SRU-HvJ-2004-5

  • Instantie Hof van Justitie
  • Zaaknummer G.R. no. 14176
  • Uitspraakdatum 20 februari 2004
  • Publicatiedatum 11 juni 2025
  • Rechtsgebied Civiel recht
  • Inhoudsindicatie

    Het Hof heeft termen aanwezig geacht om een comparitie van partijen te gelasten tot het verschaffen van inlichtingen, welke comparitie het Hof tevens dienstbaar zal maken aan het beproeven van een vereniging.

Uitspraak

HET HOF VAN JUSTITIE VAN SURINAME

GENERALE ROL NO. 14176

SURINAM LEISURE COMPANY A.V.V., rechtspersoon naar het recht van Aruba, gevestigd te Aruba,[adres 1], mede kantoorhoudend te Paramaribo aan de [adres 2], voor wie als gemachtigden optreden, Mr.E.Naarendorp, Mr.E.C.M.Hooplot en Mr.F.Kruisland, advokaten, appellante in Kort Geding,

t   e  g  e  n 

STICHTING DIM, rechtspersoon, domicilie kiezende aan de [adres 3], voor wie als gemachtigden optreden, Mr.A.R.Baarh en Mr.F.F.P.Truideman, advokaten, geintimeerde in Kort Geding,

De Waarnemend-President spreekt in deze zaak, in Naam van de Republiek, het navolgende vonnis uit:

(Betalend) Het Hof van Justitie van Suriname;

Gezien de stukken van het geding waaronder:

  1. het in afschrift overgelegd vonnis in Kort Geding van de Kantonrechter in het Eerste Kanton van 30 juli 2003 tussen partijen gewezen en uitgesproken;
  2. het proces-verbaal van de Griffier van het Eerste Kanton van 1 augustus 2003, waaruit blijkt van het instellen van hoger beroep;

Gehoord partijen bij monde van haar respectieve advokaten;

TEN AANZIEN VAN DE FEITEN:

Overwegende, dat uit de stukken van het geding in eerste aanleg blijkt dat [appellant]. als eisende partij in eerste aanleg zich bij verzoekschrift tot de Kantonrechter in het Eerste Kanton heeft gewend, daarbij stellende:

  1. Eiseres heeft krachtens de overeenkomst van huur en verhuur van 6 juni 1998 (in de oorspronkelijke Engelse tekst aangeduid als ‘Lease Agreement’) gehuurd de begane grond en de eerste  verdieping van het gebouw staande aan de [adres 2], voor de duur van 15 jaren, te rekenen van 28 februari 1998. De betreffende overeenkomst wordt hierbij als produktie no.1 overgelegd, met verzoek de inhoud daarvan, zomede die van de na over te leggen produkties, als hier letterlijk aangehaald en ingelast aan te merken.
  2. Door koop op de veiling is gedaagde op 4 juni 2003 eigenares geworden van het pand waarvan het gehuurde deel uitmaakt. De openbare verkoop in kwestie heeft plaats gehad op 29 mei 2003, krachtens het bepaalde in artikel 1207 van het Burgerlijk Wetboek en de akte van krediethypotheek van 3 september 1998. Uw aandacht wordt erop gevestigd dat de huurovereenkomst van een vroegere datum is dan de hypotheekvestiging, waardoor de huur niet aangetast kon en kan worden door de bepalingen van de hypotheekakte.
  3. Eiseres heeft vanaf de dag van de openbare verkoop, zelfs nog vóór de overschrijving van het proces verbaal  van de veiling in de registers van het Hypotheekkantoor, moeten ervaren dat gedaagde het recht op ongestoord huurgenot van eiseres niet respecteert en aanhoudend pogingen in het werk stelt om haar bedrijfsvoering te frustreren en stil te leggen. De reeks van handelingen in kwestie zijn opgesomd op de bijgaande produktie no.2.
  4. De voormelde gedragingen zijn afkomstig van personeel in dienst van gedaagde al of niet in opdracht van gedaagde, althans en in ieder geval van personen voor wier handelen in deze gedaagde verantwoordelijk is. Het resterend gedeelte van het gebouw, met uitzondering van het door    eiseres gehuurde gedeelte, is in gebruik  bij gedaagde en de gewraakte handelingen vinden vanuit  dit resterend gedeelte plaats.
  5. Deze door of namens gedaagde verrichtte handelingen, althans de gedragingen waarvoor zij verantwoordelijk is, vormen een voortdurende en ernstige inbreuk op het recht op  ongestoord huurgenot van eiseres, welk huurgenot inzonderheid aan haar verschaft moet worden door gedaagde die rechtens immers de verhuurder in alle rechten en verplichtingen is opgevolgd.
  6. Door het vorenvermelde handelen van gedaagde wordt de continuiteit en voortbestaan van het bedrijf van eiseres acuut en onmiddellijk ernstig in gevaar gebracht, met alle wellicht onherstelbare en nadelige gevolgen van dien, niet alleen voor de aandeelhouders van eiseres, maar vooral voor de circa 300 werknemers die rechtstreeks van het bedrijf afhankelijk zijn.
  7. Eiseres is gerechtigd om te vorderen dat gedaagde verboden wordt gedragingen als voormeld, die een feitelijke en rechtsstoornis inhouden en in het algemeen al een onrechtmatige daad opleveren en in dezen in het bijzonder wanprestatie constitueren, voort te zetten en heeft een spoedeisend belang bij een voorziening bij voorraad;

Overwegende, dat de eisende partij op deze gronden heeft gevorderd dat bij vonnis in Kort Geding, uitvoerbaar bij voorraad op de minute:

a. Gedaagde zal worden verboden dat door of namens haar enige inbreuk wordt gepleegd op het recht op het volle huurgenot van eiseres

b. Gedaagde voorts meer in het bijzonder zal worden verboden om anders dan na uitdrukkelijke afspraak met eiseres en door de Rechter nader vast te stellen condities  het gehuurde te betreden een en ander slechts voor controle door gedaagde op een juist gebruik van het gehuurde door eiseres.

c. Gedaagde zal worden verboden om de door eiseres te doen betreden tijdens de uren waarop het casino operationeel is.

d. Gedaagde zal worden verboden om hetzij mondeling, hetzij middels geschriften bij het publiek de indruk te wekken, althans te doen ontstaan, als zou het casino gesloten zijn, althans niet langer toegankelijk zijn.

e. Gedaagde zal worden veroordeeld tot de betaling van een dwangsom van SRG 100.000.000,– (honderd miljoen gulden) voor iedere keer, dat gedaagde in strijd met dit vonnis handelt, hetwelk doende, enzovoorts, Kosten rechtens;

Overwegende, dat stichting Dim als gedaagde partij in eerste aanleg bij conclusie van antwoord – onder overlegging van produkties – welke geacht moeten worden te dezer plaatse te zijn ingelast – de vordering heeft bestreden en daarbij heeft geconcludeerd:

dat eiseres in haar vordering niet zal worden ontvangen althans haar deze zal worden ontzegd als ongegrond en onbewezen;

Overwegende, dat partijen vervolgens bij conclusies van repliek en dupliek haar stellingen nader hebben toegelicht en verdedigd, waarna de Kantonrechter bij vonnis in Kort Geding van 30 juli 2003 op de daarin opgenomen gronden:

De gevraagde  voorzieningen heeft geweigerd;

Eiseres heeft veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van gedaagde gevallen en tot aan deze uitspraak begroot op f.nihil;

Overwegende, dat blijkens hogervermeld proces-verbaal [appellant]. in hoger beroep is gekomen van voormeld eindvonnis in Kort Geding van  30 juli 2003;

Overwegende, dat bij exploot van deurwaarder Jerry Eugene Febis van 6 augustus 2003 aan geintimeerde aanzegging van het ingestelde hoger beroep is gedaan, terwijl uit de ten processe aanwezige stukken blijkt, dat de rechtsdag voor de behandeling der zaak in hoger beroep voor het Hof van Justitie aan partijen is aangezegd;

Overwegende, dat ter terechtzitting van 17 oktober 2003 advokaat Mr.F.F.P.Truideman zich mede als gemachtigde van geintimeerde heeft gesteld;

Overwegende, dat de gemachtigden van appellante een pleitnota hebben overgelegd, waarvan de inhoud hier als ingelast dient te worden beschouwd; hebbende zij tevens een schriftelijke incidentele conclusie van eis t genomen, waarbij zij hebben verzocht:

dat bij provisionele voorziening, de tenuitvoerlegging van het vonnis, waarvan beroep, zal worden verboden, zolang er in de voorliggende zaak in hoger beroep geen beslissing is gegeven.

Overwegende, dat de gemachtigden van partijen hierna respectievelijk repliek en dupliek pleidooi hebben genomen, hebbende de gemachtigden van appellante tevens een produktie overgelegd; waarvan de inhoud hier als ingelast dient te  worden beschouwd;

Overwegende, dat het Hof vonnis in de zaak aanvankelijk  had bepaald op 23 januari 2004, doch nader heeft bepaald op heden.

TEN AANZIEN VAN HET RECHT:

Overwegende, dat het Hof termen aanwezig acht te gelasten een comparitie van partijen tot het verschaffen van inlichtingen, welke comparitie het Hof tevens dienstbaar zal maken aan het beproeven van een vereniging;

Gezien de betrekkelijke wetsartikelen;

RECHTDOENDE IN HOGER BEROEP IN KORT GEDING:      

Gelast partijen ambtshalve – deugdelijk vertegenwoordigd – desgewenst vergezeld van haar advokaten om ter terechtzitting van het Hof van Justitie van vrijdag, 26 maart 2004 des voormiddags te Half Negen Uur te verschijnen tot het verschaffen van inlichtingen welke comparitie het Hof tevens dienstbaar zal maken aan het beproeven van een vereniging;

Bepaalt, dat deze comparitie van partijen zal worden gehouden ten overstaan van een Rechter-Commissaris, als hoedanig wordt benoemd de Waarnemend-President van het Hof voornoemd;

Houdt elke verdere beslissing aan;

Aldus gewezen door Mr.J.R.Von Niesewand, Waarnemend-President, Mr.K.Pultoo, Lid en Mr.I.H.M.H.Rasoelbaks, Lid-Plaatsvervanger en door de Waarnemend-President uitgesproken ter openbare terechtzitting van vrijdag, 20 februari 2004, in tegenwoordigheid van Mr.M.E.Van Genderen-Relyveld, Substituut-Griffier.

 

Partijen, appellante vertegenwoordigd door haar gemachtigden, advokaat Mr.E.Naarendorp, advokaat Mr.N.P.K.Tjin A Djie namens advokaat Mr.F.Kruisland en Mr.T.Gangaram Panday namens Mr.E.C.M.Hooplot en geintimeerde vertegenwoordigd door haar gemachtigden, advokaat Mr.A.R.Baarh  en  advokaat Mr.F.F.P.Truideman, zijn bij de uitspraak ter terechtzitting verschenen.