Op 12 maart 2025 is de behandeling van de strafzaak tegen de verdachte C.L. voortgezet door de kantonrechter. Deze verdachte, die voorganger is bij een religieuze gemeente, wordt een zedenmisdrijf verweten. Het misdrijf is volgens de vervolging gepleegd jegens een lid van een andere gemeente dan de gemeente waar verdachte lid van is. De zaak stond voor getuigenverhoor.
Een getuige die op een eerdere zitting reeds was verhoord, is nader verhoord.
Vervolgens heeft het verdachtenverhoor plaatsgevonden.
De raadsman van de verdachte deed een verzoek tot invrijheidsstelling van de verdachte. De officier van justitie vroeg de kantonrechter om niet mee te gaan met het verzoek.
Op 9 april 2025 zal de kantonrechter een beslissing nemen over het verzoek van de raadsman tot invrijheidstelling van de verdachte. Tevens zal de officier van justitie op die dag het requisitoir houden. Daarbij zal de officier aangeven of er voldoende bewijs is voor het feit dat de verdachte verweten wordt, en, indien de officier van mening is dat er voldoende bewijs is, wat de bewijzen zijn en wat als straf wordt voorgesteld door de vervolging.
Lees ook het vorige bericht: https://rechtspraak.sr/actualiteiten/behandeling-strafzaak-verdachte-c-l-van-12-februari-2025/
Paramaribo, 28 maart 2025
Communicatie Unit Hof van Justitie