Op 21 mei 2024 is de strafzaak tegen de verdachte Q.W., die verdacht wordt van het misbruiken van jongens in een oppashuis te Flora, behandeld door kantonrechter. De zaak stond voor dupliek.
De officier van justitie had op een eerdere zitting een strafvoorstel gedaan van 15 jaar, onder aftrek van de tijd doorgebracht in voorarrest en psychologische begeleiding van de verdachte.
De advocaat van de verdachte, mr. S. Amirkhan, heeft tijdens haar pleidooi op een eerdere zitting, gevraagd dat de verdachte wordt vrijgesproken van de feiten 1 en 2 van de dagvaarding (verkrachting en gemeenschap met minderjarigen) omdat die feiten niet zijn bewezen. Zij gaf tijdens die zitting aan dat slechts het feit ten laste gelegd onder punt 3 van de tenlastelegging, namelijk ontucht met een bewusteloze of onmachtige, is bewezen.
Op de vorige zitting heeft de officier van justitie het repliek gehouden waarbij zij bleef bij hetgeen naar voren is gebracht tijdens het requisitoir.
Advocaat mr. T. Roos, die waarnam voor collega mr. S. Amirkhan, heeft op 21 mei tijdens het dupliek gereageerd op het repliek van de officier van justitie. Zij vroeg in het dupliek wederom aan de kantonrechter om de strafeis van de vervolging niet over te nemen en om de verdachte in plaats van een straf op te leggen, te laten begeleiden door een psycholoog.
Op 18 juni 2024 zal de verdachte het laatste woord voeren en zal de kantonrechter uitspraak doen.
Lees ook het vorige bericht: https://rechtspraak.sr/actualiteiten/behandeling-misbruikzaak-oppashuis-flora-van-16-april-2024/
Paramaribo, 22 mei 2024
Communicatie Unit Hof van Justitie