij de vissers hebben mishandeld tijdens de beroving is in de rivier gegooid. Hij heeft meegeholpen met het overhevelen van de visvangst en gasoline vanuit de boot van de slachtoffers naar de boot waarin zij voeren, terwijl de slachtoffers op dat moment van de overheveling onder dwang door [naam 2] werden gehouden.
Slachtoffers zeeroof zaak vermeld in pv d.d. 10 juli 2013 van agent van politie, [verbalisant 2], betreffende het resultaat van de gehouden keuze confrontatie d.m.v een confrontatiespiegel:
I [naam 19] alias “[naam 19]” heeft de volgende verdachten positief herkend: 1) [naam 20], zijnde de verdachte die hij kent van [adres 2] en werkt voor ene “[naam 20]”; 2) [naam 3], zijnde de verdachte die een stok in zijn hand hield. Met die stok sloeg de verdachte initimiderend op de ijsbox en deed ook bedreigende uitlating de slachtoffers hun nek te zullen kappen en hun overboord te gooien; 3) [naam 2], zijnde de verdachte die opdrachten gaf aan de overige verdachten. Hij heeft hem herkend aan zijn gouden tand en vreemde (krachtige) ogen; 4) [naam], zijnde de verdachte die een der slachtoffers sloeg met de platte zijde van een houwer.
III [naam 21] alias “[naam 21]” heeft de volgende verdachten positief herkend:1) [naam 20]. Hij herkende hem vanwege zijn postuur en lengte.
IV [naam 22] alias “[naam 22]” heeft de volgende verdachten positief herkend: 1) [verdachte], als te zijn de verdachte die hem slagen had toegebracht met de platte zijde van een houwer. Hij herkende hem aan zijn flauwe ogen; 2) [naam 20]. Nadat hij tijdens zijn aanhouding ontmaskerd werd had hij zijn gezicht gezien; 3) [naam 3], zijnde de verdachte die een stok in zijn hand hield. Met die stok sloeg de verdachte initimiderend op de ijsbox en deed ook bedreigende uitlating de slachtoffers hun nek te zullen kappen en hun overboord te gooien; 4) [naam 2], zijnde de verdachte die tijdens de beroving sloeg met een houwer op de ijsbox; 5) [naam], zijnde de verdachte die de boot voer met de gestolen vissen.
V [naam 14] alias “[naam 14]” heeft de volgende verdachten herkend: 1) [verdachte], als te zijn de verdachte die het meest bedreigdende uitlatingen deed; 2) [naam 20]. Hij herkende hem omdat hij zijn masker weghaalde toen hij door de politie werd aangehouden; 3) [naam 3], zijnde de verdachte die het slachtoffer [naam 23] met de platte zijde van de houwer sloeg. Hij had dezelfde groene trui aan; 4) [naam 2], zijnde de verdachte die opdrachten gaf aan de overige verdachten; 5)[naam], zijnde de kapitein van de verdachte boot.
VI [naam 23] alias “[naam 23]” heeft de volgende verdachten positief herkend: 1) [verdachte], als te zijn de verdachte die het meest bedreigende uitlatingen deed. Hij herkende hem ook aan zijn diepe oogkas en de oogwallen donker van kleur; 2) [naam 20]. Hij herkende hem omdat hij zijn masker weghaalde toen hij door de politie werd aangehouden. De verdachte had een houwer in zijn hand en deed bedreigende uitlatingen hen te zullen kappen en daarna overboard te gooien; 3) [naam 3], zijnde de verdachte die als eerste in hun boot kwam en hem bedreigde dat hij zijn hoofd zou afhakken; 4)[naam 2], zijnde de verdachte die hij kent van [land] als “[naam 2]”; 5)[naam], zijnde de kapitein van de verdachte boot.
VII [naam 4] alias “[naam 4]” heeft de volgende verdachten positief herkend:1) [verdachte], als te zijn de verdachte die de meest bedreigende uitlatingen deed. Hij herkende hem aan zijn oogkas en flauwe ogen; 2) [naam 20]. Hij herkende hem omdat hij zijn masker weghaalde toen hij door de politie werd aangehouden; 3) [naam 3], zijnde de verdachte die voor zijn arrestatie intimiderend met een houwer op een ijsbox sloeg en bedreigende uitlatingen deed; 4) [naam 2], zijnde de verdachte die opdrachten gaf aan de overige verdachten; 5) [naam], zijnde de verdachte die de verdachte boot voer.
[naam 24]
Feit 08 juli 2013: beroving [naam 3]-vissersboot “[naam 24]” van de eigenaar [naam 25] (“[naam 25]”) Verklaring van [naam 25] (‘[naam 25]”) bij pv d.d. 10 juli 2013 (opgemaakt door agent van politie, [verbalisant 3]), blz 149:Zijn boot [naam 24] vertrok op 4 juli 2013 vanuit [land] omstreeks 13.00u met 5 bemanningsleden (kapitein [naam 26] en arbeiders). OP 9 juli 2013 belde [naam 27] hem op dat zijn boot met bemanningsleden op 8 juli 2013 beroofd is geworden.Verklaring van het slachtoffer [naam 23] (alias “[naam 23]”) bij pv d.d. 09 juli 2013 (opgemaakt door agent van politie, [verbalisant 4]), blz 110: Nadat zij hun netten hadden opgehaald voeren zij in de richting van de monding van het district [district] met de bedoeling om in dat gebied te vissen. Dat gebied staat bij de vissers bekend als “[gebied]”. In dat gebied aangekomen wierpen zij hun netten in het water. Zij zagen een boot naar hun richting voeren en de boot was bij hem bekend als de boot van [naam 20]. Toen de boot hen dichtbij was genaderd zag hij vier manspersonen die hun gezicht gedeeltelijk hadden bedekt met een houwer en zij sleogen hard op de de boot [naam 24]. [naam 23] en zijn arbeiders werden gesommeerd plat te gaa ligen. Terwijl hij op zijn buik lag werd hij door van de rovers met een eind hout mishandeld. Een van zijn manschappen kreeg de opdracht de motor van de boot te starten en zij voeren achterna gezeten dor de andere boot richting [gebied 2]. In [gebied 2] aangekomen laadden zij de vangst van [naam 24] in hun boot. Zij name nook etenswaren en een vatbenize mee. De volgende ochtend brachten de rovers de motor van [naam 28] weer op gang en voeren richting [district 2]. Toen zij in de buurt van [gebied 3] waren, kreeg [naam 26] de opdracht om het roer over te nemen en moest hij de boot voeren naar een andere boot. Toen hij de andere boot genaderd was sprongen de vier rovers in de andere boot. De rovers begonnen ald e 5 manschappen van de boot met de platte kant van de houwer te mishandelen. De vangst van die boot werd overgeladen in [naam 24]. [naam 26] moest weer het roer overnemen. Toen hij dat deed merkte hij dat hij zich nog steeds op [land 2] wateren bevond. Hij moest in opdracht van de 4 roers een andere boot tegemoet varen. De rovers zijn op [land 2] wateren aangehouden en overgedragen aan de [land 2] politie.
Verklaring van het slachtoffer [naam 3] (alias “[naam 3]”) bij pv d.d. 09 juli 2013 (opgemaakt door agent van politie, [verbalisant 5]), blz 117:
Zij hadden hun netten uitgegooid in de omgeveng van de [rivier]. Zij werden op hun boot overvallen door 4 manspersonen die gemaskerd waren. Hij, [naam 3] werd op zijn rug getrapt en werd gesommeerd de buitenboordmotor te starten. Hij werd met de platte kant van een houwer geslagen. De rover met de gouden tand gaf de opdrachten.
[naam boot 3]
Feit 09 juli 2013: beroving [naam]-vissersboot “[naam boot 3]” van de eigenares [naam 15], gehuwd [naam 16]
Verklaring van [naam 15], bij pv d.d. 12 juli 2013 (opgemaakt door agent van politie, [verbalisant 3]), blz 159:Is werkzaam bij de Visserijdienst LVV. Haar man [naam 16] is eigenaar van de vissersboot “[naam boot]”.Tussen Dinsdagochtend 09 juli 2013 belde [naam 27] (alias “[naam 27]”) naar het toestel van [naam 16] met de mededeling dat tussen 7.00 u – 8.00u van die ochtend rovers met de boot [naam boot] ervandoor zijn gegaan en zij 2 van hun bemanningsleden hebben meegenomen. De 3 andere bemanningsleden hadden de rovers in een andere vissersboot overgeheveld, van welke vissersboot de buitenboordmotor defect was [naam 27] had [naam 15] medegedeeld dat de 3 arbeiders in de omgeving van de schelpbank, voor de kust van [district] zijn achtergelaten. Hij vroeg [naam 15] de [land 2] politie in te schakelen, hetgeen zij ook gelijk deed. Omstreeks 12.30u begaf [naam 15] zich naar het politiebureau [district 2] en belde [naam 27] waarij hij de onderinspecteur [naam 29] sprak.
Verklaring van [naam 23] (alias “[naam 23]”) bij pv d.d. 11 juli 2013 (opgemaakt door agent van politie, [verbalisant 4]), blz 156:Het vissersvaartuig “[naam 23]” behoort toe aan een manspersoon die in [land] woont meergenoemd “[naam 20]”.Dit vaartuig heeft als registratienummer van LVV [naam boot 4], welke vergunning staat op naam van [naam 23]. De visvergunning heeft hij in het jaar 2012 aan [naam 20] afgegeven, onder voorwaarde dat zodra [naam 20] op zee gaat hij verplicht is ijs bij hem te kopen en zijn visvangst aan hem te verkopen.
Verklaring van [naam 14] (alias “[naam 27]” en [naam 27]) bij pv d.d. 10 juli 2013 (opgemaakt door agent van politie, [verbalisant 5]), blz 152:Hij is al 3 jaren werkzaam voor [naam 15] en woont in [land]. Hij coordineert de werkzaamheden vanuit [land] en [naam 15] vanuit [land 2]. Op 05 juli 2013 verliet de boot [naam boot 3] de aanmeersteiger in [land] met 5 bemanningsleden (de kapiten [naam 20], de 4 arbeiders [naam 22], [naam 21], [naam 12] en [naam 30]).Op 9 juli 2013 werd hij omstreeks 11.30 door een arbeider van het visserijcentrum gebeld dat een van zijn vissersboten voor de kust van [district] door zeepiraten werd overvallen. Voorts dat 3 van zijn arbeiders in een andere boot werden overgeplaatst en de buitenboormotor werd gesaboteerd. De rovers voeren richting de [rivier]. Hij heeft “[naam 31]” die belast is met de coordinatie rondom visserij en tegengaan piraterij, ingeschakeld en voeren zij samen op zee om de rovers op te sporen. [naam 31] name en jachtgeweer mee en omstreeks 14.00u verlieten zij de [land] over en voeren met de de [rivier] richting zee. Na een uur varen zagen zij een vissersboot waarin vissers bezig waren met hun visnet. Niet ver van die boot zag [naam 21] 2 boten, die naast elkaar dobberden. Een van de boten heeft hij gelijk herkend als [naam boot]. Terwijl zij de richting de boot voeren, voer de boot [naam boot 3] weg. Zij zetten de achtervolging in en [naam 32] loste waarschuwingsschoten in de lucht. Toen zij de boot na het lossen van de waarschuwingsschoten naderden zagen zij 8 bemanningsleden. Daartussen bevond zich kapitein [naam 20] van een andere vissersboot, [naam 21] en [naam 31]. Op aanwijzign van [naam 21] ziijn de 4 rovers in beeld gebracht. De 4 rovers werden door [naam 21] en zijn arbeiders vastgebonden. Zij zagen nog een andere vissersboot in de omgeving en daarin bevond zich slechts 1 bemanningslid. Deze werd ook aangehouden en overgedragen aan [land 2] politie. De [land 2] Politie is [naam 21] tegemoet gedkomen nabij de monding van de [district 2] rivier.
Verklaring van het slachtoffer [naam 20] (alias “[naam 20]”) bij pv d.d. 10 juli 2013 (opgemaakt door agent van politie, [verbalisant 2]]), blz 143:Is de kapitien van [naam boot 3]. Op de boot waren de andere bemanningsleden [naam 21], [naam 12], [naam 21] en [naam 33]. Ze hadden hun visnetten in de omgeving van de schelpritsen voor de kust uitgegooid. Terwijl zij hun netten binnenhaalden zagen zij ongeveer 3 kwrt kilometer afstand een boot hun richting varen. Toen de boot hen van dichtbij was genoaderd, kwamen plotseling 4 mannen tevoorschijn, die gemaskerd en gewapend waren met houwers en stokken. Zij zwaaiden met de houwers en stokken. [naam 22] moets de vissen uit de opslagruimte van de hijackers inladen. Terwijl hij inlaadde werd hij door de hijackers met de platte zijder van de houwers geslagen. De hijackers zijn hierna terug in hun boot gestapt en voeren weg. Na een half uur kwamen de hijackers terug. [naam 21] had zijn telefoon in een geheime hoek in de boeg bewaard. Arbeiders van [naam 20] werden gesommeerd ind e boot van de hijackers te stappen en hoeveelheid vissen die zich nog in de netten bevonden werden door de rovers meegenomen. De rovers hebben de buitenboord machine van de vissersboot onklaarbaar gemaakt.De hijackers hebben meegenomen: 3 vaten benzine, hoeveelheid vissoorten, levensmiddelen, een buitenboordmachine van het merk [kentekennummer] blauw/grijs gelakt, 4 tassen met kledingstukken, visnetten en het anker van de boot.
Verklaring van het slachtoffer [naam 12] (alias “[naam 12]”) bij pv d.d. 11 juli 2013 (opgemaakt door agent van politie, [verbalisant 2]), blz 138:Zij waren bezig hun buit binnen te halen en zagen een boot in hun richting toe varen. Op dat moment bevonden zij zich nabij de monding van het district [district]. Toen de boot hen dicht genaderd was sprongen 3 gemaskerde mannen in hun boot. Zij waren allen gewapend met houwers. Zij werden gesommeerd om zich naar de opslagruimte te begeven. Hij hoorde hoe de rovers met hun buit vandoor gingen. Zij vertrokken, maar na een half uur keerden zij terug. [naam 12] moet met nog 2 mannen in de boot van de rovers overstappen en moesten 2 mannen vanuit de boot van de rovers in de boot van [naam 21] stappen. De rovers voeren weg met [naam 24].
Verklaring van het slachtoffer [naam 21] (alias “[naam 21]”) bij pv d.d. 10 juli 2013 (opgemaakt door agent van politie, [verbalisant 5]), blz 133:Zij wierpen hun visnetten uit dichtbij de plaats die bij de vissers bekend staat als “[gebied 4]”. Het is ongeveerd 10 km verwijderd van de kust van [district]. Terwijl zij bezig waren hun visnetten uit het water te halen, zagen zij een ander vissersboot in hun richting varen. [naam 21] herkende die vissersboot als de boot van [naam boot 4]. Toen de boot hun dichtbij was genaderd sprongen 4 gemaskerde mannen op hun boot. [naam 21] heeft zich gelijk begeven naar de opslagruimte en is op zijn buik gaan liggen. [naam 21] en de overige bemanningsleden werden ook gesommeerd om zich naar de opslagruimte te begeven. [naam 21] en [naam 30] zijn door de rovers gesommeerd uit de opslagruimte te komen en die moesten de visvangst inladen in de boot van de rovers. De rovers voeren weg, maar kwamen na een kwartier terug. De rovers stapten over ind e boot [naam boot 3] en hevelden de vissen vanuit hun boot over in [naam boot 3]. [naam 20], en [naam 12] moeste in de boot van de piraten gaan. In de boot van de rovers troffen [naam 21] en [naam 20] nog 3 andere vissers aan. Die vertelden dat de rovers hen in de vooravond hadden overvallen. De zeepiraten hadden de buitenboordmotor van de boot [naam 24] beschadigd, waardoor de slachtoffers niet konden wegvoeren. Een van de vissers die in het bezit was van een telefoong belde naar [naam 21] om hem te verwittingen van de beroving. Zij konden de boot nog herstellen en voern nadien richting [land].
Verklaring van het slachtoffer [naam 23] (alias “[naam 23]”) bij pv d.d. 09 juli 2013 (opgemaakt door agent van politie, [verbalisant 4]), blz 125:
Geeft een hele uiteenzetting wat de rovers hebben gedaan.
Verklaring van het slachtoffer [naam 14] (alias “[naam 14]”) bij pv d.d. 09 juli 2013 (opgemaakt door agent van politie, [verbalisant 3]), blz 104:
Zij voeren naar de richting van [district], alwaar zij hun visnetten hebben uitgezet. Hij zag een boot naar hun richting voeren, terwijl zij bezig waren hun visnetten weg te halen uit het water. De boot herkende hij als die van [naam boot 4]. In de boot zag hij 5 bemanningsleden.[naam 26] die voor [naam boot 4] werkt was de kapitein op de boot. Hij zag dat 4 manspersonen gemaskerd waren en met houwers in hun boot overstapten. [naam 26] en [naam 27] hebben hem verteld dat zij de avond ervoor door deze rovers beroofd waren.
7.4 Bewezenverklaring
Op grond van voormelde bewijsmiddelen en overwegingen acht de kantonrechter wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder I, II en III ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen verklaard, is naar het oordeel van de kantonrechter niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
8. De strafbaarheid van het bewezenverklaarde en de kwalificatie
8.1 De strafbaarheid
Het ten laste van verdachte bewezenverklaarde levert op de navolgende misdrijven:
ten aanzien van feiten I en II: diefstal middels geweld, meermalen gepleegd.
Ten aanzien van feit III: wederrechtelijke vrijheidsberoving
9. De strafbaarheid van verdachte
De verdachte is strafbaar voor het bewezenverklaarde nu niet is gebleken van enige omstandigheid die verdachtes strafbaarheid opheft.
10. De strafmotivering
De vervolging heeft bij gelegenheid van de terechtzitting op 30 mei 2014 met betrekking tot de op te leggen straf gevorderd dat verdachte ter zake van het onder I, II en III ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de tijd van 9 jaren, met aftrek.De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.De verdachte is samen met en vier medeverdachten met een boot de Surinaamse wateren, en wel dichtbij de kust van het district [district], opgegaan met de intentie om vissersboten te beroven. Daarbij heeft hij tezamen met de anderen de slachtoffers bedreigd met een houwer en stokken, en heeft er zelfs niet voor geschroomd om tezamen met de anderen de slachtoffers van hun vrijheid te beroven, waarbij zij de motor van de boot hebben vernield. Het is slechts een gelukkig toeval geweest dat de weersomstandigheden op dat moment van dien aard waren dat er geen hevige winden waren en de vissersboot met slachtoffers niet is omgekanteld, of slachtoffers gewond zijn geraakt of verdronken in het water en de slachtoffers zijn gered door burgers die de informatie van deze beroving op de rivier hadden ontvangen.De vissers/slachtoffers, die zich in het kader van de uitoefening van hun beroep als visser op de Surinaamse wateren bevonden, hebben gedurende deze handelingen van verdachte en zijn medeverdachten kennelijk angstige momenten beleefd. Het wordt de verdachte en zijn medeverdachten zwaar aangerekend dat zij slechts oog hebben gehad voor hun eigen financieel gewin en zich niet hebben bekommerd om de angst, schade en overlast die zij aan de slachtoffers hebben toegebracht.Het is een feit van algemeen bekendheid dat het aantal gevallen van zeeroof de afgelopen periode is toegenomen. In de territoriale wateren van zowel [land 2] als [land] wordt overwegend aan visvangst gedaan, zodat de bedreiging van de veiligheid van vissersvaartuigen die in deze gebieden aan visvangst doen, regionale economische gevolgen heeft. Beroving op de rivier is dan ook een ernstig feit, waartegen krachtig dient te worden opgetreden. De ernst van het feit gebied oplegging van een gevangenisstraf van aanmerkelijke duur.Bij het bepalen van de op te leggen straf is voorts het volgende in aanmerking genomen:
- de slachtoffers die, ondanks een rechtshulpverzoek, niet meer te achterhalen zijn en aldus niet ter terechtzitting gehoord konden worden. Hierdoor kon de kantonrechter hun verklaring die zij bij de politie hebben afgelegd niet toetsen en was de kantonrechter genoodzaakt die verhoren als voorgelezen te beschouwen;
- verdachte was ten tijde van het begaan van de aan hem ten laste gelegde feiten minderjarig;
- volgens de staat van inlichtingen is hij first offender (nimmer veroordeeld terzake enig strafbare feit);
- verdachte is afkomstig uit [land]. Het is algemeen bekend dat veel vissers afkomstig uit [land] aan visvangst doen in de territoriale wateren van de Republiek [land 2] en dat dat hun bron van inkomsten is;
- hoewel het niet mogelijk is gebleken om de persoonlijke omstandigheden van de verdachte te verifiëren, wil de kantonrechter aannemen dat de persoonlijke omstandigheden van de verdachte schrijnend zijn. De verdachte heeft verklaard dat al zijn familieleden in [land] wonen en hij de kostwinner in de familie is. Vanwege het feit dat zijn vader alcoholist is doet hij allerlei kleine werkjes om in zijn eigen levensonderhoud te kunnen voorzien en om zijn moeder te helpen.Bovengeschetste omstandigheden kunnen naar het oordeel van de kantonrechter echter niet een rechtvaardiging vormen voor het plegen van strafbare feiten. Toch kan er niet geheel aan voorbijgegaan worden dat de bestraffing in deze zaak plaatsvindt tegen die achtergrond en ziet de kantonrechter op grond van die feiten en omstandigheden aanleiding de op te leggen gevangenisstraf enigszins te matigen ten opzichte van de eis van de vervolging.Alles overziend wordt na te noemen straf passend en geboden geacht.
10. Toepasselijke wetsartikelen
Na te melden beslissing is gegrond op de artikelen 372 en 342 van het Wetboek van Strafrecht.
11. Beslissing
De kantonrechter:
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder I, II en III ten laste gelegde zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
verstaat dat het aldus bewezenverklaarde de hiervoor vermelde strafbare feiten oplevert en verklaart verdachte ter zake strafbaar;
veroordeelt verdachte voor het hiervoor bewezenverklaarde tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de tijd van 4 (Vier) jaren en 6 (Zes) maanden;
beveelt dat de tijd door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de aan verdachte opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
beveelt zijn gevangenhouding.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter in het derde kanton, mr. S.M.M. Chu, in tegenwoordigheid van de fungerend-griffier, mw. L.J. De Rooy, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 04 augustus 2014.
De Griffier,De Kantonrechter,
mw.L.J. De Rooy
mr. S.M.M. Chu