Op 14 oktober 2022 heeft het Hof van Justitie in eerste aanleg (hierna EA) het bezwaarschrift tegen de dagvaarding van de verdachte M.A.S. Adhin in behandeling genomen.
Het Hof (EA) bestond uit de fungerend-president mr. M. Mettendaf en de leden mr. D. Karamat Ali en mr. M. Dayala. Tijdens de behandeling zijn de verdachte zijn raadsman I. Kanhai Bsc en de waarnemend Procureur-Generaal mr. G. Paragsingh gehoord.
Het Hof (EA) heeft na de behandeling de beslissing genomen. Daarbij heeft het Hof (EA) geoordeeld dat het bezwaarschrift niet binnen de wettelijk voorgeschreven termijn is ingediend. Het Hof (EA) heeft overwogen dat een bezwaarschrift tegen de dagvaarding ingevolge artikel 243 lid 1 van het Wetboek van Strafvordering binnen drie dagen na de dagvaarding kan worden ingediend. Het Hof (EA) overwoog voorts dat de dagvaarding op 12 augustus 2022 aan de verdachte is betekend waardoor de termijn afliep op 15 augustus 2022. Het bezwaarschrift is op 16 augustus 2022 ingediend. Op grond van het voorgaande is de verdachte niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen de beslissing van het Hof in eerste aanleg is de verdachte in hoger beroep gegaan. De behandeling in hoger beroep (hierna HB) heeft plaatsgevonden op donderdag 27 oktober 2022. De kamer bestond uit fungerend-president mr. I.S. Lachitjaran en de leden mr. D. Nanhoe, mr. S. Punwasi, mr. R. Elgin en mr. J. Kasdipowidjojo. Ook tijdens deze behandeling zijn de verdachte, zijn raadsman en de waarnemend Procureur-Generaal gehoord.
Na de behandeling heeft het Hof (HB) op dinsdag 1 november 2022 een beslissing genomen. Het Hof (HB) heeft het hoger beroep ongegrond verklaard en heeft de beschikking in eerste aanleg bevestigd. De verdachte is verwezen naar de terechtzitting in eerste aanleg zodat de zaak verder kan worden behandeld.
Lees ook het vorige bericht: https://rechtspraak.sr/actualiteiten/behandeling-bezwaarschrift-verdachte-a-adhin-van-26-augustus-2022/
Paramaribo, 10 november 2022
Communicatie Unit Hof van Justitie